BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. mssmm Winnifred de Pe'skoningin. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens EERSTE BLAD. Onze Neutraliteit FEUILLETON 'n "Akkertje" beschermt U! AKKERTJES Volkenbondsdag 45ste Jaargang Vrijdag 15 Mei 1936 Nummer 4136 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden I 1.25 Buiten Breskens per drie maanden I 1 40 Franco per post per jaar f 5.00 Buitenland per jaar 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS- Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer F 0; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot Koogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling) Dit nummer bestaat uit twee bladen 0 We zitten in een felle politieke strooming en moeten maar zorgen ons met krachtige slagen eruit te werken! Rondom ons kookt en gist het en hoewel het er niet naar uitziet, dat een explosie zal plaats hebben, is het niettemin raadzaam niets af te wachten en maatregelen te nemen. Nu zijn we een te gemoedelijk volk om zoomaar dadelijk aan oorlog en al die narigheid te denken en innerlijk gelooven we niet, dat de menschen in de omringende landen weer zoo dwaas zullen zijn, om1 toch weer den istrijd aan te binden I Maar, men kan nooit weten Inmiddels staan we heelemaal niet meer zoo vrij, als in het jaar 1914. Toen was er nog geen Volkenbond, dus hadden we nog niet meegedaan aan Saarbezetting, hadden we nog niet deelgenomen aan sancties; kort om: we waren in alle opzichten wadr- lijk neutraal. Nu is dat allemaal an ders; we hebben steviger wortel ge schoten in internationalen grond, zit ten met belangetjes hier vast en daar vast en hebben in den Volkenbond meermalen een positieve meening verkondigd, waarmede we ons het ongenoegen van een ander land op den hals konden halen. Nog zijn militaire deskundigen het er niet over eens, of het in 1914 een luim van Von Moltke was, die op het laatste oogenblik zijn aanvals plan op België met opmarsch door Limburg, veranderde, om Nederland in geval van blokkade niet tot vij and te hebben, dan wel de Neder- landsche weermacht, die inderdaad volkomen paraat aan die grens stond opgesteld en de Duitschers in ieder geval zóóveel vertraging in hun op marsch gegeven zou hebben, dat van „verrassing" der Belgen geen sprake meer zou zijn geweest Zelfs de grootste weermacht-pessi mist zal moeten toegeven, dat die grensbezetting waarlijk wel een steentje zal hebben bijgedragen tot dat besluit van den Duitschen veld heer, een besluit, waardoor het ons mogelijk is geworden, onze neutrali teit hoog te houden. 51. Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rcftsum 0 Aan Peter Hartau zou hij biechten, wat hem uit het vaderland had ver dreven. En onder het vonnis, dat Hartau zou vellen, zou hij zich bui gen. En als het een vernietigend was, wat dan? Een huivering doorvoer hem. En als hij hem genade schonk, wat dan? Hij sprong op en schudde somber het hoofd. Hierover niet verder door denken. Weg, met alle stille wen- schen en verwachtingen I Niet verge ten wie zij was en wie hij de dochter van den Pelskoning en de arme, eerlooze pelsjager. Dat kon immers nooit, nooit samengaan I Hij richtte zich recht op. Zijn blik Dat het ons ditmaal zal gelukken vooropgesteld, dat de wereld nog eens zoo dwaas zal zijn om weer den oorlog in te gaan wéér neu traal te blijven, is wel zeer twijfel achtig, gezien onze ligging in Euro pa. Onze politici zullen waarlijk evenals in 1914 al het hunne er toe moeten bijdragen, willen we weer buiten oorlogsgevaar blijven. En zou den we, onverhoopt, toch in zoo'n maalstroom worden meegesleurd, dan zou ons land zeer zeker gastge- bied worden van een bondgenooten- leger, dat het onze op de bedreigde punten kwam versterken; hetgeen tenslotte allemaal buiten