BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. /erschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens Klaas de zoon van den Molenaar Buitenland Binnenland. Sport. 45ste Jaargang Vrijdag 21 Augustus 1936 Nummerg4163 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden I 1.25 Buiten Breskens per drie maanden I 1 40 Franco per post per jaar 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) TWEEDE BLAD. Het collier van Marie Antoinette. o De lezer wordt plotseling in een geheel andere sfeer geplaatst. Hij blijft in Frankrijk, maar in plaats van het geboefte uit de achterbuur ten van Parijs, dat hij aan de zijde van Cartouche zag, zijn het thans de allerhoogsten uit den lande, die een rol in het drama, dat een pro ces in mindere of meerdere mate altijd vormt, spelen. Indirect is de koninklijke familie bij dit proces be trokken; de prins van Rohan, be- hoorende tot den hoogsten adel van dien tijd, is een der beschuldigden, terecht staande zoowel wegens mis bruik van vertrouwen als wegens oplichting; Cagliostro, die in deze periode van de Fransche samenle ving zulk een groote rol in de Pa- rijsche salons speelde, is een der mede-beklaagden. Maar het is niet dat proces op zichzelf, dat aan dacht verdient, doch vooral de in triges, die daaromheen gespannen werden. Van Marie Antoinette is af komstig het gezegde tegenover en kele harer getrouwen, die vreesden, dat men de koninklijke familie zou kunnen of willen vergiftigen: „Wij leven niet meer in den tijd van een de Brinvilliers; met laster kan men ons genoegzaam bereiken!" Zij1 had gelijk, en indien één koninklijke vrouw heeft ondervonden, dat de laster zelfs de allerhoogsten niet spaart, dan zij wel. Eigenlijk behoort Marie Antoinette tot de ongelukkigste vorstinnen, die de geschiedenis gekend heeft. Jong, bekoorlijk, doch opgevoed in de Oostenrijksche huiselijkheid, kwaml zij als jonge dauphine naar Parijs en veroverde stormenderhand het hart harer aanstaande onderdanen. Maar zij was aan het hof te per soonlijk; zij viel niet in den smaak van haar koninklijken schoonvader zij verkreeg door haar eigenaardigen trots, die zich rechtstreeks tegenover de maitressen des konings stelde geheel een coterie aan het hof tegen zich. Rohan heeft tot de eersten behoord, die door een onvoorzichtig gezegde in ongenade zijn gevallen en sedert niet -meer aan het hof werden ontvangen. Het onvoorzich tig gezegde, door hem geuit, was waarlijk niet zoo erg; het doelde trouwens meer op Maria Theresia de moeder van Marie Antoinette dan op haarzelve. Maar het was der jonge prinses en haar gemiaal op geheel verdraaide wijze overgebracht uiteraard door diegenen, die belan gen hadden, lijnrecht tegenoverge steld aan die van Rohan en "die zich tegen den invloed van zijn „kliek" verzetten. Zoo speelt ook in het proces om het collier van de koningin, dat Parijs maandenlang met groote nieuwsgierigheid vervul de, de persoonlijke haat van Rohan eenerzijds, den baron de Breteuil vertrouwde aan het hof van Marie Antoinette anderzijds, een niet ge ringe rol. De Breteuil's redenen tot dien haat waren kleingeestig; Rohan •werd destijds benoemd op den ge zantschapspost te Weenen, dien hij zelf begeerd hadEn, gedreven door zijn haat, heeft de Breteuil de ko ningin in deze aangelegenheid al heel slecht en tot haar nadeel geraden. In het eerste jaar van Lodewijk XVI's regeering had de hofjuwe lier Boehmer met zijn compagnon Bassange een zeer kostbaar werk voleindigd, dat hen jaren achtereen bad beziggehouden; een collier van verschillende rijen van de meest kost bare edelsteenen, hetwelk op een waarde van 1.600.000 francs des tijds, omstreeks 3 mill, francs in den tegenwoordigen