BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Winnifred de Pelskoningin.
Verschijnt iederen DINSDAG' en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L
50895,
k Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
EERST F: BLAD.
Een dagje in het kamp
„Putven'' te Chaam.
o
FEUILLETON
1 1 wm-
Hotst-Grhp-Bronehltls-Aslhma
45ste Jaargang
Vrijdag 25,|September71930
Nummer 4173
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1 40
Franco per post per jaar t 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
Dit nummerbestaat uit tweebladen
Wat wij zagen en hoorden.
Door de mooie, schitterend ge
slaagde actie van vorig jaar is het
werk van de Centrale voor Werk-
loozenzorg, gesticht op initiatief van
den Raad van Nederlandsche Ker
ken voor practisch Christendom, in
het geheele land bekend geworden.
De slagzin ,,Jong Holland snakt
naar werk" is er in gegaanl Dank
zij de offervaardigheid van Prot. Ne
derland in den ruimsten zin ge
nomen en de subsidie van de re
geering kon dit zoo belangrijke werk
niet alleen worden voortgezet, maai
zelfs worden uitgebreid.
Een der jongste kampen ts dat te
Chaam (N.-Br.) Na lang zoeken en
veel praten is het gelukt (de loffe
lijke medewerking van het Staats-
boschbeheer en speciaal van den
heer Tutein Nolthenius te Breda
mag wel zeer worden gewaardeerd)
een kamp op te richten voor Zee
land en Noord-Brabant en een deel
van Zuid-Holland. In plaats van de
kleine kampen voor twee weken heeft
men nu gekregen een kamp waar
80 h 90 jongens voor een paar maan
den worden ondergebracht. Wat dit
beteekent, daarover straks meer.
Maar nu is dit zoo jammer: het
kamp is er, de werklooze jongens
van 17 tot 25 jaar zijn er in Zee
land ook, maar het loopt met de
aanmeldingen niet zoo druk als men
had verwacht. Het kamp gaat na
tuurlijk door. De animo is in Zuid-
Holland groot genoeg. Wat Zeeland
niet levert zal Zuid-Holland wel stu
ren. De bedoeling van het comité
is echter dat dank zij de ligging
van de kampen Jn de verschillende
deelen van het land, de werklooze
jongens uit alle gewesten zich aan
melden. Er is op gerekend dat Zee
land voor elk kamp 25 jongens mag
zenden. Zooveel Zeeuwen zijn er
evenwel in dit kamp niet.
Misschien bestaat er bij sommigen
misverstand of vooroordeel dat moet
worden weggenomen. Wellicht maakt
deze of gene zich een voorstelling.
88.
Roman van
I H. COURTHS-MAHLER
i met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum
0
Alles, wat hij van de beide ge
liefde menschen ginds in Canada
wist, was. dat zij leefden, gezond
waren en in trouw aan hem dachten
En meer kon hij hen van zich zelf
ook niet laten hooren. Maar dat was
toch in elk geval iets en een ge
ringe troost voor hem in al zijn el
lende.
In elk geval verlangde hij, evenals
de meeste menschen, naar het einde
van den oorlog.
0
Winnifred Hartau was niet meer
het overmoedige, vroolijke per
soontje, dat zij geweest was, toen
Rudolf Salten haar had leeren ken
nen. Meer dan vier jaren waren ver
loopen, sedert zjj afscheid van hem
van een sport concentratie- of mili
tair kamp. Laat hij dan maar eens
informeeren bij hen die er geweest
zijn. Zij zijn de beste propagandisten
voor de kampen.
Teneinde ons persoonlijk te over-
gen van het kampleven zijn wij een
dag de gast geweest van den com
mandant, den heer J. H. Wernsen
en zijn vrouw, die helaas spoedig
wegens een benoeming elders dezen
werkkring verlaten. Wij zijn bijzon
der onder den indruk gekomen van
't groote nut zoowel in lachame-
lijk, economisch als zedelijk-geeste-
lijk opzicht van deze kampen.
Het geld hieraan uitgegeven is uit
stekend besteed.
Het kamp-
Eerst iets over het kamp. Wie
denkt, hier een verzameling tenten
of smakelooze barakken te vinden,
vergist zich. Intiem-gezellig om een
grasveld zijn de verschillende houten
gebouwen gegroepeerd. Zoo is een
aardig stukje samenleving ontstaan.
