BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0.
tel
ilinnifred de Pelskoningin.
Lana si TéImw.
BLACK-BOY
>r<\
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 50895 Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
De reisbelasting.
o
FEUILLETON
Ingezonden.
\ili
iüjl
kwa£Ueit/
De oorlog in Abessinië.
o
45ste Jaargang
Vrijdag 6 Maart 1936
Nummer 4117
f - si
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25 Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f 0; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling)
De Kon. Nederl. Toeristenbond
A.N.W.B. schrijft ons:
Toen de Reisbelasting' indertijd
werd aangekondigd en wel nadruk
kelijk als een belasting op buiten-
landsche pteizierreizen. is dit denk
beeld door velen goed opgenomen,
vooral omdat gesproken werd van
een lichte belasting, welke een fis
caal en geen prohibitief karakter zou
dragen.
Velen zullen dan ook met ons
diep teleurgesteld zijn, nu het „ont
werp tot Heffing eener Reisbelas
ting" is verschenen, waarin een be
lasting wordt aangekondigd, die:
le. zich niet beperken zal tot de
pleizierreizen, maar ook de zaken
reizen, reizen om gezondheidsrede
nen en het grensverkeer zal treffen;
2e. ongetwijfeld een prohibitief ka
rakter zal dragen, aangezien het ge
vraagde bedrag, in verband met de
betrekkelijk lage reiskosten welke
men zich heden ten dage nog kan
veroorloven, zeer zeker velen zal
weerhouden op reis te gaan.
Na grondige bestudeering van het
ontwerp zal de A.N.W.B. zich dan
ook binnenkort wenden tot de leden
van de Staten Generaal en met vol
ledige argumenteering, met klem
verzoeken, dit ontwerp niet aan te
nemen.
In het algemeen stelt het Bestuur
van den A.N.W.B. zich op het stand
punt, dat een vrij en onbelemmerd
internationaal toeristenverkeer een
belang van de hoogste orde is, een
middel om de volken tot elkander
te brengen, elkander beter te doen
begrijpen, een middel ook om den
reiziger een ruimer blik te verschaf
fen op toestanden en gewoonten,
zoowel elders als thuis, om hem
eensdeels aldus te brengen tot zelf
kritiek en anderdeels tot meerde
re waardeering van hetgeen ons
eigen land biedt. Daardoor zal ook
de waardeering van het vader-
landsch natuurschoon vanzelf toe
nemen, hetgeen door dwang en zelf
genoegzame opsluiting in een klei
nen kring binnen de grenzen van
ons land niet is te bereiken. Inter
nationaal toerisme is geen amuse
ment, doch een noodzakelijke ver-
frissching van lichaam en geest. Uit
ideëele en moreele overwegingen is
ons Bestuur dan ook overtuigd te-
34.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J.P.WESSELINK-v. Rossum
0
Toen deze gelukkig in de keuken
van het boschhuis in een schaal
was overgegoten, die in frisch bron
water stond om koel te worden,
snelde Winnifred bedrijvig naar het
bosch, om bloemen voor de tafel
versiering te halen. Veel keus was er
weliswaar niet, maar uit heidestruik
jes en rhododendrons, die in groote
struiken groeiden, maakte zij ruikers.
De namiddag ging voor Winnifred
door haar druk werken snel voorbij.
Toen Rudolf Salten precies te acht
uur verscheen, was alles kant en
klaar. Met stralend gelaat kwam
Winnifred den gast tegemoet.
„Goeden avond. Mr. Salten! U
moet vader nog vijf minuten ver
ontschuldigen, hij heeft zich door
een gewichtige briefwisseling ver
laat," zeide zij.
genstander van eiken maatregel, wel
ke het reizen naar het buitenland,
vooral voor de grootte massa van ons
volk, zal belemmeren.
Het is wel zeer betreurenswaardig,
dat, op het oogenblik dat namens
den Minister van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart een commissie de
mogelijkheden onderzoekt, welke
kunnen leiden tot een toeneming van
het vreemdelingenverkeer naar Ne
derland, dit ontwerp wordt gepubli
ceerd, dat ongetwijfeld in het buiten
land tot represailles op toeristisch
gebied zal leiden, maar evenzeer tot
represailles op economisch gebied,
te meer, waar reeds gebleken is,
dat het buitenland zeer onsympathiek
staat tegenover deze heffing, welke
immers niet, zooals ten aanzien van
soortgelijke maatregelen in andere
landen gezegd kon worden, voort
vloeit uit de noodzakelijkheid de de
viezen te beschermen.
