BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0.
Winnifred de Pelskoningin.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. B00M-BL1EK - Breskens
Bij
FEUILLETON
Als lam geslagen!
AKKERTJES
45ste Jaargang
Dinsdag 24 Maart 1936
Nummer 4122
ABONNEMENTSPRIJS-
Per drie maanden f 1.25 Buiten Breskens per drie maanden t 1.40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar I 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer I0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
ij daglicht huiswaarts,
o
Nu is het dan werkelijkheid, waar
we ons weken geleden al op ver
heugden I Nu weten we wat een ge
not 't is nog bij dag thuis te ko
men van ons werk. Zoo heel onge
merkt is het begonnen: er kwam
een dag en toen we naar huis gin
gen, was 't donker. Maar niet pre
cies zoo donker als anders. In het
blauw van den al donkerenden hemel
lag nog een glans van licht, niet
meer dan een schemering eigenlijk,
en ver aan den einder van de lange
rechte straat, waar lucht en huizen
in elkaar overgaan, was nog een
teere streep van licht. Dat was de
scheidende dag. En zoo hadden wij
voor de eerste maal nog een glimpje
daglicht opgevangen.
Van dien dag af ging het snel
voorwaarts. Eiken dag een streepje
meer. Een eigenaardige gewaarwor
ding was dat in het begin. Want we
waren er in den langen winter al zoo
aan gewend geraakt, dat we eigen
lijk niet anders wisten, of 't hoorde
zoo: in het donker of onder den
schijn der lantaarns huiswaarts te
keeren. En nu, nu is het opeens
toch weer anders geworden, nu is
het nog dag na onze dagtaak en
we ondergaan liet als. iets heel bij
zonders, ook op onzen terugweg de
zon nog te zien, het opwekkende
daglicht ook in onzen vrijen tijd nog
weer te genieten.
We maken al weer plannen, wat
we nog doen kunnen, want we moe
ten hem alle eer bewijzen, den len
genden dag. En als we ons wat
haasten, kunnen we nog een oogen
blik wandelen, misschien zelfs nog
even buiten de stad komen; of an
ders ons even verpoozen in park
of plantsoen en wie zoo gelukkig
is er eigen plantsoen" op na te
houden, diens eerste gang als hij
thuis komt, geldt zeker dat dierbaar
stukje grond, waarhij zijn hart
aan heeft verpand en waar nu de
zonnige lenteboden, crocussen en
scilla's volop staan te bloeien.
De laatste zonnestralen in den
avond hebben we nog niet beleefd.
Nog gaat de zon te vroeg onder.
Maar steeds lichter is het geworden
en geen karig lantaarnlicht doet ons
meer verlangen naar de warme be
slotenheid van de huiskamer. Inte
39.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr.J. P.WESSELINK-v. Rossum
0
,,Daar is volstrekt geen reden voor
danken, Mr. Salten. Wat ik doen
kan, doe ik graag. Ik weet toch zelf
hoe het js, als men zoo heel onge
zellig moet huizen. Ik heb met al
de arme kerels medelijden, die nog
dieper de wildernis moeten intrekken.
Een hut vinden zij natuurlijk allen,
want vóór hen hebben altijd al ande
ren op het jachtterrein gewoond, die
weer weggetrokken zijn. Maar hoe
ziet het er in de hutten uit? Daarom
doe ik ook alles wat ik kan, als ik
hier eens iemand onder mijn dak
heb. En daarmede basta. Nu moet
ik de koe en de geiten melken.
Ik heb geen tijd meer. Ik breng u
nog uw ontbijt, Mr. Salten".
Met deze woorden verwijderde
Nelli Bridge zich. Salten ging weer
naar zijn kamertje terug en keek
gendeel, de lust tot uitvliegen komt
nu weer bij ons boven. Wie ér maar
even tijd voor heeft, kiest nu zijn
weg wat buitenom, door bosch of
park of langs een teer-groenend
stadsplantsoen, waar stil de heesters
staan te botten. Dan voelen ook wij
de lentevreugd zwellen in ons hart!
Nog is de grond kaal en grauw,
maar aan zijn kruidigen geur speu
ren we, dat reeds heel binnenkort
zich het groene waas weer over hem
zal spreiden en zijn naakte vaalheid
dekken zal met een kleed van blad
en bloem.
Zoo zoeken wij weer weg te ko
men uit het stadsgewoel. En na een
langen dag van werken in stoffige
kantoren en fabrieken ademen wij de
frissche, opwekkende voorjaarslucht
bij volle teugen in. Ons lichaam
strekt zich in welbehagen om de mil
der geworden lucht, hooger dragen
wij het hoofd en onze blikken zoe
ken de laatste zonneglanzen aan den
nog lichten hemel, die nu een be
lofte inhoudt en ons vervult van dui-
zendenderlei hoop en verwachting.