tijd (vóór den oorlog) werd geschat. Boehmer had gehoopt, dat Lodewijk XV dit col lier voor zijn maitresse Dubarry zou koopen, maar de oude koning stierf, voordat hij dit plan kon ten uitvoer leggen. Zoo werden uiteraard pogin gen in het werk gesteld om het collier voor Marie Antoinette te doen aankoopen. Lodewijk XVI vond de parure prachtig, onvergelijkelijk, Ma- ie Antoinette insgelijks, en zij heeft vermoedelijk langer dan een oogen- blik geaarzeld voordat zij het aan bod van den koning" om het voor haar te koopen afsloeg. Maar zij wist, dat de Fransche staatskas in slechte omstandigheden verkeerde; dat men morde over hooge belas tingen en zij was verstandig. Zij bleef het ook later, toen Boehmer als het ware elke gelegenheid op nieuw aangreep oml haar het collier op te dringen; haar zelfs gemakke lijke betalingsvoorwaarden aan te bieden; zich voor haar voeten wierp met de betuiging, dat hij geruïneerd zou zijn, indien het collier niet door de koniklijke familie werd aange kocht. Eindelijk scheen hij erin ge slaagd te zijn, het collier te verkoo- pen: de koningin, daarnaar infor- mieerend, vernam, dat hij het te Constantinopel voor de favorite van den sultan had geleverd. Marie An toinette verwonderde er zich wel over (in dien tijd ook zeker iets bij zonders) dat men te Parijs edelstee nen kocht voor Constantinopel, maar dacht er niet verder over na. Totdat eenigen tijd later, ter ge legenheid van den doop van den hertog van Angoulème, Boehmer zich opnieuw in de nabijheid van de koningin wist te dringen en deze een brief ter hand stelde, waarin dankbetuigingen 'stonden voor den dienst, hem bewezen. Maar tevens een soort verwijt, als zou zij niet voldaan hebben aan verplichtingen, die de koninklijke familie jegens hem, Boehmer, had. De koningin begreep er niets van, dacht, dat Boehmer nog geëxalteerd was door de vroeger gedreigd hebbende ver liezen en verbrandde het papier. Doch Mad. de Campan, die altijd een trouwe vriendin van Marie An toinette is geweest, moest, Boehmer ontmoetende, enkele dagen later, van hem vernemen, dat de koningin hem toch wel eens antwoorden mocht hem dien zij zooveel schuldig was Mad. de Campan begreep er ook niets van; ter bezuiniging werden in den laatsten tijd de reparaties aan Marie Antoinette's juweelen en edelgesteenten door een kamerdie naar verricht; de laatste rekening met Boehmer was vereffend. Zij vroeg verder na: kreeg verwarde verha len ten antwoord. De koningin, nu een weinig ongerust geworden, liet Boehmer roepen; deze liet doorsche meren, dat zijne mededeeling, als zou het bewuste collier aan Con stantinopel zijn verkocht, aan de ko ningin gegeven was, omdat zij dit zelve zoo gewenscht had. De zaak werd al onduidelijker en onduidelij ker, totdat de naam van Rohan door Boehmer in verband met het collier werd genoemd. De ongerustheid van Marie Antoinette nam' toe; zij speur de de intriges van een haar aan het hof vijandige partij; zij vroeg zich af, waartoe dit alles kon dienen en wat in duisterheid achter haai om was geschied. De koning, van een en ander op de hoogte gesteld, liet Rohan roe pen. Op losse gronden geschiedde dit niet, want tevoren was door Boehmer en Bassange een memorie ingediend, waarin de hun bekende feiten gerelateerd werden. Mocht men deze memorie gelooven, dan zou Rohan, op last van de koningin, het collier hebben gekocht op voor waarden van afbetaling in porties van 400.000 francs. Rohan zou daar toe een eigenhandig onderteekenden brief van de koningin getoond heb ben, waarvan Boehmer aan zijn me morie een afschrift toevoegde. Deze gegevens deden de zaak een zeer ernstige wending nemen; het ging nu niet alleen om intriges, het ging om