Daarnaast bevat de ontworpen re
geling tal van practische bezwaren.
In hooge mate is te betreuren,
dat o.a. de eenvoudige reizen van de
z.g. trekkers, die per rijwiel, te voet
of per kano door het land en door
het buitenland gaan, en die dit ge
noegen bereiken met uiterst lage uit
gaven, thans vrijwel onmogelijk ge
maakt zullen worden.
Het denkbeeld om alle reizen met
een uniform bedrag te belasten, on
verschillig of de reis voor genoegen
of om gezondheidsredenen gemaakt
wordt en ongeacht de financieele
draagkracht van den reiziger en het
bedrag dat hij in het buitenland uit
geeft, is één van de teleurstellende
zijden van dit ontwerp, dat, zooals
reeds gezegd, tot zoovele gegronde
bezwaren aanleiding geeft, dat, naar
wij vertrouwen, niet tevergeefs een
beroep op onze Volksvertegenwoor
diging gedaan zal worden, om dit
ontwerp niet aan te nemen.
Rendabele graanteelt alleen mo
gelijk door uitzaaien van vol
doende stikstof.
De graanbouw is door de regee-
ringsmaatregelen weer eenigszins
loonend, al zagen wij de richtprijzen
graag wat hooger. Noodig zal het
daarom zijn de opbrengst, zoover
dit in ons vermogen ligt, zoo hoog
Met bekoorlijke waardigheid ver
vulde zij de taak van vrouw des
huizes en nam tegenover hem in
een fauteuil plaats. Hij liet zijn blik
in het gezellig vertrek rondgaan.
„Wat heeft uw mooie landhuis
gezellige vertrekken, Miss Hartau.
Zulk een idyllisch tehuis verwacht
men niet temidden van het oer
woud," zei hij.
Zij keek lachend in zijn gebruind
en scherp geteekend gelaat, waarop
geen sprekende lijn door een baard
werd verborgen. Het scheen haar
zoo belangwekkend en aantrekkelijk
als tevoren geen mannengelaat haar
had geleken. Een eigenaardig droo-
merige stemming kwam over de bei
de jonge menschen. Zij hadden bei
den het gevoel, alsof zij elkaar eens
stevig de hand moesten drukken, en
elkaar zeggen, van hoeveel waarde
hen deze korte minuten van alleen
zijn waren. Maar zij deden het na
tuurlijk niet.
„Niet waar het is geen wonder,
dat ik mijn vader graag naar hier
vergezel?-Ik doe het weliswaar nog
om een andere reden. Hier heb ik
veel meer aan mijn vader dan in
Montreal, waar zijn tijd zoozeer door
zaken in beslag wordt genomen."
„U heeft uw vader wel zeer lief,
dat heb ik reeds gevoeld," ant-
mogelijk op te voeren, om de kost
prijs per H.L. zoo laag mogelijk te
houden. Daarvoor is in de eerste
plaats noodig dat de bemesting vol
ledig is. Dat een rendabele graan
bouw alleen Smogelijk is door ver
strekken van voldoende stikstof,
heeft het vorige oogstjaar voldoende
geleerd. Daar, waar te sterk bezui
nigd was op deze plantenvoedings-
stof was het beschot nergens hoog,
op vele plaatsen beneden het mid
delmatige. Wij zagen vele perceelen
gerst, welke het zonder stikstof
moesten doen en die niet veel meer
dan een half gewas gaven. Maar ook
de tarwe- en de roggeopbrengsten
waren minder dan nofmaal het geval
is.
Wij kunnen wel aannemen, dat
er twee redenen zijn waarom de stik
stofvoorziening onzer graangewassen
in de knel komt. Ten eerste bezui
niging en ten tweede gevaar voor
legeren.
