BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. BLACK-BOy Winnifred de Pelskoningin, Hoofdpijn, Kiespijn. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave Koninklijke Drukkerij „Cadsandria" - Breskens FEUILLETON o ZWARE PRUIAA Binnenland. 45ste Jaargang Vrijdag 10 Januari 1936 Nummer 4101 ABONNEMENTSPRIJS- Per drie maanden I 1.25 Buiten Breskens per drie maanden t 1 40 Franco per post per jaar t 5 00 Buitenland per jaar I 6 50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) Waar blijft de winter? o Als men eens nagaat, wat ye kort voor de jaarswisseling en in deze eerste week daarna voor weer gehad hebben, dan zou men liaast ge neigd zijn te denken, dat er iets niet in orde moet zijn. Vooral de oudere generatie zal het met mij eens zijn: het is niet zooals het wezen moet. In den Atlantischen Oceaan woed den stormen en de grauwe, opge zweepte wateren dringen de kustge bieden binnen, veroorzaken ovèr- stroomingen, dijkdoorbraken en wa tersnood, benevens de daaruit voort vloeiende lasten en onaangenaam heden. Op de bergen daarentegen brandt de zon en smelt met zomer- sche temperaturen de wijde sneeuw vlakten, zeer ten ongerieve van de tallooze liefhebbers van de ski- en sledesport. Doch ook in het vlakke land wil het niet boteren met den winter. Een enkelen dag scheen het of de wind in den vriezenden hoek wilde blijven, doch dan was het ook alweer mis en "waren de „Maartsche" buien aan de orde van den dag. Ja zeker, we zouden kunnen wanen in Maart of April te leven, en dat >vij nog zoo kort Kerstmis en Nieuw jaar achter den rug hebben, lijkt nu haast onbegrijpelijk. Voor de schaatsenliefhebbers is het uitblijven van het winterweer wel de grootste teleurstelling. Hoe- vele krabbelaars en krabbelaars in spé, die met Kerstmis een paar schaatsen hebben gekregen, zullen niet dag aan dag verlangende blik ken op den thermometer hebben ge worpen in de hoop, dat dat plagerige kwikkolommetje zich nu eindelijk eens bescheiden zou terugtrekken beneden de kwakkelige dooigrens. En telkens weer bleek de hoop ijdel en de mooie blanke ijzers blijven werkeloos liggen in de kast. Mis schien heeft een enkele pessimist ze zelfs al wel definitief in het vet ge zet. Doch al mogen dan de schaats liefhebbers met dezen winter, die geen winter is, geen vrede hebben, voor de minder bedeelden en hoe talrijk zijn die niet tegenwoordig is het zachte weer integendeel een reden tot verheugenis. Wat ook hun zorgen mogen zijn, van de koude, die groote kwelgeest voor wie naar een dubbeltje moet schrapen, heb ben zij thans tenminste geen last. Hun spaarzame kolenvoorraad zal nu misschien Januari uit nog halen 19. Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum 0 Peter Hartau had bijtijds zijn aan komst gemeld en zoo stond de wa gen klaar, die door Mr. Bridge zelf werd bestuurd. Er was weliswaar nog een oude knecht in het blok huis, die de meest verschillende be zigheden verrichtte en een meisje dat hem nog in veelzijdigheid van werkzaamheden overtrof, maar Mr. Bridge zou het den knecht nooit hebben overgelaten Mr. Hartau af te halen. De kamenier en de knecht na men in denzelfden wagen op de ach terbank plaats, nadat de bagage was opgeladen. Peter Hartau en zijn dochter zaten op de voorbank. Zij hadden Mr. Bridge vriendelijk be groet en spraken onderweg over al en de pelzen en bontjassen der ge goeden wekken niet zóóveel afgunst, als wanneer een snerpende wind door de schamele kleeding blaast. En toch kan eigenlijk niemand er ten volle vrede mee hebben; ieder heeft het gevoel, dat het toch eigen lijk niet