BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0.
Veroveraars der volken.
Illinnifred de Pelskoningin.
Uw HOEST
Verschijn! iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave Koninklijke Drukkerij „Cadsandria" - Breskens
FEUILLETON
Binnenland.
verdwijnt in 24 uurl
akker's Abdijsiroop
45ste Jaargang
Dinsdag 14 Januari 1936
Nummer 4102
ABONNEMENTSPRIJS-
Per drie maanden f 1.25 Buiten Breskens per drie maanden t 1.40
Franco per post per jaar 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels t 0.40 (bij vooruitbetaling)
o
Amy Mollison, die van meening
is, dat de tijd der zuivere record-
prestatie's voorbij is en dat de toe
komst behoort aan gemeenschappe
lijke arbeid ter vervolmaking van
de luchtvaart, zet hier haar opvat
tingen uiteen:
Louise Hoffmann is omlaagge-
stortLincoln Ellsworth is spoor
loos verdwenen, Kingsford Smith is
als van den aardbodem weggevaagd,
Lindbergh vlucht vóórdat zijn roem
verflauwt, naar het buitenland Wij
willen geen beschouwing geven over
den stand van de luchtvaart, want
tenslotte hopen wij allen, dat Lin
coln Ellsworth, zoowel als Kingsford
Smith nog gevonden zullen worden
en dat Lindbergh weer zal opstijgen
voor nieuwe, bewonderenswaardige
vluchten maar dit samenloopen
der drie groote, droeve gebeurtenis
sen dwingt ons toch tot de half
weemoedige, half practische vraag:
„Is de tijd der Eenzame Adelaars
voorbij? Is de luchtvaarttechniek niet
op een punt gekomen, waarop ge
meenschappelijke arbeid, de samen
werking veler breinen en krachten,
de ontwikkeling van het vliegwezen
beter diensten kan bewijzen, dan de
alléén voorbereide en alléén ten uit
voer gebrachte recordvlucht van een
enkeling?"
Reeds de groote luchtrace Lon-
den-Melbourne ruim een jaar gele
den beteekende eigenlijk het begin
van een nieuw tijdperk in het vlieg
wezen, een periode van de vergroo
ting der snelheden tot een hoogte,
die de enkeling tenslotte niet meer
kan bijhouden. De recordbrekende
solovlieger uit het slechts enkele
jaren omvattende tijdperk der
oceaanvluchten, behoort reeds tot het
verleden. Wat hij kon doen, heeft
hij gedaan I De luchtvaart zelve moet
nog groote veroveringen makenmil-
lioenen menschen zijn er, die nog
nóóit in een vliegtuig hebben geze
ten, andere millioenen zouden zoo
graag uit zuiver-sportieve belangstel
ling ook eens den stuurknuppel in
de handen hebben, maar om deze
wenschen te vervullen, heeft men
geen recordprestaties van een enke
ling noodig, doch het gemeenschap
pelijke streven naar één doel: de
luchtvaart te populariseeren. Ook de
20.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum
o
,,Dat zal je niet moeilijk vallen,
Winni. Wat men wil, kan men ook".
„Dat spreekt vanzelf I Tante Kora
hoeft niet te wanhopen. Als ik wil,
maak ik mij in vijf minuten meester
van al die vormelijke soesah".
Zij zwegen een poosje. Toen be
gon Winnifred een nieuw gesprek.
„Ik verheug mij op deze weken
in het boschhuis, vader. Ik heb er
mij nog nooit zoo op verheugd. Het
is toch -heerlijk, zoo midden in een
oerwoud".
„Ja, ik rust hierboven altijd heer
lijk uit. Je zult hier weliswaar aller
lei comfort missen. De keuken zal
al veel te wenschen overlaten. Je
weet, dat Mrs. Bridge onze maal
tijden hoofdzakelijk uit bussen moet
bereiden".
Winnifred knikte. „De arme Nelli
ruimte in onzen aardschen damp
kring' biedt nog plaats genoeg om
tal van koene, ondernemende vluch
ten te maken, doch zij kunnen thans
slechts met zware machine's en zorg
vuldige voorbereiding uitgevoerd
worden, daar de eischen voor een
pioniersvlucht thans heel wat groo-
ter ^ijn geworden. Kortom: de fi
nanciën gaan een belangrijk woordje
meespreken en slechts groote staats
lichamen of economische gemeen
schappen kunnen daartoe de midde
len. tevoren. De enkeling bezit niet
genoeg meer.
Vele aviatische droomen stijgen te
genwoordig tot de stratosfeer. He
laas zal het voor de solovliegers wel
bij een droom moeten blijven. Want
de verovering van de stratosfeer is
niet alleen een kwestie van geluk
en volharding. Die eischt een machi
ne, die speciaal voor dat doel ont
worpen en gebouwd is, die meer
dan 15 Kilometer hoog kan stij
gen en die daarom enorm duur is!
