«MjEÉCKBiSGHODL
Gewestelijk Nieuws
KONINKLIJKE VLAAMSCHE
STADSSCHOUWBURG GENT.
Donderdag 9 April om 7,30 u.
DE KRIBBEBIJTER.
Zondag 12 April nam. 2,30 uur
VICTORIA EN HAAR HUZAAR.
Muziek van Paul Abraham>
Zondag 12 April, om 7,30 u.
afscheidsvoorstelling van
HET ZEVENDE GEBOD.
Maandag 13 April, afscheidsvoorstel-
ing van
GRAVIN MARITZA,
operette van Emmerich Kalman
AARDENBURG.
Sollicitanten onderwijzeres.
Naar de vacante betrekking van
onderwijzeres aan de openbare school
alhier hebben zich na herhaalde op
roeping slechts 3 sollicitanten op
gegeven. Oorzaak van dit geringe
aantal schuilt daarin, dat alleen
wachtgeldsters en zij, die in betrek-
Icing zijn, kunnen mededingen. De
ledig loopenden lcomen nog niet in
aanmerking I
IJZENDIJKE.
Eervol ontslag.
Aan den heer C. de Dreu, hoofd
der Bijzondere Neutrale School al
hier, is met ingang van 1 Mei a.s.
eervol ontslag verleend als zoodanig.
Het is niet onmogelijk dat in deze
vacature niet wordt voorzien zoodat
genoemde inrichting een éénmans-
school worden zou.
PREDIKBEURTEN
Ned. Herv. Kerk.
Goede Vrijdag (10 April).
Breskens
7,00 uur Ds Snijdelaar.
Bediening H. Avondmaal.
Schoondijke
5,30 uur Ds Snijdelaar.
Bediening H. Avondmaal.
visschers voor armoede te bewaren.
Het zou mij te ver voeren om alle
terreinen te noemen waarop U zich
in het belang onzer gemeente hebt
bewogen. Ik wil alleen nog met groo-
te dank gewag maken van de aan
gename verstandhouding, welke U
altijd hebt helpen bevorderen in het
college van Burgemeester en Wet
houders en in den Raad. Iedere be
woner van onze gemeente, van arm
tot rijk, kon steeds op Uw sympathie
en medeleven rekenen, wanneer men
U noodig had. U hebt altijd ge
tracht in den waren zin des woords
een burgemeester te zijn en daar
voor wil ik U op dit plechtige oogen-
blik namens alle inwoners, namens
den Raad en de wethouders onze
diepe erkentelijkheid betuigen. Wij
prijzen ons gelukkig dat U thans
25 jaren aan het hoofd van deze
gemeente hebt gestaan en lief en
leed met haar hebt willen deelen.
Wij feliciteeren U op dezen dag met
Uw 25-jarig jubileum, dé wensch uit
sprekende dat de resteerende jaren
van Uw bewind nog tot zegen van
de gemeente moge zijn.
De Raad en de ambtenaren Uwer
gemeente willen niet nalaten U thans
ook een stoffelijk blijk van hun
sympathie en groote waardeering te
overhandigen. Mag ik U daarom dit
horloge aanbieden en daarbij de
wensch uitspreken dat het U gege
ven moge zijn nog vele jaren hier
van een veelvuldig gebruik te maken.
Wij hopen en vertrouwen dat U bij
het zien op de wijzerplaat zoo nu
en dan ook eens wilt terugdenken
aan dezen 4den April 1936.
Lang leve de Burgemeester.
Hierna sprak de Secretaris. Dr. J.
Ramaker, hem namens de gemeente
ambtenaren toe:
Mijnheer de Burgemeester,
Mijne Heeren,
Breskens is een gemeente, die in tal
van opzichten uitersten vertoont, ook
in zijn burgemeesters. Immers, in de
vorige eeuw was een Uwer voorgangers
Mijnheer de Burgemeester, vele jaren
lang verplicht, zonder raad te regeeren,
omdat het de overgroote meerderheid
der leden van dit College niet behaag
de onder zijn leiding te beraadslagen.