is zooals het hóórt. Ten slotte moet daarboven toch ook orde en regelmaat heerschen, wil de mensch tevreden zijn. Als de lente in Januari komt en erger nog de winter dan misschien naar het voorjaar wordt verlegd, dan raken mensch en dier de kluts kwijt en voelen zich eveneens tot een onregel- matigen levenswandel geneigd. De verdeeling der jaargetijden was goed zooals zij was en elke afwijking van dien regel, doet ons gewoon te- en sleurmenschen die wij zijn onaangenaam aan en het kost ons moeite ons in die veranderingen thuis te vinden. Het lijkt of alles op zijn kop staat en we kennen ons éigen goede, oude Holland niet meer. Neen, zóó'n weerverdeeling is feite lijk een blamage voor den kalender! om deze pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct.; doos 45 ct Bij Uw drogist. De jodenkwestie. De Berlijnsche correspondent van de Times geeft een uitvoerige be schouwing over de wanhopige positie van de Joden in Duitschland en zegt, dat er weinig hoop is op ver betering van hun lot door middel van internationalen druk op de re geering. Deze toch ofschoon niet volkomen onverschillig voor de open bare meening in het buitenland lijkt niet in staat de elementen in de partij in bedwang te houden, wel ke de Joden geheel uit het oecono- mische leven willen verdringen. Het zou dan ook zaak zijn de Joden zoo spoedig mogelijk uit Duitschland te laten emigreeren, maar dat wordt ten zeerste bemoeilijkt door de de- viezenbepalingen en de beperking der landverhuizing naar landen, die voor emigratie in aanmerking ko men. Zoo zitten de Joden als ratten in een val. De weinige landen, die voor Jood- sche immigratie open staan, willen slechts menschen met kapitaal of lerlei met hem. De knecht en de kamenier waren niet zeer verrukt over de reis en het te wachten verblijf in het bosch huis. De weken, die voor hen la gen, schenen hen een soort verban ning. Zij moesten in het eenvoudige kleine boschhuis, dat zij reeds ken den, veel gemakken missen, die hun in de wit marmeren villa van den Pelskoning vanzelfsprekend toesche nen. Indien zij overigens met hun betrekking niet zoo tevreden waren geweest, zouden zij ook zeker ge weigerd hebben mede in de „wil dernis" te gaan. Winnifred vond de rit door het prachtige in lentetooi gehulde woud onuitsprekelijk mooi. Zjj vlijde zich tegen haar vader aan en babbelde er lustig op los op haar vroolijken, overmoedigen toon. Zij en haar vader spraken Duitsch als zij door de anderen in den wagen niet wilden verstaan worden. „Tante Kora zal nu thuis de stof wolken doen opdwarrelen en geen enkel meubel op zijn plaats laten staan," zeide zij. Peter Hartau knikte. „Daar kan je zeker van zijn. Wat niet aard en nagelvast is, wordt uit elkaar met bijzondere bekwaamheden toe laten. Nu is, met uitzondering van Palestina en Italië, de uitvoer van kapitaal uit Duitschland vrijwel on mogelijk. Daarom zijn onbevangen waarnemers in Duitschland van oor deel, dat de exodus van Joden, die men te Genève schijnt te ver wachten, voorshands vrij bescheiden afmetingen zal blijven houden. Sinds het begin van de anti-se- mitische campagne heeft Palestina opengestaan voor een aanmerkelijk aantal Joodsche emigranten uit Duitschland, onder voorwaarde, dat zij de vereischte 1000 per gezin bezaten, maar de toevloed, die aan vankelijk wel 500 per maand be droeg, is allengs verflauwd wegens de toenemende deviezen-moeilijkhe den van de Rijksbank. Den laatsten tijd was er echter weer een toenemende emigratie merkbaar en er is reden te gelooven, dat deze zal aanhouden als de Joden, die hun hebben en houden