BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. tèmmmsssm Wegenbouw hier en elders, Winnifred de Pelskoningin, AKKERTJES Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens FEUILLETON rheumatische pijnen Binnenland. 45ste Jaargang Vrijdag 29 Mei 1936 Nummer 4140 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post per jaar t 5.00 Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels f0,75. Iedere regel meer f 0; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) Dit nummer bestaat uitt wee bladeu EERSTE BLAD. Dinsdag zal ons blad, in verband met het Pinksterfeest niet verschijnen. REDACTIE. Het is een bekend feit, dat de wegenbouw over het algemeen geen gelijken tred heeft kunnen houden met de snelle ontwikkeling van het automobielverkeer. Zulks is n et al leen het geval in ons land, doch ook in de andere Europeesche sta ten Intusschen heeft men nergens stil gezeten, om zooveel mogelijk aan de eischen van het moderne verkeer tegemoet te komen en waar men ook in Europa reist overal ziet men nieuwe autowegen in aanbouw en er gaat geen maand voorbij, of een dergelijke weg wordt in het bij zijn van vele autoriteiten geopend. Sommigen van deze wegen zijn schit terend, van andere moet men toe geven, dat zij practisch zijn en dan is er nog een categorie, die men slechts als onvoldoende kan betite len. Wegenbouw is een kostbare aan gelegenheid. Het moderne autover keer eischt lange wegen, twee ver- keers-banen met één-richting-ver keer, geen kruisingen maar viaduc ten. En in een tijd als deze staan de middelen tot den aanleg van der gelijke wegep niet steeds ter beschik king. In Nederland heeft men daar op nu iets gevonden: Wil de auto mobilist goede wegen, dan moet hij deze ook maar zelf betalen. Wegen- en benzinebelasting brengen per jaar meer dan vijftig inillioen in de schat kist. Dat met dit sommetje in Ne derland een voortvarende verkeers- politiek kan worden gevolgd, behoeft wel geen nader betoog. Men zou dus mogen verwachten, dat ons land zoo langzamerhand een dorado voor automobilisten moest zijn. dat het verkeer nergens zoo veilig is als bij ons, kortom, dat wij artdere landen een voorbeeld kunnen geven. Eilacie, niets van dit alles is waar. Dezer dagen werden twee wegen 55. Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door Mevr. J. I'. WESSELINK-v. Rossum 0 ,,Neen, Mr. Hartau, die heb ik alleen geveld. Ik ben nooit in gezel schap op de jacht geweest". „Hoe nu? Ook niet op de wolven jacht?" „Neen". „Dat was lichtzinnig. Ik ken deze roofdieren. Dat had u het leven kunnen kosten". Winnifred verbleekte en drukte de handen op elkaar. Maar Salten schudde kalm het hoofd. „Ik was beslist niet lichtzin nig, Mr. Hartau. Deze wolvenjachten waren meer een geduldsproef. Ik heb de dieren slechts op een eer biedigen afstand moeten houden' Hij vertelde van zijn jachthutje in de takken van den boom en van zijn manier om op de wolvenjacht te gaan. Vol belangstelling luisterde geopend, een in Nederland Vianen- Waardenburg) en een in Duitsch- land (Düsseldorf-Keulen). De Ne- derlandsche weg bevat onvoltooide bruggen, is rijk aan gevaarlijke krui singen en bovendien te smal. De Duitsche weg daarentegen voldoet aan alle eischen, die men aan mo dernen wegenbouw moet stellen. On ze eigen minister van Waterstaat, Van Lidth de Jeude, die bij de ope ning tegenwoordig was, heeft zich daarvan kunnen overtuigen en ook bij hem zullen zich wel vergelijkin gen met den toestand in ons land hebben opgedrongen. En nu vraagt men zich af, waar in het principieele verschil tusschen Duitsche en Nederlandsche verkeers- politiek nu eigenlijk ligt. In Duitsch- land bouwt