Wat het'eerste betreft de bezuini
ging. Is het wel juist het risico
van een lage opbrengst te loopen
door zoo'n bezuiniging? Hangt er
dan van een stikstofgift zooveel geld
af? Een klein rekensommetje zal
ons doen zien, dat dit niet het geval
is. Laat ons eens aannemen, dat
wij bemesten met kalksalpeter, de
stikstofmeststof bij uitnemendheid
voor alle graangewassen. Laten wij
een gemiddelde gift nemen, zeggen
wij 250 K.G. per H.A. Dan kost
ons deze stikstofbemesting, naar de
tegenwoordige prijs, rond 15 gulden
per H.A. Rekenen wij nu de moge
lijke meeropbrengst aan graan, dan
zullen wij zien, dat de kalksalpeter-
bemesting in de productiekosten een
kleine rol speelt, in ieder geval met
winst terug moet komen.
Men is bang voor legeren. Vele
graanverbouwers zijn angstig een be
hoorlijke stikstofbemesting toe te
dienen. Men vergete echter niet, dat
als aan de wet van het minimum is
voldaan, dit wil zeggen al de be
mesting volledig is, men voor lege
ren niet zoo gauw bang behoeft te
zijn. Wel Verscheelt het eene jaar
veel bij het andere; toch kan men
gerust aannemen, '<dat een te dichte
stand en teen niet in evenwicht zijn
der bemesting, (het legeren bevorde
ren, voornamelijk tals deze twee fac
toren samenwerken.
Indien de (kali- en fosforzuurbe-
mesting niet 'te wenschen overlaten,
zal een voldoende stikstofgift het
woordde Salten.
„O, mijn vader is de voortreffelijk
ste, beste mensch dien ik ken. En
men moet toch iemand hebben, te
gen wien men zoo echt met geloovig
vertrouwen kan opzien, als men
goed en gelukkig wil zijn. Heeft u
nog zoo iemand?"
„Ja, Goddank I zoo iemand be
zit ik ook mijn moeder."
„Is het u zwaar gevallen van
haar te moeten scheiden?"
Hij klemde de lippen vast op el
kaar, alsof hij een zucht moest on
derdrukken. „Het moest gebeuren!"
zei hij met schorre stem.
„Heeft u nog broers en zusters?"
„Neen!"
„Ook verder geen bloedverwan
ten?"
Op dit oogenblik kwam Peter
Hartau binnen. Hij had reeds ge
hoord, dat Winni Salten naar zijn.
moeder vroeg. Nu zei hij opgeruimd:
„Mijn dochter ondervraagt u gron
dig, Mr. Salten. Bloedverwanten zult
u wel hebben."
„Alleen nog een oom, den broer
van mijn vader. Door hem werd ik
officier. Mijn vader zou mij deze
loopbaan niet hebben kunnen doen
volgen, omdat hij niet vermogend
was. Maar mijn oom verbond er
zich toe mij de vereischte toelage
legeren niet rin de hand werken.
Hier komt (nog wat .bij. Graan, dat
gebrek heeft iaan stikstof, groeit ijl
op, geeft tweinig schaduw en laat
vuil land'achter. De schade hierdoor
veroorzaakt, is 'soms grooter dan de
waarde van teen behoorlijke stikstof
bemesting I 1
Welke stikstofvorm zullen wij nu
kiezen ter bemesting onzer graan
gewassen? Wij noemden boven reeds
de kalksalpeter. Wij achten deze de
aangegeven stikstofmeststof voor
overbemesting onzer graangewassen
op klei- en zandgrond.
Buiten verantwoordelijkheid der redactie.
M. de R.l
Gepasseerde week zijn er vergade
ringen geweest van Burgemeesters,
Secretarissen, Ontvangers etc welke
ten doel hadden actie te voeren te
gen de reisbelasting, waarmede de
Minister van Finantiën ons nog me
de wil verrijken of beter gezegd ver
armen, en tevens ook nog een plan
voor den dag te brengen dat het
oog gericht had op de gelijkstelling
van de Zeeuwen in West en Oost-
Vlaanderen met het overige gedeelte
van ons zoo dierbaar Nederland
n.l. een vrijen overtocht, d.i. zonder
betaling over de Schelde. Het heeft
mijn aandacht getrokken dat vooral
dit laatste „uitgezonderd dhr. Keste-
loo" zoo weinig in Uw blad be
handeld is geworden, ja zelfs geen
verslag van de j.l. Zaterdag gehou
den vergadering in Oostburg. Het
was anders wel interessant naar het
geen ik er van gehoord heb hoe
de voorstanders van den vrijen over
tocht over de Schelde om de sim
pele vraag van dhr. Van Rompu n.l.
