BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Winnifred de Pelskoningin.
ZIJN STIJVE NEK
IN 8 UUR GENEZEN
KLOOSTERBALSEM
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
FEUILLETON
DOOR KL00STER0ALSEN
45ste Jaargang
Vrijdag 24 April 1936
Nummer 4130
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer fO,15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
De les van Locarno,
—o
Ontegenzeggelijk is het een feit,
dat het Locarno-verdrag van -wer
kelijk groote beteekenis is geweest
voor het behoud van den vrede en
wanneer wij hier zeggen, dat het
van groote beteekenis voor den vrede
is geweest dan bedoelen wij daar
niet mede, dat thans de uit het ver
drag voortvloeiende verplichtingen
zijn verdwenen, immers ondanks de
eenzijdige opzegging van Duitsche
zijde blijven de verplichtingen, welke
de andere partijen tegenover elkaar
hebben, onverminderd voorïbestaan,-
doch wij vermeenen, dat tengevolge
van de verplichtingen, die Frankrijk
op zich heeft genomen naast die
van het Locarno-verdrag, dit laatste
gevaarlijk werd voor het behoud van
den vrede in ons deel van Europa.
Vanaf het oogenblik, waarop
Frankrijk op duidelijk uitgesproken
wijze toenadering tot Sovjet Rusland
is gaan zoeken heeft men dit in
leidende kringen in België begrepen
en hoewel men in België geen moge
lijkheid zag om de gevaren, die voor
taan aan Locarno verbonden waren
te ondervangen, is toch vanaf dat
oogenblik de tegenzin tegen het
Fransch-Belgisch militair accoord
toegenomen en hebben zich ook ver
schillende leidende politieke persoon
lijkheden bij de actie tegen dat ac
coord aangesloten.
Wanneer men vraagt of de Fransch-
Russische overeenkomst in strijd is
met het Locarno-verdrag, dan moet
men zich bij het beantwoorden van
die vraag niet stellen op juridisch
standpunt, maar met militaire oogen
moet men de militaire consequenties
der beide verdragen bezien.
Op grond van de Fransch-Rus-
sische overeenkomst is Frankrijk ver
plicht Rusland onmiddellijken bij
stand te verleenen, ook indien de
Volkensbondsraad geen aanbeve'ing
geeft of niet tot eenstemmige uit
spraak komt.
Dit wil dus zeggen, dat wanneer
in den Volkenbondsraad Frankrijk
Duitschland aanvaller" zou noemen,
terwijl alle andere leden Rusland als
zoodanig zouden aanduiden en er
op die wijze geen eenstemmige uit
spraak is, dan is Frankrijk toch nog
verplicht tot onmiddellijken bijstand.
Hoewel een dergelijke uitspraak na
tuurlijk heel weinig waarschijnlijk is,
blijkt hier toch wel uit, dat wanneer
46.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. .Rossuin
0
De beide, zoo verschillende jonge
lieden liepen eendrachtig als goede
kameraden door het woud.
Op de grens van hun jachtterrein
namen zij afscheid met een hand
druk.
„Tot weerziens dusl"
„Tot weerziensj En een goede
jacht I"
„Dat wensch ik jou ook toe".
Nu was Rudolf Salten weer alleen.
Vlug gleed hij op sneeuwschoenen
voort, terwij hij ondertusschen scherp
naar jachtbuit tuurde. Hij had dien
dag geluk en schoot een paar prach
tige blauwvossen en nog andere
kostbare pelsdieren. Met handigen
greep trok hij de buitgemaakte die
ren de huid af en begroef daarna
de neergeschoten dieren in de
het maar eenigszins mogelijk is om
den schijn van „aanvaller" op
Duitschland te werpen, de Duitschers
bij een Duitsch-Russisch conflict zeer
ernstig rekening moeten houden met
een Franschen aanval in den rug.
De militaire consequenties van de
Fransch-Russische overeenkomst zijn
dus, dat bij het uitbreken van een
Duitsch-Russisch conflict, Frankrijk
onmiddellijk geheel of gedeeltelijk
zal mobiliseeren, en Duitschland
maatregelen moet nemen ter verde
diging tegen een mogelijken Fran
schen aanval in den rug. Deze maat
regelen moeten dan bestaan in het
samentrekken van troepen aan den
Rijn.