men snel en goed; bij ons gaat het met horten en stooten en indien er dan weer eens een weg gereed komt, ontbreekt er meestal wel het een en ander aan. Beheerschen onze oosterburen de techniek van den wegenbouw beter dan wij? Misschien, maar hier lijkt ons toch het verschil niet te liggen. De kwestie is, dat men hier de beurs te veel vastgesnoerd houdt. De middelen, die de belanghebben den zelf voor den bouw van goede wegen opbrengen, worden voor ge heel andere doeleinden gebruikt. En bovendien: in Duitschland bouwt men aanzienlijk goodkooper dan hier. De aanleg van wegen is daar een project, want het materiaal speelt bij den wegenbouw in vergelijking met het geïnversteerde arbeidsloon slechts een kleine rol. In Nederland schijnt men daar intusschen niet aan te willen. Ook bij ons zou men binnen kor ten tijd goede wegen kunnen aan leggen. Ook onze ingenieurs ver staan hun vak; men kan zulks waar nemen aan den weg Den Haag- Rotterdam-Utrecht, die wel belooft te worden, zooals een goede weg moet zijn alleen, het duurt te lang. Slechts een handjevol arbei ders zijn hier aan het werk. Waarom nu niet ook in ons land den wegen bouw tot project van werkverschaf fing gemaakt. In Amerika en Duitschland heeft men daarmede uit stekende ervaringen opgedaan. Vele duizenden werkloozen zouden voor een bedrag, dat iets boven hun steun ligt, gaarne weer aan den slag gaan. Dan zou ook Nederland zijn veilig Hartau toe en toen Salten aan het eind was, zei hij waardeerend: „Dat was een verstandig denk beeld. Maar hoe het ook zij, u zult menigen moeilijken nacht doorge bracht hebben in uw schuilplaats. Ik ken de ontzettende bloeddorstig heid der wolven. Zij zullen den boom omsingeld hebben totdat de dag aan brak en niets onbeproefd hebben gelaten u een bezoek te brengen op uw luchtige schuilplaats". „Daaraan heeft het niet ontbro ken. Maar ik heb goede voorbehoed middelen genomen. Ik heb Hölderlin mijn methode meegedeeld, en hij heeft er naar gehandeld en eveneens goed succes gehad. Zoover ik weet heeft hij het tot vijftien wolfsvellen gebracht". „Nu ik wensch u en mij geluk". „Maar als u was gevallen, Mr. Salten, en er geen mensch in uw nabijheid was om u hulp te bieden," zei Winnifred angstig. Salten keek haar ernstig aan „Dan had het zoo moeten wezen, Miss Hartau". „Heel zeker gebeurt er niets zon der den wil van de Voorzienigheid," zei, Hartau. „En bovendien was ik werkelijk heel voorzichtig, Miss Hartau, en ik heb mij jeker niet lichtzinnig in gevaar begeven". verkeer krijgen en onze automobi listen zouden dat ontvangen, waar zij recht op hebben omdat zij er voor betalen. De Pier te Vlissingen. o— Zaterdag 30 Mei is voor Vlissin gen een groote dag; op dien dag wordt n.l. het nieuwe, moderne wan- delhoofd aldaar geopend. Voor de Stad Vlissingen, die niet alleen ha- ven- en industrieplaats, maar tevens, dank zij haar unieke zuiderstrand, een bloeiende badplaats is, kan het Wandelhoofd een groote aanwinst worden genoemd. Meermalen is be twijfeld, of de Pier ooit tot stand zou komen, maar thans kan men zeg gen, alle pessimisten ten spijt: ze is er. En hoel Slank, elegant en fleu rig, biedt ze een vroolijken, gezel- ligen aanblik aan de zeer velen, die van het mooie zuiderstrand, van het pittoreske stadssilhouet komen ge nieten. En dan de scheepvaart; de druk bevaren noordelijke doorgang loopt dicht langs de rotonde van de Pier en verlevendigt in hooge mate het fraaie uitzicht, dat men vandaar kan savoureeren. Maar niet alleen voor Vlissingen, voor geheel het schoone eiland Wal cheren, voor geheel Zeeland, ja zelfs voor zeer vele Nederlanders uit an dere provinciën en voor de