BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens Provinciaal Nieuws. Burgerlijke Stand. Klaas de zoon van den Molenaar Gewestelijk Nieuws, 46ste Jaargang Vrijdag 20 November 1936 Nummer 4189 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40 Franco per post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) TWEEDE BLAD. Het Proces van Maarschalk Ney [1815]. O III. Ney werd aanvankelijk voor den krijgsraad gebracht. Tot voorzitter van dien Jy'ijgsraad was benoemd de Maarschalk Moncey, die zich echter daad van moed in deze dagen van het meest reactionair royalisme bij den Koning had verontschuldigd en die deswege tot drie maanden gevangenisstraf werd veroordeeld. Voorzitter van den krijgsraad werd nu Maarschalk Jour- dan; leden waren de Maarschalken Massena, Mortier en Augereau, alle drie bekenden uit den glorietijd van Napoleon en nog dragend de adel lijke titels, hen zijnentwege ten deel gevallen; verder een drietal gene raals, terwijl de functie van rap porteur door den Maarschalk Grund- ler werd waargenomen. Ney is door den krijgsraad op de meest hoffelijke wijze behandeld; het viel op, dat de voorzitter den deurwaarder uitnoo- digde om „Maarschalk Ney te ver zoeken wel voor den krijgsraad te willen verschijnen"; dat hij hem in een fauteuil in den halven cirkel voor zijn rechters deed plaats ne men en dat hij bij de vragen, die hij tot hem richtte, de titulatuur in acht nam, waarop Ney recht kon doen gelden. Wie zijn toch de slechte raadslieden geweest, die Ney ertoe hebben gedrongen om de bevoegd heid van dezen krijgsraad te bestrij den, om te volharden in zijn wensch, dat hij slechts voor de Ka mer der Pairs zou terechtstaan? Wie heeft hem de oogen doen slui ten voor het feit, dat in dezen krijgs raad zijn oude kameraden de meer derheid hadden, hun stem voor zijn verleden konden doen hooren; dat in dezen krijgsraad zou worden ge oordeeld de held van de Moscowa terwijl daarentegen de royalistische getinte, aan het Napoleontisch re gime fel vijandig gezinde Kamer der Pairs in hem slechts den vertegen woordiger van dat regime zou er kennen? Zooveel is zeker, dat on danks de aan den krijgsraad toe gevoegden commissaris des Konings de bevoegdheid van den krijgsraad verdedigde, deze zich maar al te gaarne ontdeed van de onaangena me taak hem opgelegd. De krijgs raad verklaarde de bezwaren van Ney gegrond en slechts twee da gen later verscheen de koninklijke ordonnantie, krachtens welke hij voor den Senaat zou terechtstaan Nu was de zaak aldus, dat nog geen wettelijke maatregelen waren getroffen, die den gang van zaken vaststelden, wanneer de Senaat een zijner leden, dus een der mede-pairs in crimineele aangelegenheden zou hebben te rechten en te vonnissen Maar Ney, die zelf de verwijzing naar de pairs gevraagd had, mocht zich op deze wettelijke leemte niet beroepen. Toch deden zijn advoca ten, die hem slechts dienden, het Zij wierpen als eerste exceptie dit gemis aan wettelijken grondslag op en behielden zich voor om bij ver werping van deze exceptie andere er voor in de plaats te stellen. Zij vonden den procureur-generaal, voor deze gelegenheid aan de pairs toege voegd, tegenover zich; hij wenschte zoo spoedig mogelijk met deze zaak die naar zijn oordeel de openbare veiligheid in gevaar bracht, te ein digen. Hij kon hier gemakkelijk de mooie rol spelen; van een krijgsman als Ney verwachtte mei.' dische excepties. Men begreep, dat hij, die den dood zoo tal van malen het aangezicht had gezien, dien moeilijk kon vreezen, ook al zou hij uit den mond van 150 mede