BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
De Buitenlandsche toestand,
Winnifred de Pelskoningin.
Noodweer over ons land.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 2L Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
EERSTE BLAD.
FEUILLETON
'n Barstende Hoofdpijn
AKKERTJES
45ste Jaargang
Vrijdag 10 Juli 1936
|Nummer 1541
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25 Builen Breskens per drie maanden I 1.40.
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez Med 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 1 0.40 (bij vooruitbetaling)
Dit nummer bestaat uittwee bladeu
0
Engeland gaat (door, zich te wa
penen, daarbij nog steeds het tempo
versnellend. De beschouwingen te
Londen omtrent de naaste toekomst,
worden steeds somberder. In zekere
regeeringskringen meent men het
pessimisme, dat men tegen het einde
van het vorige jaar reeds koesterde,
tenvolle bevestigd te zien, en in an
dere kringen, binnen en buiten de
regeering, wint de overtuiging veld,
dat de vrede in 'Europa het binnen
niet te langen tijd, b.v. vóór of in
1938, hard te verantwoorden kon
krijgen. Dezer dagen troffen wij, al
dus de N. R. Crt., een bekend li
beraal, Engelsch pacifist, bekend
vooral ook als een man met sym
pathie voor tal van internationale
eischen van Duitschland, Juist had
hij weer een reis door Duitschland
gemaakt. ,,Er blijft ons Engelschen
niet anders over, dan ons tot de tan
den te wapenen," zeide hij gedrukt.
„Misschien kunnen wij dan den vre
de redden. In 1914 was ik in Duitsch
land. Ik vond er veel vriendschap,
en voelde mij innerlijk met de Duit-
schers verbonden. Zes weken na mijn
overhaast vertrek uit Duitschland lag
ik in het hospitaal, door Duitsche
kogels gewond. Nu is mijn jongen
in Duitschland. Hij vindt er de
vriendschap, die ik er gevonden heb.
Maar ik vrees, na hetgeen ik bij
mijn laatste bezoek gezien en ge
hoord heb, dat het vervolg van zijn
geschiedenis overeen kon komen met
de mijne".
Wapenen is de leuze in Engeland.
Merkwaardig is, dat er uit den hoek
van de conservatieve en liberale pa
cifisten zoo sterk op aangedrongen,
met zooveel voldoening van gespro
ken wordt. De ontzaglijke militaire
credieten zijn wederom onvoldoende
bevonden. „Niet het evenwicht van
de begrooting is nu nog van het
opperste belang," zegt de regeering,
„maar het militaire weerstandsver
mogen van het land. Daarna komt
al het andere". Aldus spreekt een
bewind, dat niet in de militarisatie
van het volk een ideaal, maar inte
gendeel slechts een harde noodzake
66.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum
0
Zij hoorde zijn zware ademhaling
en voelde het snelle kloppen van
zijn hart. Een droomerige, zalige
stemming kwam over haar. Zoo zou
zij zich door het geheele leven door
hem willen laten dragen.
Zij sloot de oogen en verroerde
zich niet, ofschoon haar voet weer
pijn begon te doen.
Na geruimen tijd keek zij naar
hem1 op. „Word ik u niet te zwaar,
Mr. Salten?"
Hij schudde heftig met het hoofd.
„Neen, neen 'het hindert mij al
leen, dat ik niet vlugger vooruit kan
komen".
Daar herinnerde zij zich de achter
gelaten tobogan. „Mr. Saltenl"
lijkheid ziet, slechts als het werkelijk
het ergste meent te moeten duchten.
Nu helpt het niet veel, of imen zich
een revolver van zwaar kaliber aan
schaft, als degenen, die door dit wa
pen afgeschrikt moeten worden,
overtuigd zijn, dat de eigenaar er
toch niet mede zal durven schieten.
Daarom vallen juist ook weer in
pacifistische kringen in Engeland
zeer onpacifistische stroomingen op
te merken. Zelfs een Lord Robert
Cecil verkondigt de meening, dat
men desnoods bereid moet zijn voor
de verdediging van het internationa
le recht de wapens op te nemen.
