BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
GNDRAGELIJKE
BRANDWONDEN
KLOOSTERBALSEM
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro Uitgave Koninklijke Drukkerij „Cadsandria" - Breskens
FEUILLETON
ilinnifred de Pelskoningin.
45ste jaargang
"TJ Dinsdag 4 Februari 1936
Nummer 4108
ABONNEMENTSPRIJS-
Per drie maanden I 1.25. Buiten Breskens per drie maanden 1.40
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
Smokkelarij
en grensbewaking.
o—
Men schrijft aan de N. R. Crt. uit
N oord - Brabant
Sinds jaar en dag strijden de met
de controle aan de Brabantsch-Bel-
gische grens belaste belastingambte
naren een harden strijd tegen de
smokkelarij. Geconstateerd moet
worden, dat het tot nu toe niet ge
lukt is dit kwaad te beperken, in
tegendeel, het neemt een steeds on
rustbarender omvang aan.
Wie in de grensstreken zijn oor
eens te luisteren legt en in de gele
genheid is én met de kommiezen
én met de smokkelaars te praten,
slaat de handen van verbazing ineen
over de groote hoeveelheden goede
ren, die frauduleus uit België ons
land binnengebracht worden en de
betrekkelijk kleine partijtjes, die door
de rijksambtenaren worden „afgesla
gen".
Hoewel volkomen betrouwbare ge
gevens omtrent de hoeveelheid aan
gehaalde smokkelwaar moeilijk te
verkrijgen zijn, aangezien verschil
lende inspecteurs der invoerrechten
en accijnzen het niet oirbaar achten
daarover de pers in te lichten, zijn
wij door de welwillendheid van an
dere autoriteiten toch in staat voor
een klein gedeelte van het bewa
kingsgebied juiste cijfers te geven.
Zoo werd b.v. in het bewakings
gebied Chaam, dat zich uitstrekt van
Ulicoten tot den Goudberg nabij
Stiijbeek in het geheele jaar 1935
aangehaald: 1650 K.G. suiker, 8848
K.G. Belgische margarine, 9560
boekjes sigarettenpapier, 7 auto's en
98 fietsen.
Volgens de belastingadministratie
zou dit ongeveer 7 pCt. zijn van
hetgeen in dit gebied gesmokkeld
wordt, doch volgens andere tot oor-
deelen bevoegde autoriteiten pok
de kommiezen schatten het percen
tage aanmerkelijk lager dan de ad
ministratie zou wat door de kom
miezen aangehaald wordt, niet meer
dan 1 of 2 pCt. bedragen van wat
gesmokkeld wordt.
Daar echter ook andere diensten,
die met de beteugeling der smok
kelarij zijn belast meermalen flinke
partijen buit maken, ligt het totaal
percentage van de smokkelwaar, die
afgeslagen wordt, natuurlijk hooger,
doch het staat in geen enkel opzicht
26.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum
0
„Neen ik zal er u niet in ver
hinderen, ik weet toch uit erva
ring, hoe heilzaam de eenzaamheid
van het oerwoud is. Daar is men
alleen met zijn God. Wacht maar
eerst den winter af. Dan is het woud
hierboven als een kerk, waar alles
tot aanbidding dwingt. Alles wat
menschenwerk is, valt in het niet
en men leert het leven geheel an
ders waardeeren. De winter hierbo
ven zal u uw kalmte teruggeven.
Maar als u later weer onder de
menschen wilt terugkeeren, dan laat
u het mij weten, niet waar? Dan
spreken wij over uw verder lot. Ik
ben eiken zomer en eiken winter
eenige weken hier boven en zal u
niet uit het oog verliezen".
Salten boog. „Ik dank u ik zal
in verhouding met wat gesmokkeld
wordt.
Alleen in het Belgische grens-
plaatsje Meerle, dat geheel van de
smokkelarij leeft, werd b.v. op Twee
den Kerstdag aan de smokkelaars
afgeleverd 12.000 K.G. margarine,
terwijl de kommiezen dien dag geen
pondje hebben kunnen buit maken.
Neemt men wat alleen door de
kommiezen is aangehaald als maat
staf dan zou in 1935 in de streek
Ulicoten-Goudberg in ronde cijfers
frauduleus zijn ingevoerd 165.000
K.G. suiker, bijna 900.000 K.G. mar
garine en een miliioen boekjes si
garettenpapier, benevens een flinke
hoeveelheid electrische en radiolam
pen en niet te vergeten revolvers.
En nu kan men geenszins de kom
miezen hiervan een verwijt maken.
Deze zwoegen en slaven veelal dag
en nacht, doen als regel veel meer
dan zij moeten doen en deinzen voor
werkdagen van 15 tot 20 uur, ook
in nijpende koude of vinnigen regen,
niet terug.