De tijd van plannen maken is weer
daar en de dag lokt ons weer, lan
ger en langer, om allerlei langge
koesterde venschen in vervulling
te doen gaan
Bezwaren
tegen de Reisbelasting.
o—
De Kon. Ned. Toeristenbond heeft
aan de Tweede Kamer der Staten
Generaal een adres gericht, naar aan
leiding van het ingediende wetsont
werp tot heffing van een Reisbe
lasting.
In dat adres wordt opgemerkt,
dat het wetsontwerp bij het Bestuur
en, naar reeds gebleken is, bij
vele groepen der bevolking tal
rijke bezwaren ontmoet, bezwaren
van principieelen aard en bezwaren
tegen de wijze van uitvoering van
het denkbeeld eener belasting op
buitenlandsche reizen.
Wat de principieele bezwaren be
treft, wordt opgemerkt, dat een vrij
en onbelemmerd internationaal toe
ristenverkeer een belang is van de
hoogste orde, een middel om de vol
ken tot elkander te brengen, elkan
er met stralende oogen rond. Over
het heldere beddeünnen streelde hij
liefkoozend met de hand. Daarna
nam hij den bos rhododendrons uit
het glas en verborg zijn gelaat in
de koele bladeren.
Winnifred Hartau! Winnifred
HartauIHet geheele vertrek scheen
vervuld van haar goedheid.
Snel pakte hij nu zijn koffer uit
en bergde alles in de kast. En toen
hij de bovenste lade van zijn wasch-
tafel opentrok, stond hij verbaasd.
Er lag een stapel schoon linnen
goed in, lakens en nog eenige hand
doeken, alles met een ,,H" getee
kend. En nu ontdekte hij achter het
linnengoed een rij boeken. Het wa
ren Duitsche klassieken en eenige
goede Duitsche romans. Zijn oogen
werden vochtig. De ontroering dreig
de hem te overmannen. En hij mocht
haar niet eens danken.
Toen nu Mrs. Bridge zijn ontbijt
binnenbracht, kon hij haar slechts
zwijgend toeknikken. Zij keek hem
aan en zag, dat zijn oogen vochtig
glansden. Snel verliet zij het kleine
vertrek.
Salten ontbeet vlug en maakte zich
gereed voor den inspectietocht door
zijn terrein.
Toen hij door het bedauwde woud
liep, was het hem te moede, alsof
hij niet alleen ging. Een bloem van
de rhododendron die in zjjn wasch-
der beter te doen 'begrijpen, een
middel ook om den reiziger een rui
mer blik te verschaffen op toestan
den en gewoonten, zoowel elders als
thuis en hem aldus te brengen ook
tot meerdere waardeering van het
geen ons eigen land biedt. Inter
nationaal toerisme is niet in de eerste
plaats amusement, doch een nood
zakelijke verfrissching van lichaam
en geest.
Uit ideeële en moreele overwegin
gen is het Bestuur dan ook over
tuigd tegenstander van eiken maat
regel, welke het reizen naar het bui
tenland, vooral voor de groote massa
an ons volk, zal belemmeren.
Nimmer zal de Bond propageeren,
dat ontspanning en verfrissching van
den geest alleen en uitsluitend zijn te
vinden in den vreemde, maar wèl
is het zijn vaste overtuiging, dat voor
slechts een klein deel van reislustig
Nederland plaats is in ons vader
land, dat het hier voor vele beschei
den beurzen te duur is, dat ons land,
hoeveel afwisseling het ook geven
kan, toch steeds slechts één soort
natuurschoon kan bieden en dat Ne
derland als klein land niet kan wor
den vergeleken met landen als
Frankrijk en Duitschland, waar de
inwoners bijna alle typen landschap
en landschapschoon kunnen bezoe
ken, zonder de landsgrenzen te over
schrijden.
Het adres wijst op den gunstigen
invloed, welke een vacantieverblijf in
het buitenland heeft op de gezond
heid en werkkracht Van den betrok
kene (dikwijls ook door het verschil
in klimaat), op de opvoedende kracht
die van een verblijf onder andere
volken uitgaat, de verrijking van ta
len- en menschenkennis, de verrui
ming van blik, voordeelen, welke
het N ederlandsche volk tot nu toe
heeft kunnen plukken van zijn reis
lust, een gunstige eigenschap, waard
om aangemoedigd en aangekweekt
inplaats van beiast te worden. Het
zou een onvergeeflijke fout lijken,
thans het stuur om te gooien en
alleen ter wille van tijdelijk, gering
voordeel voor de schatkist, den ge
zonden reislust van het Nederland
sche volk te gaan belasten.