Later treffen wij daarentegen Burge
meester Gerritsen aan, die thans nog
in de herinnering van velen voortleeft
als een energiek burgemeester, als een
man van groote gaven. Diens opvolger
evenwel vond in de houding onzer
niet steeds even rustige bevolking aan
leiding, reeds na korten tijd op een
andere gemeente zijl talenten als ma-
gistiaat te beproeven. II haalde men
25 jaar geleden feestelijk en geestdrif
tig in, en ongetwijfeld zullen U heden
nog vele blijken gegeven worden van
erkentelijkheid der burgerij voor wat
Gij voor Breskens in deze kwarteeuw
gedaan hebt.
Toch kan helaas deze dag er niet
een zijn van louter vreugde, want onze
gedachten gaan vanzelfsprekend ook
uit naar haar, die U, laat mij mogen
zeggen, die ons, op 5 October 1935
ontvallen Is. Hoe gaarne hadden wij
haar hier aan Uw zijde gezien en hoe
zouheur vriendelijke aanwezigheidalleen
al aan dezen dag charme en blijdschap
verleend hebben. Met dankbaarheid
moge getuigd worden, dat Mevrouw
van Zuyen in het leven van velen onzer
persoonlijk een zeer groote, onverge
telijke plaats heeft ingenomen.
Dit alles evenwel mag ons niet weer
houden, op gepaste wijze uiting te
geven aan onze gevoelens jegens U, en
ik acht het een voorrecht, zulks, na
mens de ambtenaren te mogen doen
Ik wil niet geven een opsomming
van de vele dingen, aan wier totstand
koming Gij hebt meegewerkt. De heer
Cambier heeft dit reeds uitvoerig ge
memoreerd. Ik wil echter gaarne Uw
verhouding tot de ambtenaren dezer
gemeente schetsen, die er allen bijzon
der prijs op hebben gesteld, het hun
ne bij te dragen in de aanbieding van
het geschenk, dat U zoo juist ter hand
is gesteld. Immers, zij hebben U lee-
ren kennen als een joviaal leider, die
gaarne elkeen een ruime mate van
zelfstandigheid bij het volbrengen van
zijn taak toekent, die wars is van pre-
ciesigheid, die mogelijk den horloge
maker siert, maar op het gestel van
vele menschen zenuwprikkelend werkt.
De ambtenaren waardeeren U ook,
omdat Gij hen niet in den steek Iaat,
wanneer critlek op hun optreden of
hun arbeid wordt uitgeoefend. Is de
aanmerking gerechtvaardigd, dan doet
U haar beteekenis in correcte termen
uitkomen, is het verwijt niet gerecht-
vaadigd, dan verzwijgt Gij zulks niet,
zoodat de ambtenaar in Uw optreden
een zekere compensatie vindt voor het
onrecht, dat hem mogelijk aangedaan
werd. En hebt Gij zelf reden tot cri-
tiek, dan kunnen wij er van verzekerd
zijn, dat Gij U op de vriendelijkste
wijze uit, als mensch tot mensch spre
kend, meestal beginnend met een be
roep, niet op Uw ambt, maar op Uw
leeftijd. Dit laatste - sta mij toe naast
lof, critiek te mogen doen hooren -
dit verwijzen nu naar Uw leeftijd, acht
ik beslist onjuist. Want even nadat Ge
vaderlijk gesproken hebc, handelt Gij
volkomen in strijd met Uw woorden,
vernietigt Gij pardoes den zoo juist
gevestigden eerbied voor den leeftijd
dien Ge beweert te bezitten, door op
te springen, de telefoon te grijpen,
een passeerende ingezetene aan te
roepen of naar een brand te rennenl
En wij - wij staren U verbluft na en
vragen ons af, hoeveel jaren bij U
het hart jonger is dan de rest.
