BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens FEUILLETON Haar eer gered. 46ste Jaargang Dinsdag 10 November 1936 Nummer 4186 ABONNEMENTSPRIJS- Per drie maanden I 1.25 Buiten Breskens per drie maanden I 1.40. Franco p -r post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer IO,15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling) Hoog Oostersch bezoek. Cl over enkele weken gaat in Tand jong Priok aan boord Mangkoe Ne- goro de Zevende om, in gezelschap van zijn gemalin Ratoe Timoer dochter van den Sultan van Djokja karta en Oostersche schoonheid van ongewone gratie een bezoek te brengen aan Nederland met als eer ste en voornaamste doel het bijwo nen van de huwelijksplechtigheid van Prinses Juliana. Voor de tweede maal in zijn zeer bewogen en prach tig besteed leven zal hij voet op H-ol landschen bodem zetten. De eerste maal leefde hij op een kamer in Leiden als arm student, die maar net kon rondkomen, maar die zich gelukkig voelde in de studie, welke zijn volle hart had. Hij is din de vriend van Noto Soeroto en nij ver taalt verzen van Frederik var Eeden en van Rabindranath Tagora in het Javaansch -De oorlog breekt uit en hij gaat onder de wa'renen als Nederland mobiliseert. I/e groote stoere grenadiers van het Haagsche keurregiment noemen hem „den kleinen korporaal". Hij wordt ser geant en studeert verder in Ooster sche talen. Zijn werkkracht en ener gie zijn onuitputtelijk. Hij maakt pro motie en bekleedt rlen rang van officier bij de igrenr-diers, wanneer hij naar Java wordt teruggeroepen. De Koningin ont/angt hem in audiëntie voordat hij naar zijn Oostersch vaderlard terugkeert. Het land, dat hij verl aten had als een eenzaam, arm zwe rver, door vijanden vervolgd - 0 Raden Mas Ario Soerio Soeparto of, zooals zijn vrienden hem kortweg noemden, Soeparto, had als zoon van den in 896 overleden vorst Mangkoe Negoro V een rustig, on bezorgd leven kunnen hebben. Daar voor was ma ir één ding noodig ge weest: zich bij alles neerleggen. Dit was echter './el het laatste, dat van deze jonge, krachtige, onafhanke lijke persoonlijkheid verwacht kon worden. H j brak met de tradities; het eene nflict volgde op het an dere. Het was geen gewoonte, dat jonge Jatanen van addellijke ge boorte, d .t leden van het Mangkoe Negorosthe vorstenhuis hun bestaan op aard door nuttigen arbeid wil den rechtvaardigen. Hij wilde wer ken, de wereld zien, studeeren. De jonge Soeparto kon geen rust vinden en gee i vrede in de omgeving, waar- 0 De rector en Hector moesten bei- len heel wat welsprekendheid aan wenden, voor zij er in mochten sla gen, Grace met een spoedig huwelijk te verzoenen. Haar vader kon haar niet missen, dat wist zij maar al te goed. Hij zag er in den laatsten tijd slecht uit. Hij deed niet meer zijn gewone morgenritjes, waar hij altijd zooveel van placht te hou den en waarbij zij hem vaak had vergezeld. Hij mende niet meer zelf, niet eens zijn lievelingspaard en zij vond dit alles onrustbarende tee kenen. Haar vader lachtte haar uit om haar bezorgdheid. Dacht je dan werkelijk, Grace, dat ik nefcit oud kon worden? U bent nog niet oud, vader I U hebt nog heel wat jaren voor u, eer u een oud man bent te noemen. Verleden jaar zomer riep iedereen er nog over, dat u er zoo jeugdig in hij was groot gebracht. Na den dood van zijn vader vroeg hij aan zijn oom, die als Mangkoe Negoro de Zesde zijn vader op den troon was opgevolgd, hem in de gelegen heid te stellen zich te ontwikkelen op vrije basis, buiten het zeer enge verband der oude Vorstenlandsche opvattingen. Zijn oom overwoog het verzoekhij blééf overwegen. Soe parto wenschte niet langer te wach ten. Hij brak met iedereen, keerde Soerakarta den rug toe; waarheen? Hij wist het zelf niet. Hij nam zijn leven in eigen hand en zocht een weg. De vorstenzoon werd hulp- schrijver en leefde van eigen ver diend jgeld; een karig loontje. Arm, maar vrij! 0 In de uren na zijn dagelijksch werk studeerde hij; van zijn overge spaard geld kocht hij boeken. Zijn krachtige persoonlijkheid