BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens TWEEDE BLAD. Alfred Nobel. Lil- ei TiMon». Klaas de zoon van den Molenaar Gemengd Nieuws 45ste Jaargang Vrijdag 15. Mei 1936 Nummer 4136 ABONNEMENTSPRIJS- Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden t 1.40. Franco per post per jaar 5.00 Buitenland per jaar t 6.50 Alles'bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS- Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) 1896 1936. o— Alfred Nobel was een afstamme ling van een oude boerenfamilie in Zweden. Op vierjarigen leeftijd ging Nobel met zijn ouders naar St. Pe tersburg, alwaar zijn vader met toe stemming van de Russische regee ring een metaalfabriek oprichtte, wel ke fabriek hij binnen enkele jaren wist uit te breiden tot een behoor lijke firma, die vooral met het buiten land veel zaken deed. Ruim twintig jaar later keerde de familie Nobel naar Stockholm terug en begon Alfred aan de Universiteit aldaar zijn studies in de chemie. Vanaf 1862 hield hij zich met allerlei uitvindingen bezig. Zijn eerste uitvinding was die van de nitroglycerine, waarop hij in 1864 patent verkreeg. Zooals- men weet wordt deze stof vooral in Amerika vaak gebruikt. Zij is zeer explosief en licht brandbaar. Zij wordt hoofdza kelijk gebruikt op mijnbouwwerken, bij slooping van gebouwen, enz. Nadat in 1864 zijn laboratorium in de lucht was gevlogen, als gevolg van een onvoorzichtigheid van een van Nobels assistenten, probeerde Nobel om de groote ontplofbaarheid van de nitroglycerine te verminde ren. En dit gelukte hem drie jaar later, toen hij het dynamiet uitvond. In 1869 vertrok Alfred Nobel naar Frankrijk, alwaar hij te Saint Sevran. niet ver van Parijs gelegen, een la boratorium oprichtte, geheel volgens de toentertijd gestelde eischen. Daar de Fransche regeering evenwel geen patent wilde verleenen op het door hem uitgevonden rookloos kruit (in 1890), verplaatste Nobel het daarop volgend jaar zijn modern laborato rium naar San Remo. Ter vervaardi ging van dit rookloos kruit richtte hij verschillende fabrieken op, onder meer een te Düneberg aan den Elbe (in de nabijheid van Hamburg), een in Zweden, alwaar hij ook een groote geschut-gieterij jhad gevestigd en twee in Italië. Alfred Nobel, die overleed den lOen December 1896 te San Remo was zijn geheele leven door een ge leerde met een uiterst zwakke ge zondheid, doch hoe zwak zijn lichaam ook was, hij bezat een geest, die zich met de stoutste plannen bezig hield. Als uitvinder werden aan Alfred No bel niet minder dan drie honderd vijf en zestig patenten verleend! Alfred Nobel was een eenzaam man, over wien de wereld veel sprak doch die slechts met weinigen om gang had. Een mensch, die steeds tot hulp bereid was en gedurende zijn leven een groot deel van zijn vermogen voor weldadige doeleinden aanwendde. Hij geloofde aan de mo gelijkheid, dat de wetenschap de menschen gelukkig kon maken en hij koesterde de hoop, dat de eeuwi ge vrede tenslotte op de barbaarsche oorlogstijden zou volgen. Nobel's talrijke uitvindingen lever den hem een vermogen op van niet minder dan 31 millioen Zweedsche Kronen. Zijn meest belangrijke, maar tegelijk ook zijn meest tragische uit vinding, is die van het dynamiet geweest. Tragisch niet alleen, omdat de eerste proeven de fabriek van zijn vader in de lucht deed springen waarbij een jongere broer het leven verloor, maar tragisch vooral, om dat de kracht van het werk zijner gedachten niet slechts voor cultu reele doeleinden (aanleg van tunnels spoorwegen, enz.) diende, maar ook voor