Zij staan echter machteloos te
genover de geweldige overmacht.
In de grensstrook Ulicoten-Goud
berg een strook van 10 K.M.
lengte en waar op verschillende
nachten door 100 tot 120 smokke
laars wordt geopereerd zijn gesta-
tionneerd 1 dienstgeleider en 7 kom
miezen. Daar deze grensstrook ech
ter overal open en bloot ligt en op
ieder punt is te passeeren. daar ner
gens slooten. greppels of andere hin
dernissen het oversteken belemme
ren, zou dit theoretisch wanneer
alle kommiezen voortdurend dienst
deden één ambtenaar op de 1200
M. zijn. Daar echter ook een ambte
naar behoefte heeft aan rustperioden,
zou dit practisch kunnen worden
één ambtenaar op de 21/2 K.M., wan
neer althans deze ambtenaren al
leen op de smokkelarij hadden toe
te zien. Het tegendeel is het geval
en zoo zijn de 8 kommiezen in het
10 K.M. lange gebied o.m. nog be
last met de schatting voor de per-
soneele belasting, de controle van
de omzetbelasting, de provinciale-
en rijkswegenbelasting, de rijwielbe
lasting, enz. enz., terwijl zij verder
dikwijls nog moeten optreden als ge
tuigen voor kantongerecht en recht
bank, zelf de afgeslagen smokkel
waar naar de post sleepen en dan
in de rustperioden hun verbalen
schrijven. Dit alles in aanmerking
nemende, zal het duidelijk zijn dat
het zeker niet vergeten".
„Nu zullen \vij naar de anderen
gaan, ik mag u niet te veel voor
trekken, dat zou uw lot onder de
pelsjagers slechts bemoeilijken. Over
het geheel zijn het goede elementen
en flinke kerels, maar enkelen heb
ben toch een anderen aard. Ik ge
loof, dat het in elk geval een voor
deel voor u is, als u zoo spoedig
mogelijk van hen verwijderd wordt"
„Daar is mij stellig veel aan ge
legen. Niet dat ik mijzelf beter vind,
maar omdat ik de nabijheid van
menschen nu slecht kan verdragen".
„Dat begrijp ik. Karl Rittner
vraagt mij in zijn brief, of ik u
zijn terrein wil geven. Maar dat heb
ik eenige dagen geleden reeds aan
een anderen Duitscher, Hans Höl
derlin, aangewezen. Ik zal u echter
een terrein geven, dat nog beter is
het beste dat ik heb. Het ligt tus
schen het blokhuis en de Hudson
baai en grenst aan de twee andere
terreinen, die ik Hans Hölderlin en
nog een Duitscher, Ernst Richter,
heb toegewezen. Daar ge het blok
huis in de nabijheid hebt, behoeft
ge niet in een der pelsjagershutten
te wonen, die vrij primitief zijn.
Mrs. Bridge zal u zeker huisvesten
en u wat bemoederen. Dat ontslaat
u van het altijd wat moeilijk werk
de grensstrook dikwijls open ligt en
dat de smokkelarij zulk een gewel
digen omvang heeft kunnen aanne
men.
En nu mogen in theorie ook an
dere diensten met den strijd tegen dé
smokkelarij zijn belast, n.l. de mare
chaussee, de rijksveldwacht, de cri
sis-opsporingsdienst en de gemeente
politie in de grensplaatsen, doch in
de practijk maakt dit hoewel ook
de marechaussee zich in dit opzicht
zeer verdienstelijk maakt, niet zoo
heel veel uit.
Van de grensbrigade der Kon.
marechaussee zijn er vrijwel dagelijks
eenigen in touw met transporten van
gevangenen, terwijl er op de dagen
dat kantonrechter, politierechter en
rechtbank zitting houden, nog eens
verscheidenen dienst doen in het ge
rechtsgebouw, zoodat er voor de sur
veillance in Jiet uitgestrekte gebied
maar enkelen beschikbaar zijn voor
politiedienst, terwijl, wanneer zoo
als b.v. op dit oogenblik een in
vasie van zigeuners dreigt, alle be
schikbare krachten geconcentreerd
zijn op de grenswegen, waarover de
smokkelaars nu eenmaal als regel
niet komen.
Ook de rijksveldwacht is met het
uitbrengen van dagvaardingen en
anderszins de eenige rijksveld
wachter uit Chaam deed b.v. kort
geleden drie weken dienst in het St.
Ignatiusziekenhuis te Breda, ter be
waking van een daar opgenomen ge
vangene zoodanig bezet, dat ook
dit gezagsinstrumenttot de beteu
geling der smokkelarij weinig kan
bijdragen.