Het argument, dat het reizen in
sommige landen thans buitengewoon
goedkoop is en de schatkist daarom
een deel van de „crisiswinst" van
de vacantiereizigers wel mag op
water gevallen was, had hij in zijn
portefeuille gelegd. Die wilde hij al
tijd bij zich dragen ter herinnering
aan den liefdedienst van Winnifred
Hartau. Het was hem te moede
alsof zij naast hem liep en met hem
praatte op de haar eigen bekoorlijke,
vroolijke manier, die zoo in 't geheel
niets onnatuurlijks had en vrij was
van alle sentimentaliteit, doch uit het
diepst van haar hart opwelde.
Een smartelijk gevoel doortrilde
hem, toen hij er aan dacht, dat zij
over enkele uren deze streek zou
verlaten. Spoedig zou zij weer in
Montreal zijn, in de trotsche, witte
marmeren villa van haar vader. En
de dochter van den Pelskoning zou
daar geen tijd hebben aan den armen
pelsjager van haar vader te denken,
dien zij in haar goedheid duizend
weldaden had bewezen.
Telkens weer.keek hij op zijn hor
loge. Hij moest er voor zorgen, op
tijd terug te zijn, als zij met haar va
der wegreed. Een blik wilde hij toch
nog van haar opvangen. Midden in
het bosch zag hij toen op zijn weg
een aantal mooie, zeldzame bloe
men, die hij niet kende. Hij plukte
er een ruiker van en bond dien met
heidekruid en een bosje rhododen
dron samen. Dezen ruiker wilde hij
haar tot afscheid meegeven. Deze
bloemen zouden haar zeggen hoe
dankbaar hij haar voor haar goed
eischen, onderschrijft de A.N.W.B.
geenszins; integendeel mag men den
Nederlander dit eventueele kleine
lichtpunt jn dezen somberen crisis
tijd wel gunnen.
Verder merkt het adres op, dat
in sommige kringen een geheel ver
keerde meening bestaat ten aanzien
van de kosten en het karakter van
buitenlandsche plezierreizen en doet
het uitkomen, dat deze geen uitingen
zijn van weelde of overbodige luxe,
daar de meesten van degenen die
naar het buitenland reizen niet meer
kunnen en willen betalen dan
hoogstens f 3.- per dag voor volledig
pension, een bedrag, waarvoor men
hier te lande slechts een beperkte
logeergelegenheid aantreft. De be
perking der bewegingsvrijheid welke
dit ontwerp bevat, de rompslomp
van zegeltjes en controle zullen ge
voeld worden als een aantasting van
de vrijheid, welke ons volk sterk
zal prikkelen.
Deze impopulaire wet zal mede
geweten worden aan een gedeelte
der hotelhouders, die ter wille hun
ner privé belangen dit denkbeeld
hebben gepropageerd, maar die hun
buitenlandsche clientèle zullen ver
liezen, zonder den Nederlandschen
vacantieganger daarvoor in de plaats
als gast te krijgen.
Terloops merkt het adres hierbij
op, dat het Nederlandsche hotel
wezen niet geholpen zal kunnen wor
den door een op den vacantiereiziger
geoefenden dwang, doch door posi
tieve maatregelen als verlaging der
op het hotelbedrijf drukkende hef
fingen, betere propaganda, meer at
tracties, aanpassing der prijzen aan
die van het buitenland, minder be
lemmerende wettelijke en andere den
vreemdeling onaangenaam aandoen
de bepalingen.
Na deze principieele bezwaren te
gen een reisbelasting in het alge
meen, noemt het adres de vele be
zwaren tegen de uitwerking van het
denkbeeld in de thans voorgestelde
regeling, daar het ontwerp ten eerste
niet uitsluitend plezierreizen belast,
maar alle reizen en zelfs het nor
male grensverkeer en ten tweede een
uitgesproken prohibitief karakter
heeft, door het hooge bedrag dat ge
heven wordt. In plaats van de in
uitzicht gestelde belasting op buiten
landsche plezierreizen, welke het za
kenleven niet zou belemmeren en
heid was. En nu was het tijd om
terug te keeren. Nu merkte hij, dat
hij te ver was afgedwaald. Hij wierp
zijn geweer over den schouder en
liep zoo hard hi} kon door het kreu
pelhout. Eenige keeren joeg hij wild
op. Maar nu had hij geen tijd er
acht op te slaan. Daarvoor was het
morgen tijd genoeg ais zij ver weg
zou zijn.