oplichting, waarbij aan de ko ningin een haar weinig passende rol was gegeven; Rohan, door den ko ning ten hove ontboden, antwoordde, dat hij inderdaad het collier had ge kocht; dat hem daartoe last was gegeven door een dame, genaamd gravin de la Motte-Valois, die hem een brief van de koningin had doen zien. Op de verontwaardigde vraag van de koningin, hoe hij kon den ken, dat zij hem, prins van Rohan, dien zij sedert acht jaren geen woord had toegevoegd, met een dergelijke delicate opdracht zou belasten, be greep Rohan, dat hij bedrogen was, hij bood aan het collier te betalen, hij maakte zijne verontschuldigingen Men vroeg hem naar den brief, door Marie Antoinette eigenhandig aldus onderteekend: Marie Antoinette de France, en vroeg hem, of hij, zoo nauw aan het hof verbonden, niet wist dat vorstelijke personen op die wijze nimmer onderteekenen. Rohan verbleekte; hem! werd nu ook een intrige duidelijk, waarin hij ten koste van een ander de dupe was gewor den. De koning gaf hem gelegenheid om in een nabijgelegen kabinet een korten tijd te vertoeven en te zijner verdediging neer te schrijven wat hij meende te kunnen aanvoeren. De prins deed het, maar maakte tegelijkertijd een klein snippertje pa pier gereed, bestemd voor den hem vergezeld hebbenden heiduk, die nog op zijne bevelen wachtte; een snip pertje papier bestemd voor zijn in tendant en order gevende om de papieren, op de zaak van het collier betrekking hebbende, te verbranden Doordat Lodewijk XVI niet voor het eerst en niet voor het laatst in zijn leven aarzelde ten aanzien van de maatregelen, tegenover den prins te nemen, had deze gelegen heid het briefje den heiduk in han den te spelen; deze reed ventre a terre naar het paleis van den prins en kwam er zoo tijdig aan, dat juist op het oogenblik, dat koninklijke dienaren, belast met de huiszoeking, er aankwamen, de bewuste papieren verbrand waren. De prins was in middels in hechtenis genomen en in de Bastille in een voor hooge msidadigers gereserveerd vertrek op- gesloten. Wat er voor Rohan, indien hij zelf bedrogen was, dan wel te verbran den viel? Het bewijs, gelijk uit het verder verloop zal blijken, dat hij er Marie Antoinette, de koningin, toe in staat had geacht om op minder vorstelijke wijze .afspraken aan te gaan, zelfs een rendez-vous toe te staan op een plaats, voor het publiek toegankelijk. Dat hij van de koningin geloofd had, dat zij zich van de diensten van een gravin de la Motte zou bedienen om hem te doen blij ken, dat, mits hij het collier voor haar aankocht, hij weer in genade zou worden aangenomen. Deze ver brande papieren echter stelden ten duidelijkste de onschuld van den prins, wat betreft de eigenlijke op lichting, in het licht, en dat hij ze deed verbranden, is wel het beste bewijs er voor, dat hij in den grond der zaak onschuldig was. De hoog geplaatste adellijke heer, steeds ver langend zijn invloed aan het hof te herkrijgen, vreesde blijkbaar eer van gebrek aan eerbied jegens de koningin te worden verdacht dan van werkelijke oplichting! Mis- 231. Net wilde de wachtmeester een bevelend: „Pas op of ik schiet" roepen, toen hij bij den arm werd getrokken door den molenaar, die hem dol van vreugde influisterde: „Mijn zoon staat daar". Nu richtte Klaas het licht op zijn eigen gezicht en fel stond hij daar beschenen en wuifde hij met zijn hand naar vader. Plots werd het stikdonker; de bat terij van de lantaarn was afgeloopen. Klaas zag niets meer, zoo donker was het ineens geworden. Eens klaps hoorde hij woedend vloeken van den langen zigeuner buiten, die thuis was gekomen. 