Deze drang naar daden is zeker in
deze zware tijden een eerste vereischte
voor een burgemeester. Niet minder
kwam dezt eigenschap U te stade in
de moeilijke oorlogsjaren, toen U eens,
blijkbaar ter voorkoming van een drei
gend tekort aan spek, beslag liet leg
gen op een argeloos wandelend varken,
dat later in den Ministerraad ter tafel
kwam, (figuurlijk natuurlijk), en bij
welke gelegenheid de Raadslieden der
Kroon hun waardeering uitspraken over
het energiek optreden van Breskens'
burgervader.
Bij Uw jubileum willen wij echter
niet alleen onze sympathie en erken
telijkheid betuigen voor hetgeen U in
het verleden geweest zijt, wij zijn U
ook dankbaar voor het feit, dat Ge
vandaag in ons midden bent. Allen
toch, die U eenigszins van nabij ken
nen, weten, dat U voor plechtigheden
en ceremoniën slechts in zeer beperk
te mate waardeering bezit en het is
ons blij te moede, dat U zich heden
wel aan deze huldiging hebt willen
onderwerpen.
Ik eindig, Mijnheer de Burgemees
ter, door mede namens mijn collega's,
de hoop uit te spreken, dat een goede
gezondheid nog lang Uw deel zij. dat
Gij voor tegenslagen behoed blijve,
dat Hoogere Leiding U schenke alles,
wat Ge nog van de toekomst verwachten
moogt.
De Buijgemeester begon met te
zeggen, dat hij zich van de clementie
van dt' heeren overtuigd hield, wan
neer het spreken hem thans niet ge
makkelijk afging.
Hij dankte allen voor de juiste
sfeer, waarin de huldiging werd ge
houden.
Hij bracht dank aan den loco-Bur-
meester voor zijn hartelijke wen-
schen en hoopte dat ze in vervulling
zouden gaan. Meermalen had hij
zich reeds verbaasd over de wonder
baarlijke veelzijdigheid en activiteit
van den heer Cambier; bij dat alles
ontpopte hij zich nu heden ook nog
als een redenaar. Bij het opsommen
van mijn verdiensten, aldus de Bur
gemeester, hebt ge echter overdre
ven. Het persoonlijk aandeel dat ik
bij het tot stand komen van de ver
schillende zaken heb gehad, hebt ge
gezien met een bril op voorzien van
glazen waarvan men vergrootglazen
pleegt :te maken. Wel durf ik zeggen,
dat hetgeen ik ondernam als Burge
meester, ik dat zoo goed mogelijk
heb gedaan. Moeilijk viel mij dat in
den regel niet, omdat ik de werk
zaamheden gaarne doe en het ambt
voor mij nog steeds dezelfde beko
ring heeft als de eerste dag dat ik
het aanvaardde. Men is, zooals een
bekend schrijver-Burgemeester heeft
gezegd: ,,Niemands knecht maar tot
ieders dienst". Wellicht had hij. zegt
spreker, het ambt wel eens al te
Burgervaderlijk opgevat, dat niet ge
heel is volgens de nieuwste stijl, maar
vee! verandering moet men daarin
van hem maar niet meer verwachten.
Met het cadeau van de Raadsleden
en van de ambtenaren, een gouden
horloge, was de Burgemeester zeer
ingenomen, hij vond het een mooie
keuze, dankte er recht hartelijk voor
en zeide het steeds te zullen dragen.
Zich thans tot de Secretaris rich
tende, zeide hij dat de bewoordingen
waarin hij door hem was toegespro
ken opnieuw de uitnemende stylis-
tische gaven van den Secretaris had
den doen uitkomen. Voor de wen-
schen was hij zeer gevoelig en dank
te hij hartelijk. De verhouding tot
de ambtenaren was steeds zeer goed
geweest en hij hoopte zeer, dat dit
zoo zou blijven.
Dat het lid van Gedeputeerde Sta
ten, de heer Dieleman, hier aanwezig
was, vond spreker zeer vereerend.
Hooger echter werd door den Burge
meester de aanwezigheid van zijn
ouden vriend Mr. Petrus Dieleman
aangeslagen, die ook zijn installatie
had bijgewoond. Hij twijfelde er niet
aan of hun vriendschap zou blijven
voortduren evenals de liefde voor
hun beider geboortegrond Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Spreker eindigde met de woorden:
Ik zal op de brug blijven zoolang
ik kan of zoolang als de landsregee-
ring het gedoogt.