Behalve de slaapvertrekken voor de
jongens elk berekend voor 12
personen die er net en frisch
uitzien, zagen we o.a. een flinke eet
zaal, waar de hongerige magen van
de kampbevolking kunnen worden
gevuld, de keuken, waar de kok,
en de broodkeuken, waar vrouwelijke
hand den scepter zwaait, verschillen
de werkplaatsen (het kamp heeft
eigen smid, schoenmaker, rijwielre
parateur, schilder, enz., die alle al
leen maar tegen kostprijs werken),
een ziekenzaaltje, kantoor, woonver
trekken van den commandant en zijn
gezin, leeszaal, magazijnen, badcel-
len, waschgelegenheid (bij gunstig
weer buiten; watervrees leert de een
den ander al spoedig af), enz. Men
ziet uit deze ongetwijfeld niet volle
dige opsomming dat in deze maat
schappij in het klein aan alles ge
dacht is. Dat het kamp in een schit
terende .oipgeving is gelegen ver
melden wij alleen v:oor hen die het
mooie, boschrijke Chaam en Ulven-
hout niet kennen.
Van half acht t - 12 uur on
derbroken door een kwartier schaft
tijd wordt er gewerkt en des
middags, behalve 's Zaterdags, van
half twee tot 5.15 u. Des Maandags
wordt pas des namiddags begonnen.
Deze regeling is zoo opgezet omdat
des Zondags een groot deel van de
jongens naar huis gaat, teneinde den
band met gezin en kerk te bewaren
Er wordt dus per week een be-
had genomen. En in deze jaren had
zij duizend smarten geleden voorden
man, dien zij liefhad. Dat had haar
zeer veranderd.
Toen haar vader haar destijds
voorzichtig had meegedeeld, dat
Duitschland in oorlog was en dat
Salten als voormalig Duitsch offi
cier dadelijk onder dienst had moe
ten gaan, was Winnifred voor het
eerst in haar leven flauw gevallen.
En toen zij uit deze bewusteloos
heid ontwaakte, had zij stil en ge
drukt voortgeleefd en slechts be
langstelling gehad voor het oorlogs-
tooneel. Haar vader had haar pas
op haar twintigsten verjaardag
den dag waarop haar geluk tot ver
vulling had moeten komen den
brief gegeven, dien Salten bij het
uitbreken van den oorlog aan hem
had geschreven. Den aan Winnifred
gerichten brief, dien zij pas na zijn
dood zou moeten ontvangen, borg
hij in zijn schrijftafel en hoopte dat
hij hem zijn dochter nooit zou be
hoeven te geven.
Aanvankelijk had hij, evenals alle
menschen, gehoopt, dat deze ontzet
tende oorlog spoedig een eind zou
nemen. Maar toen jaar na jaar ver
liep en steeds nieuwe vijanden te
gen Duitschland opstonden en ook
Amerika steeds aanvallender optrad,
hoorlijk aantal uren gewerkt, zoo
veel mogelijk in de buitenlucht en
onder leiding van het Staatsbosch-
beheer. Natuurlijk blijft eiken dag
om beurten een deel van de bevol
king in het kamp om er corvee te
verrichten en alles zindelijk te hou
den.
Hoe is nu 'de geest in het kamp?
Naar wij konden waarnemen uitne
mend. De corveeërs en vaklui in
het kamp, de spitters, de werkers
in het bosch, alles boomde gezel
lig of zang een vroolijk lied. Dat
het geen saaie boel is waar zooveel
jongens bij elkaar zijn, is wel duide
lijk. Dat de een den ander op zijn
tijd een kool stooft, dat er hevig ge
plaagd en gestoeid wordt, wie zou
het anders verwachten? Ook com
mandant en cheffies doen graag mee,
maar weten ook wanneer er een
punt gezet moet worden. Uit alles
kregen wij den indruk, dat de ver
houding tusschen jongens en leiding
best is en dat er een gezellige toon
heerscht. Trouwens als er eens een
dwarskijker is wordt hem spoedig
aan het verstand gebracht, dat die
hier niet gebruikt kunnen worden.
De jongens voeden ook elkander wel
wat op.
Wie zich daarvan op de hoogte
wil stellen moet de getypte kamp
krant maar eens in handen zien te
krijgen. Den dag dat wij er waren,
verscheen de krant, 's Avonds werd
de inhoud onder groote pret ter ken
nis van de jongens gebracht. Menige
mop werd getapt over voorvalletjes
van de laatste dagen uit het kamp
leven. Menig pilletje moest geslikt 1
Maar daar moet tnen hier tegen kun
nen.
De verzorging.