den menschenvernietigenden oorlog. Het lag Nobel na aan het hart, het gedeelte van de resultaten zijner uitvinding door de groote middelen, welke het dynamiet hem had opge leverd, ter zijde te stellen. Daarom bepaalde hij in zijn testament, dat uit de middelen van zijn groot ver mogen, waaiwan hij in 1895 een fonds had gesticht, jaarlijks een vijf tal prijzen, ieder van ongeveer 100.000 gulden zouden worden uitgereikt, te verdeelen als volgt: le de prijs voor natuurkunde; 2edie voor scheikunde; 3e die voor geneeskunde of phy siologic; 4e die voor letterkunde (let terkundig, historisch of wijsgeerig werk van idealistische strekking); 5e de vredesprijs (voor werken ter bevordering van den wereldvrede en der vredesgedachte onder de mensch- lieid). De prijzen onder 1, 2 en 4 ge noemd worden toegekend door de Zweedsche Academie voor Weten schappen, die sub 3 door het Caro- linisch (Medisch Chirurgisch Insti tuut te Stockholm:, terwijl de Vre desprijs door een commissie uit het Noorweegsche storthing wordt toe gekend. Een prijs kan in tweeën worden gedeeld. Behalve het bedrag ont vangt een bekroonde ook nog een gouden medaille en een diploma. Degene, dien een Nobelprijs is toe gekend, is verplicht een lezing over zijn arbeid te houden, welke lezing moet plaats vinden te Stockholm of te Oslo. Voor de eerste maal werden de Nobelprijzen toegekend op 10 De cember 1901 (den sterfdag van No bel). Door de lichamen, welke met de verdeeling en uitreiking van de verschillende prijzen zijn belast, zijn Nobel-Instituten opgericht, welkehet werk en de verdiensten van een eventueelen candidaat ernstig onder zoeken. Ook in Nederland zijn verschil lende geleerden vereerd met de toe kenning van een Nobelprijs. Van hen, die den prijs der natuurkunde ontvingen, noemen wij onze land- genooten Lorenz (1902), J. D. van de Waals (1910) en H. Kamerlingh Onnes (1930). Maar ook genees kunde is niet een van onze zwakste zijden. Twee Nederlanders droegen een Nobelprijs hiervoor weg, t.w. Enthoven (1924) en C. Eykmann (1929). In de rubrieken Scheikunde en Vrede is Nederland eveneens ver tegenwoordigd: daar is in 1901 pro fessor J. H. van 't Hoff (Scheikun dige) en in 1911 T. M. C. Asser, die den Nobelprijs voor den Vrede ont ving. Wat kan men nog met de stik stofbemesting op onze zomer gewassen bereiken? In den zomer wordt nog veel stik stof aan de groeiende gewassen ver strekt. Wij denken in de eerste plaats aan de suiker- en voederbieten wel ke op vele plaatsen de stikstofbe mesting uitsluitend als overbemes ting ontvangen. Maar ook aardappe len en nog andere gewassen krijgen tegenwoordig een groot gedeelte der stikstof op deze wijze. De suiker en voederbietenteelt neemt nog steeds een voorname plaats in onder onze cultuurgewassen; zij zijn tevens een onmisbare schakel bij de wisselbouw. Wat de suikerbieten betreft, zal men trachten, daar men gehouden is slechts een bepaald kwantum te te len, deze hoeveelheid van een zoo klein mogelijke oppervlakte te halen Bij de voederbieten zal dit ook het geval zijn om dan zooveel mogelijk land voor andere producten disponi bel te stellen. Van een kleine opper vlakte met een groote opbrengst zul len ook de onkosten naar verhouding veel geringer zijn dan van een groote oppervlakte met een kleine oogst. Een goede bemesting, en thans komt het nog alleen op de stikstofbe mesting aan, is voor zoo'n groote oogst noodzakelijk. Een groot ge luk is het dan ook, dat de prijzen der stikstofmeststoffen zoo laag zijn. Een goede bemesting, zelfs een zwa re bemesting kost