BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
R
Winnifred de Pelskoningin.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
5
O ocin 21 tuien
m !>l 'CUnk
De huldiging van onzen Burgemeester,
FEUILLETON
45ste Jaargang
Dinsdag 7 April 1936
Nummer 4126
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar t 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer (0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling)
Itr wm >rj« ft 5 - jattt) |«Wfum
t alt, 4' ,)ttu«nW l^rraltrn*
iWr rrn tetmfer thl bar^ortj.
Breskens, ons aloude Breskens,
was Zaterdag in vlaggentooi. Zijn
Burgemeester immers herdacht het
feit, dat hij voor vijf en twintig jaar
zijn ambt als Burgemeester alhier
aanvaardde.
Dat het geen feest kon zijn, dat
wisten wij. Uit piëteit tegenover zijn
enkele maanden geleden ontslapen
Echtgenoote, moest men dezen dag
in jgepasten vorm herdenken; be
scheiden en ingetogen.
Het was wel een schoone gedachte
van het Huldigingscomité, wijlen Me
vrouw van Zuijen des morgens in
alle eenvoud, maar met een diep
gevoel van weemoed en dankbaar
heid haar namens de geheele be-
42.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr.J. P.WESSELINK-v. Rossum
..Laten zij denken, wat zij willen,
tantetje! U heeft vanavond nog geen
enkelen keer gedanst nu zullen
de heeren u bestormen en met u
willen dansen".
„Maar, kind ik dans toch reeds
sedert eenige jaren niet meer. Hoe
kan je zoo met mij ronddraaien,
ik zou bijna zijn gevallen".
„Ik zou u wel vastgehouden heb
ben".
„Men moet den dag niet loven
voor het avond is. Nog kort tevoren
heb ik je vader gezegd, hoe ik mij
verheugde, dat je je jongensachtige
wilde manieren had afgeleerd. En
nul"
Winnifred lachte. „Het was een
kleine terugslag. Wil ik u eens wat
zeggen, ik ben zoo blij, dat ik het
luid zou willen uitjubelen. Zal ik het
doen?"
volking te herdenken, door een krans
op haar graf te leggen. De krans
van Arendskelken werd gedragen
door een zestal schoolkinderen der
scholen en door den Voorzitter van
het huldigingscomité met eenige tref
fende en diep ontroerde woorden op
het graf gelegd, naast een stille
bloemenhulde, welke de jubilaris zei
ve, in alle eenzaamheid, des morgens
vroeg op het graf van zijn onver
getelijke gade had gebracht.
Om pl.m. 10 uur had een be
sloten Raadszitting plaats waarin de
Burgemeester, als Voorzitter van den
Raad, werd gehuldigd.
De loco-Burgemeester, de heer A
Cambier, sprak den jubilaris, onder
het aanbieden van een souvenir, een
Verschrikt legde tante Kora de
hand op Winni's mond. „Waag het
eensl Jé bent er toe in staat!"
Weer lachte Winni hartelijk. Maar
zij zei met een buitengewoon zachte
uitdrukking: „Neen, tantetje, hie;
niet. Maar als ik nu ginds in ons
woud was, dan zou ik jubelen, zoo-
dat de hemel er zich over zou ver
heugen".
0
Ginds in het oerwoud was de win
ter reeds lang met ijs en sneeuw
gekomen. Rudolf Salten leidde een
hard en zeer eentonig leven. Van
's morgens vroeg tot 's avonds laat
was hij op de been. Dikwijls sloop
hij ook 's nachts een bijzonder wild
na, bijvoorbeeld de wolven, die zich
steeds verder waagden, hoe meer de
winter vorderde. Hij had er nog niet
toe kunnen besluiten Hans Holder-
lin of Ernst Richter op te zoeken
om hen tot een gemeenschappelijke
wolvenjacht uit te noodigen. Hij had
zich alleen in maanlichte nachten
op weg begeven en een veilige plaats
gevonden, vanwaar hij reeds vele wol
ven had neergelegd. In een reus
achtig grooten boom, die uit drie in
elkander gegroeide stammen be
stond en een geweldig groote kroon
vormde, had hij eenige meters van
den grond een soort klein platform
ontdekt. Op dit platform had hij
een soort schildwachthuis gemaakt
gouden horloge met inscriptie, met
de volgende woorden toe:
Hooggeachte Jubilaris,
De wensch van den loco-burge
meester in 1911 is in vervulling ge
gaan. Deze hoopte dat U de be
langen der gemeente zou behartigen
en alles ter hand zou nemen wat tot
heil en voorspoed der gemeente kon
leiden.
Het is mij een groote eer en een
oprecht genoegen 25 jaar later te
mogen verklaren dat naar beste
weten alles hebt gedaan wat men
an U verwachtte.
Er behoorde intusschen wel moed
toe om aan het werk te gaan. De
gemeenterekening vertoonde toen
aan ontvangsten de kapitale som van
uim f 17000.- en in een van de
eerste door U gepresideerde raads-
ergaderingen beweerde een raads
lid dat de gemeente op zijn hoogte
punt was gekomen en van uitbrei
ding wel geen sprake meer zou zijn.