Na mij zullen andere Burge
meesters komen die waarschijnlijk
veel knapper en veel geleerder zul
len zijn dan ik, wellicht Meesters
in de rechten, Ingenieurs of Docto
ren in ik weet niet wat voor weten
schappen; nimmer echter zal er een
komen die zich inniger met Breskens
verbonden voelt en zijn plaats meer
lief heeft.
Des middags om half drie werd
het huldeblijk van de burgerij van
Breskens, een plakette van den jubi
laris in brons, met onderschrift, wel
ke in de hal van het Gemeentehuis
in den muur is ingemetseld en ver
vaardigd door den heer Cor Visser,
met een bijbehoorende Oorkonde,
gemaakt door den Calligraaf, den
heer Aalbregtse, aangeboden. (Van
deze oorkonde vinden onze lezers
hier een weergave).
Het was een plechtig oogenblik
toen de Voorzitter, de heer Iz. de
Hullu, den jubilaris als volgt toe
sprak
Hooggeachte Burgemeester,
Het is heden den dag, dat U mag
terugzien op een 25-jarige loopbaan
als- hoofd van onze gemeente.
Hoe geheel anders is deze dag
dan die, waarop U 25 jaar geleden
Uw ambt aanvaardde.
Toen stond U met Uw beiden, Uw
geliefde vrouw aan Uw zijde, thans
is U alleen.
Toch zal naast een gevoel van
weemoed om het gemis van Uw
echtgenoote ook een gevoel van
dankbaarheid in Uw hart opwellen
bij de gedachte, wat zij gedurende
al deze jaren bij de vervulling van
Uw ambt is geweest.
En vooral ook omdat U zoo dik
wijls is gebleken welk een vooraan
staande plaats zij innam in de harten
van de geheele bevolking.
Wij, d.w.z. het Comité, hebben dan
ook .onmiddellijk de gedachte ge
had: De Burgemeester moet gehul
digd worden, al zal deze hulde dan
ook niet luidruchtig zijn, maar be
scheiden en ingetogen, zooals de om
standigheden dit vergen, maar Me
vrouw zal op dezen dag niet vergeten
worden en daarom hebben we he
denmorgen in alle eenvoud, maar
hret een diep gevoel van weemoed
en dankbaarheid, een krans op haar
graf gelegd als een stille hulde van
de geheele bevolking.
Burgemeester, het leven, de plicht
eischt van ons, dat we ondanks zor
gen en verdriet, verder voortgaan
en doen, wat onze plicht ons op
legt.
Toen we vernamen, dat U op 4
April Uw 25-jarige ambtsvervulling
zou herdenken, is een Comité ge
vormd van personen uit alle rangen
en standen der bevolking, die bereid
gevonden werden samen te werken
om U op eenvoudige, maar wel
gemeende wijze te huldigen voor het
vele, dat U gedurende die periode
voor onze gemeente heeft gedaan.
Zelden zal wel een comité zoo
gauw en zoo spontaan zijn gevormd
en aan het werk zijn gegaan.
Alle plaatselijke vereenigingen von
den we bereid hieraan mede te wer
ken, en dank zij ook de uitstekende
geest, die wij. collectanten in de
verschillende wijken aantroffen liep
alles vlot van stapel.
Gezien de benarde tijdsomstandig
heden konden we met trotsch en
voldoening op onze arbeid terugzien.
Alles opsommen, wat onder Uw
bezielende leiding in de afgeloopen
25 jaar is tot stand gebracht, zou
me veel te ver voeren, maar dat het
veel, heel veel is geweest, daarover
zijn we het allen eens, en daarvoor
zijn we U dan ook zeer erkentelijk.
Het Comité meende U en tegelijk
de geheele gemeente een blijvend
aandenken te moeten schenken.