buiten- landsche touristen, die zoo gaarne dit historisch zoo belangrijke en aan natuurschoon zoo rijke deel van ons Vaderland komen bezoeken, biedt de Pier een niet geringe attractie. Men kan er een wandelingetje maken, rustig achter de glazen afscheidin gen, beschut tegen den wind in het zonnetje gaan zitten, in het moderne en luchtige café een kop koffie of andere, krachtiger versnaperingen genieten. En de entree-prijs maakt de Pier voor allen toegankelijk: 10 cents kan geen overwegend bezwaar zijn voor h$n, die deze bijzondere attractie willen Jeeren kennen. Voor hen, die langer te Vlissingen ver blijven, zijn tegen gereduceerden prijs knip-kaarten en zelfs abonne menten beschikbaar gesteld. Het be zoek is dus wel zoo aantrekkelijk en verleidelijk mogelijk gemaakt. Op een speciale eigenschap van deze Pier willen wij hier nog wijzen: ouderen van dagen of adderen, die Hartau bracht nu snel een ander onderwerp ter sprake. Hij nam zich in elk geval voor de jachthut van Salten nauwkeurig in oogenschouw te nemen, om zich er van te over tuigen, dat deze alle voorzorgsmaat regelen had genomen. Maar hij sprak er niet over, om Winnifred niet te verontrusten. Na een poosje zei hij: „Nu zullen wij, als je het goed vindt, Winni, aan tafel gaan". Deze stond op en keek Salten schalks aan. „Vandaag is er slechts koude keuken, Mr. Salten. Ik ben vandaag nog niet als keukenmeisje in dienst geweest en Mrs. Bridge wilde ik niet een tweeden keer lastig vallen". „En om ons te verwarmen maken wij een punch-bowl." voegde Hartau er op zijn vriendelijke, gastvrije ma nier aan toe. Rudolf zat toen als in een heer lijken droom tegenover Winnifred aan tafel. Zij reikte hem lachend allerlei lekkernijen toe en verheugde zich, dat het hem smaakte. Hij keek maar steeds weer in haar lief gelaat alsof hij er niet genoeg naar kon kijken en luisterde naar den klank van haar stem. Haar gezichtje leek hem iets smaller dan dezen zomer, het had iets van de kinderlijke ron ding verloren. om de een of andere reden zelf niet van het zonnige zuiderstrand voor het baden en zwemmen in zee kun nen genieten, zullen thans hun kin deren of ander reisgezelschap van een rustig zitje op de Pier af bij hun evoluties in het zilte nat kunnen bewonderen; de Pier loopt n.l. juist naast het Gemeentelijk Bad- bedrijf, dat zeer goed georganiseerd is, in zee. Wij zijn er van overtuigd, dat zeer velen van deze nieuwe Vlissingsche aanwinst zullen gaan profiteeren; de mooie en snelle verbindingen per spoor, per K.L.M., per veerboot over de Schelde, per S. M. Zeeland van Engeland over de Noordzee, en last not least langs mooie snelle auto wegen, maken een bezoek aan, en een langdurig verblijf in deze bad plaats allesins de moeite waard. Voor velen zal dan ook het parool voor dezen en voor volgende zomers lui den: op naar Zeeland; op naar Vlis singen I De Zomerpostzegels. o Het Comité voor de .Zomerpost zegels (welke bijzondere zegels wor den uitgegeven ten behoeve van noodlijdende kunstenaars en hulpbe hoevende t.b.c..-lijders) heeft aan het koopen dezer bijzondere postzegels een alleraardigste verrassing verbon den. Ieder, die een briefkaart, ge frankeerd met drie zomerpostzegels van 6 ct. (thans 10 ct.) inzendt aan het Landelijk Comité (adres Over toom 187, Amsterdam-W), ontvangt een keurig uitgevoerd en door den A.N.W.B. samengesteld zakatlasje cadeau. Men kan in plaats van een gewone briefkaart ook een gedrukte bestelkaart (verkrijgbaar bij de plaat selijke postzegelcomité's) met de drie zomerpostzegels van 6 ct. beplak ken en bij het Landelijk Comité in zenden. Van deze inzenders ontvan gen er duizend nog weer een extra