Warm, opgewonden en bestoven
bereikte hij het blokhuis en ïnerkte
herademend, dat hij nog tien minu
ten den tijd had.
Nelli Bridge zei hem, dat Mr.
Bridge reeds met den knecht naar
het boschhuis was gereden om Mr.
Hartau en zijn dochter af te halen.
Salten knikte haar toe, ging vlug
zijn kamertje binnen om zijn geweer
af te leggen en zijn kleeren wat in
orde te brengen. Daarna liep hij naar
het erf en besprenkelde de bloemen
nog eens aan de bron. En toen
zag hij den wagen komen. Hij ging
hem tegemoet.
Mr. Hartau wenkte hem vriende
lijk naderbij te komen.
„Nu laten wij u alleen, Mr. Sal
ten zie nu eens hoe de eenzaam
heid u bevalt. In Januari zien wij
elkaar terug. Tot dan veel geluk op
de jachtI"
Hij gaf Salten de hand. Deze had
het gelaat van Winnifred gezocht.
Het leek hem wat bleek. Zjjn hart
voelt Ge U als de Griep U pakt.
Naar bed, en laat U er snel van
afhelpen met die geneeskrachtig»
Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER-CAtHETS
geen prohibitief karakter zou heb
ben, is nu een geheel ander beginsel
aan het ontwerp ten grondslag ge
legd, n.l. om alle buitenlandsche rei
zen en het geheele grensverkeer te
belasten en die belasting zoo hoog
op te voeren, dat zij in hooge mate
belemmerend zal werken op dit ver
keer. Tegen dit ook voor de Staten
Generaal geheel nieuw denkbeeld
zijn zoovele bezwaren aan te voe
ren, dat volstaan moet worden met
de meest voor de hand liggende te
noemen.
De heffing, welke na enkele da
gen reeds f 1.- per dag bedraagt,
is sterk prohibitief; het is geen be
lasting naar draagkracht, daar het
ontwerp den maatstaf „draagkracht"
juist volkomen negeert en zelfs niet
vraagt öf en welke verteringen ge
maakt zijn; voor het opgroeiend ge
slacht zal de belasting een zware
„handicap" zijn, die het verblijf in
den vreemde voor de voltooiing der
vakopleiding bemoeilijkt of onmoge
lijk maakt; het reizen van de z.g.
„trekkers," kanovaarders, .wande
laars en wielrijders, die, met rugzak
en tent reizend, voor een minimaal
reisgeld zooveel mogelijk van de we
reld willen zien, zal niet meer mo
gelijk zijn; het belasten dergenen,
die, vaak met behulp van hun ge
heele familie, om gezondheidsrede
nen naar het buitenland willen gaan
om daar genezing te zoeken, welke
zij in het eigen land niet kunnen vin
den, zal als een groote onbillijkheid
worden gevoeld, evenals het belasten
van degenen die deze patiënten in
den vreemde begeleiden of gaan be
zoeken; het belasten van zakenrei
zen behoort in deze wet niet thuis,
integendeel zou het in het landsbe
lang zijn, als de Regeering deze za
kenreizen naar het buitenland in het
belang van handel en industrie aan
moedigde en propageerde; het be
trok zich smartelijk samen.
En Winnifred?
Zij moest de tanden op elkaar
klemmen en wist toch eigenlijk niet,
waarom zij zich zoo diep treurig
voelde.
Salten reikte haar nu met een bui
ging den eigenaardigen ruiker over.
„Sta mij toe, Miss Hartau, u deze
bloemen als afscheidsgroet aan te
bieden en als teeken van dank
baarheid voor de mij in zoo rjjke
mate betoonde goedheid".
Zijn stem trilde een weinig. Winni
fred nam de bloemen aan en ver
borg een oogenblik haar gelaat er in.
Toen zeide zij, zich met moeite
beheerschend:
„Ik dank u, Mr. Salten. En God
zij met u. Tot weerziens!"
Haar oogen keken hem met een
droeve uitdrukking aan.
Hij boog.
„Tot weerziens, Mr. Salten," riep
nu ook Mr. Hartau.
„Tot weerziens," herhaalde Salten
met bewogen stem.
De wagen reed verder.
Salten bleef staan en keek het
voertuig na, alsof hij verlamd was.
Hij zag, dat Winnifred Hartau zich
naar hem omwendde en hem toe
knikte. Toen nam hij zijn hoed af
en boog.
0
(Wordt v«rvol«4).