„hoe de heeren zich wel voorstelden,
wat bij de totstandkoming van dit
plan de welvaart van Zeeuwsch-
Vlaanderen zou zijn, en dat men ook
niet moest vergeten dat nu reeds
ieder jaar een bedrag van minstens
160.000 gulden tekort gekomen
wordt". En dat op een vraag van
dhr. v. Kampen aan dhr. Burge
meester van Breskens: „hoe hij zich
de welvaart zijner gemeente bij het
slagen van het plan voorstelde," de
ze het antwoord moest schuldig
blijven. Het slot van 't liedje is ge
weest een afdruipen als van West-
te verschaffen en mij tot zijn erfge
naam te maken, voor het geval ik
officier werd. Dit lokte mijn vader
en hij dwong mij tot dit beroep."
„Dus tegen uw wil?"
„Ja, ik heb nooit met groote lief
de voor dit beroep gevoeld, al gaf
ik mij ook moeite mijn plicht te
vervullen."
Hartau knikte peinzend. „Ja, ja,
voor een impulsief man is het geen
beroep daarvoor moet men een
mensch zijn volgens een vast mo
del."
„Ik zou mij in mijn lot hebben
geschikt en zou officier zijn geble
ven, als
Salten brak af, streek zich over
het voorhoofd en vervolgde haastig:
„Vergeef mij, ik maak het u lastig
met mijn bekentenissen."
„O neen in dit alles stellen
wij groot belang vertelt u toch
verder," verzocht Winnifred deel
nemend.
Maar Peter Hartau merkte, hoe
pijnlijk dit onderwerp voor Salten
was geworden. Hij hielp er hem
over heen. „Uw oom zal dus niet
zeer ingenomen zijn geweest met
uw verandering van beroep?"
Salten haalde diep adem. „Hij
was zoo ontevreden, dat hij zijn hand
van mij aftrok en zeide dat hij mij
ZWARE PRUIM
kappel in den mist. Nu zouden de
heeren het zaakje op den hals van
den middenstand willen schuiven,
maar indien deze zich er voor zou
den willen spannen beschouw ik hen
rijp voor Vrederust.
Het was heel wat beter geweest
dat de heeren voor een voorstel ge
werkt hadden, dat behelsde vrijen
handel, geen steun aan de boeren
bijgevolg versobering van hun prach-
flge auto's en als er toch gesteund
moet worden dan aan den midden
stand.
Ik ben een felle voorstander ge
weest voor de actie Zeeuwsch-Vlaan
deren bij Nederland, maar met het
oog op het onredelijke dat men da
gelijks ziet, zooals een leger ambte
naren die er niet noodig zijn, be
lasting op belasting enz. enz., dan
kom ik er zachtjes toe om te zeggen
laat ons dan maar als grens de
Schelde nemen, slechter kan het niet
meer worden.
EEN MIDDENSTANDER.
Volgens berichten uit Addis Abe
ba heeft de negus toegestemd in
het openen van vredesonderhande
lingen onder voorwaarde, dat deze
worden gevoerd binnen het kader
ook zou onterven".
„O, nu weet ik, waarom U naar
ons zjjt gekomen. De weigering van
uw oom, u verder te helpen, heeft
u in geldelijke moeilijkheden ge
bracht, en u bent hier om geld
te maken. Voor dit doel komen vele
Duitschers naar hier," zei Winnifred
levendig.
Het gelaat van Salten trilde. Hij
wilde iets antwoorden, maar Peter
Hartau viei hem snel in de rede.
„Naturlijk is dat zoo, Winni! Maar
zullen wij niet aan tafel gaan?"
Daarbij keek hij Salten veelbetee-
kenend aan en deze begreep, dat hij
hem te hulp wilde komen. En hij
was er hem dankbaar voor. Tegen
over de reine oogen van Winnifred
Hartau kon hij niet liegen en de
waarheid kon hij ook niet zeggen.
Men ging naar de gezellige, kleine
eetkamer. De ronde tafel, met de
bloemen in het midden stond onder
de groote hanglamp en werd hel
verlicht. Winni verontschuldigde zich
voor enkele minuten. Met bekoor
lijken, huisvrouwelijken ijver ging zij
eerst nog eens in de keuken zien
of Harriet de spijzen goed had op
gedaan. Zoo waren de beide heeren
een poosje alleen.
(Wordt vervolgd).