BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0.
r f «rteTl
mg, m
Winnifred de Pelskoningin.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro
Uitgave E. BOOM-BLIEK - Breskens
FEUILLETON
Crisis-Publicatiën.
Ingezonden.
45ste Jaargang
Vrijdag 14 Februari 1936
Nummer 4111
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden I 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1-5 regels f0,75. Iedere regel meer (0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
De Valuta's en de
wereldmarkt der aandeelen
o
Deze weken, waarin de jaarrap
porten der groote banken stuk voor
stuk uitkomen, geven aanleiding tot
beschouwingen van allerlei aard, te
meer, daar het ons allen hevig in
teresseert, hoe het bankwezen zich
na het herstel van de ergste perio
de van de crisis, bijna zou men kun
nen zeggen „de crisis van de crisis",
weer heeft weten te handhaven.
Het Britsche geldsysteem onder
scheidt zich in twee opzichten van
dat van het Europeesche vasteland.
In de eerste plaats in de verhouding
bankier-ondernemer en in de tweede
plaats in de methodes van hun cre-
dietpolitiek. In beide opzichten heeft
Engeland blootgestaan aan serieuze
critiek en in financiee'.e kringen houdt
men niet op te wijzen op de voor
deden van de Europeesche tactiek.
In tegenstelling met .de banken
in laten we zeggen Duitschland'
hand-in-hand met de industrie wer
ken (en ook in Nederland gaat het
al dien kant uit, hoewel niet zoo
sterk als in de fascistische landen)
hebben de Britsche banken zich zeer
gereserveerd betoond tegenover in-
dustrieele ondernemingen. Oeroude
overleveringen hebben het gebrek
aan samenwerking een schijn van
recht gegeven, maar tegenwordig
zijn er nieuwe, veel voornamere re
denen om met deze oude tradities
te breken. Men wijst er in Engeland
herhaaldelijk op, dat de buitenge
woon snelle opkomst der Duitsche
industrie grootendeels te dan kan is
aan het voortdurende, nauwe contact
met de banken. Bovendien hebben
de banken door hun onverschillige
houding ten opzichte van de crediet-
verleening aan de industrie nog een
anderen tegenstander gekregen, dan
de publieke critiek: er zijn verschil
lende combinaties gevormd, zooals
de „Credit for industry" en de „Uni
ted Dominians Trust", die de banken
het werk uit handen genomen heb
ben en de kloof tusschen bank en
industrie hebben overbrugd, zonder
dat de banken ooit meer de kans
zullen krijgen, zélf de credietver-
leening in handen te nemen.
Ook de Britsche credietpolitiek
moet een grondige verandering on
28.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum
0
En als een gems klauterde zij,
zich aan het kreupelhout optrekkend
voor hem uit.
Hij volgde haar en keek met vu
rige oogen naar de slanke gestalte,
die zoo veerkrachtig en luchtig voor
hem uitsnelde en zijn hulp in het
geheel niet noodig had.
Eindelijk hadden zij den top be
klommen en stonden voor de bank,
die Mr. Bridge voor Winnifred hier
had gemaakt. Zij bleef naast de bank
staan en zei opgewekt en vroolijk,
als een levendig kind:
„Kom nu dicht bij mij, zonder
om te kijken. Sluit een oogenblik
uw opgen en keer u om. Doe uw
oogen niet open, voordat ik u' toe
stemming heb gegeven".
Weer gehoorzaamde hij zwijgend.
En toen hij zich omgekeerd had
beval zij levendig
dergaan. De weg tot het verkrijgen
van een crediet is veel te lang; wel
bestaat er natuurlijk een zekere sa
menwerking tusschen de particu
liere banken en de centrale bank,
die de omvang der te verleenen cre-
dieten bepaalt, maar die samenwer
king laat nog veel te wenschen over.