tegenwoordig wei nig geld. En hierdoor kunnen de teelten, ondanks dat de prijzen aan den lagen kant zijn, nog eenigszins loonend worden. Wat wij van de suiker- en voeder bieten schreven, is ook van toepas sing op de verbouw van aardappe len. Ook hier is het zaak van een kleine oppervlakte een groote op brengst te halen. Ook hier dus weer flink bemesten. Goed bemesten met stikstof, waar wij mogen veronder stellen, dat de basis door een fos- forzuur- en kalibemesting is gelegd. Gerust kunnen wij zeggen, dat aan de stikstofbemesting over het alge meen nog te weinig aandacht wordt geschonken. Natuurlijk komt de vraag naar voren, welke stikstofbemesting nu te kiezen. En dan willen wij een lans breken voor de Kalksalpeter ais stik stofmeststof, welke zich voor over bemesting zoo uitstekend leent. Kalksalpeter is een snel werkende stikstofmeststof. Na het gure voor jaarsweer, dat wij gehad hebben, is het van het grootste belang, dat de gewassen het zoo spoedig moge lijk ophalen. De werking van de stikstof uit Kalksalpeter is snel en ook zeker. Ook de structuurverbete- rende werking van Kalksalpeter op den grond zelf is van groot belang. Dit is een bijzondere eigenschap, welke Kalksalpeter vooral voor over- bemestingen zoo bijzonder geschikt maakt. Hoewel niet direct tot de zomer gewassen behoorende, willen wij de aandacht nog even vestigen op de stikstofbemesting van het weiland. Vele, vele weilanden roepen, ja schreeuwen om wat stikstof. Een en kei baaltje Kalksalpeter per H.A. zal hier wonderen verrichten. POSTERIJEN. Rijkspostspaarbank: Gedurende de maand April werd op spaarbankboekjes te AARDENBURG. Ingelegd f 11614.85 Terugbetaald f 20621.19 Minder ingelegd dan terug betaald f 9006.34 Nieuw uitgegeven spaarboekjes 3 BRESKENS. Ingelegd f 66578,36 Terugbetaald f 95628,46 Minder ingelegd dan terug betaald f 29050.10 Nieuw uitgegeven spaarboekjes 24. IJZENDIJKE. Ingelegd f 11968 Terugbetaald f 21797,84 Minder ingelegd dan terug betaald f 9829,84 Nieuw uitgegeven spaarboekjes 2 OOSTBURG. Ingelegd f 10319,88 Terugbetaald f 8743,84 Meer ingelegd dan terugbet. f 1576,04 Nieuw uitgegeven spaarboekjes 5. SLUIS. Ingelegd f 4807,71 Terugbetaald f 7996,41 Minder ingelegd dan terug betaald f 3188,70 Nieuw uitgegeven spaarboekjes 2. 177. Na nog een beetje vragen en pra ten over den dag van morgen, zei oom tegen Klaas: „Nou Klaas, nou zal ik je eens een goeden raad geven. Je gaat nu vroeg naar bed en dan zal ik je morgenochend om 5 uur roepen, want dan gaan we beginnen met varen". Gehoorzaam zei Klaas: „Welterusten, oom Rink," en „wel terusten Jacob". Hij trok zijn baaitje en zijn broek uit en wipte in de kooi, die dicht bij den zolder in het voor onder hing. 178. Hé, heerlijk I zoo echt zeemans- achtig vond Klaas het in die kooi. Al was het een beetje hoog van den grond af en al lag hij een beetje benauwd en dicht tegen den zolder, hij vond alles heerlijk. Spoedig viel hij in slaap. Oom Rink en Jacob, de knedit, bleven nog wat op het dek zitten. Ze tuurden over het wa ter en genoten van de stille, vredige, avondrust. Ze rookten samen het eene pijpje na het andere totdat het ook hun tijd werd om naar de kooi te gaan. Weldra was alles rustig aan boord. Alleen het kleine keeshondje hield de wacht. Hij lag half uit zijn hok, zijn twee voorpootjes voor hem uitgestrekt. De Amerikaansche onderwereld wapent zich. Naar de chef van de beroemde „G-men" verklaart, be schikken de Amerikaansche gangsters over pantserwagens en alle mogelijke moderne wapenen, zoodat zij geheel tegen de politie