BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0. Winnifred de Pelskoningin. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRI)DAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens Bliksemgevaar. FEUILLETON Zoo'n erge Hoofdpijn? AKKERTJES 45ste Jaargang Dinsdag 18 Augustus 1936 Nummer 4162 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1 40 Franco per post per iaar I 5 00 Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer IO,15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) Ernstiger dan andere jaren heeft het zomlerseizoen 1936 ingezet met zware onweders, niet alleen over ons land, maar over een groot deel van Europa. De sterke electrische ont ladingen hebben ditmaal een groot aantal menschenlevens gekostwaar van de dagbladen reeds uitvoerig melding maakten, maar door een eigenaardig geval heetf dit norma'e natuurverschijnsel weer eens in het bijzonder de aandacht van den auto mobilist getrokken, aldus „De Auto". De bekende instructeur-vlieger van Soesterberg, adjudant P. van der Griendt, is namelijk tijdens een he vig onweer, op weg van het vliegveld naar zijn woning, door den bliksem getroffen. Zooals men uit de couran tenberichten heeft gelezen, is deze onverschrokken vlieger er, wonder boven wonder, vrijwel ongedeerd af gekomen. Het ligt voor de hand, dat we toch wel erg benieuwd wa ren hoe alles precies in zijn werk was gegaan. We dachten Van der Griendt natuurlijk in Soesterberg of omgeving te vinden, maar op het vliegveld aangekomen, vernamen wij dat hij te Amsterdam woont en, hoewel reeds grootendeels hersteld, eerst eenige dagen later weer in dienst zou treden. Dus weer terug naar Amsterdam, maar tot overmaat van pech bleek de vlieger „gevlo gen". Ditmaal dan eens met den veiligen spoorweg, om zich bij den controleerenden militairen arts te melden. Eerst 's avonds laat troffen wij hem thuis en al dadelijk consta teerden wij, dat hij er wonderwel van afgekomen was. Het gebroken neusbeen was weer „gezet' en al leen een mooie bepleistering en een beetje contusiesporen iri zijn gezicht waren de merkbare teekenen van dit zeldzame ongeval. Het relaas van het ongeluk was droog en kort. Hoe kon het ook anders van een man, die al heel dikwijls hoog boven het wolkendek voor heel wat heeter vuren gestaan heeft. „Ik wilde" zoo vertelde Van der Griendt „natuurlijk in dat noodweer zoo gauw mogelijk thuis zijn na het beëindigen van den dienst in het vliegkamp en reed met een flinke vaart over den betonweg die het vliegkamp met den hoofd weg AmersfoortUtrecht verbindt. 77. Roman van H. COURTHS-kAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum 0 Winnifred drukte lachend een kus op de wang van haar tante, terwijl zjj tersluiks een vroolijken blik wierp op haar vader. „Tante Kora. u bent ontzettend verstandig!" Met deze woorden verliet zij ijlings het vertrek. De oude dame keek haar broer aan. „Werkelijk, Peter, Winnifred schijnt buitengewoon veel belang in dezen Mr. Salten te stellen". „Vind je?" „Anders zou ik het niet zeggen' „Nu, laat zij toch. Hij is een zeer belangwekkend persoon". „Maar als zij eens een ernstige liefde voor hem opvatte?" „Dat zou geen ongeluk zijn". De regen plensde uit den hemel op het wegdek stond het water eeni ge centimeters hoog. Plotseling voel de ik een hevigen schok door mijn armen, alles werd donker voor mijn oogen en ik zakte versuft achter mijn stuur weg. Verder weet ik niets meer. Gelukkig ben Ik tegen een langs den weg stilstaanden auto op gebotst, die als een bumper den hevigen schok heeft opgevangen. Toen ik weer bijkwam en door hulpvaardige mlenschen uit den wa gen getild werd, voelde ik me totaal krachteloos, kon niet op mijn beenen staan, maar gelukkig kwam dat weer spoedig terecht. Mijn handen waren zwart en mien vertelde later, dat ook een zijde van mijn gezicht zwart was, maar van schroeien is niets