Maar daardoor zou Duitschland
op een voor Duitschland zelf zeer
gevaarlijk oogenblik het I.ocarno-
verdrag schenden, terwijl die schen
ding dan bovendien niet zou kunnen
bestaan in het betrekken van „vre-
desgarnizoenen," doch in het be
zetten van alarmstellingen met strijd
vaardige troepen, waardoor die
schending dan ook noodwendig een
veel ernstiger karakter zou hebben
dan thans, en op grond van art. 2
van het Locarno-verdrag aan Frank
rijk en België onmiddellijk het recht
zou geven zonder nadere goedkeu
ring van den Volkenbond of van de
garanten van het Locarno-verdrag,
Duitschland binnen te rukken.
Nu is in België gedurende de laat
ste maanden zelfs de vrees ontstaan,
dat voor België onder bovenvermel
de omstandigheden geen keuze mo
gelijk zou zijn, maar dat men ten
gevolge van het Fransch-Belgische
militair accoord, of men zou willen
of niet, onvermijdelijk meegesleept
zou worden in elk militair optreden
van Frankrijk tegen Duitschland.
Wanneer men de zaak op deze
wijze beziet, dan is het wel .duidelijk,
dat het Locarno-verdrag niet langer
kon 'beschouwd worden als bü te dra
gen tot versterking van den vrede
in dit deel van Europa, zooals nog
twee jaar geleden onze Minister
van Buitenlandsche Zaken van oor
deel was blijkens de Memorie van
Antwoord aan de Eerste Kamer,
In 't bijzonder voor België, dat vol
gens het Locarno-verdrag ook de
onschendbaarheid van de Fransch
Duitsche grens garandeert, was het
Locarno-verdrag een gevaar gewor
den, omdat het de mogelijkheid van
neutraal blijven in een Fransch
Duitsch conflict uitsloot.
sneeuw. Die kon hij bij de wolven
jacht als lokaas gebruiken, vooral
daar er nu een reeks maannachten
begon. Hedennacht wilde hij weer
voor het eerst op de wolvenjacht
gaan. Tevreden over zijn dagwerk
keerde hij met de buitgemaakte pel
zen in de cantine terug en ging,
nadat hij gegeten had. eenige uren
slapen, opdat hij in den nacht op
post kon zijn. Zoo gingen zijne da
gen voorbij. De eene geleek op den
andere en onderscheidde zich slechts
door een meer of minder grooten
jachtbuit.
Den 23sten December kreeg hij
weer een lieven brief van zijn moe
der. Hij hoopte dat ook zij omstreeks
Kerstmis zijn brief zou hebben ont
vangen. Met schijnbaar opgeruimde
woorden had hij haar geschreven
over de majestueuze schoonheid van
het in wintertooi gehulde oerwoud
en haar verteld van zijn rijken jacht
buit waardoor hij een groote winst
hoopte te maken, daar op elk vel
al naar waarde een premie werd be
taald. Hij deelde haar mee, dat hij
een vrij belangrijke som zou krij
gen, waardoor hij gedurende eenigen
tijd van alle zorgen zou zijn onthe
ven.
Uit den brief van zijn moeder
hoorde hij, dat zij gezond was en
De les, die wij hieruit kunnen lee-
ren, is dat kleine landen als Neder
land en België zijn, angstvallig moe
ten waken om niet door het aangaan
van verbintenissen met groote mo
gendheden in den doolhof der
machtspolitiek verzeild te raken.
Nederland moet volharden bij zijn
beproefde neutraliteitspolitiek, vol
gens welke het tegenover niemand
garanties op zich neemt en ook van
niemand garanties aanvaardt.
Maar niet op woorden alleen kan
die neutraliteitspolitiek steunen, want
de neutraliteitsrechten worden zeker
met voeten getreden indien de neu-
traliteitsplichten niet op duidelijk
zichtbare wijze worden nagekomen.
Tengevolge der ontwikkeling van
de moderne techniek die overrom
pelingen te land en in de lucht mo
gelijk maakt op een schaal als nim
mer te voren, brengt onze neutrali-
teitswil mede, dat wanneer wij niet
wenschen, dat anderen ter verzeke
ring der eigen veiligheid zich voor
verdediging inrichten op onzen bo
dem, wij moeten zorgen voor een pa
raatheid, die ook op dergelijke over
rompelingen is berekend.
Nieuwe methoden op
oude wegen.
o
Slechts twee dingen schijnen in
onze dagen de wereld vast te houden
en te boeien: het goud en de pe
troleum! Van het goud weet men
evenwel, dat het slechts een specu
latie-object, een fictie is, van de pe
troleum weet men, dat het hier gaat
om .een realiteit, welke juist in deze
dagen in het middelpunt staat van
de wereldpolitiek.