De spanwijdte der vleugels moet
daarom grooter, de motoren sterker
zijn, dan bij gewone vluchten. Dat
loopt allemaal zoo in de papieren,
dat men bij den bouw van stratos-
feervliegtuigen slechts kan rekenen
op ondernemingen door de sterkste
en meest-gevorderde industriestaten
en niet meer op enkelingen en con
structeurs. Frankrijk en Duitschland
zijn in dat opzicht mijn vaderland
verre vooruit. Maar tegenwoordig
heeft Engeland dat ingezien en nu
is er een machine in aanbouw, die
alle bestaande hoogte- en afstand
records zal slaan!
Het leven van den vliegenden re
cordbreker is nooit erg gemakkelijk
geweest nu is het moeilijker dan
óóit! Het publiek is een grillige,
luimige massa, steeds rusteloos,
steeds aan het zoeken: „Wie volgt?"
zoodra er iets volbracht is. Laat
men de teugel van de sensatiezucht
té veel glippen, dan verheft men
een vlieger, die de een of andere
gewaagde vlucht heeft volbracht,
eerst op een hemelshoogen troon
om hem dan Tn een diepen afgrond
van vergetelheid te laten neertuime
len. In Amerika bijvoorbeeld, dat
bekend is om zijn voorliefde voor
beroemde ofberuchte persoon
lijkheden, heeft een eenzame re
cordvlieger steeds zijn rol als lieve-
ling-van-iedereen kunnen uitspelen.
Familiegeschiedenissen, gangstersen-
Bridge heeft toch al genoeg werk.
Weet u, wat ik zal doen, vader?"
„Nu?"
,,Ik zal voor ons koken".
Hij zette een verschrikt, vroolijk
gezicht. „Daar zal wat moois van
terecht komen".
Zij kneep hem even in zijn arm.
„Heeft u zooeven niet gezegd: wat
,men wil, dat kan men? Dus ik
wil koken in vollen ernst, ik stel
het mij heel genoegelijk voor. En
u zult mij nog vergiffenis vragen,
dat u aan mijn kookkunst heeft ge
twijfeld. En ik zal het even goed
doen als Nelli Bridge. Ingemaakte
eetwaren te koken, is geen kunst.
En men moet vertrouwen in zichzelf
hebben. Toen u vroeger met moeder
naar het boschhuis ging, heeft zij
toch ook voor u gekookt?"
Zijn oogen straalden. „Ja, dat wa
ren heerlijke dagen, toen moeder nog
met mij naar het boschhuis ging".
„Maar nog vroeger, toen u als
pelsjager geheel alleen in een kleine
hut woonde, toen was het niet mooi,
niet waar?"
„Dat was wel eenigszins een on
gezellig tijdperk. Maar dikwijls had
ook dat zijn bekoring. Weet je, zoo
in den winter, als alles onder een
dicht sneeuwkleed ligt en de ernsti
ge, donkere naaldboomen zachte
sneeuwkappen dragen op alle tak-
saties, dat alles werd overwoekerd
door een aviatische heldendaad
en dat drijft thans misschien een
Lindbergh op de vlucht!
Het doet pijn, oir. dagelijks weer
in de kranten te lezen, dat deze of
gene vlieger in zijn, eigen machine
voor een vlucht naar Australië of
Amerika gestart is. Het is pijnlijk
te moeten bedenken, dat deze vlie
genier in zijn ouderwefsche „kist"
dezelfde volharding, dezelfde moed
hebben moet, die anderen jaren ge
leden een rijke belooning, bewonde
ring, roem en eer bracht. Hoe dik
wijls gebeurt het niet, dat deze on
bekende vliegers, die met zooveel
optimisme en zoo weinig belangstel
ling van het publiek opstegen, hun
doel bereikten; maar hun aantal is
zoo groot, dat niemand er z'ich meer
om bekommert. Menigmaal sterven
zij ook en hun dood brengt hun
geen grooteren roem dan een paar
regeltjes in de „wereld-pers".
Doet het niet meer spaart Uw
moed en ondernemingslust voor
waardiger dingen! Dat zou men de
enthousiaste jongeren willen toeroe
pen! Vliegt in Uw eigen land, Uw
eigen stad, zooveel ge wilt, bekeert
Uw vrienden en vriendinnen, leert
hen de vliegsport lief te krijgen,
laat minder goed gesitueerden eens
deelnemen aan een vlucht! Maar
hoopt niet op roem, waar geen
roem te oogsten valt. Gelooft toch
niet, dat de honderdzesendertigste
dezelfde waardeering. zal vinden, die
de eerste ten deel viel!
