BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Volharding.
Haar eer gered
Een wonder-middel
legen PRIKKEL-hoest
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L
50895
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
feuilleton
Sovjets en Volkenbond.
akker's Abdijsiroop
46ste Jaargang
Dinsdag 24 November 1936
Nummer 4190
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar I 6.50 - Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regek 10,75. Iedere regrfl meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 1 0.40 (bij vooruitbetaling)
De Genestet heeft zijn tijdgenooten
vergeleken met de voorgeslachten en
is toen gekomen tot de bekende
ontboezeming:„akelig, mis'lijk
nageslacht".
Vermoedelijk hebben de beoor
deelden deze uitlating beschouwd als
een dichterlijke overdrijving en zich
hierdoor niet laten verontrusten.
Toch was dat oordeel niet zinloos.
Evenals van een caricatuur zooals
dr. Kuyper eenmaal neerschreef
een zuiverende ademtocht moei uit
gaan, zoo bedoelt een dergelijke
dichterlijke beoordeeiing iets wat de
dichter aanwezig acht enwil ver-
oordeelen, te gispen. De Genestet
vindt zijn tijdgenooten een slap ge
slacht, een geslacht niet in staat
tot groote daden, een geslacht dat
spoedig bij de pakken gaat zitten,
pen geslacht dat de geestdrift, de
geestdrift van vorige geslachten mist,
een geslacht dat niet de volharding
die voorheen het Nederlandsche volk
ten aanschouwen van vriend en
vijand ten toon spreidde, bezit. De
dichter is in zijn gedachten terug
gegaan naar de 16e en 17e eeuw.
Hij heeft zich tafereelen uit de hel
denworsteling tegen de machtheb
bers van dien tijd voor den geest
geplaatst. Hij heeft in bewondering
gestaard naar dezen kleinen kring
van stoere kerels die naar het oor
deel van een onzer beste historie
schrijvers stand hielden waar ieder
ander zou zijn bezweken, en over
wonnen terwijl de wereld hen den
ondergang voorspelde. Dat was het
Hollandsch geslacht van de 16e
eeuw. Daarbij vergeleken maakte
Holland van het midden der vorige
eeuw een droeve figuur. Vergeten
mag niet worden dat in deze dagen
ook geen heldenkracht werd ge
vraagd, zooals in de 16e en 17e
eeuw. Althans niet voor den strijd
op het slagveld. Maar de Genestet
merkt de lauwheid ten opzichte van
de groote levenswroeging op, de
matheid die het economische leven
van dien tijd kenmerkte, de futloos
heid die in alle kringen van het
volk viel waar te nemen. En hij
plaatste de beide genoemde perioden
tegenover elkaar. Het is te verstaan
dat zijn dichterlijke ziel in de ont
boezeming akelig, mis lijk nageslacht
zich uilsprak.
Het kan zijn nut hebben dat ook
wij, behoorende tot het geslacht van
12.
0
Dat beteekent natuurlijk, dat er
iets vreeseiijks zal volgen, hoewel
mijn goede vader mij nooit van zijn
leven iets onaangenaams heeft ge
zegd.
O, maar toen hadt u ook nog
geenerlei gevaar te duchten toen
lag uw levenshulk nog veilig vast
geankerd maar thans zijt ge een
snel zeilende schoener, onbekende
wateren doorklievend. Ik weet waar
klippen zijn. U moet niet toestaan
dat kolonel Rannock u komt bezoe
ken.
Hij is ook oud genoeg, om
mijn vader te kunnen zijn.
Neen, ik ben tien jaar ouder
dan hij en wel dertig jaar betrouw
baarder.
Ik geef geen zier om de meer
dere of mindere betrouwbaarheid
van gewone kennissen.
Rannock zal geen gewone ken
nis blijven. Hij zal zich in uw vriend
schap weten te dringen, met of zon
dezen tijd, ons de vraag stellen:
wanneer de dichter ons zou hebben
vergeleken met de Nederlandsche
heldenschaar uit Neerlands glorie
tijd, wat zou dan zijn oordeel zijn
geweest? We kunnen dichter bij huis
blijven. Gesteld dat de dichter thans
kennis kon nemen van dezen tijd
met de nu bestaande verhoudingen,
met de moeiten en lasten die door
den mensch van heden worden ge
torst en dan een vergelijking zou
maken met Nederland van zijn tijd,
wat zou dan zijn oordeel zijn? Zou
hij dan zijn ontboezeming herhalen
en spreken van een akelig nage
slacht? Of zou hij Bilderdijks woord
op de lippen nemen en betuigen:
Holland groeit weer
Holland bloeit weer
Hollands naam is weer hersteld.