Het ging over de uitbreiding van
het gemeentehuis en de twee wet
houders moesten het tegen de vier
andere raadsleden afleggen. Die hee
ren waren blijkbaar toen ook al niet
zoo .gemakkelijk, en het heeft nog
20 jaar geduurd voor ons gemeente
huis op Uw initiatief er uit ging
zien als thans.
In teen volgende raadsvergadering
was U oogenschijnlijk gelukkiger
want teen voorstel tot subsidieering
van een directe tramverbinding
KnockeBreskens werd aangeno
men. Hoewel dat plan nooit is uit
gevoerd, is de tramverbinding er
toch gekomen en dat geeft ons moed
voor de directe autoweg Knocke
Breskens, welke ca. 25 jaar later
Uw onverdeelde belangstelling heeft,
met het aanvankelijke succes dat dé
Raad de uitgaven voor het maken
van een streekplan heeft gevoteerd
Met groote waardeering mag ik
ook gewag maken van Uw onver
flauwde belangstelling voor een wa
terleiding in deze gemeente. Reeds
bij Ltw komst te dezer plaatse werd
U door den Raad naar het comité
voor de Waterleiding afgevaardigd
Het getuigt van Uw onvermoeide
energie dat deze zaak ook thans
nog Uw volle medewerking heeft
en wij prijzen ons gelukkig dat U
de belangen van onze gemeente i
de vergaderingen van de waterlei
zoolang het nog tamelijk warme da
gen waren. Hij zei tot zichzelf, dat
hij hier met succes het wild zou kun
nen beloeren en vermoedde nog niet
hoe nuttig hem deze veilige schuil
plaats bij de wolvenjacht zou zijn
Met stroo, warme dekens en derge
lijke dingen belegde hij deze schuil
plaats en kon hier urenlang in de
strengste vorst op de loer liggen
Juist op deze plek kwamen de wol
ven samen en in maanlichte nachten
velde hij er een groot aantal. Hij
moest clan echter tot het aanbreken
van den dag in zijn schuilplaats blij
ven. Anders zouden de wolven hem
verscheurd hebben. In den vroegen
morgen plachten zij zich van deze
plek te verwijderen.
Het vleesch van andere buit ge
maakte pelsdieren legde Salten als
lokaas voor de wolven hier neer
als hij plan had op de wolvenjacht
te gaan. Zoo lokte hij deze roofdie
ren steeds weer en had een rijken
buit.
Eindelijk ontmoette hij op zekeren
dag aan de grens van zijn terrein
een zijner buren. Het was Hans Höl
derlin. Deze had het spoor van wild
vervolgd en was daardoor dicht aah
het terrein van Salten genaderd. Nu
stonden de beide jagers tegenover
elkaar en staarden elkaar een poos
sprakeloos aan. Toen lachte Holder-
lin verbaasd.
ding maatschappij vertegenwoordigt.
Er is hier één voorwerp aanwezig
dat U al deze 25 jaren trouw heeft
vergezeld en dat is de voorzitters
hamer, U geschonken door den heer
Adriaan Luteijn uit Schoondijke. De-
hamer heeft de voorhistorische
kaars nog meegemaakt in de avond
vergaderingen van den Raad en zal
zich bij deze meer moderne verlich
ting ook wel prettiger gevoelen.
Meerdere malen is door U in den
Raad gepleit voor de oprichting van
een afdeeling van het Groene Kruis
en onze gemeente kan zeer dank
baar zijn dat Uw pogingen zijn ge
slaagd en hier thans een bloeiende
afdeeling is tot stand gekomen tot
heil van de lijdende bevolking. Het
eerste subsidie waar U voor pleitte
bedroeg f 25.- hetgeen in den loop
der jaren is verveelvoudigd.
In 1913 werden de eerste bespre
kingen, geopend voor een uitbreiding
an de bebouwde kom en het is
mede aan Uw voortvarendheid en
voortdurende zorg te danken dat
deze eerste pogingen geleid heb
ben tot de grenswijziging in 1929,
welke zoozeer heeft bijgedragen tot
de bloei in het aanzien van onze
gemeente.
De oorlogsjaren 1914/18 hebben
aan U als burgemeester heel wat
zorgen gegeven. Het zou ondoenlijk
zijn om alles te vermelden wat in die
jaren door U in het belang der ge
meente is verricht. Ik zou er alleen
op willen wijzen hoe U zich toen
reeds -de nood der visschersbevol-
king hebt aangetrokken. Als voor
beeld hoe moeilijk het was om de
visschers bij te brengen tot wien
zij zich voor steun hadden te wen
den, zij vermeld dat toen een vis
scherman door U naar het steun
comité werd verwezen, deze ant
woordde dat het niet ging om kom
men thee of kommen koffie, maar
om eten.
Op Uw voorstel werd intusschen
onmiddellijk f 500.- gevoteerd als
subsidie voor het steuncomité waar
mede de eerste nood kon worden
gelenigd.