premie, bestaande uit tal van waar devolle prijzen (waaronder een auto, fietsen, schilderijen, reizen, enz., enz.), die onder toezicht van een notaris bij loting zullen worden toe gewezen. Het volgnummer, dat de bestelkaart of briefkaart bij ont vangst gegeven wordt, is ook het nummer voor de verloting. Bovendien geeft het Comité voor Zij vertelde van Montreal, van de groote wintersportfeesten en sprak ook over het Kerstfeest in hun huis „U viert dus ook in Montreal het Duitsche Kerstfeest, Miss Har tau?" vroeg Salten. „O ja zoo lang ik mij kan herinneren. Mijn beste vader heeft mij weer zooveel geschenken gege ven, dat er geen wensch meer over bleef. Maar nu heb ik juist weer een nieuwen wensch ontdekt". „Wat is dat voor een wensch Winni?" vroeg haar vader. „Mr. Salten sprak zooeven over een bijzonder mooien en sterken wolf, dien hij geschoten heeft. Dit vel zou ik graag bezitten". Peter Hartau deed, alsof hij aan dezen wensch niets bijzonders vond. Maar het bloed schoot Salten plot seling naar het gelaat Hij voelde, dat deze wensch een onderscheiding was. „Nu, wij zullen morgen de vellen bekijken en als het wolfsvel werkelijk van zooveel waarde is, zal dijt vfcor jou bewerkt worden". „Ik hoop, Miss Hartau, dat het mij ook nog zal gelukken een beer te schieten". „Is daar kans op?" vroeg Hartau „Hölderlin beweert een berenfa milie op het sjx>or te zijn en wij beiden willen deze beren besluipen die U hel leven vergallen, daarvoor helpen nu "AKKERTJES" zoo bui tengewoon. Niet alleen dal de pijnen verdwijnen, maar AKKER-C ACHETS verdrijven bovendien uit 't lichaam de stoffen, die de pijnen veroor zaken. Neem daarom "AKKERTJES" Nederlindtch Ongeëvenaard bij gevatte koe Product Gr;ep rheumatische pijnen, Zenuwpijnen, Hooldpijn, enz. Fer 12 si. 52 ct. Zakdoosje 20 cl. Volgens recept van Apotheker Dumont de Zomerpostzegels ter vergrooting der inkomsten een serie prachtige prentbriefkaarten uit, gewijd aan sport en toerisme en samengesteld door den A.N.W.B. Een pracht ge legenheid om in het zomerseizoen toepasselijke correspondentiekaarten te gebruiken. De prentbriefkaarten zijn n.l. gewijd aan de auto-, paar den-, rijwiel-, wandel- en zeilsport en aan het kampeeren. De prentbriefkaarten zijn verkrijg baar .bij de plaatselijke postzegel comité's, tegen 25 ct. per serie van zes. Dank van de Koningin. De Koningin heeft den Burgemees ter van Amsterdam ultgenoodigd aan de burgerij van de hoofdstad haar groote erkentelijkheid te betuigen voor de hartelijke wijze, waarop deze ook ditmaal haar en haar dochter heeft ontvangen. De Koningin, ten zeerste onder den en trachten te schieten". „Dat is toch een nieuw gevaar voor u, Mr. Salten". „Maak je niet ongerust, Winni fred, op de berenjacht gaat Mr. Salten niet alleen. Maar u moogt ook niet alleen met Hölderlin gaan, die is te jong en te weinig voorzich tig. Neem tenminste Ernst Richter ook mee. Misschien ga ik zelf mee een berenjacht zou mij kunnen verlokken. Het is lang geleden, dat ik er aan deelnam. Ik leg dan voor mijn aandeel van den buit beslag op een berenham. En als er een mooie berenhuid wordt gevangen, dan laat ik die voor jou bereiden, Winni. Die zou je heel goed in je leeshoekje voor den divan als kleed kunnen gebruiken". Winni keek haar vader eenigszins ongerust aan. „Als er maar niemand door in gevaar komt, vaderlief". „Maar, Winni, als drie of vier mannen op de berenjacht gaan, is gevaar buitengesloten. Raakt deeene niet juist, dan raakt de andere". Met deze woorden stelde Hartau zijn dochter gerust. Toen vroeg hij of Salten goede en geregelde berichten van huis kreeg. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1