ons, bur gers, omgaat en alleen onze strate gen bezighoudt. Wat ons wel moet bezighouden is het probleem van de luchtbescher ming. Zelfs in geval van strikte neu traliteit kan het voorkomen, dat vlie gers, verdwaald zijnde en meenende boven vijandetijk gebied te vliegen zie in de vroegere oorlogsjaren de bommen op Zierikzee. in een tijd, waarin het luchtwapen nog lang niet die voorname plaats innam als thans in de verschillende legers bommen omlaag werpen en daar zal zoo nu en dan waarschijnlijk ook wel eens een gasbommetje bij zijn. Het wordt dus tijd, dat we onze luchtbescherming gaan perfectionee- ren. Het begin van dat allesi hebben we al gezien: luchtbeschermings oefeningen in verschillende groote steden en zelfs in verschillende stre ken; vereenigingen voor luchtbe scherming zijn er opgericht, enz. enz. Proeven van verduistering heb ben wij in de verschillende gemeen ten gehad. En morgen hebben wij de groote oefening over onze provin cie, welke de aandacht heeft van elk. Maar toch is luchtbescherming nog geen volksplicht geworden. We moe ten zoover zien te komen, als b.v. in Engeland, waar men tegen een bedrag van 2 shilling, dus ongeveer een gulden, een gasmasker kan koo- pen en waar op scholen en in de gezinnen brochures worden verspreid met bijzonderheden omtrent gassen, eventueeie maatregelen, die men zon der veel kosten reeds kan nemen, inrichting van gaskelders, enz. We moeten zoover zijn, dat vader, moe der, de kinderen en het dienstmeisje, allen hun eigen gasimaskers hebben liggen, goed onderhouden en goed gecontroleerd. Dan pas kunnen we gerust zijn. Dan komt nog het pro ging nog eens over het woud en over de baai en snel ging zijn adem haling. Hij hing zijn geweer weer over den schouder en liet zich op zijn ski's snel den berg weer afglij den. Toen hij beneden aangekomen was en verder voortgleed, zag hij niet ver verwijderd een prachtigen vos langzaam over de sneeuw loo- pen met lichte, glijdende schreden, naar voedsel speurend. Zijn staart hing zwaar tot op den grond. Salten liet hem loopen hij kon heden niet dooden, hij moest bege nadigen evenals hij zelf begenadigd wenschte te worden. Het dier schrikte, toen Salten na derbij kwam en verdween met een sprong in het kreupelhout. 0 Salten had zich aan den weg, die van het station naar het boschhuis voerde, niet ver van het blokhuis bij een bocht van den weg in de struiken verborgen. Van hier uit wil de hij de slede zien aankomen. Hij wilde eerst een blik op het gelaat van Winnifred Hartau werpen, voor dat hij haar in tegenwoordigheid van de anderen begroette anders ver loor hij zijn zelfbeheersching. Zoo stond hij als een struikroover en wachtte. Eindelijk naderde de groote slede. bleem van de gaskelders. Hier en daar heeft een groote stad als bij zondere bezienswaardigheid een gas- kelder, een pracht-ding met veel bui zen en geheimzinnige toestellen, waar misschien een flinke honderd menschen in kunnenmaar wat beteekenen honderd, of zelfs twee honderd menschen op al die ande ren, die géén .plaatsje kunnen vin den? In onze steden moeten op iede re wijk twee, drie of vier gaskelders gebouwd worden en op het platte land moeten ook nog vele schuil plaatsen worden opgetrokken. In dat verband trof ons een ad vertentie in de „Arnhemsche Crt." waarin bouwers woningen aanboden met gas-, scherf- en invalvrije kel ders, geconstrueerd volgens aanwij zingen van de militaire gasschool te Utrecht. Zóó moet 't! Maar dat kan natuurlijk alleen bij de nieuwe woningen in practijk ge bracht worden en deden alle bou wers dat maarl doch in reeds be staande wijken moet men het zoe ken in het uitbreken van woning complexen en het daarvoor bouwen van gas- en bomvrije kelders voor Als 't gure weer U koud en rillerig doet Ihuis komen en voor 'n zware