Des dichters oordeel vernemen we
niet. We moeten zelf het oordeel
geven. En dan de vraag stellen: wat
zegt ons dit? Kunnen we tevreden
zijn? Of moeten we het woord in
geheel ander verband eenmaal door
prof. Holwerda gesproken, herhalen:
Kunnen wij niet anders worden?
Wanneer wij Nederlanders die in
den jare 1936 leven en streven en
strijden en klagen ons gaan verge
lijken met voorbije tijden en ge
slachten dan zal de vergelijking met
de vorige eeuw ons niet in een al
te slecht daglicht plaatsen. Gaan we
verder terug, blikken we in de histo
rie, trekken we den heldenstrijd van
Neerlands wording binnen onzen ge
zichtskring en beoordeelen naar
dien maatstaf het heden, dan is er
reden voor teleurstelling. Worste
laars, zooals de geuzenstrijd die ken
de, zijn wij niet. De volharding die
de bewondering van allen wegdroeg,
wij spreiden ze nog niet ten toon.
We zitten midden in een crisis;
een wereldcrisis. De klaagliederen
daarover stijgen dag aan dag op.
Wie klaagt niet? We weten dat ve
len zeer velen zelfs reden
tot klagen hebben. En toch? De
crisis is zwaar, maar de mogelijkhe
den om de gevolgen daarvan met
buitengewone middelen kleiner te
maken zijn vele. De overheid steunt
en helpt en kan steunen en helpen
De moderne techniek brengt bin
nen ieders bereik wat vroeger nie
mand ten deel viel of wat slechts
enkelen konden veroveren. Een bui-
tenlandsch gezelschap maakte een
paar jaren geleden een tocht door
Neerlands residentie. Het werd daar
na ontvangen door den burge
meester. Toen deze sprak over de
der uw wil, tenzij ge hem dadelijk
op zijn plaats zet, met andere woor
den, tenzij ge aan Johnson zegt,
dat ge voor dien heer nooit thuis
zijt.
Ik ben niet van plan, onver
biddelijk mijn deur te sluiten voor
den gezelligsten en meest onderhou
dender prater, dien ik in langen tijd
niet ontmoet heb.
Juist! Dat is het begin. Hij
amuseert u later interesseert hij
en danmaar ik behoef dit
onderwerp niet verder te bespreken
Die latere stadiën zal hij wel nooit
bereiken. U zult vóór dien tijd wel
gemerkt hebben, wie en wat hij
eigenlijk is. Maar in de tusschen
liggende periode
Waarom zwijgt u plotseling
zoo geheimzinnig?
Howard had bijna gezegd „zal hij
u compromitteeren". Hij wilde ech
ter voor niets ter wereld een kren
kende gissing uiten ten aanzien van
een vrouw, in wien hij een ideaal
van reinheid zag.
Hoor eens, mijnheer Howard
u moet mij ook een klein beetje
menschenkennis toeschrijven en de
overtuiging koesteren, dat ik kolo
nel Rannock wel voor goed zal we
zware crisis waaronder het Neder
landsche volk gebukt gaat en ook
s-Gravenhage lijdt, lachten enkele
gasten en stelden de vraag: Crisis,
crisis, waar is hier de crisis? Er
kan worden geklaagd. Er kan nog
voor meer worden gedankt.
Het geslacht van dezen tijd mist
nog al te veel wat het voorgeslacht
sierde en waardoor Nederland is ge
worden wat het nu nog is. We mis
sen de volharding, die stand houdt
onder alle omstandigheden. De vol
harding, die bergen van bezwaren
overwint. De volharding, die in zich
sluit de profetie van de overwinning.
Hoe slap en futloos staan velen
tegenover de moeiten van dezen tijd.
Kort geleden hoorden we een
joiige vrouw zeggen: „Ik laat mijn
kerel in den steek; die vent vindt
nooit werk; ik wil zoo niet langer;
ik kan voor mijn kind geen ba
naantje meer koopen". Dit was niet
een buurvrouwelijk kletspraatje na
een slapeloozen nacht. Integendeel!
Het was ernstig gemeend. Ze heeft
twee weken later de kuiten genomen.
Hoevele huwelijken zijn stukgeslagen
tegen de moeiten van dezen tijd en
dat terwijl de steun van heden het
loon van vroeger overtreft. Thans
worden vleeschbonnen verstrekt.
Welke arbeider kon zich een veertig
jaar geleden de weelde veroorloven
vleesch te eten? Dit niet aandurven
van de moeiten die het leven biedt,
het neerzinken bij de pakken, het is
een karakterstuk van het geslacht
van dezen tijd; een trek die in alle
volkskringen valt waar te nemen.