verkoo- pen. voldoende deviezen kunnen be machtigen, om naar Palestina te gaan. De verstrekking van deviezen zal evenwel slechts geleidelijk kunnen gaan en wellicht zuilen er wel een paar jaar mee heengaan, voor de aspirant emigranten allen vertrok ken kunnen zijn. Voor arme Joden is er niet veel hoop, tenzij ze bi zonderen aanleg hebben voor werk in den landbouw. De jongeren onder hen kunnen zich daarin bekwamen door een van de cursussen te volgen die de Zionisten hebben ingesteld. Een Jood mag een beperkt kapi taaltje mee naar Italië nemen als gevolg van een overeenkomst, waar bij Duitschland goedvond om vorde ringen voor export naar Italië voor de helft in buitenlandsche deviezen en voor de andere helft in van Jo den afkomstige marken te ontvan gen. Maar de koers voor inwisseling van marken m lires is hoogst on gunstig voor de Joden. Bovendien zijn de Joden niet erg gesteld op landverhuizing naar Italië, omdat Italië ook onder deviezen- en geld- restricties lijdt en de Joden dus niet in de gelegenheid zouden komen om, wat hun nog aan eigen kapitaal rest, naar een ander land te doen over schrijven. Dat het Duitsche departement van oeconomische zaken echter vrijwillig den Joodschen emigranten moeilijk heden in den weg zou leggen, wordt hier in bevoegde kringen niet ge loofd. De zaak is slechts dat Duitsch- gehaald om te onderzoeken of het geen stofkorrels bevat. Als wij thuis komen, zal je ook met de loupe geen enkel stofje meer kunnen ont dekken". Winnifred lachte vroolijk. „Heb ben 'alle Duitsche huisvrouwen zulk een innig genot in deze „schoon- maakfeesten," zooals tante Kora ze noemt?" Ook haar vader lachte verge noegd. „Nu, er zijn ook Duitsche huisvrouwen die haar drang naar netheid kalmer beoefenen dan tante Kora". „Het moet toch in alle opzichten ginds in Duitschland een heel ander leven zijn dan bij ons. Ik ben er zeer nieuwsgierig naar. U moet spoe dig met mij naar Duitschland gaan, vader". „Moet ik?" vroeg hij plagend. „Ja, u heeft mij beloofd, dat u met mij naar Duitschland zult gaan, als ik achttien jaar ben". Hij keek lachend in haar bekoor lijk gelaat. „Ik ben niet vergeet achtig, vooral als het om een be lofte gaat, Winni, dat moet je we ten". „Het blijft er "dus bij?" „Ja, het blijft er bij, ik denk, land, niet in staat voldoende voed sel en grondstoffen in het buiten land te koopen, daardoor gedwongen wordt voor zijn uitvoer het maximale bedrag aan deviezen te bedingen. Misschien zou de Joodsche landver huizer zijn heele kapitaal mee mogen nemen als het maar kon geschieden bij wijze van uitvoer-transacties, die behalve de liquidatie van de Jood sche marken buitenlandsche devie zen in het land zou brengen; maar het is natuurlijk weer niet in het belang van de andere landen om den Duitschen uitvoerhandel aan te moe digen op eigen kosten. Verder verluidt dat Britsche en Amerikaansche belanghebbenden ge neigd zijn Joodsche emigranten uit Duitschland het noodige kapitaal in vreemde munt te verschaffen, als zij de marken van de Joden in ruil zouden krijgen. Wat de Duitsche regeering hiervan denkt is niet be kend, maar omdat de betrokken mar ken in Duitschland automatisch op geblokkeerde rekeningen zouden worden geschreven, zou de vraag nog opgelost moeten worden om ze te liquideeren op een manier die weer geen schade mag doen aan de landen die Duitschland van zijn Joden zouden willen ontlasten. Maar als andere landen zich niet zeer edelmoedig willen betoonen jegens Duitschland's onwelkome gasten dan blijft de toekomst van een half mil- lioen menschen in Duitschland hoogst