veroor zaakte echter spoedig conflicten; sterke figuren worden moeilijk ge duld en een in ongenade gevallen vorstenzoon telt vijanden bij dozij- nen. Zijn chefs, de regent, zijn col lega's werken hem tegen. Wat wil die jonge Javaan met zijn dorst naar kennis en met zijn dwazen jacht achter de boeken? Opnieuw ver breekt hij de banden. De moeilijkste tijd van zijn leven breekt aan. De jonge Soeparto zwerft, arm en be rooid, over Java, van kotta tot kotta. Hij trekt te voet van plaats naar plaats, een enkele maal heeft hij kans in een derdeklas-wagon van den trein verder te reizen. Bij kam ponghoofden vindt hij een eenvoudig onderdak. Een vorstenzoon in onge nade leeft onder het volk. Hij lijdt, hij worstelt, hij hoopt en zet de tan den op elkaar. Hij gebruikt elk uur. De Javaansche en de Nederlandsche taal leert hij beide volkomen be- heerschen. Hij dringt in de litera tuur van beide talen door, hij, de jonge Soeparto, die zich niet ge wonnen heeft willen geven. En wan neer, in 1912, het Indische gouverne ment een translateur vraagt, en Soe parto solliciteert, dan wordt hem, op grond van zijn uitgebreide ken nis, de betrekking toegewezen. 0 Het is de tijd van het Javaansch réveil. De geestelijke ontwaking van het Oosten werkt bezielend op de Javaansche intellectueelen. De jonge Soeparto heeft reeds rijkelijk levens ervaring op zijn zwerftochten verza meld; zijn belezenheid en kennis zijn steeds in omvang toegenomen. Wan- uitzaagt het leek haast, of u jonger werd in plaats van ouder. Dat was verleden jaar zomer, Grace. Ou sont les neiges d'autan? Als de tijd een poosje schijnt stil gestaan te hebben, rept hij zich later des te meer, om het verzuimde in te halen. Maar dat is alles slechts schijn. Het zand in den zandlooper valt steeds naar omlaag en de zeis maait altijd door langzaam en zeker, kindlief, langzaam en heel zeker. Maar ik zal een gelukkige oude man zijn, als ik mijn lieveling ge trouwd zie met den man harer keuze. Als ge u zelf een oud man noemt, wil ik niet trouwen, zeide Grace min of meer geërgerd. Als u een oud man bent, hebt u iemand noodig, om u te verzorgen, en daar is uw eigen dochter de naaste toe. Een weemoedige glimlach speelde om zijn lippen. Misschien zou zij niet eens lang behoeven te wach ten, als zij tot het einde toe bij hem wilde blijven. Sedert deed hij zijn uiterste best, om vroolijk en opgewekt te wezen, en hij speelde zijn rol zóó goed, dat zij zonder een zweem van angst op haar huwelijksreisje naar Italië neer „Boedi Oetomo" „het schoo- ne streven" wordt opgericht, neemt hij daaraan deel; hij schrijft artikelen in Javaansche bladen, die direct de aandacht trekken. Hij weet zich buiten elke politieke beroering te houden; den geestelijken opbouw acht hij eerste vereischte. Maar de onrust blijft in hem; aan den roep van het Westen ontkomt hij niet. Hij wil Holland zien; hij wil leven onder de Hollanders, zooals hij on der de Javanen heeft geleefd. Hij werkt dag en nacht en spaart geld over. Dan komt het groote oogen- blik: hij ziet de kust van Java ver dwijnen en de boot zet koers naar het onbekende Westen. Hij zal Euro pa zien en zijn studies in de Ooster sche talen aan Holland's oudste aca demie voltooien. Twee onvergetelijke jaren van zijn leven. In Juli 1913 komt hij aan en in Mei 1915 verlaat hij Holland weer. Zijn kennis ver diept, zijn levenservaring verrijkt. De zwerversjaren liggen achter hem; de tijd van gebrek is voorbij. 