Als een crediet begeerd wordt, koopt
de Bank of England papieren op
de open markt en steunt, indien
noodig, door een wijziging van de
disconto-overeenkomst. Daardoor
wordt het tegoed der verschillende
banken bij de Bank of England
verhoogd en de nu ontstane kapi-
taalsdruk leidt meer of minder snel
tot crediet-expansie. In dezen tjjd
moet nu eenmaal een behoefte aan
crediet snel en afdoend bevredigd
kunnen wordenlll
Ondanks de gebrekkigheid van
het Britsche credietwezen toonen de
balanscijfers voor 1935 een goed re
sultaat. Iets anders was er ook niet
te verwachten, want tenslotte blijft
het bankwezen overal verbonden
met het economische leven van het
heele land en ondervindt alle gevol
gen van verbetering of verslechtering
dier economische toestand. Inmiddels
heeft die toestand in 'het Britsche
credietwezen reeds ertoe geleid, dat
de voorschotten aan de industrie het
laatste jaar veel minder zijn gewor
den, dan de deposito, zoodat de ban
ken er minder goed aan toe zijn dan
de industrie, die er thans langza
merhand weer heelemaal bovenop
komt. Maar al ware de credietver-
leening nauwer aangesloten bij het
economische leven binnen de gren
zen van Groot-Brittannië, toch zou
den de perspectieven niet onmiddel
lijk verbeteren I Men moet namelijk
niet vergeten, dat het Britsche bank
wezen zijn oude positie in de wereld
slechts dan weer zou kunnen inne
men, als de wereldhandel weer ge
heel in de oude banen is geleid en
het vertrouwen der volkeren in el
kaar weer volkomen is hersteld.
Dat is van Engelsche zijde uit het
sterkste argument ten gunste van
een spoedige stabiliseering der valu
ta's. Maar Groot-Brittannië is niet
de eenige macht, die tegenover
nieuwe stabilisaties sceptisch ge
stemd is, zoolang de toekomst nog
niet volmaakt helder is. Men mag
aanvoeren, dat juist door valuta
stabilisatie ondubbelzinnige bases ge
schapen worden voor een toenade
„Zoo nu moogt u uw oogen
open doen".
Rudolf Salten keek om zich heen.
Diep haalde hij adem. Welk een
schitterend tooneel lag voor heml
Ver beneden hem lag het woud.
Men Ijeek over de golvende zee van
boomtoppen, en in de verte glinster
de het water van de Hudsonbaai in
den zonneschijn. Daarover spreid
de zich als een wijde, hooge tent,
de diepe blauwe hemel uit.
„De wereld is overal volkomen,
Waar de mensch niet met zijn
[smart komt,"
zei hij zacht, ontroerd door de be-
toovering van dit schouwspel.
Er trilde een smartelijke toon in
zijn stem, die Winnifred vreemd trof.
Maar zij wilde hem dwingen, opge
ruimd te worden. „Niet waar, dit is
mooi! Ik wist, dat ook u dit uit
zicht zou treffen. De natuur is hier
zoo vredig. Ik zou er niets tegen
hebben hier altijd te blijven. Van
den winter vergezel ik mijn vader
ook weer naar hier. Tot nu toe heeft
hij mij alleen in den zomer meege
nomen".
Hij wendde haar herademend zijn
trillend gelaat toe en zag haar aan
als ware zij een lieftallig wonder, dat
in deze vreedzame natuur behoorde.
„Maar het is toch niet mogelijk,
dat u in het blokhuis of in een der
ring der volkeren, maar de voordee-
len, die een prijsdaling in de wereld-
concurrentie heeft gehad, laat de
handel zich maar niet zoo ontnemen.
Daar men ijverig zoekt naar den
weg, die de Britsche valutapolitiek
en de credietverleening tusschen de
groote internationale leeningen, valu
tastabilisaties en een bloeiend bank
wezen aan de eene kant en een
uitvoervoorsprong door valuta-ver
laging aan de andere zijde moet
bewandelen, heeft men dit jaar met
bijzonder groote belangstelling de
jaarlijksche redevoeringen, ter ge
legenheid van de algemeene bijeen
komst van Britsche bankdirecteurs,
gevolgd. Zij waren ditmaal bereid
williger dan verleden jaar. Toen
hielden zij zich meer bezig met de
achteruitgang van de wereldhandel;
thans spraken alle presidenten van
het feit, dat de toestand op de bin
nenmarkt van Groot-Brittannië, en
zelfs hier en daar buiten de grenzen,
veel beter was geworden, zoodat
men gerust kon vertrouwen op een
verdere verbetering van de toestand.
