BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Winnifred de Pelskoningin.
Nederlandse!] Fabrikaat
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
FEUILLETON
45ste Jaargang
Dinsdag 4 Augustus 1936
Nummer 4158
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar f 6 50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 1D.15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot Hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling)
Een protest van de
Duitsch Evangelische kerk
o
De Basler Nachrichten publiceert
den tekst van het protest van de
Duitsch Evangelische kerk bij rijks
kanselier Hitler, van welken protest
brief wij het volgende overnemen.
Men herinnert aan de verklaring,
die nationaal-socialistische leiders in
1933 gegeven hebben en volgens
welke de nationaal-socialisten met
hun overwinning over het bolsje
wisme tegelijk den vijand overwon
nen hebben, die de Christelijke kerk
en het Christendom bestreed en on
der den voet dreigde te loopen. Op
het oogenblik ervaart men echter,
dat .een strijd tegen de Christelijke
kerk in het Duitsche volk, zooals
nimmer na 1918, aan den gang is.
In verband hiermede wenscht men
den Rijkskanselier de duidelijke
vraag te stellen, of de pogingen om
het Duitsche volk van de Schrift
af te brengen, als nieuwe koers van
de regeering door officieele personen
in de hand zullen worden gewerkt,
of zelfs miaar getolereerd zullen
worden.
Toen de N.S.D.A.P. in haar pro
gramma verklaarde, op de basis van
een positief Christendom- te staan,
kon de Christelijke bevolking dit
niet anders uitleggen, dan dat het
Christelijk geloof in het Derde Rijk
overeenkomstig de tradities van de
leer beschermd en gestimuleerd zou
worden. Later hebben echter leiden
de personen van den Staat en de
partij het woord positief Christendom
naar willekeur uitgelegd. Tevens
heeft de minister voor propaganda
en volksontwikkeling het begrip po
sitief Christendom teruggebracht tot
iets wat niet meer dan humanitair
werk is en in verband hiermede deed
hij aanvallen op de kerk, die in dit
opzicht in gebreke zou zijn gebleven,
hoewel de regeering zelf de lief
dadigheid van de kerk sedert 1933
door verbodsbepalingen beperkt had.
Later werd de leer van de mystiek
van het bloed van Rosenberg als
positief Christendom verkondigd en
werd de leer van de Christelijke
kerk als negatief gekenschetst. Der
gelijke uitlatingen waren zooveel te
schadelijker, omdat de kerk nimmer
gelegenheid werd gegeven de van
overheidswege afkomstige misvattin
73.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. Kossum
0
Eindelijk richtte Hartau zich op.
„Nu hebt ge Hans Hölderlin tever
geefs voor de berenjacht opgeroe
pen".
Salten sprong op. „Ja en het zal
hem zeer spijten, dat hij de berin
niet kan schieten. Maar ik doe na
tuurlijk afstand van het aandeel in
dezen buit. Ik verzoek u hem de
premie voor het vel der berin te wil
len geven".
Hartau knikte lachend. „Hij zal
niet te kort konten en begrijpen,
dat ge gedwongen waart tot het
schot. Bovendien zal ik er voor zor
gen, dat hij een behoorlijk aandeel
in de winst krijgt, als de jonge beer
aan een zoölogischen tuin wordt ver
kocht".
gen op gelijke verstrekkende wijze
te weerleggen.
Het protestschrift brengt dan an
dere uitlatingen van Rosenberg ter
sprake, waar deze zegt, dat in den
strijd om een Duitsch geloof, de
tegenstander niet gespaard ulag wor
den. Officieel heeft men weliswaar
een ingrijpen in het leven en de or
ganisatie van de kerk geloochend,
doch na 1933 is de eene aanval
op de kerk de andere gevolgd.
De kerk heeft niet de vrijheid ge
had om aan het beloop van den
kerkstrijd volledige openbaarheid te
geven. De instelling van een rijks-
mtinisterie voor kerkelijke aangele
genheden en een speciale commissie
heeft weliswaar eenige misverstan
den, die tevoren door officieele per
sonen geduld werden, uit den weg
kunnen ruim-en, doch door dit „ver
zoeningswerk" is de kerk financieel
afhankelijk geworden van den Staat,
waardoor zij van haar vrijheid van
verkondiging en organisatie is be
roofd en genoodzaakt is de dwaal
leer te dulden.