0 De aandacht van de Indische re geering is op den jongen, intelligen- ten, voortvarenden Soeparto geves tigd. Op Java teruggekeerd, wordt hij benoemd tot adjunct-contro leur. Maar dan gebeurt er iets on verwachts: de regeerende vorst, Mangkoe Negoro VI, doet, teleur gesteld in zijn verwachtingen, af stand van den troon. Op 3 Maait 1916 volgt Raden Mas Ario Soerio Soeparto als Mangkoe Negoro VII hem op. De hulpschrijver, de zwer ver, de kleine korporaal beklimt den troon der vaderen. Een Javaan met begrip van de wereld, een zelfbe wust karakter, een sterke persoon lijkheid zetelt op den troon in Soera karta. Op elk gebied laat hij zijn wil als vorst en heerscher gelden. De geestelijke ontwikkeling van zijn volk leidt hij met krachtige hand. Hij brengt de oude danskunst der Javanen weer tot nieuwen bloei; hij richt het „Java-Instituut" op en be vordert kunsten en wetenschappen, zonder de belangen van onderwijs en hygiëne voor het eenvoudige volk te verwaarloozen. Dichtkunst, mu ziek, tooneel en kunstnijverheid heb ben zijn toegewijde belangstelling. Ook de Javaansche architectuur be schermt hij; hij tracht ze te bewaren voor verkeerde invloeden van buiten. Enkele jaren geleden verscheen van de hand van dezen kunstlievenden heerscher een doorwrochte studie over de wajang, waarin de deskun- ging. Zij verliet hem als een geluk kige bruid, trekkende paar een ter- lokkend schoone wereld. De geheele maand Mei bleef het jonge paar in den omtrek van de meren eerst Maggiore en daar na Como. Zij logeerden te Baveno, dreven het grootste gedeelte van den dag op het water en bezochten de drie eilanden, tot zij elk plekje daarvan kenden de tuinen, de paleizen, de visschershutten, de café's, de menschen, oud en jong, de grijze moedertjes en de kleine kinderen, de schippers, de priesters. Wat Grace thans van het heerlijk Italië te zien kreeg, overtrof zelfs haar stoutste verwachtingen. Daarop volgden Bellagio, Cade- nabbia, Varenna, en toen Juni in 't land kwam en de dagen warmer werden, bleven zij een week te Pro- montigno, dwalende door schaduw rijke bosschen. Te Pontresina werd er een tele gram aan hun adres bezorgd een van die ongeluksboden, vaak zoo luchtig onbezorgd opengevouwen in de verwachting van een gewone, niets beteekenende kennisgeving, en zoo 'dikwijls de brenger van smart dige schrijver een lans breekt voor het zuiver Javaansche karakter van de Wajang Poerwa. Hij staat uit voerig stil bij de symbolische ele menten in de wajang en bij het esoterische deel ervan: de mystiek. Zijn groote kennis heeft met zijn diep en zuiver aesthetisch gevoel deze studie over de wajang tot een der belangrijkste gemaakt van de vele die de laatste jaren in verschil lende talen verschenen zijn. Reeds spoedig is het hof van den Mangkoe Negoro een centrum van Javaansch cultureel leven geworden. Zijn aan staande reis naar Holland zal de banden hechter maken, die hij vroe ger reeds heeft geLegd; hij zal hier vele vrienden ontmoeten en, door zijn persoonlijke eigenschappen, nieuwe vrienden .maken. Het feit, dat hij en de bekoorLijke Ratoe Ti- moer het huwelijk der Prinses ko men bijwonen, zal aan deze plech tigheid Oosterschen luister van groote voornaamheid verieenen. („H. P.") Smokkelen loont nog steeds de moeite o Men schrijft uit Twente aan de N. R. Crt. Het is in Twente thans niet ai- leen in de textielindustrie zeer druk. .Ook het smokkelbedrijf tiert weliger dan ooit, ondanks het feit, dat er aan beide zijden van de grens een zeer strenge controle wordt uitge oefend en ondanks de depreciatie van onze munt. Optimisten hebben, toen de depreciatie werd doorge voerd, de illusie gekoesterd, dat daarmede een einde zou worden ge maakt aan den smokkelhandel. En wellicht zou dat inderdaad het geval geweest zijn, indien zich maar niet het merkwaardige geval had voor gedaan, dat de mark in het grens gebied nauwelijks van koers is ver anderd. Doordat papier en zilvergeld nog voor vrijwel denzelfden prijs te ver krijgen zijn als voor de depreciatie, terwijl de officieele markenkoers wel degelijk gestegen is, is het smokke len eigenlijk loonender geworden dan vroeger. Wie Duitsche waren wil importeeren, fototoesteleln, foto- afdrukpapier, ontwikkelaar, of radio toestellen en onderdeden, terugtrap remmen en wat dies meer zij, moet voor de mark den verhoogden koers betalen via de clearing. De smokke en wanhoop „De rector gevaarlijk ziek. On middellijke thuiskomst zeer ge- wenscht. Mary". Mary was mijnheer Mallandine's huishoudster, een door en door brave vrouw, met een sterk ontwikkeld ge voel van eigenwaarde en een zwart zijden japon voor