pairs komen. Maar de volksverbeel ding had hem zijn rechters willen zien tegentreden met de verklaring, dat hij inderdaad had misdaan, dat hij schuldig was aan verbreking van zijn eed jegens den Koning en dat hij bereid was om de gevolgen van die schuld te dragen; had hem luide willen hooren protesteeren tegen de hem aangewreven beschuldiging van onoprechtheid, van opzettelijke dub belzinnigheid, maar wilde hem niet zich zien verliezen in zuiver formeele erweermiddelen. Toch gingen de advocaten op dien weg voort en Ney slechts door hen geraden, begreep niets van den funesten indruk, dien dit naar buiten moest wekken. Zelfs toen zij aan het einde kwamen met de exceptie, dat Ney geen Fransch- man kon heeten in den zin der vast staande wetgeving, kwam hij niet tusschenbeide en liet dit aan den procureur-generaal over I Zoozeer vereenigde hij zich ook toen nog met zijn verdedigers, dat hij hun verbood te spreken niet, omdat hij het met hun laatste verklaring niet eens was, maar omdat men hen naar zijn zeggen niet de volle vrij heid van het woord liet! Temeer zou een houding van Maarschalk Ney als hierboven ge schetst indruk hebben gemaakt, om dat zijn tegenstanders zelfs het klein ste niet achterlieten om tegen hem te getuigen. De beschuldiging te gen hem was op zichzelf voldoende; was het voor de royalisten noodig deze beschuldiging op ergerlijk klein zielige wijze aan te vullen? Was het noodig, dat zij er een generaal Bour- mont, die zich niet tegen Ney's proclamatie had durven verzettenen schijnbaar met hem den Keizer had gediend, toe aanzetten om voor Ney's onoprechtheid te betuigen;een getuigenis intusschen, dat op zoo zwakken grondslag bleek gevestigd, dat het niet dan ten voordeele van den beklaagde eindigde? Was het noodig, dat zij een tweetal officieren brachten tot de even dolzinnige als vernederende verklaring, dat Ney eigenhandig officieren in een to ren had opgesloten onder het uit spreken van schaamtelooze woorden jegens het Koningshuis; een ver klaring, die Ney met een hooghar tig stilzwijgen voorbijging? Was het noodig, dat de een na den ander onder deze pairs, die Ney in die da gen heetten te hebben gezien, kwam verklaren, dat hij reeds den dag vóór de proclamatie de adelaarstee kenen droeg, terwijl onmiddellijk daarop Ney's juwelier, met zijn boe ken in de hand, kon getuigen, dat hij het betreffende insigne eerst den 20sten Maart, dus na Napoleon's terugkeer te Parijs, zich had ver schaft? Op het Laatst kwamen er, ook van royalistische zijde, maar vooral van Ney's vroegere krijgs makkers en onder hen in het bij zonder Davoust, verklaringen, die op de oprechtheid van zijn persoonlijk heid, op de opbruisendheid van zijn karakter wezen; verklaringen, die zijn werkelijke schuld niet aantast ten, maar ten doei hadden zijn eer van de hem aangewreven onop rechtheid te redden. Verklaringen die zeker niet te niet werden ge daan toen Ney, in een kruisverhoor met den getuige graaf de Scey, de zen in een hoek drong over zijn lafhartige verklaring, dat Ney te Besangon de Staatskas zou hebben bestolen; kruisverhoor, dat eindigde met de erkentenis van dezen royalist, dat hij uit lafhartigheid gaarne de 700.000 francs, die aan wezig v.aren, had overgegeven I (Wordt vervolgd) Oproeping. In opdracht van den Rechter-Com- missatis voor Strafzaken te Middelburg, verzoekt de Commissaris van Politie te Vllssingen, tevens Commissaris van Rijkspolitie, ten spoedigste schrifte lijke bekendmaking aan hem van namen en woonplaats van personen of instel lingen in Zeeland, die in de