Hetzelfde heeft dezer dagen Lord
Lothian verkondigd. Lord Lothian
streeft uit alle macht naar een toe
nadering tot Duitschland, stellig ten
deele omdat hij, als particulier secre
taris van Lloyd George, belangrijk
medewerker op de vredesconferentie
van 1919, zekere medeverantwoorde
lijkheid voelt voor den noodlottigen
loop van zaken in deze dagen. Zijn
streven wordt in Duitschland zeer
gewaardeerd. Men kent daar reeds
15 jaar lang zijn, door rechtvaardig
heidsbesef ingegeven, gunstige ge
zindheid. Het is bekend, dat von
Ribbentrop bij zijn jongste bezoek
aan Engeland het denkbeeld geop
perd had, Lord Lothian als Engelsch
gezant te Berlijn te plaatsen. Dit
voorstel echter, dat als een onvrien
delijkheid tegenover den tegenwoor
dige Engelschen ambassadeur kon
worden opgevat, is te Londen in
slechte aarde gevallen. Maar men
ziet er uit, hoezeer men in de Wil-
helmstrasse Lothian als vriend be
schouwt. Als hij nu echter dezer da
gen sprak van het verdedigen van
den georganiseerden vrede met de
wapenen, dan was dit zonder twijfel
als wenk aan Berlijn bedoeld. Hij
schaarde zich daarmede in het koor
van de waarschuwers die uit hun
gewone rol zijn gevallen en die hun
gedachten op smartelijke wijze ge
weld aandoen, in de hoop daarmede
nog het opperste gevaar te kunnen
afwenden. Dat zij daarbij op dit
oogenblik niet meer in de eerste
plaats aan Italië kunnen denken, is
duidelijk genoeg. Vrees voor Duitsch
land doet de Engelsche pacifisten
zoo spreken. Deze ontlokte ook aan
den Franschen pacifist Blum, toen
hij in de Assemblee te Genève sprak,
de woorden, dat men voor de collec
tieve veiligheid bereid moest zijn te
vechten.
Beraamt Duitschland dan een
„Wat blieft u, Miss Hartau?"
„Houdt u alstublieft precies de
sporen, die wij gisteren Hepen, wij
moeten spoedig aan de plaats ko
men, waar ik mijn slee achterliet.
Ik kan dan op de slede zitten en u
trekt mij naar huis. Dan komen wij
sneller vooruit".
Hij herademde. „Dat is een geluk,
Miss Hartau, ik ben bang, dat u
nog koude vat, bij dit langzame
voortgaan, daar u geen beweging
heeft".
„O, ik heb het heel warm, maar
in de slee brengt u mij gemakkelij
ker en vlugger vooruit".
Toen zwegen beiden. Winnifred
sloot weer de oogen en luisterde
naar de ademhaUng en den hart
klop van Salten.
Salten verlangde naar de slede,
omdat het hem steeds moeilijker
werd zijn correcte houding te be
waren en Winnifred zijn innerlijke
gevoelens te verbergen. En toch
vreesde hij voor het oogenblik, waar
op hij haar .uit zijn armen zou moe
ten losmaken.
Maar eindelijk zag hij de slede
staan. Herademend liet hij er Winni
fred zacht in neerglijden. Ondanks
haar verweer trok hij zijn buis uit
én legde dat over haar voeten.
oorlog? Zeer zeker doet het dat
niet. De politiek van Hitier en de
zijnen is, zooveel mogelijk te berei
ken, en dat ook zoo snel mogelijk,
niet door het gebruik van wapenen,
maar speculeerende op den schroom
der anderen, de wapenen te gebrui
ken. Het gevaar schuilt niet in hun
vaste voornemens om Europa te
overweldigen, maar in een mogelijke
vergissing in hun zeer gewaagde be
rekeningen, die ervan uitgaan, dat
zij hun macht zonder strijd kunnen
uitbreiden.
Men heeft in 1914 de Duitsche
staatslieden ten onrechte beschul
digd, den oorlog te hebben ge-
wenscht. Dat was een onbillijkheid
tegenover mannen als Wilhelm II,
Bethman Hollweg, von Jagow enz.
Maar was daarom hun verantwoor
delijkheid voor de noodlottige ge
beurtenissen niet heel groot?
Berlijn voelt zich aangemoedigd
in dit spel, door de groeiende over
tuiging, dat Engeland niets wagen,
of in ieder geval te lang aarzelen zal.
Dat beseffen zoo sterk juist de En
gelsche pacifisten, die de levendigste
betrekkingen met Duitschland on
derhouden. En dat is de oorzaak van
hun merkwaardige houding van den
laatsten tijd. Zij trachten van hun
kant het noodlottige misverstand van
1914, toen te Berlijn gelijke opvat
tingen heerschten, te voorkomen.