gebleken. Nergens heb ik brandwon den? gekregen en ik zou eigenlijk niets gemankeerd hebben, als niet de paar builen, het gebroken neus been en een lichtelijk beschadigde knie mij aan de botsing tegen den auto herinnerden". De vlieger-instructeur moet dus getroffen zijn door een zij-ontlading en heeft feitelijk van het treffen van den bliksem niet de minste nadee- tige gevolgen ondervonden, waar schijnlijk in hoofdzaak door den ge ringen weerstand dien de wagen aan de stroomigeleiding bood, door de zware bui, die zoowel de linnen kap van den kleinen twoseater Fiat, als het stalen koetswerk en de banden tot goede stroamgeleiders maakte. Op onzen vergeefschen tocht naar Soesterberg Jtadden we ons de ge legenheid niet laten ontgaan het cor pus delicti eens in oogenschouw te gaan nemen. Van bliksemsdiade was geen spoor te bekennen, behoudens enkele klei nigheden, een donker plekje aan de binnenzijde van de kap, een defecten ruitenwisscher en een gebroken scha kelaar van den richtingaanwijzer, die, omdat men .geen betere moti veering van het deefct raken bij de hand heeft, dan (maar op het „conto' van den bliksem geboekt werden. De donkere plek in het kaplinnen was echter niet geschroeid, anders zou het linnen zich daar, bij eenigen met de vingers uitgeoefenden druk moeten hebben begeven. De geheele schade beperkte zich dan ook tot hetgeen door de botsing defect ge raakt was. Nergens op het koetswerk een spoor van schroeien. Tot zoover de „praktijk," als men „Je zoudt er dus niets tegen heb ben?" „Neen. Je weet immers, dat Win nifred een Duitscher wil trouwen en ik zou graag een Duitschen schoon zoon hebben". „Nu ja jnaar Winnifred is nog heel jong". „Dat is zoo. En vandaag of mor gen zal zij ook niet willen trouwen. Laat de dingen dus hun loop heb ben, Kora". „Zooals je wilt. Ik wilde slechts op de hoogte zijn, om te weten hoe mij te gedragen". „Je begrijpt dus nu volkomen hoe de zaken staan?" „Tenminste voor zoover het noo- dig is". Hij knikte haar lachend toe, dronk zijn koffie uit en ging naar zijn kamer om het antwoord aan Salten te schrijven. Winnifred was naar haar kamer geloopen, toen zij vader en tante had verlaten en wierp zich op den divan. Haar gelaat in de handen ver bergend dacht zij slechts telkens weer hetzelfde: hij komt hij komtl De weinige uren tot zijn verschij ning leken haar een eeuwigheid Toch wilde zij niets beginnen, wat haar afleidde. Maar zij maakte, toen het zoo noemen mag, maar met dit relaas van een op zichzelf staand feit, zouden onze lezers niet veel gebaat /ijn. Zoo vormde dit slechts een inleiding tot de vraag of het bliksemgevaar vpor den automobi list groot is en welke voorzorgsmaat regelen men kan nemen om de tref kans en de ernstige gevolgen menschelijkerwijs gesproken tot de geringste afmetingen te reducee- ren. Een onderhoud met prof. dr. E. van Everdingen. Van Soesterberg naar De Bilt ,,il n'y a cju'un pas," met de auto. 's Middags vonden wij profes sor Van Everdingen tusschen zijn drukke bezigheden door bereid voor de leden van de K.N.A.C. daarover eenige belangrijke raadgevingen ten beste te geven. „Juli en Augustus zijn," zoo zeide professor Van Everdingen, „wel de maanden waarin bij ons te lande de meeste onweders plaats vinden". Uit het verdere gesprek bleek ons echter dat het aantal bekend gewor den ongevallen ten gevolge van blik seminslag in automobielen zéér ge ring is en niettegenstaande de toena me van het aantal automobielen in ons land nog geen progressie ver toont. In de statistiek van tref ge vallen tot 1932 kwamen over een tijdperk van 12 jaar slechts 5 of 6 auto's voor. waaronder twee die in brand raakten. Sinds 1932 is in die zeer gunstige verhouding geen ver andering 'gekomen en het geval Van der Griendt bewijst ook al weer hoe gering, onder gunstige omstandig heden. de gevolgen van een „tref fer" zijn. Gedachtig echter