BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0.
Winnifred de Pelskoningin.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave Koninklijke Drukkerij „Cadsandria" - Breskens
Het roerige jaar 1935.
FEUILLETON
Binnenland.
Provinciale Staten.
45ste Jaargang
Vrijdag 3 januari 1936
Mummer 4099
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden I 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40.
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer (0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
0
Een zorgenjaar
Ziedaar, met één woord, het wel
zeer bewogen jaar 1935 geteekend.
Nog zelden is er na 1918 een jaar
geweest, dat zoo boordevol was van
emoties en schokken op interna
tionaal politiek gebied. Het begon
met de netelige Saarkwestie. Dan
zijn de donderslagen verder niet van
den hemel. Aan alle kanten rommelt
het. Duitschland slaakt zijn boeien
van Versailles, Hitler herbewapent
officieel, Stresa vormt een eenheids
front tegenover eenzijdige verdrags
schending, intusschen komt het Ita-
liaansch-Abessijnsche onweer op, Ge-
nève veroordeelt Duitschlands eigen
gerechtigd optreden, De Negus doet
een beroep op den Volkenbond, Mus
solini slaat toe in Ethiopië, de Vol
kenbond grijpt in, de sancties komen
er, heel de wereld maakt front tegen
Italië, Laval en Hoare doen een
„faux pas" met hun vredesvoorstel
dat een doodgeboren kindje blijkt en
een der vaders ervan van het poli
tieke tooneel doet verdwijnen, terwijl
de andere pa ook hevig in zijn po
litieke gezondheid geschokt is, nog
maals heeft de Volkenbond het pleit
gewonnen, en zoo komt dan in een
zwaar geladen atmosfeer, het einde
van 1935. Engeland heeft zich nog
maals en nu onherroepelijk voor den
Volkenbond ingezet, terwijl Enge-
lands belangen merkwaardig sterk
met die van den bond parallel loo-
pen. Wat weinig goeds voor Musso
lini voorspelt. Zoo vindt straks 1936
de Volkenbond wel nog natrillend
van de schokken van 1935, doch
tevens gelouterd en met onmisken
baar gestegen aanzien. De Volken
bondsraad heeft tot 20 Januari den
tijd, de kwestie der olie-sancties te
peilen.
0
Met reuzenschreden nog even een
tocht door 1935. De Saab.weè
Duitsch. Geen enkel incident, dank
zij de internationale volkenbondspo
litiemacht voor en tijdens het plebis
ciet. De Volkenbond maakt een goe
de beurt. En Hitier verklaart, dat
het eenige territoriale geschil tus-
schen Frankrijk en Duitschland nu
uit den weg is geruimd. Inmiddels
kondigen zich reeds de eerste tee
kenen van Duitschlands legeruitbrei-
ding aan. De Rijksweer komt meer
naar voren en de Nazi-grooten wor
den wat naar achteren gedrongen.
17,
Roman van
H. GOURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum
0
Het bloed steeg Salten naar het
gelaat. Maar hij zei kalm: „Nu sta
ik op het punt, het breede water
over te gaan".
Onderzoekend keek Rittner hem
aan. „Werkelijk? Wilde je destijds
geen officier worden?"
„Ik wilde niet maar ik moest.
Je weet, mijn vader was streng".
„Hm! Ongeveer zooals de mijne.
Dus je bent officier?"
„Ik was het tot voor korten
tijd. Maar nu is het daarmee uit.
Ik heb mijn ontslag moeten nemen
en wil nu naar de Nieuwe Wereld,
om een ander bestaan te vinden".
„Hm! Dat is niet gemakkelijk".
„Dat weet ik".
„Heb je geld?"
Ondertusschen ontdekt John Buil zijn
oude vriendin Marianne weer, onder
den indruk van het Duitsche lucht-
gevaar.