verkoudheid, zelfs voor een griep aanval doet vreezen, neem dan voor '1 naar bed gaan een "AKKERTJE" Ge voorkoml dan veel narigheid en slaat morgen gezond en prettig opl t!"nf'ind'?h Ongeëvenaard bij gevalle ko» r Griep, rheumatische pijnen, P Zenuwpijnen, Hoofdpijn, enz. r Per 12 sl. 52 ct. Zakdoosje 20 d Volgens recept van Ap<. iheker Dumont Op de voorbank zag hij Winnifred naast haar vader. Het was hem of zijn hart stilstond. Hij werd bleek van onderdrukte ontroering en druk te zijn vuisten tegen zijn hart. Met groote brandende oogen keek hij in het lieve, als een perzik zoo frissche gelaat, dat uit de kap van den bont mantel te voorschijn kwam. Haar oogen vlogen als in onrustige ver wachting de slede vooruit. Wien gold deze blik vol verwachting? Het vast beraden gelaat van den Pelskoning vormde een belangwekkend contrast met de teere trekken van zijn doch ter. Maar ook zijn gelaat scheen Salten als een openbaring als een belofte. De slede was snel voorbij gereden. Van geen van de andere inzittende personen, noch van de hoog opgesta pelde bagage had Salten notitie ge nomen en nu snelde hij op zijn sneeuwschoenen met groote spron gen door het woud, de bocht van den weg afsnijdend. Nu had hij Win nifred gezien en hoopte haar met eenige zelfbeheersching te kunnen begroeten. In ademlooze vaart vloog hij voort, over alle hindernissen sprin gend. Hij bereikte het boschhuis nog een minuut eerder dan de slede. In eerbiedige houding trad hij na grootere aantallen menschen. De stedenbouwkundigen hebben reeds lang met gas rekening gehou den door de moderne straten breed uit te bouwen, zoodat eventueeie gaswolken spoediger door den wind uiteengedreven worden of beter ge legenheid hebben met de warmte- golven omhoog te zweven en de stra ten weer vrij te maken. Ook boom- aanplanting, die het zich concen- treeren van gas in den weg staat, heeft veelvuldig plaats gehad. Er is nog veel te doen enwe hebben haast. Als we zien, hoe al leen de vertaling van één woordje in een officieel telegram (het woord je „alsbald," dat met „onmiddellijk" in plaats van met „zoo spoedig mo gelijk" was vertaald) reeds een on gunstige indruk vestigt, die de meest fatale gevolgen kan hebben, mogen we niet langer talmen en moeten we met vereende krachten aan het werk tijgen I Wanneer krijgen we hier onze gasmaskers van 1 gulden, onze gasbrochures, onze gaskel- der Wanneer? 1899 1918 1936. o 1899. Op 18 Mei in het Huis ten Bosch in den Haag opening van de Eerste Vredesconferentie. Plechtige diplomatieke conferentie met minis ters, gezanten en hooge officieren, moeilijk te genaken voor ieder die niet tot den kring der uitverkorenen behoort; voorzoover het groote pu bliek er zich voor interesseert, mees tal slechts spot en scepticisme. De Czaar van Rusland wilde den we reldvrede bevorderen: vermindering der bewapeningen, beslissing van ge schillen door een scheidsgerecht in plaats van door wapengeweld. Het eerste bleek in het geheel niet te verwezenlijken; ten aanzien van het tweede werd slechts een beschei den stap gedaan door de oprichting van het Permanente Hof van Ar bitrage; bij gebrek aan beter hield men zich bezig met het opstellen van regelen, die, als het oorlog zou zijn, voor oorlogvoerenden en neu tralen zouden gelden. Na eenige we ken vergaderen ging men uiteen zon der dat een blijvend verband tus- schen de Staten was geschapen; der. Winnifred had reeds vergeefs met onrustig verlangen bij het blok huis naar hem uitgekeken I Toen hij nu verscheen, greep zij naar den arm van haar vader en werd zeer bleek. „Vader daar is Mr. Saltenl" Haar stem klonk zeer gedempt. Ernstig en onderzoekend keek Pe ter Hartau naar het bleek geworden gelaat van zijn dochter. Zat het reeds zoo diep bij haar? Maar hij liet niets merken. Met veerkrachtigen