Het jeugdwerk is de kerk door
een overeenkomst tusschen den
Rijksjeugdleider en den daartoe niet
gemachtigden Rijksbisschop afgeno
men, doch ook aan deze overeen
komst houden vele officieele perso
nen zich niet. De staat werkt het
confessioneele onderwijs bewust te
gen en de bepalingen nopens gods
dienstonderricht worden onophoude
lijk geschonden. De Christelijke in
vloed in de radio en in de pers
wordt hand over hand tegengegaan.
De evangelische leden van de
nationaal-socialistische organisaties
moeten zich tot de nationaal so
cialistische wereldbeschouwing be
perken en deze wereldbeschouwing
wordt vaak gesteld in de plaats van
het Christendom, dat overwonnen
dient te worden. De Christen wordt
echter door het eerste gebod ge
dwongen de eeuwige waarde van
bloed en ras te ontkennen en ook de
verheerlijking van den Arischen
miensch is in tegenspraak met Gods
gebod. Evenzoo is het met het anti
semietisme, zooals het voor den
Christen een ernstig gewetensconflict
vormt om het doordringen van de
anti-Christelijke gedachtenwereld bij
hun kinderen te bestrijden.
De voortschrijding van een aan
het Christendom vreemde zedelijk
heid, die een groot gevaar voor het
volk met zich mede brengt, wordt
met diepe bezorgdheid aanschouwd.
Nu kwam er ook een vroolijke
lach op het gelaat van Salten.
„Hij wil u vragen den jongen beer
spoedig te laten afhalen. Hij zei te
gen [mij: ik ga mij te zeer aan den
grappigen kerel hechten. Men wordt
gewoon een beetje gek in deze wil
dernis en is in staat met zoo'n onge
woon huisdier vriendschap te slui
ten".
„Beren zijn zoo gemakkelijk te
temmen, daar zij in den grond goed
aardig zijn. Maar het is toch beter,
dat ik den jongen beer spoedig laat
afhalen. Hoe vroeger hij vervoerd
wordt, des te beter gewent hij zich
aan de vreemde omgeving. Ik heb
jaren geleden ook twee jonge beren
wekenlang in mijn hut verzorgd. Zij
waren ook heel jong en hadden geen
ouders meer. Ik heb hen toen ook
verkocht".
Zoo kwamen zij over zaken te
spreken. Hartau liet Salten een blik
slaan in den omvang zijner onder
nemingen en gaf met enkele trek
ken aan. hoe hij zich Salten's la
tere positie voorstelde.
„Daarbij zal de hierboven doorge-
brachten tijd u van nut zijn. U kent
nu het dierenleven in onze wouden
precies. Het is ook heel goed, als
u nog tot April hier blijft. Bovendien I
Verder wordt met bezorgdheid vast
gesteld, dat tegenwoordig voor goed
wordt aangezien, wat het volk ten
dienste is. Deze moraal, die zich uit
in tal van maatregelen tegen de kerk
en de kerkelijke organisatie, vormt
voor de leer van dewaarachtigheid
van den Christen, ernstige conflicten.
De Evangelische kerk begroet daar
om met dankbaarheid het feit, dat
met betrekking tot de eischen van
Christus, zooals die in de Berg
rede tot uitdrukking zijn gebracht,
het aantal eeden in de rechtzaal tot
een klein gedeelte van dit aantal
voor het nationaal socialistische be
wind is teruggebracht. Daartegen
over moet zij als eèn overwinning
van den Christelijkerf geest het feit
vaststellen, dat het aantal eeden van
trouw tot een schrikbarende hoogte
gestegen, waarmede deze eeden van
hun waarde ontdaan zijn.
Het aantal gevallen dat menschen
verklaren zich niet door een eed
gebonden te achten,het niet afleg
gen waarvan, hun bestaan in gevaar
zou hebben gebracht. De evangeli
sche kerk zou een dergelijke opvat
ting, die tegen de Christelijke leer
ingaat gemakkelijker kunnen be
strijden, indien den Christen den
vanzelfsprekenden uitleg van den eed
veroorloofd was, dat deze geen han
delingen kan dekken die tegen het
gebod van God indruischen. Inder
daad is het echter reeds gebeurd,
dat ernstige Christenen, die een der
gelijke opvatting huldigden uit hun
ambt werden ontzet, waardoor velen
ambtenaren een aanfkmen van een
waarachtige houding moeilijk is ge
maakt.
De geldigverklaring van stembil
jetten heeft vele Christenen voor
een gewetensconflict gesteld. Zij was
daarop gebaseerd, dat het nut voor
het volk boven de waarachtigheid
uitspraken zijn gehoond en zelfs mis
handeld.