Aan de lichamelijke verzorging
wordt hier alle aandacht geschonken.
Na aankomst worden allen door Dr
Mom, den bekenden directeur van
Wörishofen, onderzocht. Practisch
komt het niet voor, dat iemand van
wege zijn gezondheidstoestand wordt
teruggestuurd, maar wel worden
zwakkeren onder controle gehouden
en aan licht werk geholpen. Ook
verder is er voldoende geneeskun
dige verzorging door den medicus
uit Baarle-Hertog. Zooals gezegd is
er een ziekenzaaltje, waar patiënten
kunnen worden verpleegd.
Het trof ons te moeten hooren
dat de algemeene indruk van den
gezondheidstoestand der pas-aange-
komenen niet zoo gunstig j^. Hier
toen drukte groote zorg zijn vaderlijk
hart. Hij zag en voelde, hoe Winni
fred onder de lange scheiding van
den geliefde leed en hoe haar liefde
steeds dieper en smartelijker werd.
Zij zou nooit een anderen man lief
hebben zooals zij het Salten deed
dat wist hij zeker.
Zij was weliswaar uiterlijk weer
rustiger geworden en beheerschte
zich dapper, terwille van haar vader
maar hij wist toch, hoe het er in
haar hart uitzag.
Tante Kora was geheel uit haar
evenwicht geraakt. Zij schreide dik
wijls van toorn, als zij las, dat de
vijanden Duitschland blokkeerden, en
arme ongelukkige menschen, die
toch waarlijk geen schuld aan den
oorlog hadden, tot honger veroor
deelden. Zij was als officiersdochter
zeer patriottisch en het hinderde
haar, dat zij haar meening niet
openlijk kon uitspreken in het En-
gelsche Canada.
Ook het teere hart van Winnifred
leed onder zulke berichten. En daar
zij de dochter van een Duitschen
vader was en een Duitschen man
liefhad, sprak het vanzelf, dat zij it\
haar hart aan de zijde van Duitsch
land stond.
Peter Hartau had tenminste een
weg gevonden, die het hem mogelijk
zien we de gevolgen van een lang
durige werkloosheid in de gezinnen.
Vooral een te kort aan vet is duide
lijk te constateeren.
Door de goede, stevige voeding
in het kamp en den arbeid in de ge
zonde buitenlucht valt een belang
rijke toename van gewicht waar te
nemen. De jongens uit het vorige
kamp, voor zoover ze het geheel
meemaakten, waren gemiddeld per
persoon 4 pond ,,gegroeidl"
Aan zindelijkheid wordt volle aan
dacht geschonken. Het kamp heeft
een eigen watervoorziening. Door
middel van een gedeeltelijk door
eigen krachten gemaakte installatie
wordt het water op groote diepte
opgepompt en ontijzerd. Wasschen
en baden mag niet worden vergeten.
Zoo nu en dan wordt onverwacht
inspectie van de voeten gehouden.
Lui met vuile voeten worden zelfs
uit bed gestuurd, tot hilariteit van
de anderen I
De moreeie en geestelijke zorg.
Oneindig moeilijker is de moreeie
en geestelijke zorg. Daarop hebben
we een kijk gekregen toen we met
den commandant een uurtje in ver
trouwelijk gesprek waren. Bij die
gelegenheid hebben we ervaringen
te hooren gekregen die voor een
groot deel niet voor publiciteit be
stemd zijn. Wel wilden we dat ieder
die geestelijke leiding heeft te geven,
eens wist hoe ontzaglijk de schade
is door de langdurige werkloosheid
onder onze jeugd aangericht. Het
is erger dan velen wel vermoeden,
want djt is het opmerkelijke, dat
verscheidene jongens zich vrijer uiten
tegen den commandant dan tegen
ouders of predikant.
Natuurlijk niet den eersten dag.
Eerst moet er vertrouwen komen.
De eerste weken moet het groeien.
Dan moet ook de leiding de jongens
leeren kennen. Maar is eenmaal de
sfeer gunstig, dan wordt er ook eer
lijk gepraat. Wat een zegen als een
commandant dan na vele gesprekken
mag hooren dat een jongen, die in
lang niet meer bidt, met een hand
druk belooft dit weer te doen. Deze
geestelijke zorg is uiterst moeilijk,
maar van buitengewoon groot be
lang. Helaas komt het ook een en
kele maal voor dat een jongen uit
het kamp verwijderd moet worden
De stemming mag hier niet bedor
ven en de naam van het kamp moet
ook in de omgeving hoog gehouden
worden. Al het mogelijke wordt ge
maakte, in zekere verbinding met
Salten te blijven. Hij schreef aan zijn
Zweedschen vriend Aage Holström
en verzocht hem de moeder van
Salten bericht te doen toekomen. Hij
moest haar meedeelen: dat Peter
Hartau en zijn dochter zich groote
zorgen maakten over Rudolf Salten
en hem verzochten hun groeten over
te brengen en te zeggen, dat zij zich
gelukkig zouden voelen als hij via
Aage Holström in Stockholm hen
op de hoogte zou willen houden van
zijn wedervaren.