Volharden, staan blijven, met open
oog de moeiten doorschouwen, moe
dig het kruis opnemen., dankbaar
aanvaarden wat nog wordt geboden.
Er zijn velen die dit niet kunnen.
Ze missen wat een voorgeslacht
sierde.
Volharding! Waardoor kon het
geslacht van de eeuw van Neerlands
glorie volharden? Het stond in deze
overtuiging: het is onder Hoogere
leiding dat we nu leven; dat we ge
plaatst worden in de worsteling waar
in we verkeeren; het leven is taak, is
roeping. Die door Hoogere leiding
gegeven roeping hebben we te ver
vullen en dus stand te houden. Vol
hardenl Paolo Veronese heeft in een
zijner beroemde schilderstukken uit
gebeeld wat volharding is. Hij schil
dert een spin, bezig haar web te
spinnen, 't Wordt telkens weer ver
broken. De spin begint steeds op
nieuw tot menschelijke hand het le
ven breekt. Dat is volharding. Nooit
ten af te schepen, zoodra ik be
vind, dat hij werkelijk een onwaar
dige is. Maar voor 't oogenblik kan
en wil ik hem niet lomp behandelen.
Ik praat graag met hem over allerlei
dingen ik heb behoefte aan af
leiding. In de laatste jaren heb ik
diep smartelijke verliezen geleden
ik heb mijn vader verloren, dien ik
afgodisch liefhad, en mijn lieven,
besten man. Misschien weet u niet
hoe treurig het leven is, als men
altijd achterwaarts blikt.
Zou ik dat niet weten ik
die al bijna een halve eeuw geleefd
heb?
O, u zult natuurlijk ook wel
uw verdrietelijkheden hebben, even
goed als ieder ander. Maar u bent
een sportman, een politicus en een
philanthroop. U kunt wel op hon
derd verschillende manieren aflei
ding en vergetelheid vinden, maar
ik als vrouw niet. Ik kan alleen
maar reizen of mijn troost zoeken
in den maalstroom der Londensche
genietingen.
Mijnheer Howard ging hier niet
verder op door en hij kwam er ook
nooit op terug. Hij was te fier, om
zich voor de tweede maal bloot te
stellen aan de kans, zijn hoofd te
vertragen. Dit verstond het voorge
slacht. Er is een lied dat zingt:
Ons wenkt het beeld der vaderen.
Zou het waar zijn?
Een belangrijk hoofdartikel in het
Roomsch-Katholieke dagblad De
Maasbode brengt de ook voor niet-
Roomschen opmerkelijke mededee-
ling, hoe de volkenbond aan de In
ternationale Christelijke Pro-Deo-
commissie onlangs gehoor weigerde,
doch de „Algemeene vereeniging
voor den vrede," die volgens de
Maasbode „door de anti-Christelijke
macht van de sovjets en het volks
front wordt geïnspireerd en geleid"
ontving.
De Internationale Christelijke Pro-
Deo-commissie, waarin alle Christe
lijke richtingen samenwerken, wilde
op grond van door haar verzamelde
bewijzen, tegen de Christenvervol
ging in de Sovjets, in Mexico en
in Spanje bij den volkenbond, welks
covemant vrijheid van geweten en
godsdienst aan onbeschaafde vol
ken garandeert, protesteeren en van
den volkenbond vragen dat deze al
les doet wat in zijn macht ligt, op
dat de leden van den volkenbond
op hun grondgebied vrije uitoefe
ning van godsdienst en van ver
kondiging van Gods Woord aan kin
deren en volwassenen toestaan.
De president van de volkenbonds
vergadering Saavedra Lamas wilde
aanvankelijk aan de internationale
commissie gehoor toestaan, doch zag
zich genoodzaakt om eerst het ge
hoor uit te stellen en ten slotte,
zóó laat, dat de volkenbondsverga
dering gesloten was toen de gedepu
teerden antwoord ontvingen, hun te
berichten, dat het in uitzicht ge
stelde gehoor niet kon worden ver
leend.
Daarentegen werd een aparte zit
ting van de assemblée belegd voor
de ontvangst van de „Algemeene
vereeniging voor den vrede" welke
volgens de officieele verklaring van
den heer Basch ten doel heeft om
op internationaal terrein te verrich
ten, wat het volksfront op nationaal
terrein doet. „Onder de afgevaardig
den" (wij citeeren de Maasbode)
„kwamen vooral op den voorgrond
bekende communisten, die nog pas
in Frankrijk een oproep hadden ge
daan om kanonnen en vliegmachines
aan het Spaansche volksfront te
stooten. Als zij zijn raad zóó gering
schatte, zou hij haar niet daarmee
lastig vallen. Hij bewonderde haar
en droeg haar een onbegrensde ach
ting toe en misschien woonde er
in het diepst zijner ziel wel een in
niger gevoel voor haar, dat hij, op
zijn leeftijd, niet eens aan zichzelf
wilde bekennen, ofschoon Lafon-
taine's weemoedige vraag „Ai-je
passé le temps d'aimer?" dikwijls
in zijn binnenste een weerklank
vond.