Van de „oude" vliegers met we
reldbekenden naam gaat de een na
den ander ten onder. De dood van
Wiley Post, verleden jaar, mogenog-
eens in onze herinnering weerklank
vinden die is bijna een symbool
van het einde der beroemde oceaan-
vluchten en duurrecords van enke
lingen met beperkte middelen. Maar
in dat einde zien we tevens een nieuw
begin, het begin van een geweldige
aviatische techniek en de opkomst
van daverende snelheden op alle
luchtverkeerswegen. Zeker, ook in
de toekomst zullen er weer koene
vliegeniers noodig zijn, om de groote
machines te besturen, die de men-
schelijke techniek, het menschelijke
vernuft de lucht inzendt en deze
enkelen zullen nog eer genoeg kun
nen verdienen, maar zij zullen ook
hun roem met tal van anderen moe
ten deelen, die met hen even hard
ken, dan is het toch buitengewoon
plechtig hierboven in het bosch. De
eenzaamheid heeft dan iets onwerke
lijks, sprookjesachtigs, en men voelt
zich dichter bij de eeuwigheid".
Winnifred haalde ontroerd adem.
„Ach, vader, den volgenden winter
moet u mij eens meenemen, dat
moet ik ook beleven".
Hij streek zacht over haar wan
gen. God verhoede, dat zijn kind
stemmingen zou leeren kennen, zoo
als hij ze in die smartelijke eenzaam
heid had doorleefd en die hem in
staat hadden gesteld in de groot-
sche, majestueuze rust der natuur
verlossing te vinden.
„Is het je ernst in den winter
met mij hier naar boven te gaan?"
vroeg hij.
„Ja, vader, volle ernst".
„Maar dan zou je intusschen al
lerlei prettige winterfeesten in Mon
treal misloopen".
Zij maakte een afwerende bewe
ging. „In de plaats daarvan zal ik
•een heerlijk winterfeest met u in het
eenzame woud vieren. U moet mij
dan ook eens laten deelnemen aan
een jachtexpeditie. Daar heb ik al
tijd al naar verlangd".
„Het is zeer vermoeiend, Winni".
„Dat doet er niets toe".
„Nu goed, je zult den volgenden
ivinter met mij meegaan".
gewerkt hebben aan de vervolma
king der thans meer technische, dan
menschelijke heldendaad.
Doch solovlucht of gemeen
schapsprestatie roe :i :l r enkeling
of vreugd der gemeenschapde vlie
gerij strijdt verder aan het .voorste
front van den vooruitgang, in den
slag tegen ruimte en tijd.
Het Lid van de Tweede Kamer,
Dr. H. J. Lovink, is in de afgeloopen
week 70 jaar geworden. De heer
Lovink, die via de leiding van den
Zutphenschen gemeentelijken plant
soendienst adjunct-directeur, later di
recteur van de Nederlandsche Hei
demaatschappij was geworden, is een
der figuren geweest, welke de maat
schappij tot dien bloei heeft ge
bracht, die zij tegenwoordig geniet.
In 1899 werd hij belast met de
leiding van het Staatsboschbeheer.
Toen in 1901 een nieuwe directeur-
generaal van Landbouw moest wor
den benoemd, viel de keus, al dade
lijk op hem. In 1909 volgde zijn
benoeming tot directeur van het de
partement van Landbouw in Ned.-
Indië, waar hij tot 1918 bleef. Te
ruggekeerd naar het vaderland, werd
hij in 1922 tot lid van de Kamer
gekozen. Zijn vakkundig woord heeft
gezag voor de leden, zoowel als voor
de regeering. Jarenlang is hij ook
burgemeester van Alphen geweest.
Bij zijn verjaardag ontving hij van
vele zijden, van de regeeringscom-
missies van het college van curatoren
der landbouwhoogesehool en den
voorzitter van de raad van toezicht
op de landbouwongevallenwet, eer
bewijzen. De senaat van de Groning-
sche universiteit verleende hem, die
in Thüringen den ingenieurstitel be
haalde, een eeredoctoraat, de Ko
ningin benoemde hem tot ridder in
de Orde van den Nederlandschen
Leeuw en Commandeur in de Öran-
je-Nassau-orde en de Huisorde van
Oranje. Ook tal van buitenlandsche
onderscheidingen vielen hem ten
deel. Ondanks, zijn hoogen leeftijd,
dien men hem echter niet zou aan
zien, hoopt hij nog lange jaren land
en volk te kunnen dienen.
0
De dood heeft deze week een ver
dienstelijk Nederlander opgeëischt.
„Luister eens, vader, toen u nog
als pelsjager in de kleine hut woonde
op dezelfde plaats, waar nu ons
boschhuis staat, toen moet u toch
weken lang geen mensch hebben
gezien".