Onder de huidige omstandigheden
is het geen wonder, dat de deskundi
gen ijverig calculeeren, of de wereld
ook voor de toekomst over voldoende
goud te beschikken heeft, of de be
roemde goudmijnen ook bij verhoog
de eischen rijk genoeg zullen zijn
steeds maar weer opnieuw voorraden
te leveren. De deskundigen van de
andere branche echter probeeren de
petroleumbronnen, het vloeiend goud,
dat de boortorens in alle vijf de we
relddeelen omhoog zuigen, zoo eco
nomisch mogelijk te benutten. De
naaste toekomst brengt n.l. een
vraagstuk taee, dat zij thans reeds
theoretisch trachten op te lossen.
met al haar liefde bij hem vertoefde.
Den volgenden morgen ging hij
als iederen anderen dag op de jacht.
Wel dacht hij er aan, dat het heden
Kerstavond was en dat nu in het
Duitsche vaderland een blijde feest
vreugde heerschte. Daar stond in
elk huis een versierde denneboom
en in aller harten was de drang,
liefde te geven en wat goeds te doen.
Maar hij weerde deze gedachten die
hem week dreigden te maken. Voor
hem was dit een dag als alle an
dere, voor hem waren er geen feest
dagen meer. Hij wilde er niet meer
aan denken, dat het heden Kerstdag
was.
Maar de gedachten lieten zich toch
niet weren. Zou er hedenavond in het
huis van den Pelskoning Hartau
een Duitsch Kerstfeest worden ge
vierd? Zou ook daar de glans van
kaarsen door groene dennetakken
glinsteren en fonkelende lichten over
een blond meisjeshoofd stralen?
Winnifred HartauWinnifred
Hartau!
Haar naam weerklonk in zijn hart
met verlangende droefheid.
En hij zag het mooie naaldhout,
dat onder een witten 6neeuwlast zijn
takken boog, met allerhande lieve,
bonte snuisterijen versierd, zooals hij
het thuis zoo dikwijls had gezien.
Eenmaal immers zal de oude aarde
ophouden petroleum te geven. Dan
zullen alle krachten verspild zijn en
de boortorens mogen rusten Het
is daarom geen wonder, dat men,
vooral in Amerika, met koortsachti-
gen ijver zoekt naar een siibstantie,
welke de kostbare olie in tijd van
nood zou kunnen vervangen.
Men gaat met geheel nieuwe
methoden de oude goudmijnen en
de bijna reeds leeggeputte oliebron
nen te lijf. Alle vernuft der techniek,
door den mensch ontdekt, wordt
hiertoe in dienst gesteld.
Toen men in het rotsachtig ge
bergte van Californië, hoog boven
den zeespiegel, in het gebergte van
Newada, vóór bijna 90 jaar op goud
stiet, ontdekten een paar slimme,
energieke ingenieurs een methode,
om door waterdrukking zand- en
aardmassa's te verschuiven en het
gevonden goud op geheime plaat
sen te verbergen. Deze methode had
slechts één nadeel: het zand werd
automatisch naar de rivieren ge
spoeld en herschiep prachtigen,
vruchtbaren grond in een onvrucht
baar, kunstmatig gewijzigd land
schap. Dat ging zoo ver, dat in
1884 een verordening uitkwam, vol
gens welke geen waterdrukpompen
meer mochten worden gebruikt. Van
dien tijd af werden de „goudwas-
schers" aan de Bear River en de
Yuba River gedwongen het veld te
ruimen en ergens anders naar goud
te zoeken. Intusschen had men in
den loop der jaren niet minder dan
300 millioen dollars aan goudstof
uit deze gebergten gewonnen. Doch
honderden imillioenen dollars liggen
hier nog verscholen.
In de komende maanden zullen
in Newada nieuwe hydraulische pom
pen hun arbeid aanvangen. Men is
op jacht naar goud. Daarom vond
men voor Newada nieuwe methoden
uit, welke niet schadelijk kunnen zijn
voor de vruchtbaarheid van het land.
De verordening van 1884 is nog
steeds geldig. Doch de moderne
techniek verstaat de kunst haar te
omzeilen.
Er is geen vraagstuk, hetwelk de
wetenschap thans zoo zeer vervult
als het vraagstuk van den petro-
leumvoorraad. En deze wetenschap
heeft uitgemaakt, dat de mensch
binnen honderd jaar geen petroleum
meer tot zijn beschikking heeft, wan
neer hij jaarlijks zooveel gebruikt
als thans het geval is.