Toen de moeder van Salten dit
bericht van Holström ontving,
schreef zij dadelijk een veldpostbrief
aan haar zoon en voegde deze mede-
deeling er bij.
Salten verheugde zich onuitspre
kelijk over dit indirecte bericht en
schreef dadelijk aan Aage Holström
Hij verzocht hem Peter Hartau te
melden: „Rudolf Salten is gezond
dankt hartelijk voor de lieve groeten
en denkt met groot vprlangen aan
Peter Hartau en zijn dochter. Wij
zullen elkander nooit vergeten".
Toen Peter Hartau door Holström
dit bericht kreeg en Winnifred het
schrijven overhandigde, stroomden
de tranen haar uit de oogen. In de
grootste ontrojering las zij de woor
den: Wij zuilen elkander noodt ver
Oat slijm m—t m* Uw Berst
vorwijdord wordan. Z«ker ii het
dot Gij vannacht minder benauwd
lult lijn, indien Gij vandaag Akker'»
Abdijsiroop noemt. Uw ademhalings
organen worden dan bevrijd van de
•lijm die door vastzit. Zonder moeite,
zonder pijn wordt Gij dan Uw be
nauwdheid of beklemming de baas.
In ongelooflijk korten tijd werkt Ab
dijsiroop zuiverend, verzachtend en
genezend. Morgen kunt Gij U reeds
een onder mensch gevoelen. Door
koer bijzondere samenstelling hèt
geneesmiddel bij eendoeningen alst
daan om verkeerde practijken onder
de jongens tegen te gaan.
De jongens worden hier in Christe
lijk milieu gebracht. Ze moeten hier
het Christendom in practijk zien. Dat
geldt ook voor den Zondag. Wel
gaan er verscheidenen naar huis,
maar een deel blijft hier toch altijd,
oim 't noodzakelijke werk te doen,
voor brandwacht in het bosch, enz.
Welnu, hun wordt getoond hoe men
als Christen op gepaste wijze den
Zondag doorbrengt. En hoe gezellig
dat is (natuurlijk worden de kerk
diensten bijgewoond) blijkt wel hier
uit dat sommigen uit eigen beweging
vragen Zondag hier te mogen blij
ven.
De geestelijke en moreeie zorg
wordt er straks met de winteravon
den niet gemakkelijker op. Maar de
jongens pakken ook zelf wel aan,
al is leiding noodig. Ze kunnen fi
guurzagen, dammen, schaken, enz.
Ook wordt voor lezingen gezorgd.
In het vorige kamp werden er 8
of 9 gehouden over de meest uit-
eenloopende onderwerpen. Getracht
zal worden het cursuswerk (Dalton
systeem) ter hand te nemen.
geten.
Ook zij wist zich het uur zoo goed
te herinneren, waarop zij deze woor
den tot Salten had gesproken.
En nu waren vier oorlogsjaren
voorbij en was het weer winter. In
Montreal maakte men zich gereed
voor de wintersport. De Lorenzo-
rivier had weer een ijskorst en de
Mont Royal droeg een sneeuwkap.
Daar trad op zekeren dag Peter
Hartau opgewonden de eetkamer
binnen, waar Winnifred en tante
Kora op hem wachten.
„Winni ik breng bericht uit
Duitschland".
Zij vloog op hem toe en keek
hem met groote oogen onrustig aan.
„Is het goed bericht, vader?"
„Voor jou zekerl Duitschland
heeft wapenstilstand gesloten en de
republiek uitgeroepen. De Duitsche
keizer is afgezet en naar Holland
gevlucht. In elk geval zal de oorlog
nu ten einde zijn. En daar wij weten,
dat Salten eindelijk in September
een lang verlof heeft gekregen om
wat tot rust te komen dat hij in
Hannover bij zijn moeder heeft door
gebracht, is het als zeker aan te ne
men dat hij leeft en gezond is".
(Wordt vervolgd).