Een groote verbetering voor de
gemeente kwam onder Uw bestuur
tot stand toen de West-Spuiboezem
is gedempt. Het is een lichtende
plek in de vele minder economische
uitgaven, welke de gemeente zich in
de oorlogsjaren had te getroosten
„Drommels! Daar is toch een
mensch! Ik meende, dat er van dit
soort in 't geheel geen exemplaren
hier meer waren," zei hij in zijn niet
heel zuiver Duitsch, maar dat sterk
het Thüringsche dialect verried.
Salten moest lachen over het ron
de, verbaasde gelaat van den jongen
Thüringer.
„Ik hoop, dat uw verbazing geen
onaangename is," antwoordde hij
eveneens in het Duitsch.
Hans Hölderlin sloeg zich op de
knie.
„U spreekt Duitsch I Bent u dan
een Duitscher?"
„Dat ben ik".
„Waarlijk? Dat had ik niet kun
nen droomen. Vertel mij eens
hoe komt u dan in deze vervloekte
streek?"
Bij deze woorden sloeg Hölderlin
zijn armen krachtig in elkaar om
zich te verwarmen.
„Waarschijnlijk op dezelfde wijze
als u. Ik veronderstel, dat u de pels
jager Hölderlin bent. En ik ben
eveneens als pelsjager bij den Pels
koning Hartau aangesteld".
Hölderlin schudde verbaasd het
hoofd.
„Nu weet u zelfs, hoe ik heet
Maar ik had u niet voor een pels
jager gehouden. Daar heb ik andere
exemplaren van gezien I U ziet er
drommels voornaam uit als een
Het voortdurende gebrek aan finan
ciën moet U toenmaals dikwijls met
groote zorg hebben vervuld. De
Hoofdelijke Omslag moest soms met
100 pCt worden verhoogd. Dat de
gemeentelijke nood U niet onberoerd
liet, moge blijken uit het feit dat U
uit eigen zak een gedeelte der kosten
van een ambtenaar voor de distribu
tie betaalde en als de Raad eens
mopperde over de vele aanvragen
om onderstand en leniging van nood
vonden -deze bij U altijd een warm
pleitbezorger.
Een belangrijke gebeurtenis voor
deze gemeente was het toekennen
van een subsidie voor de H.B.S. te
Oostburg. De totstandkoming hier
van heeft ook Uw onverdeelde be
langstelling gehad.
De visscherij heeft altijd een voor
name plaats ingenomen in Uwe be
moeiingen voor onze gemeente. Toen
er geruchten liepen dat de Mij. Zee
land van Vlissingen naar Rotterdam
zou worden overgeplaatst stelde U
een motie in den Raad voor om bij
de Regeering hiertegen te opponee-
ren. In dezelfde raadsvergadering
werd door U verslag gedaan van
Uw pogingen in den Haag om tot
oprichting van een visscherijschool
te geraken. Deze pogingen zijn ge
slaagd, zoodat wij ons dank zij
Uw voortvarende optreden kun
nen beroemen op de eerste visscherij
school van Nederland, welke veel
heeft bijgedragen tot het heil van de
visschersbevolking.
De wereldcrisis heeft ook onze
gemeente en speciaal de visschers
getroffen. Alle reden voor U om ook
dan weder voor de visschers in de
bres te springen. Het is ongetwijfeld
een der moeilijkste tijdperken in Uw
ambtsperiode. Het aantal vergade
ringen en besprekingen met alle mo
gelijke autoriteiten is legio geweest.
Uw onvermoeide zorg en nauwge
zette plichtsbetrachting in deze kan
door onze gemeente nooit genoeg
worden gewaardeerd.
De in deze gemeente opgerichte
vischmijn is mede dank zij Uw ini
tiatief tot stand gekomen en is een
krachtige stimulans gebleken voor
de meerdere welvaart van een groot
deel onzer bevolking. En hoewel de
tegenslagen op visscherijgebied niet
van de lucht af zijn, bent U tot
op heden toe voortgegaan te doen
wat in Uw vermogen was om onze
graaf".
„Maar ik ben eenvoudig de pels
jager Salten".
„Nu dan als u het zegt, zal het
wel zoo zijn. Heeft de jacht u al
wat opgeleverd?"
„Ik geloof, dat ik een goeden buit
gemaakt heb".
„Hm ik ook. Het wild loopt
iemand bijna tegen de beenen. Men
behoefde slechts te schieten en
daar ligt het. Heeft u reeds aan
wolvenjachten deelgenomen?"
„Ik heb een groot aantal wolven
geveld".
„Natuurlijk jn gezelschap van an
dere pelsjagers?"
„Neen geheel alleen".
„Voor den drommel dat is toch
een beetje gevaarlijk".
„Niet zoo heel erg maar een
beetje vervelend. Als u er belang
in stelt, zal ik u graag wijzen, hoe
ik op wolven jaag. Misschien volgt
u mijn voorbeeld. Het heeft het voor
deel, dat alle gedoode wolven u toe-
behooren, terwijl u met anderen moet
deelen, als u in gezelschap jaagt".
„Dat zou prachtig zijnl Daar ben
ik nieuwsgierig naar. Weet u, waar
ik nu zeer in het bijzonder op let?"
„Nu?"
(Wordt vervolgd).