zijn opgewassen. De internationale bewapening blijft geens zins tot de Vereenigde Staten en hoofd steden beperkt. Ook de gangsters voor zien zich van de meest moderne aanvals- en verdedigingswapens en deze bewa pening heeft reeds een dergelijken om vang aangenomen, dat J. Edgar Hoover leider van het departement van justitie en chef van de beroemde „G-mannen" moest verklaren, dat volgens zijn over tuiging de bewapening'van de onder wereld superieur was aan die van de politie en dat dientengevolge machts middelen van den staat ter waarde van vele millioenen bijna waardeloos wa ren geworden. Hoover ging nader in op. de geniale methoden van de gang sters, die verschillende vuurwapens zouden bezitten van een veel grooter vuursnelheid dan de bij de politie in gebruik zijnde systemen. „Tegen deze speciale wapens", zoo verklaarde Hoo ver, „is een groot deel van de uitrus ting der politie, zooals bijv. pantser- vesten en pantserschilden, die bij be storming van gebouwen gebruikt wor den, absoluut waardeloos geworden" Hoover heeft zijn menschen nu naar wapens laten zoeken, die het oogen- blikkelijke voordeel van de gangsters te niet zouden moeten doen. Het re sultaat van dit onderzoek is nu o. a- een pantserwagen waarmede men het tegen de meest gevaarlijke misdadt- gersbende zou kunnen opnemen. Deze pantserwagen is geconstrueerd, nadat men twee op de gangsters buitgemaak te pantserauto's had bestudeerd. „Wij hebben ontdekt", zoo zei de chef van de „G-men", „dat een aantal bende leiders pantserauto's bezitten. Eerst kort geleden konden wij een dergelijke machine in beslag nemen. De wagen was geheel gepantserd en de achter ruit diende als schietgat voor een ma chinegeweer, waarmee" achtervolgende auto's onder vuur werden genomen. Deze wagen was niet slechts uit", ko gelvrij staal vervaardigd, doch boven- dienjjwaren de ramen van gepantserd glas voorzien, dat zoo hard was, dat er zelfs met een machinegeweer niets tegen uit te richten viel." Deze gangsterauto's worden gemaakt door specialisten en geweermakers uit de onderwereld, die volgens Hoover zeer handig zijn in het vervaardigen van allerlei vuurwapens. In aansluiting aan zijn [mededeelin- gen eischte Hoover, dat er [door de regeering een som gelds zou (worden beschikbaar gesteld voor het vervaar digen van de nieuwe pantserwagens, daar men slechts hiermede de gangsters te lijf zou kunnen gaan. Twee broers verdronken. Za terdagmiddag lieten de.'gebroebers v.d. Akker, resp. 19 en 14 Jaar oud, zich in een kano door een sleepboot voort trekken op de Maas- Ten Zuiden van de Maasbrug, ter hoogte van den houthandel van Gasselt, is de kano omgeslagen, waardoor beide jongens te water geraakten. De Jongste, die niet kon zwemmen, heeft zich in zijn angst vastgeklampt aan zijn ouderen broer, die de zwemkunst wel machtig was. Het gevolg was, dat beiden in de diepte verdwenen en verdronken. De jongens waren woonachtig in de buurtschap Ven, tusschen Venlo en Straelen. Onweer. Woensdagmiddag heeft een hevig onweer boven het land tus schen Maas en Waal gewoed. Daarbij zijn drie koeien van J. Hemert en een koe van A. van H. te Brakel in de weide door den bliksem getroffen en gedood. Boerderij afgebrand. Woens dag is de boerderij van de weduwe S. Baken-Duin, te Callantsoog, tot den grond toe afgebrand. De brand is ont staan in den hooiberg, op welke wijze is onbekend. Deze hooiberg stond in de onmiddellijke nabijhei van de boerde rij-gebouwen. Alles is verbrand. Ver zekering dekt de schade.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1