zon- en feestda gen. Zij was van gewoon dienst meisje opgeklommen tot de hooge waardigheid, die zij thans bekleedde en was en bleef dan ook altijd „Mary," evenals in de dagen, toen zij nog een dienstbodenmuts droeg en zeven pond per jaar verdiende. Nooit van haar leven zou Grace die overhaaste terugreis vergeten. Sir Hector wist alles zoo uitstekend te overleggen, dat er geen minuut behoefde verloren te gaan. Zij verlie ten Pontresina om twee uur in den morgen in een met vier paarden bespannen rijtuig, en gunden zich alleen den tijd, om van paarden te verwisselen. Ze kwamen te Coire aan, nog juist vroeg genoeg voor den sneltrein, en reisden aan één stuk door tot het Victoria-station. Toen door Londen naar Liverpool laar koopt in Duitschland voor mar ken, die hem niets meer kosten dan vóór de depreciatie en behaalt dus dubbele winst, daar hij by verkoop 'van de gesmokkelde waren eenhoo- geren prijs kan bedingen, dan voor heen. De gevolgen zyn niet uitgebleven. Er wordt zeer druk gesmokkeld. Ge regeld worden aanhoudingen ver richt. Maar het is daarmede het oude bedje: men krijgt beginnelin gen te pakken, of smokkelaars, die handelen in opdracht van anderen. De aanstichters van het kwaad blij ven buiten schot en ai wordt door de aanhoudingen en de daarop vol gende veroordeelingen het euvel wel tegengegaan, afdoende is de remedie niet. Zelfs de omstandigheid, dat na een betrappen van werkioozen bij het smokkelen onmiddellijk de steun wordt ingehouden, werkt niet af schrikwekkend genoeg. De ver dienste is, zoolang alles goed gaat, te loonend en wie kan zeggen, of de mannen achter de schermen, als er iemand tegen de lamp loopt, voor- loopig de taak van het burgerlijk armbestuur of van maatschappelijk hulpbetoon niet overnemen? Ook het smokkelen van geld flo reert nog. Langs de geheele Duit sche westgrens wordt nergens zoo'n levendige smokkelhandel in geld ge dreven als in Twente. En als men ü<f tot oordeelen bevoegden, die, dit vertellen, gelooven mag, doet de smokkelhandel in gedistilleerd voor dien in geld nauwelijks onder. Voor minder dan de helft van wat men er in Nederland voor betalen moet, koopt men in Duitschland jenever, al is die dan ook slechter. Menig een kan de verleiding niet weerstaan en begint jenever te smokkelen. Of te drinken. Zelfs de clandestiene stokerij in Twente zelf schijnt afge nomen, omdat men goedkooper over de grens terecht kan. Dat er broeders uit het smokkei- gilde tegen de lamp loopen, schrikt zooals gezegd anderen, niet af. En toch is men vooral in Duitschland streng in het bestraffen van deze feiten. Voor de rechtbank te Münster hebben dezer dagen twee Duitschers terecht gestaan,- die voor een Ne derlander waardepapieren hadden verkocht en de opbrengst, 9900 mark de grens over zouden smokkelen. De toeleg gelukte, maar de Duit schers werden gearresteerd en ver oordeeld tot een jaar en drie maan den gevangenisstraf en 5000 mark boete, eventueel te vervangen door Street en verder naar de vredig- kalme pastorie, in Suffolk. Grace was niet te iaat. Na haar terugkeer bleef haar vader nog wel bijna een maand leven, en al de troost, dien zulke laatste uren en teedere woorden, gemeenschappe lijke gebeden, tranen en kussen later kunnen schenken, werd haar ge gund. Nooit vergat zij die heilige uren, aan het sterfbed van haar va der doorgebracht. Hij, van wien zij zooveel goeds had geleerd, leerde haar thans hopend en vertrouwend sterven. Hoe algemeen bemind hij was ge weest, bleek uit de oprechte droef heid zijner gemeenteleden, die niet alleen geestelijken bijstand van hem hadden genoten, maar ook stoffe lijke hulp, voor zoover zijn beperkte middelen dit toelieten. Toen de begrafenisplechtigheid was afgeloopen, ging Sir Hector met zijn jonge vrouw naar Zwitser land. Hij vermeed zorgvuldig al die plaatsen, welke smartelijke herinne ringen by haar konden opwekken. Hij was thans alles en alles voor haar en zijn hart was een altijd vloeiende bron van teederheid. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1