De president van de Westminster
Bank, Rupert Becket, wees nog er
op, dat op de Britsche binnenmarkt
weliswaar de conjunctuur van de
bouwindustrie haar hoogtepunt had
bereikt, doch dat in den aanleg van
spoorwegen en straatwegen nog ge
noeg stimulansen voor de industrie
aanwezig waren. Maar in het kader
van dit artikel waren zijn bemer
kingen over de valutapolitiek van
Engeland nog veel belangwekkender
Hij betoogde in zijn rede uiteinde
lijk dit: het ruilhandelfonds had
volgens hem practisch reeds een
zekere valutastabilisatie bereikt; van
toekomstige maatregelen zou dus ge
nerlei sprake zijn.
Ook de rede van den president der
Midland Bank, Reginald McKenna,
hield zich niet onmiddellijk bezig
met de urgente, practische proble
men. Het is echter interessant te
mogen vernemen, dat Mckenna niet
meer in een gecontroleerde papier
valuta als universeel geneesmiddel,
gelooft l „De valuta-controle", zei
hij, „kan alleen hindernissen voor
de industrie uit den weg ruimen en
zorgen voor nieuw gebied; het kan
de werkverschaffing stimuleeren en
de verhouding productie-verbruik
regelen. Maar rijkdom kan het niet
verschaffen IHij was zeker van
de instemming van de grootste helft
hutten van de pelsjagers woont, Miss
Hartau?"
Zij schudde lachend het hoofd.
„O neen, wij bewonen een aardig,
idyllisch boschhuis, als wij hier bo
ven wonen. Het staat slechts eenige
minuten van het blokhuis verwij
derd, op dezelfde plaats, waar jaren
geleden de hut van mijn vader stond
toen hij nog pelsjager was. Toen
bestond het blokhuis met de cantine
ook nog niet. Mijn vader moest uren
lang loopen tot aan de naaste ver
zamelplaats, als hij levensmiddelen
of dergelijke dingen noodig had.
Dat moeten de meeste pelsjagers.
In dit opzicht zult u het iets beter
hebben als u bij de Bridge's blijft
Ik moet u ons boschhuis nog too
nen, indien u met mij naar beneden
gaat. Of wilt u hier nog langer bo
ven blijven?"
Hij keek haar onzeker aan en
nam haar beeld in zich op als een
welkome gave.
„Ik vrees u lastig te vallen als ik
met u meega".
Zij schudde levendig het hoofd.
„O neen het is veel prettiger
loopen met zijn tweeën, en ik ben
heel blij eens met een landgenoot
van mijn vader Duitschte kunnen
spreken. Indien u mij lastig zoudt
zijn, dan zond ik u eenvoudig weg.
Tante Kora zegt altijd, dat ik van
ZWARE PRUIM
EXTRA KWALITEIT [|1
PRODUCT VAN DOUWE EGBERTS TABAKSFABRIEK
der economische deskundigen, toen
hij in samenhang met de valuta- en
stabilisatiekwestie de meening ver
dedigde, dat geld een „onbruikbaar
instrument" geworden was, dat „zijn
tijd had gehad".
Verbouw Aardappelen.
o
De Landbouw-Crisls-Organisatie voor
Zeeland maajtt bekend, dat alle aan
vragen voor den verbouw van aard
appelen, andere dan die, welke vallen
onder de tuinbouw- en/of fabrieks
aardappelregeling, ten volle zullen
worden toegewezen, voor zoover
deze aanvragen (wijzigingen Inbegre
pen) vóór 10 Februari bij de L. C. O.
voornoemd zijn binnengekomen en
voor zoover aanvragers niets meer
verschuldigd zijn terzake van teelt-
heffing aardappelen 1935.
Afzonderlijk zullen de aanvragers
geen bericht van toewijzing meer ont
vangen.
De teeltvergunningen zullen zoo
spoedig mogelijk worden uitgereikt.
Voor oppervlakten tot en met 10
Are worden geen teeltvergunningen
verstrekt.
De Landbouw-Crisls-Organisatie
voor Zeeland.
Schaatsen voor de schooljeugd
Namens het „Oude-schaatsen-
comité" schrijft ons de Secretaris-
Penningmeester, J. H. Boon;
Zoodra het buiten wintert, ont
een verbluffende openhartigheid ben,
vooral tegenover lieden die ik niet
mag lijden. En daar tante Kora al
mijn fouten kent zal zij wel gelijk
hebben".
Hij keek haar bewonderend aan.
„Ik kan mij niet voorstellen, dat
u fouten heeft, Miss Hartau".
Zij bloosde en liep voor hem de
helling af. „O, helaas zeer vele".