De Evangelische Christenen heb
ben de overtuiging, dat God de be
schermer van het recht en van de
rechtloozen is. Daarom zien zij het,
als een zich wenden van God, als
de rechtspraak naar willekeur ge
schied en dingen gebeuren die den
Heere niet recht zijn.
Het Evangelische geweten wordt
in ernstige mate bezwaard door het
bestaan van concentratiekampen en
door het feit dat maatregelen van
de geheime politie genomen worden
zonder eenig gerechtelijk onder
zoek. Belijdenisgetrouwe Evangeli-
is dat voor Wiimi van belang. Zij
kan eerst weer kalm worden. Want
door het avontuur van heden is haar
kinderlijk gevoel niet weinig ver
stoord. Dat moet eerst weer tot
kalmte komen".
„Ik begrijp het alles, Mr. Hartau
en ik zou ook graag den winter hier
nog doormaken, zooals ik het bij
mijn overeenkomst als pelsjager heb
beloofd. En het zal mij nu zoo ge
makkelijk zijn te wachten daar
ik nu weet, dat er voor mij een
verlossing bestaat".
0
Winnifred had eenige uren vast
en rustig geslapen en zij werd pas
wakker, toen haar voet haar weer
pijn begon te doen. Zij richtte zich
op en keek naar de klok. Het was
ruim zeven uur. Zij was spoedig ge
heel wakker en belde om haar ka
menier.
Harriet kwam gauw naar binnen.
„Leg mij alsjeblieft een nieuw
compres op mijn voet, Harriet".
Deze deed, zooals haar was be
volen. „De zwelling is al wat minder
geworden, Miss Winnifred".
„Ja, zoo erg veel pijn doet het
ook niet meer".
„Wat moet u zijn geschrokken
voor de berin, Miss Winnifred. Het
sche Christenen wier eer aangevallen
wordt, vinden vaak niet dezelfde eer-
bescherming als andere staatsbur
gers ten deel valt.
De protestbrief eindigt dan als
volgt: Wij verzoeken de rijksregee-
ring zich de vraag te stellen, of het
op den duur voor ons volk te ver
dragen zal zijn als dezen weg ver
der wordt bewandeld. Reeds nu oefe
nen de dwang op het geweten, de
vervolging van de Evangelische over
tuiging en het wederzijdsche bespie
den en uithooren een zeer slechten
invloed uit. Ons volk dreigt de door
God geplaatste grenzen te overschrij
den. In dit verband moeten wij den
leider en rijkskanselier onze be
zorgdheid miededeelen. dat hij vaak
in een vorm vereerd wordt, zoo
als alleen God vereerd mag worden.
Eenige jaren geleden heeft de leider
nog zijn afkeuring er over uitgespro
ken. dat zijn portret op Evangelische
altaren werd geplaatst. Vaak wordt
zijn bestier in steeds ongebondender
vormen niet alleen op politiek ter
rein, doch ook op dat der zedelijk
heid en van het recht in ons volk,
gezocht en hij zelf roet de reli
gieuze waardigheid van een volks
priester, ja zelfs van een middellaar
tusschen God en het volk, omkleed.
Wij vragen om de vrijheid, dat
het volk om in de toekomst zijn
weg onder het teeken van het kruis
van Christus mag gaan, opdat niet
eens de kinderen hun vaders vloe
ken, omdat zij hun wel .een staat
op aarde bouwden en achterlieten,
doch hun het Koninkrijk Gods af
sloten.
Wat wij in dezen brief gezegd
hebben, moesten wij zeggen onder
de verantwoordelijkheid van ons
ambt. De kerk is in de hand des
Heeren.
0
Bij een onderhoud dat het A.N.P.
mocht hebben met den heer Ch
J. I. M. Weiter, voorzitter van de
rijkscommissie voor de werkverrui
ming, over de mogelijkheden van
het Nederlandsch product op de Ne-
derlandsche markt, zeide de heer
Weiter tot zijn genoegen te oonsta-
teeren dat zoowel het groote publiek
als ook de leiders van grootbedrij
ven, er meer en meer op attent
is hier toch een verschrikkelijk oord
ik kan niet begrijpen, dat u hier
zoo graag bent".
Winnifred glimlachte. „Ach, Har
riet en ik kan mij niet begrijpen,
dat je Montreal altijd met zoo'n
bezwaard hart verlaat. Waar is mijn
vader?"
„In de huiskamer, Miss Winni
fred".
„Alleen?"
„Neen, Mr. Salten is bij hem".
De oogen van Winnifred straal
den. ,.Is Mr. Salten er hl lang?"