Spreekt men nu met Duitschers,
dan noemen zij de rijksweer „het
meest pacifistische lichaam ter we
reld". Inderdaad heeft de rijksweer
herhaaldelijk blijk gegeven een gron-
digen afkeer te hebben van oorlog.
De Franschen weten thans terdege,
hoezeer zij dezen afkeer onderschat
hebben. Daartegenover kan men
vaak hooren opmerken: „De rijks
weer voelt zich nog niet klaar. Wacht
maar tot het zoover is!" Deze rede
neering is echter volstrekt niet zoo
waarschijnlijk als zij, oppervlakkig
beschouwd, lijkt. Zeker, de curve
van de kracht der Duitsche weer
baarheid is nog steeds stijgende.
Maar veel sterker stijgende is de
curve van de gezamenlijke krach
ten, waarmede Duitschland reke
ning zou moeten houden. De krach
ten van Polen, van Tsjechoslowakije,
van Frankrijk, van Engeland, van
Rusland, van België groeien met el
kaar in een mate, die geen enkel land
in zijn eentje kan bijhouden. Zwitser
land versterkt zijn gebied met op
merkelijke offers tegen een verras
sing uit „bittere noodzakelijkheid".
,,U zult het zelf te koud krijgen,"
zeide zij.
Hij schudde het hoofd. „Ik heb
immers nog altijd het bontvest aan
en kan mij warm loopen. Zit u
goed?"
„Heel goed".
„Doet de voet veel pijn?"
„Niet erg".
„Ik zou nog wel sneeuw willen
leggen tot vermindering van de pijn,
maar ik vrees, dat de voet dan te
koud wordt. Zult u het uithouden
tot aan huis?"
Zij knikte hem lachend toe en
haar blauwe oogen keken lief en
vertrouwend naar hem op. Hij over
tuigde er zich van, dat de gekwetste
voet zóó lag, dat het schokken van
de slee hem niet kon hinderen.
„Houdt u nu vast ik zal in
een snel tempo gaan".
Zij knikte en deed wat hij had
bevolen. Hij greep het lange koord,
dat aan de tobogan bevestigd was
en toen .ging het vooruit. Hij liep
in een storm-tempo. Zijn angst, dat
Winnifred koude kon vatten, gaf
vleugels aan zijn schreden. Zwijgend
legden zij de rest van den weg af.
0
Peter Hartau was tegen drie uur
thuisgekomen. Zijn zaken had hij
Het lijkt meer dan twijfelachtig, dat
de rijksweer nog heil zou zien in
langdurig uitstel, als zij vechten wou.
Maar zij weet wat vechten is en
daarom volgt ook zij met diepe be
zorgdheid het „slaapwandelaarsbe-
leid," hoezeer zij ook met de nage
streefde doeleinden moge sympathi-
0
Terwijl wij, inwoners van Z.
Vlaanderen, ons Dinsdagmiddag
koesterden in de zon, heerschte bo
ven een deel van ons land een nood
weer. Hevige wolkbreuken en on-
weders, richtten groote schade aan,
terwijl een aantal dooden te betreu
ren viel.
Boven Haarlem en omstreken
ontlastte zich een zwaar onweer, dat
vergezeld ging van een ongekend
hevigen regenval, welke meer dan
twee uur aanhield. Verscheiden stra
ten, pleinen en parken stonden in
een oogwenk blank en onder de via
ducten 'bij het station was verkeer
onmogelijk, omdat hier meer dan
een halve meter water stond.
Langs tal van hoofdwegen kon
men tientallen auto's zien staan,
waarvan de motoren door het bin
nendringen van water in den motor
kap hun dienst weigerden.
Nabij het station Overveen had
vlak naast een in aanbouw zijnde
brug over de spoorbaan Haarlem-
Zandvoort, tengevolge van den he
vigen slagregen een aardverschui
ving plaats, waardoor de sporen wer
den versperd en het treinverkeer
eenigen tijd vertraging ondervond.
Een ploeg werklieden uit Haarlem
heeft de baan in korten tijd weer
vrij gemaakt.
Groote schade aan woningen
te Diemén.
Tengevolge van de gebrekkige
rioleering in de gemeente Diemen
konden de regenputten het water
tijdens den zwaren regenval niet ver
werken met het gevolg, dat de dak
goten overbelast werden en het wa
ter de bovenverdiepingen van de
huizen binnenstroomde.