Met de gemeentepolitie in de
grensplaatsen is het al evenzoo, ter
wijl de crisis-opsporingsdienst, welke
wat technische hulpmiddelen be
treft, het best geoutilleerd is, door
gebrek aan ervaring in het grensge
bied, nog met groote moeilijkheden
te kampen heeft.
De in benden vereenigde smokke
laars weten dit alles wonderwel, ter
wijl daarnaast hun uitstekend func-
tionneerende spionnagedienst er voor
zorgt, dat de kans om afgeslagen
te worden, tot een minimum wordt
gereduceerd.
Door hun spionnen weten de
smokkelaars vrijwel precies, wanneer
de kommiezen en de marechaussee
„in het veld" zijn en zoo kan men
b.v. op gezette tijden bij de verschil
lende marechausseekazernes een man
zien staan, in afwachting of de mare-
voor uw zoogenaamd huishouden te
zorgen. Ge behoeft tenminste niet
zelf te koken. En ik ken het terrein
nauwkeurig. Voor jaren heb ik daar
zelf gejaagd. Aan de baai is velerlei
wild. Daar zult u een goede vangst
hebben, vooral daar het nu jarenlang
niet is afgejaagd. Ik zal u nog vele
nuttige wenken geven. Dat uw naas
te buren Duitschers zijn. zal u aan
genaam zijn. Ge behoeft hun ge
zeischap slechts te zoeken als het u
aangenaam is. Maar dikwijls, bijv.
bij wolven- en berenjachten is het
beter, dat ge in gezelschap gaat.
En dan zult ge het beter kunnen vin
den met Hölderlin en Richter dan
met de anderen".
Salten herademde. „Ik weet niet,
hoe ik u voor uw goedheid zal dan
ken".
Hartau maakte haastig een af
werende beweging. Zij waren nu bij
de anderen gekomen. Hartau sprak
de mannen met enkele woorden toe,
waaruit ook Salten kon hooren wat
hij te doen en te laten had en hoe
zijn diensten werden gewaardeerd.
Daarna begaf Peter Hartau zich met
Harry Trailie naar het blokhuis
waar een klein kantoor naast den
winkel was ingericht.
De pelsjagers gingen nu weer op
de banken voor het huis zitten en
chaussee er al dan niet op uittrekt.
Het gevaarlijkst zijn daarom voor
de smokkelaars de ambtenaren, wel
ke zij niet kennen. Zoodra er dan
ook vreemden „in het veld" zijn,
heerscht er onder de leden van de
verschillende benden een merkbare
nervositeit.
Wij konden dit feit dezer dagen
zelf constateeren toen wij in den don
keren avond voor onze reportage,
langs binnenwegen, van Chaam naar
Meerle fietsten. Oogenschijnlijk
heerschte in het veld de meest vol
maakte rust, doch telkens flitste vlak
in onze nabijheid een rijwiellantaarn
aan en werden sterke lampen op
ons gericht door de voorloopers van
smokkelaarsgroepen, die het terrein
verkenden. Deze rijwiellampen (car
bidlampen) zijn voorzien van scher
men, zoodat men naar verkiezing
het licht kan laten uitstralen of zich
in diepe duisternis hullen. Daar wij
in het donker den weg waren kwijt
geraakt en blijkbaar in een kringetje
rondreden, werden wij bijkans .pen
uur lang, omzwermd door voprloo-
pers, die ons nu eens tegemoet-
dan weer achterop reden, of vlak
voor ons een zijweg insloegen.
Eerst bij de grenspaal werd ons
deze nervositeit duidelijk, toen wij
nog geen meter daarachter, doch
veilig op Belgisch gebied een groep
van 12 smokkelaars met 480 K.G.
margarine vonden staan, die niet we
tende of zij in ons al dan niet een
kommies moesten zien, besluiteloos
in afwachting stonden. Om de lastige
bewaking kwijt te geraken hebben
wij ons toen maar bekend gemaakt
als te zijn geen kommies wat wij
wel waren deed er niet toe waarna
de groep met een „Allee, vort dan
maar" Nederland introk.
Juist de schijnbare rust is voor
een niet ingewijde zoo bedriegelijk
en zoo zou niemand, die 's avonds
omstreeks 9 uur in het Belgische
grensplaatsje Meerle komt, vermoe
den dat daar op dat oogenblik een
leven en vertier heerschen welke de
Nederlandsche middenstanders hun
Belgischen collega's zouden benij
den. Uit de vele winkels annex ca-
fé's komt geen lichtstraal naar bui
ten, zoodat in het geheele dorp de
diepste duisternis heerscht en men
vrijwel geen mensch op straat ziet.