Lady Perivale gaf in dit seizoen
veel partijen en onder haar gasten
was kolonel Rannock altijd een der
meest welkomen. Om harentwille wa
ren de menschen voorkomender je
gens hem dan zij in langen tijd
geweest waren. Men dacht alge
meen, dat zij met hem zou trou
wen, zoodat hij, gerehabiliteerd en
schatrijk, een man van gewicht en
invloed zou worden, en velen, die
hem met den nek plachten aan te
kijken, kregen berouw over hun on-
verijld en vernietigend oordeel. Het
kon immers best zijn, dat zij ver
keerd waren ingelicht omtrent
hem? Toen het seizoen geëindigd
en het park een Sahara was, be
spikkeld met kindermeisjes en kin-
it de vanouds beproefde Akker's Abdij
siroop, daar de werkina in hoofdtaak
berust op de geneeskracht van reeds in
.1. JL.1.J «na.l/riMrJfln'
oude lijden bekende „geneet-kruyden'
Apotheker Dumont heeft daaraan nu toe
gevoegd de resultaten der hedendaagsche
wetenschap. Nog meer dan vroeger is nu
het beproefde hoest-geneesmiddel I
Verlaagde prijzen: f 0.75, f 1.25, f 2.- per flacon.
zenden. Door de zorgen van het
secretariaat zijn die leden met groote
plechtigheid in den volkenbond ont
vangen terwijl men meende, niet in
de. gelegenheid te zijn om aan het
bureau van de internationale Pro-
Deo-commissie het gevraagde onder
houd toe te staan".
De Internationale Christelijke Pro-
Deo-commissie protesteert hieriegen
in een communiqué, dat zegt: „In
naam van duizenden Christenen doen
«aj een oproep ten gunste van den
godsdienst-vrede in de wereld. De
volkenbond, die oogenschijnlijk be
last is met het bewaken van den
vrede en den broederzin onder de
menschen heeft het gevraagde on
derhoud geweigerd. Door die weige
ring heeft hij duidelijk aan de we
reld getoond wie op het oogenblik
te Genève de leiding in handen wil
nemen".
„Dat is de dank," aldus conclu
deert de Maasbode, „van den vol
kenbond aan de geloovige Christe
nen, die hem om principieele rede
nen steeds ondersteund hebben en
nog steeds steunen. De volkenbond,
welks statuten op de eerste blad
zijde van alle vredesverdragen ge
plaatst zijn, kan in zekeren zin als
testament beschouwd worden van de
millioenen, die in den grooten oor
log sneuvelden. De meesten van hen
stierven met Gods naam op de lip
pen. Velen hebben toen, wellicht
voor het eerst, beseft, dat de waar
borg voor menschenliefde, mensche-
lijkheid en vrede alleen kan zijn
de godsdienst, het Christendom, het
geloof in God. En nu weigert de
bond de „Pro-Deo"-commissie te
ontvangen, welke de belangen van
de vervolgde Christenen in Rusland,
Mexico en Spanje wil bepleiten. Is
Genève reeds zoo zeer in de macht
derwagentjes, vertrok Lady Perivale
naar haar kasteel in Northumber
land. Zij noodigde daar verscheidene
logé's, maar kolonel Rannock was
niet van de partij. In Londen mocht
hij haar als een schaduw volgen,
maar verder ook niet. Zóó veel
kwaad had George Howard's waar
schuwing hem toch gedaan. Hij deed
zijn uiterste best, om nog een uit-
noodiging te krijgen, maar al zijn
pogingen daartoe Jiepen op een jam
merlijke mislukking uit.
U zult daar niet kunnen mu-
siceeren daarvoor hebt u geen
geschikte elementen en hoe bent
u er toch toe gekomen, om zoo'n
saai, vervelend stelletje te kiezen?
Op de dames valt niets te zeggen:
die zijn jong en aardig en vroolijk,
maar de heerenl Frank Lawford,
een wandelend lexicon, die iedereen
wanhopig maakt met zijn geleerde
verklaringen; Canon Millighan, een
hartstochtelijk verzamelaar van in
secten, die voor niets anders oogen
of ooren heeft, en kapitein Grant,
Sir Henry Bolton, Jack Scudamore,
die enkel en alleen maar schijnen
te leven, om hun weitasschen te
vullen.
(Wordt vervolgd).