„Als uw tante openhartigheid voor
een fout houdt dan is het wel
mogelijk, dat u zulke fouten bezit.
Ik noem ze deugden".
Hiermede reikte hij haar de hand
toe om haar het afdalen te verge
makkelijken. JTij deed het met de
vanzelfsprekendheid van den ridder
lijken man tegenover het zwakke
geslacht. En zij legde met dezelfde
natuurlijkheid haar hand in de zijne.
Het was alsof beiden den adem in
hielden, om de betoovering van dit
uur niet te storen. Pas na een oogen
blik stilte antwoordde Winnifred met
wat onzekere stem:
„Dat zegt u, een Duitscher?"
Hij keek naar haar op. „Waarom
zou ik het niet zeggen?"
„Omdat tante Kora beweert, dat
een vrouw van goede opvoeding in
Duitschland nooit mag toonen wat
zij voelt. Zij mag nooit zoo open
hartig zijn als ik het ben, dat is
onvrouwelijk".
waakt bij ons de lust tot het schrijven
van ingezonden stukjes. Verwondert
U zich daarover slchts kon. Wij
toch vormen „Het Oude-schaatsen-
comité." Wij verzamelen oudeschaat
sen, oude riemen, oud band; oude
schaatsen het liefst; daar maken wij,
schoolmeesters, begeerenswaardige
schaatsen van, hetgeen voor vaklui
een kleine kunst is. Die begeerens
waardige schaatsen leenen wij uit,
aan schoolkinderen, die geen schaat
sen hebben, omdat vader ze niet kan
koopen. En als het ijs dan sterk is,
dan is de geheele klas gelukkig.
Zoodra de dooi invalt, komen de
uitgeleende schaatsen op school terug
en gaan, netjes opgeknapt, den zo-
merslaap in.
Jammer, geachte lezers, dat Uw
oude schaatsen onder in die kist
boven, zoo weinig belangstelling
genieten. Een postpakketje aan on
derstaand adres en ze blijven tot
in de verre toekomst in hoog aan
zien. Duizenden van U kunnen en
willen ons helpen. Slechts tiental
len doen het. Waarom? Omdat U
zich morgen ops adres niet meer
herinnert. Daarom, lezers, stelt niet
uit tot morgen, wat gij heden doen
kunt. En heeft U geen oude schaat
sen te missen en wilt U toch helpen,
stort dan 6 cent op gironummer
22363 van J. H. Boon, te 's-Gra-
venhage, de prijs van een stel schaat-
senband, of, zoo ge rijk zijt, 10 cent,
slijpgeld voor een stel.
,t Vorig jaar was ijsloos. Het jaar
daarvoor ontvingen wij meer dan
1000 paar schaatsen, waarop stellig
gemaakt is de reis om de aarde. En
dat in zeven dagen. Och, helpt ons
dit record breken.
Voor het ,Oude-schaatsen-comité
De Secretaris-Penningm.,
J. H.BOON, Pioenweg25, Den Haag
Telefoon 338811. Giro 22363.
Hij keek haar peinzend1' aan.
Het is waar, hij kon zkriv, een
Duitsch jong meisje niet in -««zen
toestand denken. Zij zou zeker
daarboven, had zij hem zien zitten,
zwijgend en stijf zijn gegaan zon
der aandacht aan hem te schenken.
En toch had hij het gedrag van
dezze jonge Canadeesche zoo echt
vrouwelijk gevonden. Maar hij waag
de het niet het uit te spreken,
maar zei slechts met een lachje:
„u moet tante wel verkeerd begre
pen hebben."
„Tante voorspelt mij altijd, dat
ik overal, als ik eens naar Duitsch
land zal gaan, aanstoot zal geven
door mijn zeer vrijmoedigen, on
bezonnen aard."
„Dat geloof ik beslist niet. Uw
vrijmoedigheid zal hoogstens aan
genaam aandoen, Miss Hartau."
Zij keek hem schalks van ter
zijde aan. „Ik ben er vast van
overtuigd, dat tante buiten zich
zelf zou zijn, indien zij wist, op
welk een onvormelijke manier ik
met u kennis heb gemaakt. Maar
ik kon u toch onmogelijk in uw
treurigheid daarboven laten zitten.
Dat zou ik niet over mijn hart heb
ben gekregen."
Zijn oogen straalden. „U heeft een
zeer goed hart, Miss Hartau."