laatste jaren op verzoek van den toenmaligen sec retaris P. G. LAERNOES van het ge west Zeeland van den Bijzonder Vrij- willigen Landstorm, gelden als gift of bijdrage hem ten behoeve van het instituut van den Landstorm hebben afgedragen. Het is niet de bedoeling, dat dona teurs van plaatslijke afdeelingen van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm zich aanmelden, doch slechts zij, die aan een verzoek als hiervoren bedoeld, hebben voldaan. IJZENDIJKE. Over de maand October. GEBOORTEN: 2, Bernhard Wilhelmus, z. van A. J. Neve en L. P. van Meele. 5, Agnes Lud., d. van A. van Vooren en M. L. Haers 6, Jacob Gornelis. z. van W. J. Neele en T. P. de Reu. 13, Emma M„ d. van C. van Kerkvoorde en R M. Sijnesael. OVERLIJDEN: 7, Jacob Gornelis Neele, 1 dag. 8, Petrus Onghenae, 70 jaar, wedn. van M. L. Want. INGEKOMEN: E. Fortier van Lokeren, J. Therie van Terneuzen, F. de Blaeij van Hoog woud, E. v. d. Houwe van Watervliet, Magd. M. Schoonacker van Brugge, M de Cocq-Cauwels van Oostburg, B. M. W. Simonse-Meijer van Genelringe. VERTROKKEN: J. A. de Bert naar Utrecht, C. F. de Pauw naar Ned. Indië, A. Jansen naar Biervliet, A. G, Blomme naar Water vliet, M. Th. van Renterghem naar Biervliet. Boekbespreking. Piet Marée. Wij knutselen Gebonden f 2,90. Uitgave H. P. Leopolds Uitg. Mij. 's Gravenhage. Juist een boek voor de winteravon den. Van zeer eenvoudigen papier- arbeid tot de meest ingewikkelde kunst smeewerken, van naald en draad tot hamer en zaag, geeft dit boek ons in bonte afwisseling voor elk wat wils. Meer dan 250 foto's en teekeningen illustreeren hetgeen in dit zeer belang rijke boek behandeld wordt op zeer duidelijke wijze. Dit is een boek, geschikt voor klein en groot, en zal zeker in menig gezin onschatbare diensten bewijzen. 0 Wies Defresne. „Klanten". Ingen. f 1,90. Gebonden f 2,50, Uitg. Em Querido N.V. Amsterdam De „klanten", over wie in dit boek gesproken wordt, zijn de vaste bezoe kers van een slijterij in een Limburg sche stad. Zij komen er regelmatig hun aperitiefje drinken, bespreken er de dingen van den dag, lachen en spotten met elkaar en openbaren op ongezochte wijze hun leventje en hun innerlijk Dit alles komt tot ons op een eigenaardige, suggestieve wijze die op geheel eigen manier karakter aan het boek geeft. Het dochtertje van de eigenares, een jonge weduwe met drie opgroeiende kinderen, speelt hier een hoofdrol. Zij beschikt over een natuurlijke intelligen tie, die zich zonder boosaardigheid, 283. De twee jongens begonnen te lachen toen zij zijn woede zagen. Maar Klaas bedacht zich geen oogenblik. Hij zag geen gevaar en sprong in de diepte van het ééne perron naar het andere. Hij sprong over de spoorrails heen, tippelde ge wiekst tegen een paar blokken op, die daar tegen den wand waren ge slagen en stoof woest op zijn pla- gers af. Eén van de jongens nam vlug de beenen. Maar de andere begon om een goederenwagentje te rennen. Die jongen dacht: „Zoo kan je toch niet bij mij komen". 284. Klaas trok zijn klompen uit en rende om het wagentje. Het kar retje slierde over het perron en be gon te rollen. Het kon Klaas niet schelen, al viel hij met karretje en al van het perron af. Hebben moest hij dien jongen! Hij mikte met zijn schaatsen op den vreemden jongen en net bónsden ze alle twee met karretje en al tegen de deur van de wachtkamer. Dat was een slag! In- plaats van op den jongen had Klaas met z'n schaatsen in de deurruit van de wachtkamer geslagen. maar met een zeldzaam gevoel voor drogen humor, critisch tegenover men- schen en omgeving stelt. Het geheel speelt zich af in een Z.