In Februari neemt het Italiaansch-
Abessijnsche conflict reeds ernstige
vormen aan en is de stroom van
Italiaansche troepen naar Afrika al
begonnen. Maart ziet Europa's zor
gen nog meer aangroeien door de
Grieksche binnenlandsche onlusten,
waarvan Venizelos de geestelijke va
der was. Daar komt dan nog bij,
dat half Maart Duitschland officieel
de boeien van Versailles afwerpt en
recht op bewapening eischt. Welke
bewapening inmiddels al een feit is
geworden. In April komt dan Stresa,
het eenheidsfront van Engeland,
Frankrijk en Italië tegen Duitsch
land, en Frankrijk's aanklacht tegen
Duitschland wegens schending van
het vredesverdrag. In Mei sterft
Pilsoedski, de Poolsche staatsman,
Hitier kondigt de dienstplicht aan,
Genève veroordeelt Duitschlands ver
dragsschending, terwijl Italië steeds
feller tegen Abessynië fulmineert en
de stroom van troepen naar Afrika
nog steeds wast. In Juni begint een
arbitrage-poging, maar ondertus
schen weet iedereen in Italië dat de
oorlog in September na den regen
tijd zal beginnen. Half Juni teekent
Engeland een vlootbeperkingsver-
drag met Duitschland. Wat Frank
rijk natuurlijk niet prettig vindt,
waardoor misschien ten deele Frank-
rijk's treurige, halfhartige houding
ten opzichte van den Volkenbond
kan verklaard worden, als eenige
maanden later Engeland zoo er op
gesteld is dat sancties tegen Italië
worden toegepast. Omstreeks dezen
tijd maakt Japan van de gelegenheid
gebruik dat Europa de handen vol
heeft, en dringt op in Noord-China.
Juli brengt het eerste Engelsche be
middelingsvoorstel en de schipbreuk
van de arbitrage-comedie. In Augus
tus teekent zich het begin van de
zeer vastberaden volkenbondspolitiek
van het Engelsche volk af. Een
schriftelijke volksstemming bewijst
o.m. dat onder 11.000.000 intellec-
tueelen een overweldigende meerder
heid (31 tegen 1) voor den Volken
bond is. Mussolini wil intusschen
Abessynië annexeeren. Even brengt
dan de Reckitt concessie afleiding.
Maar terwijl Amerika Reckitt dwingt
de concessie op te geven, daar men
geen complicaties wenscht, stuurt
Engeland zijn vloot de Middelland-
sche zee in. Om te toonen dat het
meenens is, als er straks over sanc-
„Slechts een appeltje voor den
dorst".
„Hoe stel je het je dan daarginds
voor?"
„Ik weet het niet! Ergens zal er
dan toch wel voor een mensch iets
te vinden zijn, die gezonde armen,
een helder hoofd en den vasten wil
tot arbeiden heeft. Kun je mij mis
schien een raad geven? Jij kwam
zeker van over zee?"
„Ja van Canada".
Salten luisterde aandachtig. Dat
was nu reeds de tweede vingerwij
zing van het lot, die hem naar Ca
nada wees.
„Dus van Canada? Is er daar
ginds voor menschen als wij mo
gelijkheid om een bestaan te vin
den?"
Karl Rittner lachte. „Die is er
voor een flink man overal. En
ik geloof, dat je altijd energie hebt
gehad reeds als brpekeman".
„Daaraan ontbrak het niet".
Onderzoekend keek Rittner Salten
weer aan, „Ben je een goed schut
ter?"
„Ik raak een vogel in de lucht
en ik schiet een vlieg van een blad
van een boom".
„Hm! Dan zou ik je een goeden
ties gesproken wordt. October ver
streek met velerlei spanning en No
vember bracht de sancties. Decem
ber komt met een steeds nauwer
omsluiting van Italië door het sanc-
tienet, waarop Italië antwoordt met
een groteske inzameling van oud
roest en trouwringen. Terwijl in Lon
den de voorloopige vlootbesprekin-
Ig-en plaats vinden, speelt zich dan
de tragedie van het Fransch-Engel-
Bche vredesvoorstel aan Mussolini af,
met het bekende gevolg.
0
Het Italiaansch-Abessijnsche geval
heeft in de tweede helft van 1935
bijna alle andere gebeurtenissen op
internationaal politiek gebied over
schaduwd. Daarom heeft men niet
zoo n aandacht geschonken aan een
zekere evolutie, die zich in Duitsch
land voltrekt in de richting van een
gematigder regime of, zooals som
migen meenen, in de richting van
een militaire dictatuur, als tusschen-
fase op den weg naar regime-veran
dering. Wat van al deze meeningen
juist zal blijken te zijn, kan alleen
de toekomst leeren. Opmerkelijk is
echter wel, dat het blad van den
anti-semiet Streicher verkocht is, en
voortaan geen gruwellectuur meer
zal bevatten, dat de burgemeester
van Berlijn, dr. Bahm, door de
N.S.D.A.P. geroyeerd was, doch
door Hitier teruggeroepen werd en
waarschijnlijk een gezantschapspost
krijgt, dat er op 7 gezantschap
pen persoonsverwisselingen aanstaan
de zijn, terwijl geen van de 7 candi-
daat-gezanten lid van de N.S.D.A.P.
is. Men mag dit interpreteeren hoe
men wil, op versterking van den
partijinvloed op de regeering wijst
dit alles toch niet.