„Hij kwam, toen u nauwelijks was
ingeslapen".
Een blos overtoog het gelaat van
Winnifred. Och, dat zij dezen kost
baren tijd had verslapen. Maar de
opwinding en de vermoeienissen van
dezen dag hadden haar zoo moe ge
maakt. Nu was zij echter weer ge
heel in orde.
„Maak gauw mijn haar in orde,
Harriet en 'help mij met het aan-
kieeden".
„Welke japon wilt u aandoen?"
Winnifred dacht na, terwijl de
kamenier haar vlug en handig kapte.
„Geef mij de witte wollen crêpe
japon met de wijde mouwen. Die
is het gemakkelijkst, ik moet toch
op den divan liggen om dien lasti-
zijn, hun aankoopen binnen de gren
zen te houden en in hunne behoeften
voor bedrijf zoo ook die voor het
dagelijksche leven, te voorzien met
in Nederland gemaakte artikelen.
Hoezeer iedere poging tot werk
verruiming te prijzen moge zijn, een
gezonder vorm van tewerkstelling
dan in het eigen bedrijf, d.i. het
bedrijf waarvoor de werkman of de
geëmployeerde werd opgeleid of
waarin hij opgroeide en carrière
maakte, is wel niet denkbaar.
En dien vorm van werkverruiming
toch steunt iedere Nederlander, die
Nederlandsche waar verlangt.
Aan de energie van de leiders in
de verschillende Nederlandsche in
dustrieën noch aan de kennis en de
vakbekwaamheid van zijn staf en zijn
personeel heeft het waarlijk niet ge
legen, dat nog zoovele Nederlanders
halsstarrig vasthielden aan de idee,
dat beter zou zijn datgene wat men
van over de grenzen betrekt.
Het is eigenlijk wonderlijk zoo diep
als die idee geworteld zat in alle
kringen van de hoogste tot de laag
ste. Hier was het onwetendheid, daar
misplaatst wantrouwen, ginder voor
ingenomenheid, die vaak voortkwam
uit een .zeker snobisme.
Maar hoe dan ook, het feit lag er.
Hoe onwaarschijnlijk het moge klin
ken in honderden gevallen is noo-
dig geweest de tusschenkomst der
rijkscommissie 'werkverruiming om
aan Nederlandsche opdrachtgevers
het besef bij te brengen, dat de Ne
derlandsche industrie volkomen in
staat was hun opdrachten uit te voe
ren ,en dat bestelling in het buiten
land dus niet gemotiveerd was.
Dank zij de gestage actie, gevoerd
door fabrikanten individueel, niet het
minst door het opbouwend werk van
de vereeniging Nederlandsch fabri
kaat en den laatsten tijd ook door
de systematische campagne zooals
de nationale propaganda commissie
voor Nederlandsch fabrikaat die
voert, is er voor velen klaarheid ge
komen. Wat Nederland maakt staat
zeker kwalitatief niet achter, maar
ook in prijs kan Nederland veelal
heel goed mee.
Met het koopen van Nederland
sche waar worden groote nationale
belangen gediend. Ieder die onnoo-
dig 't zij bewust of onbewust
het Nederlandsche product bij im
port achterstelt, berokkent daardoor
schade aan de goede Nederlandsche
zaak, schaadt daardoor de wel
vaart van nijver Nederland. Aan den
gen voet".
Harriet haalde de japon en wierp
die over het hoofd van haar jonge
meesteres. Spoedig was Winnifred
met haar toilet gereed.
„Zoo, Harriet, zeg nu aan mijn
vader, dat ik klaar ben en hem vraag
mij naar de huiskamer te dragen.
Heeft Beggie het avondeten gereed
gemaakt?"
„Ja, zij heeft Mrs. Bridge ge
vraagd haar te helpen. Het is alles
vrijwel gereed".
„Goed. Wij zullen in de huiskamer
eten. De tafel moet naar den divan
geschoven worden, opdat ik met de
heeren kan eten".
„Ik zal het John zeggen, Miss
Winnifred en Mr. Hartau vragen
hier te komen".
Toen verliet Harriet de kamer.
Winnifred wachtte vol ongeduld
op haar vader. Toen hij binnenkwam
strekte zij heml haar armen toe.
„Vader, lieve vaderI"
Hij ging naast haar zitten en trok
haar tegen zich aan. „Nu, Winni,
heb je goed geslapen?"
Zij knikte en keek hem wat on
zeker aan. Dat zij hem vandaag door
haar opwinding het geheim! van haar
hart had verraden, drukte haar nu
een beetje.