- Limburgsche milieu In den tijd der oorlogsjaren. Dit eenvoudige, goed gehumeurde boekje zal voorzeker zijn weg wel vinden. 0 Salvador Hertog. „De wilde Schuit" Ingen. 3,50. Geb. f 4,25. Uitg, Em. Querido N.V. Amsterdam. Wij hebben hier een volmaakt Hol- landsche zee-roman. „De Wijkerhaven", genaamd „De Wilde Schuit" is een oud Hollandsch schip van een drie duizend ton, be mand met 32 koppen, die vertrekt uit Rotterdam en na eenige maanden de La Plata-rivier in Zuid-Amerika afzakt. Het is een wildevaart-boot. Het is een van die schuiten, die vol bevracht ver trekt en die zonder volle bevrachting niet kan, niet mag terug keeren. Een van de meesterlijke typen is de kok Jan Viers, wiens karakterestieke persoonlijkheid tot de laatste bladzijde prachtig is volgehouden. De meest beschouwelijke is echter de koksmaat Dolf, een kleine gespierde jonge kerel, die op „de Wijkerhaven" is beland, maar van gegoeden, intellectueelen huize is. Het is vermakelijk wat de beman ning beleefd, wanneer zij na weken en maanden eindelijk in een groote haven plaats aankomen en daar aan het pas sagieren slaan. 0 Sarah Trenth. De Gulden jaren der vrouw. Ingen. f 1,50. Geb. f 2,25. Uitg. H. P, Leopold's Uitg. Mij. 's Gravenhage. De schrijfster van dit levensblij en optimisch geschreven boek gaat de ontwikkeling van lichaam, geest en karakter in de kritieke levensperiode na, wijdt hoofdstukken aan innerlijke en uiterlijke schoonheid en bespreekt de speciale moeilijkheden van de ge huwde vrouw, de moeder en de onge trouwde vrouw in deze jaren. In een woord vooraf schrijft Dr. Mr. Scuur- mans Stekhoven „Dit boek, ofschoon voor vrouwen geschreven, kan er toe bijdragen vele mannen en vrouwen aan zichzelf en aan elkaar te ontdekken, zoodat zij meer van eigen en elkanders leven kunnen maken, meer te geven krijgen en meer ontvangen zullen", Een zeer wetenschappelijk werk, voor velen onmisbaar. Ernstig arbeidsongeluk. Te Klazinaveen (Noord) gemeente Eramen heeft een ernstig arbeidsongeluk plaats gehad. In de voormalige ammonlakfa- briek en thans in gebruik als opslagplaats van kunstmeststoffen van de N.V. Becke- ring en Zn. te Musselkanaal, was een groep arbeiders bezig met het losmaken van een partij hard; geworden kunst mest. Daarbij is een stuk boven uit de hoop los geraakt en naar beneden gestort. Het blok kwam terecht op den 23- jarigen arbeider W. Gersonius uit 21and- berg bij Musselkanaal, die zoodanig werd verwond, dat hij zeer spoedig aan de gevolgen is overleden. Ook een paar andere arbeiders werden nog door het blok geraakt. De artsen dr. Sam son uit Emmererfscheidenveen, de la Parra uit Emmen en Haverkamp uit Klazinaveen, waren spoedig ter plaatse, doch konden bij G slechts den dood constateeren. Van de andere arbeiders had er een verwondingen gekregen aan een been, die echter niet ernstig bleken te zijn. Alle overigen bleven ongedeerd. De om het leven gekomen arbeider was gehuwd en vader van twee kin deren. De groep arbeiders was uit Mussel kanaal en omgeving afkomstig en gis terochtend per autobus naar Klazina veen gekomen voor de te verrichten werkzaamheden. Tegen een onverlichten wagen opgereden. Woensdagmorgen reed de ongeveer veertigjarige H. M. uit Veele, gemeente Vlagtwedde, een melk wagen, welke aan de achterzijde niet verlicht 'was, met zijn motorfiets ach terop. Toen M. den wagen opmerkte, kon hij niet meer uitwijken, en met een smak sloeg hij tegen het voertuig. Ernstig gewond werd hij overgebracht

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1