232. Klaas drukte zijn neus plat tegen het venster. Hij zag hoe buiten ge vochten werd tusschen politie en zigeuners. Het heele kamp werd wakker. Vrouwen vlogen gillend naar buiten en kinderen huilden. Mannen vochten. Nu lieten de politiemannen zich gelden. Zij gaven op bevel van den wachtmeester een schot in de lucht, dat schrik en ontsteltenis te weeg bracht onder de bevolking van het kamp. Barsch en op hoogen toon klonk de stem van den wacht meester: „Allen de wagens in!" Het was een ware opstand. Maar deze was spoedig bedwongen, bang als de zigeuners waren voor de revolvers. schien heeft hij en niet ten on rechte gemeend, dat deze laatste beschuldiging wat al te dwaas was, gezien het niet geringe fortuin, waar over Rohan beschikte I (Wordt vervolgd). De moeilijkheden bij het leger in België De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel meldt, dat zich, na Bever- loo, ook in het kamp te Brasschaat, In de provincie Antwerpen, incidenten bij de miliciens van 1935, van het 3e regiment lansiers, hetwelk aldaar garni zoen houdt, hebben voorgedaan. Kort vóór den datum waarop zij meenden te zullen afzwaaien werd aan deze mi litairen medegedeeld, dat hun diensttijd met vijf maanden was verlengd. Het protest begon weldra den vorm van dienstweigering aan te nemen. Een af- deeling gendarmerie, honderd man sterk moest ter plaatse worden gezonden om de misnoegde soldaten te bedwin gen. Verscheidene miliciens die de leiding van deze protestactie hadden genomen zullen binnenkort, voor den krijgsraad moeten verschijnen. Duitgche professor in Zwitserland van z(jn ambt ontheven. De raad van het kanton Bazel heeft den Dultschen professor Gerlach, prof. In de pathologische anatomie aan de universiteit van Bazel, van zijn post ontheven, aangezien hij op ontoelaat bare wijze werkte voor de nationaal- soclallstische beweging. De stakingen in Frankrijk. De bankemployé's te Havre zijn in staking gegaan, wegens ontslag van een viertal employé s van een bank aldaar. Alle banken hebben hun loketten ge sloten. Stakers versperren de Seine. Naar aanleiding van het ontslag van een hunner, zijn de arbeiders van een scheepsreparatiewerkplaats te Parijs in staking gegaan. De zeelieden zijn uit solidariteit eveneens in staking gegaan en hebben met behulp van schuiten in de Seine vier versperringen gevormd waardoor het scheepvaartverkeer op de rivier onmogelijk is geworden. Er zijn besprekingen geopend om aan dezen toestand een einde te maken. De terugkomst van de Koningin en Prinses Juliana Naar wij vernemen, ligt het in de bedoeling van de Koningin en Prinses Juliana Zaterdag 22 dezer uit het bui tenland op het paleis Het Loo terug te keeren. H.M. en H.K.H. zullen om 9 uur te Nijmegen aankomen. De verjaardag van de Koningin. Ter eere van den verjaardag van de Koningin zal op 31 Augustus om half elf op het Malieveld te 's-Gravenhage een parade worden gehouden. Aan deze parade zal worden deel genomen door de troepen uit het gar nizoen alsmede door de landingsdivisie van Hr. Ms. Hertog Hendrik. De parade wordt geïnspecteerd door luitenant-generaal Jhr. W. Röell, gou verneur der Residentie. De troepen worden gecommandeerd door kolonel A. Diemont, commandant van het tweede regiment huzaren. Duivensport. SCHOONDIJKE. Schoondijksche Concours- en Ver- zendingsbond. Alg. prijsvlucht Dour- dan op 16 Aug. Oude duiven. Prijswinnaars zijn R. van de Veke le, J. Boogaert 2e, C. van Vooren 3e, 28e, Dusardeijn 4e, 12e, 20e. 26e, W. Klaaijsen 5e, 10e, 13e, 15e, Temmerman 6e, Brevet 7e, Gebr. Vermeulen 8e, Faas Mz. 9e, Bruijnooge 11e, 18e, 27e, BondeweJ 14e, Mabesoone 16e, A. Florussen 17e, R. van de Beke 19e, IJsebaart 21e, H. Groosman 22e, Anthonfsse 23e, 34e. Betue 24e, 30e, P. Steijaert 25e, W,

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1