In één woning was de toestand
zoo erg, dat tengevolge van den
druk van het water het dak instort
te. Persoonlijke ongelukken hadden
niet plaats, daar de bewoners bijtijds
vlug kunnen afhandelen en hij was
eerder terug dan hij had verwacht.
Toen hjj in het boschhuis kwam,
hoorde hij tot zijn schrik van Har
riet, dat zijn dochter reeds voor tafel
was weggegaan en nog niet was
teruggekeerd. Hij staarde de ka
menier ongerust aan.
„Waar wilde mijn dochter heen
gaan?"
„Miss Winnifred wilde naar den
berg gaan en daar sleden. Maar
haar plan was voor tafel terug te
komen. Ik heb John reeds naar den
berg gezonden, omdat ik mij over
haar wegblijven ongerust maakte
Hij zou ook bij Mrs. Bridge gaan
vragen of zij Miss Hartau gezien
had. Maar hij is nog niet terug".
Ongerust verliet Peter Hartau het
boschhuis om John tegemoet te gaan.
Hij kwam hem op korten afstand
tegen.
„Waar is mijn dochter?" riep hij
hem reeds van verre toe.
John haalde de schouders op. „Ik
heb Miss Winnifred niet kunnen vin
den, ik heb ook geen spoor van
haar ontdekt. Ook in het blokhuis
is zij niet geweest, Mrs. Bridge heeft
haar niet gezien".
Peter Hartau stond een oogenblik
als verlamd. Volgens Harriet's woor
die U kwelt en belet te werken?
Neem een "AKKERTJE" en binnen
een kwartier voelt Ge de hoofdpijn
wegtrekken als mist voor de zon.
Heb steeds AKKER-CACHETS in
huis. Vannacht kunnen ze te pa*
komen bij Hoofdpijn- Kiespijn, Ze
nuwpijn, Spierpijn oi gevatte koul
Hedcrundtc* Sm«a k looröö^f-aiahulMl'aïi
Product poedar. Ga proeft diardootj
niets. Ze glijden neer binneaJ
Per 12 st. 52 ct. Zekdoosje 20 «gH
Volgens recept von Apotheker Duntotfr*
voor het instroomende water ge
vlucht waren.
Automobilist door dein bliksem
getroffen.
Toen de heer P. J. v. d. Griend,
de bekende instructeur-vlieger van
de luchtvaartafdeeling te Soestexberg
zich per auto huiswaarts begaf, sloeg
de bliksem in den auto met het ge
volg, dat de heer v. d. Griend deels
door verblinding, deels door den
schrik op een stilstaanden autoreed,
toebehoorende aan dr. v. "Beek te
Soesterberg. Beide auto's werden
zwaar beschadigd. De heer v. d.
Griend, die een paar zwart gebla
kerde handen had opgeloopen kreeg
bij de botsing nog verscheidene
kwetsuren aan het gelaat, o.a. een
gebroken neusbeen.
Ongeveer tezelfdertijd sloeg de
bliksem in een door drie geniesolda
ten op de Stomjpert uitgelegden te
lefoonkabel. Na 150 meter kabel
vernield te hebben sloeg de bliksem
in den grond. De soldaten werden
tegen den grond geslagen, doch kwa
men verder met den schrik vrij.
Een doode en twee gewonden.
De 28-jarige heer Krul uit Amster-
den moest Winnifred reeds bijna vijf
uur van "huis zijn. Dan moest er
toch iets bijzonders zijn gebeurd.
Zoo lang bleef zij toch nooit weg,
als zij alleen was. Een verlammende
angst en zorg bekroop hem.
Hij snelde in het huis terug, om
een wapen en zijn ski's te halen.
Hij wilde zelf Winnifred zoeken.
Toen hij met de ski's in de hand
weer naar buiten kwam, hoorde hij
een luid hallo.
Toen hij zich naar die richting
omwendde, zag hij Salten in storm
pas aankomen.
„Ik breng Miss Hartaul" riep
deze hem luid toe, want hij kon
zich voorstellen, dat Hartau zich on
gerust maakte over het wegblijven
van zijn dochter. Peter Hartau her
ademde, want hij zag nu Winnifred
achter Salten op de slede zitten.
„GoddankI" zei hij bij zichzelf en
liep Salten en Winnifred eenige
schreden tegemoet.
Plotseling bleef hij staan. Hij keek
onderzoekend in de beide jonge,
bleeke gezichten. Dat van Winnifred
was vreesachtig en onrustig, dat van
Salten als versteend van smart en
ellende.
„Wat is er gebeurd?" riep hij ver
schrikt.