We hebben den in Breskens zoo
bekenden kunstenaar Cor Visser be
reid gevonden, al zijn talenten te
wijden aan dit werk en we hopen,
dat U straks dezelfde nreening zult
zijn toegedaan als wij, n.l. dat Cor
Visser in alle opzichten in zijn op
dracht is geslaagd, ja, dat hij deze
taak met liefde heeft volbracht, om
dat het voor Breskens was.
Tevens, burgemeester, hebben we
den Calligraaf, dhr. Aalbregtse, be
reid gevonden bij dit geschenk een
passende oorkonde te maken, die U,
naar we hopen, wel een plaatsje in
Uw huiskamer zult willen geven.
Alvorens tot de aanbieding hiervan
over te gaan, wou ik nog één wensch
uitspreken en wel deze: Volgens de
wet moogt U niet lang meer aan
het hoofd van onze gemeente staan
(ik meen 4 of 5 jaar nog) maar
in de jaren, Idie U nog als onze
eerste burger resten, wenschen wij U
toe, gezondheid, kracht en wijs be
leid, tot heil van onze gemeente.
En nu burgemeester, wou ik U
verzoeken dit gedenkteeken, waarop
ons nageslacht -met trotsch en eer
bied moge neerzien en dat hun tot
in lengte van dagen den kranigen
burgemeester van Zuijen zal herin
neren, wel te willen aanvaarden.
Zeer onder den indruk voor deze
groote erkentelijkheid dankte de Ju
bilaris voor dit prachtig aandenken.
De Burgemeester dankte allereerst
voor de gepaste hulde gebracht deze
morgen bij het graf van zijn overle
den echtgenoote. Het spreken valt
hem niet gemakkelijk, 25 j'aar ge
leden stond hij hier ook, en ook toen
zongen de kinderen hem toe, maar
toen was alles zoo geheel anders
en hij stond niet alleen. Maar het
leven eischt dat wij voorwaarts gaan.
Spreker zegt, dat hem te veel eer
wordt bewezen. Hij dankt allen die
daartoe hebben bijgedragen. De
Raad en de Ambtenaren, de Bres-
kensche Courant, al de Vereenigin
gen, te veel om afzonderlijk te noe
men. De vriendelijke en kundige
handwerkster, die een tapijt voor zijn
bureau schonk. Ennu ook het
Comité uit de Burgerij weer, die bij
monde van den heer De Hullu hem
komt toespreken en een plakette aan
bieden. Nogmaals, het is alles te
veel en te mooi. Bijzonder prettig
vindt spreker het dat de heer De
Hullu namens de Burgerij spreekt,
omdat 25 jaar geleden het Vader
de Hullu was, die het initiatief nam
tot de toen plaats gehad hebbende
luisterlijke jnstallatie.
Na de verschillende belangrijke
gebeurtenissen die tijdens zijn ambte
lijke carrière hadden jrlaats gegre
pen, zooals mobilisatie, levensmidde
lendistributie, revolutievrees, an
nexatie en anti-annexatiebewegingen
nu weer de crisis te hebben bespro
ken. kwam de heer Van Zuijen weer
tot het feit van den dag. Hij is het
met den Voorzitter van het comité
eens, dat de heer Visser zich zeer
goed van zijn opdracht heeft ge
kweten. Voor zichzelf en ook na
mens de Gemeente aanvaardt hij het
cadeau gaarne. Hij is er zeer mede
vereerd en eindigde met de woorden
Mijnheer de Voorzitter, beste Vrien
den, straks als ik er niet meer zijn
zal en de jongeren van thans zullen
hier met hunne kinderen voorbij ko
men dan hoop en vertrouw ik, dat
ze zullen zeggen: „zie, die man daar,
dat was een echte Bressianer, hij
hield van ons en wij hielden van
hem".
Na deze plechtigheid hieven de
voor het Gemeentehuis oj>gestelde
schoolkinderen het Wilhelmus aan.
gevolgd door een tweetal versjes van
het door den heer C. C. J. de Pree,
hoofd der school, voor deze gelegen
heid gemaakte en in de Breskensche
kleuren (gedrukte Huldigingslied.