beklagenswaardig. De oorlog in Abessinië. o Volgens Italiaansche krijgsgevan genen zou het moreel van de Ita liaansche troepen in Oost-Afrika ver zwakken, dat van de Abessiniërs den laatsten tijd integendeel versterkt zijn. dat wij het volgend jaar met Augus tus zullen gaan. Den twintigsten Juli is je verjaardag, dan vervul ik stipt mijn belofte". „Zult u u van uw zaken kunnen losmaken, vader?" „Heb geen zorg, je weet immers, dat ik nauwgezette beambten heb". Zij knikte en drukte zijn arm. „Al uw ondergeschikten zouden voor u door het vuur gaan". „Ik wil het liever niet probeeren," zei hij lachend. „U weet wel, hoe ik het bedoel. Het is ook geen wonder. Een man als u moet geacht en bewonderd worden. Maar zeg eens, vader, hoe lang zullen wij in Duitschland blij ven?" „Zoolang als het je bevalt". „O, wees niet zoo lichtzinnig met uw belofte. Als het mij daarginds nu eens zoo goed beviel, dat ik niet meer naar Canada terug wilde?" Peter Hartau keek nadenkend voor zich. Toen zei hij herademend: „Ik kan mij niet voorstellen, dat je voor altijd ginds zoudt willen blijven". „Waarom niet?" .- „Wij zijn hier te zelfstandig, wij voelen ons "hier te zeer heer en meester. Daar houden zjj ginds niet Een Abessijnsche opmarsch is be gonnen van drie zeer sterke afdee- lingen, namelijk een afdeeling van ras Immeroe en twee van ras Syoem, die een zeer ernstige bedreiging vormt voor de Italiaansche verbin dingen. De regen in Abessinië. Volgens Reuters correspondenten vallen er in Abessinië thans bijna overal hevige regens. Te Harrar iheeft het een week achtereen gere gend en de slijkerige wegen zijn voor het verkeer onbegaanbaar. Lie den uit Dessié melden, dat het. kleine regenseizoen, dat gewoonlijk drie we ken duurt, begonnen is. De lage bewolking en het slechte zicht maken doeltreffende vlieger aanvallen onmogelijk en ook het autoverkeer is heel moeilijk te on derhouden. Nieuwe goudaanwas bij de Ned. Bank. Blijkens den jongsten weekstaat van De Nederlandsche Bank is de goudvoorraad opnieuw gestegen en wel met f 7.8 millioen. Naar alle waarschijnlijkheid is dit bedrag af komstig uit België. De credietverleening toont slechts een kleine contractie met rond f 1 millioen. De kaspositie van het rijk is belangrijk ruimer geworden. Het dekkingspercentage der direct opeischbare verplichtingen door goud en zilver is thans gestegen tot 77.8 pCt. (v. w. 77.1 pCt.) Minister Colijn aan de Cöte d'Azur. Gisteren zijn minister Colijn en mevrouw Colijn met de Johan de Witt te Villefranche aangekomen voor een verblijf van ongeveer tien van. En je zou je heel spoedig de vleugels wond stooten indien ze je niet werden gekortwiekt". „Wie zal dat doen?" Hij meesmuilde en keek haar met een eigenaardigen blik aan. „Nu bijvoorbeeld je toekomstige man. Daar je de Canadeesche mannen niet moogt lijden, tenminste niet als echtgenoot, zoo verovert misschien een Duitscher je hart. En als je hem liefhebt, zal je bij hem willen blijven". Zij trok eeen mondje en keek hem met fonkelende oogen overmoedig aan. „Of hij volgt mij naar Canada". Peter Hartau glimlachte. „We zul len zien, Winni. Dat zou zoo kwaad niet zijn. Dus het blijft er bij. Wij gaan het volgend jaar Augustus op reis naar Duitschland. Laten wij niet vooruit bepalen hoe lang wij blijven. Dat komt terecht". Het jonge meisje knikte opge ruimd. „Afgesproken I Ik heb dus nog een jaar den tijd, mij naar het voorbeeld van tante Kora waardig voor te bereiden, opdat ik in Duitsch land als een welopgevoed jong meis je kan optreden". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1936 | | pagina 1