.Die rust is schijn, want treedt men
een der bekende smokkelaarscafé's
binnen, dan blijken daar veelal 20
tot 30 smokkelaars de z.g. „dra
lieten zich door Mrs. Bridge een
dronk geven.
Spoedig ontstond er een wat
luidruchtige vroolijkheid. De man
nen hadden onderweg al zoowat
vriendschap gesloten, voorzoover zij
sympathie voor elkaar voelden en
bezegelden deze nieuwe vriendschap
met een goed glas sterken drank.
Maar Rudolf Salten verwijderde zich
ongemerkt uit dezen rumoerigen
kring. Hij herademde, toen hij al
leen was. Langzaam liep hij dieper
het woud in. Zijn blik ging in alle
richtingen. In het dichte woud kon
men niet ver uitzien. Dat benauw
de hem. Hij had het gevoel, dat het
hart hem lichter zou worden, als hij
op den top van een berg kon staan.
En toen hij na een poos een om-
hooggaanden weg ontdekte, sloeg hij
dien in. Hij voerde naar een tamelijk
hoogen berg. Het was eigenlijk geen
weg, alleen een opengekapt pad.
Hij moest zich hier en daar door
het kreupelhout baan breken. Maar
eindelijk had hij een vrije plaats be
reikt, waar hij een tamelijk ruim uit
zicht had tot aan de baai.
Als bevrijd herademde hij en liet
zijn oog ronddwalen. Hij ging zitten
op een door den storm omgeworpen
boomstam en staarde droomend in
het verre verschiet. Dit was dus voor-
DE VELLEN HINGEN ERBIJ
Dank zl| KLOOSTERBALSEM komt
xijn hand weer goed In orde
M't Gebeurde door kokend heete olie en
mijn rechter hand was geheel en al
wond. Ik was ten einde raad en huilde
van de ondragelijke pijnen. Mijn man
heeft mijn hand dadelijk verbonden
met Kloosterbalsem, welke we altijd
voor ons kleintje in huis hebben. U kunt
er zich geen voorstelling van maken,
hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik
geef U de heilige verzekering, dat ik
zelf verstomd sta over het wonder.
Binnen 14 dagen was mijn hand weer
gewoon." u Fr_
AKKER'S
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand- en sndwonden
Ook ongeëvenaard als wrljfmiddcl bij
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.05
gers" verzameld te zitten in af
wachting van ,de mededeeling der
uitgezonden „voorlooper dat het
terrein veilig is. Dit duurt dikwijls
uren en uren, daar het geheele veld
grondig verkend wordt, zoodat het
ook wel voorkomt, dat de dragers
door het lange wachten en de vele
biertjes boven hun theewater gera
ken en 's morgens in „kennelijken
staat" zonder vracht door de kom
miezen aan de grens worden aange
troffen. Onomwonden wordt dan er
kend: Ach ja we zijn in d n Bels
aan den zuip geslagen en waren niet
bekwaam om te dragen, maar we
zullen het vannacht wel overdoen.
Zwijgzaam en wantrouwend als
de smokkelaars tegenover iederen
vreemde zijn, gelukt het ons niet de
mannen aan het praten te krijgen,
doch wel verdwijnen er terwijl wij
bij Madam aan den toog een glas
dubbel-Trappist van Westmalle drin
ken telkens een paar naar de
donkere bergplaats achter het estami-
net, waar de pakken met smokkel
waar reeds gereed liggen.
Waar precies naar toe dat blijft
het geheim van de smokkelaars.
taan zijn toekomstig arbeidsveld.
Zooals Mr. Hartau hem gezegd had,
strekte zijn terrein zich uit tot aan
de baai. Hoe vreemd was zijn leven
in korten tijd veranderd. Zijn ge
dachten dwaalden naar het verleden
terug. Hij dacht aan den laatsten
smartelijken tijd in het vaderland.
Hij had zich gevoeld als een uitge-
stootene, als een, die het recht op
het leven had verbeurd.
De smart en de bitterheid over
zijn verknoeid leven overmande hem
opnieuw. Knarsetandend verborg hij
het gelaat in de handen. De elle
bogen op de knieën gesteund zat
hij in zichzelf en zijn smart verdiept
neer. Een hevig heimwee maakte
zich van hem meester.
0
Hij wist niet hoe lang hij zoo had
gezeten, toen een heldere vrouwen
stem tot zijn oor doordrong. Zij
zong een Duitsch lied. Heel duide
lijk kén hij de woorden verstaan.
O, du Heimatflur o, du Heimat-
[flur,
Lasz in deinen heil'gen Raum,
Mich noch einmal nur mich noch
[einmal nur,
Entfliehn in Traum".
(Wordt vervolgd).