Zijn opgeruimde moeder had altijd
veel zorg aan een mooie versiering
van den Kerstboom gegeven en zelfs
zijn strenge vader was op Kerstavond
een andere man geweest en had
plechtig een oud Kerstlied gezongen.
Hij kon zich den inhoud van het
lied niet meer precies herinneren.
Brokstukken vielen hem slechts te
binnen.
„Und wenn manche Hoffnung, die
[treu wir gehegt,
Ein feindliches Schicksal zu Boden
[uns schlagt.
Heut wollen wir fröhlich wie Kinder
[sein,
Bei des Weihnachtsbaumes blitzen-
[dem Schein".
Zoo luidde een plaats. En een
andere
„Wer treu in des Lebens verdriesz-
[licher Fahrt
Den Sinn sich für Schönes und
[Edles bewahrt,
Dem leuchtet es freundlich ins Le
[ben hinein,
Bei des Weihnachtsbaumes blitzen-
[dem Schein".
Het was hem alsof hij de stem
van zijn vader hoorde, hij zag zijn
moeder aan de piano zitten en met
haar zonnigen lach dit lied bege
leiden ach
ten stijve eek behoeft 6e
bus niet langer te hebben
BIk had den geheelen dag door regen»
achtlg weer geloopen met een sner
penden wind. Toen ik s'avonds thuis
kwam, kon ik mijn hoofd niet meer
bewegen, zoo stijf waren de spieren
van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed
maar liet mij tevoren eens stevig wre
ven met Kloosterbalsem, 's Morgens
was ik verrast te bemerkendat er
van m\jn stijve nek niets meer te be
speuren was. De Kloosterbalsem had
m(j in een enkelen nachtof in 8 uur
van m'n hevige stijve nek af geholpen.
S. Sch. te den H.
AKKEB'S ORIGINEEL TER INZAQI
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand- en miijwonden
Ook ongeëvennnrd als wrfjfmlddel t»U
Rheumatlek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 627i ct. en f 1.04
Andere vakkundigen staan op het
standpunt, dat men misschien reeds
binnen één jaar of twee jaar buiten
aardolie kan of tenminste voor een
groot deel. Men is in New York
n.l. doende een vloeistof uit te vin
den, welke, vermengd met petro
leum, deze laatste kan vervangen
zoodat we nog voor 1500 jaar pe
troleum genoeg zouden hebben, al
dus de deskundigen.
In Noord-Amerika gelooft men
evenwel, dat er nog vele olierijke
streken in Amerika zijn, welke het
mogelijk zouden maken den mensch
2000 jaren lang van olie te voor
zien. Hoe is het mogelijk, dat er in
1936 'jnenschen zijn, die zich het
hoofd breken over de vraag, of de
menschen over 2000 jaar nog wel
van petroleum kunnen profiteeren!
Achteraf is het toch wel interessant
te weten, hoe de jacht naar olie
ieder land en iederen staat heeft
aangegrepen. Zelfs Engeland begint
op het einde van deze maand op 12
verschillende plaatsen in haar bo
dem te boren. Men schijnt op grond
van zekere geologische ontdekkin
gen er van te zijn overtuigd, dat in
„Manch lange vergessenes liebes
[Gesicht
Taucht wieder empor aus dem zit-
[temden Licht",
Wat greep hem dit alles aan, hoe
zeer hij er zich ook tegen verzette.
Waar waren de vredige tijden geble
ven, toen hij met een blij, onbe
zorgd hart onder den Kerstboom
stond.
„Ach wie liegt so weit
Was mein einst war".
Een droeve stemming maakte zich
van hem meester. Hij had ook niet
veel geluk op de jacht, daar hij niet
opmerkzaam was. Tamelijk doelloos
liep hij op zijn ski's heen en weer
tot het tijd was naar huis te gaan.
Het was reeds donker toen hij het
blokhuis bereikte.
Mr. Bridge keek hem lachend aan.
„Vandaag hadt u vroeger uit moe
ten scheiden, Mr. Salten," zei hij
gemoedelijk, „het is toch feestavond
vandaag. Mrs. Bridge heeft een lek
ker gebraad voor ons gemaakt en
een fijne koek gebakken. Zij kan
uitnemend koken, dat moet men haar
nageven. Wij zullen een punch be
reiden en ons met waarzeggen ver
maken. Heden mag ieder Christen-
mensch een vraag aan het lot doen".
.(Wordt vervolgd).