sprong verliet hij de slede en tilde Winnifred er uit, ter wijl de bedienden, die op de achter ste banken plaats hadden genomen, zich langzaam uit hun warme om hulsels wikkelden. Lachend wendde Hartau zich tot Salten. „Goedendag, Mr. Salten!" Deze boog en legde zijn hand in die van Hartau, die hem werd toege stoken. „Mag ik u en Miss Hartau begroeten," zei hij zoo kalm hij maar kon. Peter Hartau bleef voor zijn doch ter staan. Hij wilde Winnifred tijd geven, zich te herstellen. Maar Sal ten had opgemerkt, hoe Winni van kleur verschoot en was zelf ook bleek geworden. Zijn hart klopte hevig evenals dat van Winnifred. Peter Hartau merkte zeer goed op, dat slechts bestond de mogelijkheid dat men over een aantal jaren opnieuw zou bijeenkomen om het werk voort te zetten. Groote illusies waren niet gewekt. 1918. Het einde van den Wereld oorlog nadert. Het vredesvraagstuk is niet meer een probleem alleen van pacifisten en van Regeerings- personen; de volken hebben aan den lijve ondervonden wat oorlog wil zeg gen en het verlangen „nooit meer oorlog" heeft zich meester gemaakt van de menschheid in al haar gele dingen. Regelingen moeten worden getroffen om een nieuwen oorlog in de toekomst te voorkomen. In de afgeloopen vier jaren heeft men ge leerd hoe internationaal de oorlog voering te organiseeren; van die er varing zal nu worden geprofiteerd bij het organiseeren van den vrede. Een vaste band zal gelegd worden eerst tusschen Geallieerden en Ge associeerden, welke weldra ook de neutralen zal kunnen omvatten, en misschien later ook zij, die tegen- Standers waren in den oorlog. Vol ken, organiseert U om den vrede te bewaren en de internationale rechtsorde te handhaven, dat was de gedachte die toen algemeen in gang vond. Tijdens den oorlog had den staatslieden met Wilson vooraan, volkenrechtsgeleerden en pacifisten, op papier reeds Volkenbondsplan nen opgesteld en zoo legde men in 1918 de eerste grondslagen voorden Volkenbond van Genève. Zeker, deze Volkenbond met „als ongelijksoortige ouders het stu deervertrek en de oorlogssamenwer- king der Geallieerden" was niet heelemaal volmaakt; critiek van pa cifistische zijde bleef niet uit, maar toch hoe fraai was het gebouw dat hier als vredestempel werd opgetrok ken! Verplichting omr alle geschillen aan vreedzame beslechting hetzij van Volkenbondsraad hetzij van rechter of scheidsrechter te onderwerpen, onderlinge hulpverleening aan den aangevallen Staal, uitzicht op ver mindering van bewapening en dit alles gegrond op strikte eerbiediging van het internationale recht. Dit alles geplaatst in een sfeer van openbare diplomatie, enaangevuld met regelen voor nuttig technisch en sociaal werk, bescherming van verdrukte minderheden en een rechtvaardige behandeling van de verschillende landen op handelsgebied. Inderdaad Salten moeite had. zijn ontroering meester te worden, en dat zijn stem haperde. „Hoe gaat het u, Mr. Salten? Hoe is u de eenzaamheid doorgekomen?" „Het was mie een geneesmiddel, Mr. Hartau". „Maar een bitter geneesmiddel, niet waar?" Een flauw lachje speelde om Sal- ten's mond. „Nu ja het was nu en dan bitter maar heilzaam". Nu trad Hartau terzijde. „Kom, Winni, begroet Mr. Salten". Deze had zich met moeite hersteld en reikte Salten de hand. Een huive ring van groot geluk doorvoer bei den, toen zij elkaar de hand gaven. „Het doet mij genoegen, dat ik u gezond voor mij zie, Mr. Salten. Maar u bent wel wat mager gewor den," zei zij met wat bevende stem. Hij haalde diep adem. „Dat is van geen beteekenis. Miss Hartau, ik hoop, dat het ook u goed gaat". Nu kon zij alweer lachen. „O ja, het gaat mij altijd goed, ofschoon ik het niet verdien nu ben ik al leen een beetje stijf van de lange rit". (Wordt varvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1