aan het „un homme averti en vaut deux" moet men, om alle kwade kansen zooveel mogelijk te vermijden, met het vol gende rekening houden. Is men bang voor onweer, dan zet men zijn wagen stop en wacht ergens „binnenshuis" af tot het over getrokken is. Men ga echter niet schuilen onder een rieten dak, een hooiberg of onder boomen. Een „droog" onweer is voor een auto altijd gevaarlijker dan wanneer de stortbui eenmaal is losgebarsten. Bij een „treffer" levert het hemel water dan over het koetswerk en de banden een betere „aarding" naar het natte wegdek. Het geleidend ver mogen is grooter en dus minder ge- het tijd werd, heel zorgvuldig toilet. Harriet had heden voor het eerst een moeilijke taak bij haar. Voor den eersten keer vond zij het zeer gewichtig, hoe zij er uit zag, en zij wist niet, welke japon zij zou kiezen. Eindelijk besloot zij tot een heel eenvoudig wit linnen japonnetje met mouwen en entre-deux van grove kant. Het haar droeg zij als altijd in dikke vlechten opgestoken en bo ven het voorhoofd golvend naar bei de zijden weggekamd. Toen zij geheel gereed voor den spiegel stond, zag zij een zeer be koorlijk jongmeisje. Nog een kwartier en dan zou het vijf uur zijn. Zij zocht ongeduldig den salon op, waar 's middags de thee werd gedronken. Hier vond zij tante Kora, die juist den knecht op droeg de theetafel binnen te bren gen, die van alles voorzien was, wat bij het middag-theeuurtje behoorde Evenals in Engeland werd ook in Canada veel werk gemaakt van dit theeuurtje. En in de meeste families verwachtte men dan heel ongedwon gen de vrienden van het huis, waar bij men vaste ontvangdagen hield. In de villa van den Pelskoning verwachtte men, behalve Mr. Sal ten, heden zulke bezoeken niet. Winnifred liep heel onrustig de vaarlijk voor de inzittenden. Moet men in den wagen blijven, dan sluit men de ramen en zit in een all steel body eigenlijk als in een „kooi van Earaday," haast volkomen veilig te gen hevige ontladingen van het he melvuur, mits de zittingen vóór het sluiten van de ramen (wij denken hier aan een cabriolet of allweather) niet door een regenbui kletsnat zijn geworden; dan zou het weer veiliger zijn mlaar even binneshuis te schui len. Stilstaan of doorrijden? Het door rijden heeft geen invloed op de groo- tere trefkans. Wel dient men er re kening mee te houden, dat men door een hevigen bliksemstraal ver blind kan worden, of, zooals het re cente geval Van der Griendt bewijst, door een overigens ongevaarlijken treffer even zoo buiten westen kan raken, dat men enkele seconden de macht over het stuur kwijt raakt en zoodoende een ongeluk door botsing of in het water rijden zou kunnen krijgen. Indien men dus doorrijdt, dan uiterst Langzaam en met de gedach ten geconcentreerd op onmiddellijk krachtig remmen. Het grootste gevaar van het tref fen achtte professor Van Everdingen de mogelijkheid van het ontstaan van vonken, waardoor de benzine vlam kan vatten, met de bekende, meestal zeer ernstige gevolgen voor de inzittenden, die zich niet tijdig uit den wagen kunnen redden of zelfs door anderen daaruit gered kun nen worden. Het ontsteken der lampen heeft niet liet minste nut als bescherming tegen blikseminslag, maar Vormtéén beveiliging voor de lampen en in zooverre dan ook voor den auto, omdat naar alle waarschijnlijkheid daardoor vankvorming' tengevolge van hooge inductie, die zelfs 5000 Volt kan bedragen, vermeden wordt. Hetzelfde geldt voor droge ban den, en de theorie, dat voor zulke enorme stroomsterkten als bij blik seminsiag worden waargenomen (50 kw. 100.000 amp.l) de kleine, door den drogen band geïsoleerde afstand van metalen velg tot het wegdek de .aarding" weinig zou beïnvloe den, achtte prof. Van Everdingen onjuist, daar de spanning door deze isolatie enorm kan worden opge voerd en aanleiding geeft tot een nog hoogere inductiestroomspanning, waarvan de gevolgen