„Nu, dicht in mijn nabijheid be
vonden zich nog twee hutten van
pelsjagers. Je weet toch, dat meestal
drie tot vier pelsjagers heel dicht
bij elkaar wonen, opdat zij elkaar
gemakkelijk kunnen bereiken. Ieder
heeft zijn district, zijn jachtterrein,
en de hutten staan dan in zekeren
zin in het middenpunt, daar waar
de districten bij elkaar komen, heel
dicht bij elkaar. Tenminste, wat men
hier nabij noemt. Er ligt altijd een
goed half uur afstand tusschen. Men
kan dus, als men de eenzaamheid
niet meer kan verdragen, de anderen
opzoeken. Maar ik heb het nooit
gedaan. De beide buren, die ik had,
waren tamelijk woeste mannen. Zij
kwamen nu en dan wel bij mij om
wat te rusten. Of wij spoorden sa
men een berenfamilie op en bleven
dan bij elkaar, totdat de buit was
neergelegd, maar anders was ik al
leen het was mij liever, dan dit
gezelschap".
„Dan kon u dikwijls, gedurende
langen tijd met geen m-ensch spre
ken, vader?''
„Neen hoogstens in mijzelf.
als Gij direct Akker's Abdijsiroop neemt.
Gij zult dadelijk de gunstige werking on
dervinden van de vanouds beproefde
„genees-kruyden", waaruit Abdijsiroop in
hoofdzaak bestaat, thans door den beken
den Apotheker Dumont nog versterkt door
nieuwe, snel werkende toevoegingen.
Daardoor is nóg meer dan vroeger, nu
het beproefde hoeit-genee«middel I
Verlaagde prijzen i f 0.75. f 1.25. f 2.. per flecon.
Aug. F. H. Falise, de bekende beeld
houwer, is op 60-jarigen leeftijd te
Wageningen plotseling overleden.
Zijn talrijke monumenten, o.a. het
fraaie standbeeld van kardinaal van
Rossum te 's-Hertogenbosch, het
borstbeeld van Prins Hendrik, enz.
vormen een sieraad voor Nederland.
In het Rijksmuseum te Amsterdam,
het museum te Haarlem, het Rijks-
penning-kabinet, enz, bevinden zich
nog tal van werken van zijn kun
dige handen. In de prijsvraag voor
een gedenkteeken van de Koningin-
Moeder behaalde hij den tweeden
prijs verleden jaar; het eerste prijs-
ontwerp, van L. Zijl werd door het
comité niet aanvaard en inplaats van
Falise's werk werd toen het ontwerp
van Toon Dupuis uitgevoerd. Hij
had tal van ordes, o.a. van den
Paus, van den Koning van België
en het eereteeken van het Roode
Kruis.
0
De grappenmakers, die in de op
slagplaatsen van Unilever, Pletterij-
straat, Den Haag, in den nacht van
3 op 4 Januari, eens hadden rondge
keken, of het daar wel „botertje
tot den boom was" zijn gegrepen.
Zij hadden „een proefje" mee naar
huis genomen 1745 K.G. marga
rine. Op een 100 Kilo na werd de
partij teruggevonden, tenminste
men vermoedt dat het de bewuste
partij is. Bij een onderzoek in een
pakhuis aan de Eleonorastraat te
Rotterdam, waarheen een der sporen
leidde, viel de politie „met den neus
in de boter..."
0
De Tweede Kamer heeft een be
langrijke stap gedaan naar verbete-
Dat had ik mij ook aangewend, en
je lieve moeder moest het mij weer
afleeren. Als ik in mijzelf sprak,
dan zei ze lachend: Peter, je bent
niet meer alleen zeg mij wat
je op het hart hebt. Dan keken
wij elkaar aan en lachten en zoo
leerde ik deze gewoonte af".
Winnifred greep zijn hand. „Ach,
vader hoe ontzettend moet dat
zijn! Men moet toch een mensch
hebben met wien men kan spreken".
Hij lachte. „Jij babbelaarster zou
tenminste al heel ongaarne zwij
gen".
Zij knikte. Toen vroeg zij: „Waar
om bent u eigenlijk destijds, toen
u van Duitschland naar hier kwam,
in deze eenzaamheid gegaan?"
Hij richtte zijn krachtige gestalte
op en in zijn gelaat trilde het eigen
aardig.
„Om pelsdieren te schieten of te
vangen".
„Nu ja maar waarom deedt
u dat?"
„Omdat ik arm was en geld wilde
verdienen".
„Kon u dat niet op een andere
manier? U bent verstandig, weet
zooveel. Hadt u niet een ander,
gemakkelijker bestaan kunnen vin
den?"
(Wordt vervolgd).