De graanrechten een onrecht
voorde Pluimveehouders.
o
De tienduizenden, die tezamen het
wereldje vormen der kleine, nijvere
pluimveehouders, die het met hun
onaanzienlijke, door iedereen gemin
raad kunnen geven. Maar het is
geen gemakkelijk leven, dat ik je
voorstel. Ga naar de Hudsonbaai
en wordt pelsjager".
Een schok ging door Salten's
krachtige gestalte.
„Pelsjager? Aan de Hudsonbaai?
Wat kan men daar schieftn?"
„Ieder beest dat een goede pels
heeft vanaf het sabeldier en de
hermelijn tot aan den beer. De laat
ste slechts, als je geluk hebt. Ze
worden zeldzaam. Maar het is een
drommels inspannend leven".
Salten's gestalte rekte zich. „Dat
heb ik juist noodig".
„En heel eenzaam I Het kan ge
beuren, dat je maandenlang geen
vrouw te zien krijgt. En ander ge
zelschap dan dat der pelsjagers zal
je niet vinden".
„Dat is juist, wat ik verlang".
„Zoo menschenschuw?" vroeg
Rittner met een scherpen blik.
Salten kreeg plotseling een kleur,
maar hij zag Rittner vast aan. „Ik
heb boete voor iets te doen, Karl
ik heb een groote domheid begaan".
„Ah natuurlijk de vrouw, niet
waar?"
Schouderophalend haalde Salten
diep adem. „Mijn leven zal in de
achte, kleine kippen zoover ge
bracht hebben, dat de waarde van
den export van eieren en pluimvee
een vooraanstaande plaats inneemt
onder de export-cijfers van de an
dere takken van den Landbouw; die
tienduizenden, voor wie nog nooit
steun aan 3e Regeering gevraagd
behoefde te worden, omdat zij zich
zelfs in deze crisis -tlande wisten te
houden, dank zij hun vakkennis,
aanpassingsvermogen, groote vlijt en
soberheid; die tienduizenden, over
wie in de couranten zelden geschre
ven werd, zoodat zij een bij het groo
te publiek vrijwel onbekend wereldje
vormen; die tienduizenden, zij zijn
thans uit hun slof geschoten; zij
willen zich thans aan het Nederland-
sche volk bekend maken als harde
werkers voor de volkswelvaart, die
ten onrechte door de Regeering
broodeloos gemaakt worden; zij heb
ben thans een eensgezind breed front
gemaakt en voeren thans een krach
tige actie, omdat zij ten doode toe
op onrechtmatige wijze door de
graanrechten, de monopolieheffin
gen op granen belast zijn; zij hebben
stuk voor stuk aan den Minister
van Landbouw en Visscherij een
Nieuwjaarswensch gezonden, met de
leuze als sluitzegel er op geplakt:
wij vragen geen steun, wij vragen
recht: teruggave aan de pluimvee
houders van de door hen betaalde
graanrechten.
Tot goed begrip dient men te we
ten, dat de Regeering het juiste
principe huldigt, dat de steun, wel
ke in deze crisis aan den Landbouw
verleend wordt, door de geheeleNe-
derlandsche bevolking naar draag
kracht opgebracht moet worden.
Van dit principe wordt om onver
klaarbare redenen afgeweken bij den
steun, welke de Landbouw krijgt
door de monopolieheffingen op gra
nen. Want de pluimveehouders zien
door die graanrechten hun voeder
rekening verhoogd met het ondrage
lijke bedrag van f 2.- per 100 K.G.
De pluimveehouders worden op on
rechtmatige wijze gedwongen met
f 1.- per z.ak van 50 k.g. een an
toekomst aan den arbeid gewijd zijn.
Ik wil werken, nuttig zijn, het doet
er niet toe, hoe".
„Zoo, zool Nu je gaat met de
zelfde gevoelens heen, als ik des
tijds. Met dat onderscheid, dat ik
nog een groene jongen was, die weg
liep voor vaders toorn en stokslagen
en jij toch al een volwassen man
bent. Laat ik eens denken je
moet zoo ongeveer zes en twintig
jaar zijn".