moeilijk te be- kamers rond, die in een lange reeks naast elkaar lagen. Nu kwam ook Peter Hartau binnen, die uit zjjn kantoor naar huis kwam. Winni snelde haar vader tegemoet en omhelsde hem. Hij zag heel goed hoe opgewonden zij was, maar hij deed, alsof hij het niet merkte „Mr. Salten nog niet hier?" „Neen, vader". Hartau keek naar de klok. „Het is nog twee minuten voor vijf uur je weet, dat Mr. Salten zeer stipt is". „Daaraan herkent men den Duit schen officier," merkte tante Kora op. En nauwelijks iiad de kleine pen dule op den schoorsteenmantel vijf heldere fijne slagen laten hooren, of een knecht verscheen en zei: „Mr. Salten is in de kleine ontvang kamer". Hartau wenkte den knecht, dat i>ij kon gaan. Winni wilde haar arm door dien van haar vader steken en met hem meegaan. Maar tante Kora zei beslist: „Winni, wij wachten Mr. Salten hier". Peter Hartau knikte Winnifred lachend toe. „Ik breng hem dadelijk binnen". Daarna verliet hij het ver trek. Toen hij de kleine ontvangkamer binnenging, schrikte hg even, daar Binnen een kwartier kunt Ge die vergeten xijn en U als her boren voelen door één of twee r Volgens recept van Apotheker Dumont W AKKER.CACHETS oordeelen zijn. Wie dit gfevaar wii vermijden, dient dus het chassis door middel van een stalen of koperen ketting te aarden. Men ziet een dergelijke beveiliging bij benzine-tankwagens, die steeds voor het afvoeren van de statische electriciteit voorzien moeten zijn van een sleepketting. Ook zou de uitlaat- leiding aan het uiteinde van een naar den grond gerichte spits voor zien kunnen worden, teneinde door spitsontleding de afleiding naar den grond te vergemakkelijken. Op zichzelf is de kans, om bui tenshuis door den bliksem getroffen te worden, zeker niet groot te noe men. Gemiddeld krijgt het Instituut jaarlijks bericht van ruim 30 perso nen, die door den bliksem getroffen zijn, wat op het totaal aantal inwo ners van ons land geen groot per centage beteekent. Maar van die 30 waren ongeveer :5/l buitenshuis, en aangezien bij onweer toch de groote meerderheid van de bevolking bin nenshuis vertoeft, blijkt de kans voor personen buitenshuis aanzienlijk te zijn, al blijft de kans absoluut geno men klein. Deze verhoogde trefkans berust hierop, dat personen in het open veld het Jioogste punt van hun omgeving kunnen vormen of schuil plaats zoeken bij afzonderlijk staande hooge voorwerpen. Ontwijken van onweer. Aangezien de veiligheidsmaatrege len tijdens onweer toch nooit een ab solute beveiliging geven, is het goed ook enkele wenken-.te geven voor het ontwijken van onweer. Men dient daarbij onderscheid te maken tus schen de warmte-onweders van den vollen zomer, die soms lang op een zelfde plaats blijven hangen zander duidelijke verplaatsing en de storm en buionweders, die snel overtrek ken, kort duren en zich in een be paalde richting voortbewegen. De eerste soort is, voor wie regel matig op het weer let, reeds lang na trad hij lachend op Salten toe, die bleek was van ontroering. „Bijna zou ik u niet herkend hebben, Mr. Salten 1 U ziet er zoo anders uit. Maar vreemd genoeg ljjkt u nu meer op een öïficier in burgerkleeding. Hoe gaat het u?" Salten keek hem met wannen blik aan. „Goed, daar u mij met de oude goedheid en vriendelijkheid ont vangt". „Hadt u het dan anders ver wacht?" vroeg Hartau vroolijk. „Als men een kostbaar geschenk gekregen heeft, is men bang het te verliezen". „Men hoeft toch geen vrees te hebben, dat de gever het geschenk terug neemt. Maar kom nu mee naar de dames". „Ik hoop, dat Miss Hartau het goed maakt?" „Ik dank u, sedert gisteren lijdt zij aan zenuwachtig ongeduld. Maar dat zal nu snel voorbij gaan". „Ik kwam pas gisterenavond en moest vanmorgen eerst mijn bagage van den expediteur laten halen. An ders zou ik mij vroeger hebben Ia- ten aanmelden". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1