Hierna kregen de zeer vele plaat
selijke vereenigingen ge'egenheid den
jubilaris, als Eere-voorzitter, Voor
zitter, Bestuurslid en Lid, hun ge-
lukwenschen aan te bieden, verge
zeld gaande met bloemenmanden en
bloemstukken. Het was één 'bloe
menpracht.
Hierna volgde een stroom van be
langstellenden, welke de gelegenheid
te baat namen den jubilaris als bur
gemeester, vriend en mensch hun
gelukwenschen aan te bieden. Zijn
Belgische vrienden uit Brussel,
Knocke, enz. ontbraken hier niet.
Voor allen had de jubilaris een
afzonderlijk woord van dank.
Van vier tot half zes Werden de
kinderen aangenaam bezig gehouden
met een feestvoorstelling, hen door
den jubilaris bereid, in Sumajo. Een
goochelaar hield hen aardig bezig,
afgewisseld door een danseresje.
Des avonds werd een muziek- en
zanguitvoering op de Julianatent ge
geven, waar ook de schoolkinderen
hun huldigingslied uit de kleine
keeltjes lieten hooren.
Deze liederen werden aan de
luisteraars uitgereikt, welke gelegen
heid kregen mede te zingen.
Na afloop gingen allen uiteen, zeer
voldaan over deze zoo schitterend
verloopen en in alle eenvoud plech
tige huldiging van onzen Burge
meester.
BRESKEN3.
Verloting H. O. V.
4e verantwoording ingekomen giften
voor de verloting van de voetbalver -
eeniging „Breskens".
Tulband Iz. L., Taart Iz. L., Bloem-
tafeltje W. J., Nachtzak N. N., 2 Baby
mutsjes N. N., 3 Babyjurkjes N. N.,
1 Jongensblouse N. N., Zaklantaarn
N N., doos Toiletzeep A. H.
De loten zijn bijna uitverkocht, zij
die nog wat geven willen worden
vriendelijk verzocht dit spoedig te doen.
SCHOONDIJKE.
Dammen.
Persoonlijk Kampioenschap voor Zee
land van de Zeeuwsche Dambond.
De Zaterdagmiddag alhier gespeel
den wedstrijd tusschen A. Kotvis Az.
en Bosselaar is remise geworden.
Donderdagmorgen 9 dezer wordt
te Zuidzande een nieuwe partij ge
speeld. De stand is thans
Bosselaar 3, Kotvis 3, Snoodljk 0
(teruggetrokken).
OOSTBURG.
Damwedstrrijd gehouden te Oostburg.
Oostburg „O D.E.S" Schoondijke.
oneven nrs wit
D. Luteijn
I. Porreij
C. W Jacobs
P. A. Catsman
D. de Hullu
D. de Puijt
T. Zanen
even nrs wit
A. Moggré 0-2
P. Risseeuw 0-2
C Leenhouts 2-0
A. Verhage 2-0
A. Leenhouts 0-2
H. Geluk 0-2
A, de Kraker 2-0
Totaal 6-8
OOSTBURG.
Vergadering.
In een te Oostburg gehouden verga
dering der vereeniging voor vocale en
instrumentale muziek POLYPHONIA
te Oostburg werd de rekening over
1935 vastgesteld in ontvangsten op f
402,30 en in uitgaven op f 226.34, al-
zoo met een batig slot van f 175,96.
Besloten wetd om van het batig saldo
een contra-bas aan te schaffen. De
begrooting voor 1937 werd in ont
vangsten en uitgaven vastgesteld op
een bedrag van f 296 Het jaarver
slag van den secretaris werd voorge
lezen en aldus vastgesteld. In de con
tributie voor de werkende leden werd
geen verandering gebracht. De voorz.
de heer M. A. Aalbregtse, die aan de
beurt van aftreden was, werd bij accla
matie herkozen. Den heer Jacob Ros,
die voor een jaar was benoemd, als
directeur, viel een benoeming te beurt.
Besloten werd ook dit jaar te Oost
burg een buitenconcert te geven van
de afdeeling zang met begeleiding van
het strijkorkest.