„Bijna acht en twintig".
„Nu dan als het je werkelijk
ernst is, dan zou ik je een goed
adres kunnen geven, waar je stellig
een aanstelling als pelsjager zoudt
vinden. Als je geluk hebt, kan je
'goed geld verdienen. Ik ben bijna
acht jaar pelsjager geweest en heb
een goed terrein gehad. Daar haalt
men wat uit. Ik wil mij nu met mijn
spaarpenningen een zelfstandig be
staan scheppen maar aan den
anderen kant van den Oceaan. Voor
thuis deug ik niet. Het is te be
nauwd in het Duitsche vaderland,
en daar omhoog in de met ijs
bedekte wouden van Quebeck is men
verwend, wat ruimte aangaat. Daar is
nog het zuivere oerwoud en je
bent op je eigen terrein meester over
dere tak van Landbouw, namelijk
de graanverbouw, te steunen.
De Regeering heeft erkend, dat
het onbillijk is, dat één tak van
Landbouw ten doode toe belast
wordt om een andere tak te redden.
Zij heeft getracht de graanrechten
op indirecte wijze aan de pluimvee
houders te restitueeren, door den
export van eieren te bevorderen,
waardoor de eierprijs loonend bleef.
Het zijn niet alleen de pluimveehou
ders zelf, doch ook de Besturen
hunner grootste organisatie's, die aan
de doeltreffendheid van een derge
lijke indirecte schadeloosstelling twij
felen.
Sedert echter de export door in
ternationale omstandigheden tot een
minimum geslonken is, is van een
doeltreffende restitutie in het geheel
geen sprake meer. En thans doet
de toestand zich voor, dat de Regee
ring heeft erkend, dat sedert 1 Sep
tember j.l„ dus reeds sedert vier
maanden, de graanrechten vrijwel
ten volle op de pluimveehouders
drukken, en dat Zij nog steeds over
weegt, of restitutie mogelijk is, en
dat intusschen de pluimveeteelt ka
pot gemaakt wordt I
Dat hun actie moge slagen en
zij op rechtstreeksche wijze finan
cieel schadeloos gesteld worden, zij
de wensch van iederen rechtschapen
Nederlander!
Minister Colijn naar het Zuiden.
De minister-president en mevr.
Colijn zijn per s.s. „Johan de Witt"
naar het Zuiden van Frankrijk ver
trokken, waar zij eenigen tijd zullen
vertoeven. Zij worden tegen 21 Jan.
a.s. in Den Haag terugverwacht.
Verdere toeneming van den
goudvoorraad.
Uit den weekstaat van de Neder-
landsche Bank, blijkt, dat de goud
voorraad voor de dertiende opeen
volgende week met f 6,2 millioen
is vermeerderd. De zilvervoorraad
is met f 1.1 millioen afgenomen.
Gekozen.
In de plaats van den heer J. Cats-
hoek te Zierikzee, die bedankt heeft
als lid van de Prov. Staten van Zee
land, is diens opvolger op de lijst der
alles wat kruipt en vliegt. Alleen
de pelzen moet je afleveren en daar-»
voor krijg je een vastgestelde premie.
Zooals gezegd, ik ga ook weer terug,
ik wil slechts eenige weken naar huis
om vrede te sluiten met mijn ouden
vader. En mijn moeder zou ik graag
nog eens terugzien. Dan ga ik echter
weer terug. Dus wil je het adres
hebben?"
Salten had met groote belangstel
ling geluisterd. „Ik zal je zeer dank
baar zijn," zei hij.
„Goed dan! Maar dat zouden wij
alles toch bij een flesch wijn kunnen
afspreken. Ik vertel je nog wat van
daarginds, opdat je wat op de hoogte
bent en jij vertelt mij hoe het er
nu in Hannover uitziet en of je
wat van mijn familie hebt gehoord".
Salten stemde toe. De beide hee-
ren zochten een restaurant op en
zaten eenige uren bij elkaar.
Salten kreeg van Rittner nog al
lerlei nuttige wenken en raadgevin
gen en het adres van den Pelskoning
Peter Hartau.
„Dat is een hoogstaand man, Ru-
dolf, dien men onvoorwaardelijk
moet bewonderen.
'(Wordt vervolgd).