ESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. JAVA heelf[]n KARAVANEN Winnifred de Pelskoningin. ijn, Kiespijn. SUM Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens 3emeexi\e ^resVexv^ Een ernstig woord. o FEUILLETON Radio in dienst der spoorwegen o qoed en toch, c goedkoop Gewestelijk Nieuws 45ste Jaargang Vrijdag 20 December 1935 Nummer 4096 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40 Franco per post per jaar f 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer t0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels t 0.40 (bij vooruitbetaling) HUISVUIL. Het huisvuil ln de Woensdag- en Donderdag-wijk wordt Maandag en Dinsdag opgehaald. Het Bureau voor Handelsinlich tingen, Amsterdam schrijft ons: Wanneer een handelsfirma in het buitenland nieuwe relaties wenscht aan te knoopen in Nederland, dan schrijft hij ons. Wanneer hij tot za ken komt, betuigt hij. ons in vele gevallen zijn dank. Wanneer hij niet Slaagtblijft hij gewoonlijk niet in gebreke om ons zijn teleurstelling kenbaar te maken. Wij kunnen ami alle klachten niet dezelfde waarden hechten, dikwijls betreft het een geschil van heel per soonlijken aard; een zaak van per soonlijke opvatting, waarvoor de be treffende partijen zelf een oplossing, behooren te vinden, omdat inmen ging van onze zijde niet op haar plaats zou zijn. Wanneer echter van verschillende zijden een oordeel uitgesproken wordt, waarvan de gelijkluidendheid ons treft, dan komt het ons voor, dat wij dit algemeene oordeel be hooren te brengen onder de aan dacht van den Nederlandschen han del. Vatten wij aldus de verzamelde klachten samen: „Acquiers bonne renommée, et dors la grosse matinée". „Het is niet onze schuld, dat dit spreekwoord ons te binnen schiet, wanneer wij na herhaalde pogingen om in Ne derland zakenrelaties aan te knoo pen, het eindelijk opgeven. Nederland vertrouwt te veel op den goeden naam, welke het zich in vroegere tijden verworven heeft enwacht nu rustig af, totdat die gouden tijd zal zijn wedergekeerd, zonder het zich bewust te worden, dat de omwenteling aller dingen, een terugkeer naar de oude toestan 14 Roman van - H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door Mevr.J. P.WESSELINK-v. Roesum Ci nq zou mij kunnen beleedigen, zon der dat ik het zou kunnen beletten. Indien ik zal leven en ik wil leven, moeder, om uw dierbaar le ven niet in gevaar te brengen dan moet ik het vaderland verlaten moet daarginds, in de wereld trach ten, een bestaan te vinden, al zal dat ook nog zoo bescheiden zijn Ik wil naar Amerika gaan ergens in de eenzaamheid, waar ik mij kan inspannen, werken. Ik wil in de toe komst met eigen kracht mijn leven weer opbouwen. God geve, moeder, dat ik uw liefde waardig blijf". Zij drukte een kus op zijn voor hoofd en haalde diep adem. „Dat zal je altijd, mijn zoon. En nu wil len wij ook niet langer wankelmoedig den volkomen uit moet sluiten. Aangespoord door Nederlandsche propaganda van officieele en parti culiere zijde probeeren wij in Neder land zakenrelaties aan te knoopen. Wij hebben er een lange overzeesche reis voor over. Wij gaan naar Ne derland, naar het land van de „bon ne renommée" en komen al spoedig tot de conclusie, dat Nederland te conservatief is om zich aan te pas sen aan onze usances, zooals Enge land, de Vereenigde Staten, Duitsch- land en Japan dit bereid zijn te doen. Het resultaat? Wij keeren Ne derland den rug toe (de hotel- prijzen zijn ons ook duchtig tegen gevallen en kloppen aan bij de buren, waar men ons in herinnering brengt de aloude klacht: „In matter of business, the fault [of the Dutch Is giving too little and asking too [much". Het is te betreuren, want bij ge lijke condities zou Nederland een goede kans maken". Deze hier weergegeven grief is wel de voornaamste, die de buiten lander niet moe wordt ons voor te houden. Wij mogen veronderstellen, dat men in binnenlandsche handelskrin gen het beste kan beoordeelen, in hoeverre deze klachten gemotiveerd zijn. Zijn zij geheel of ten deele ge grond, dan moge het bovenstaande mede aanleiding zijn tot het betrach ten van meer aanpassing aan de handelsusances van de firma's in het buitenland, die, na ingewonnen in formaties, geacht kunnen worden hun verplichting na te zullen komen. Zou men onze meening vragen aangaande de rechtvaardigheid van de algemeen geuite klacht, dan zou den wij antwoorden dat wij ons moe ten onthouden van het uitspreken van een oordeel, omdat wij besef fen, dat de Nederlandsche exporteur te kampen heeft met moeilijkheden, die den buitenlander ontgaan. Vraagt men ons echter of wij het m o g e 1 ij k achten dat de naar voren gebrachte grief gegrond is. dan moe ten wij zeggen dat wij niet lang ge leden den indruk kregen dat de buitenlandsche klagers niet geheel ongelijk hebben. Gaf niet onlangs een vooraanstaande Nederlandsche instelling, welker financieele mede werking door ons werd ingeroepen ter verwezenlijking van ons plan tot uitbreiding van onze relaties ter ver krijging van een snellere berichtge en treurig zijn. Iedere zaak heeft twee kanten. Én wie weet, waarvoor deze beproeving goed is. AI het an dere zal God ten beste leiden". Hij omhelsde haar met groote tee- iderheid. „Mijn lieve moeder ik dank u voor uwe goedheid". Haar oogen werden vochtig, maar daarop glimlachte zij weer. „Je bent immers mijn geliefde zoon dan valt het gemakkelijk goed te zijn Nu wil ik naar de keuken gaan en zien, of onze maaltijd ook toe reikend is voor jou. Ik denk, dat je vandaag en gisteren niet veel zult hebben gebruikt". Hij kuste haar de handen. Wat was zijn hart nu verlicht. De vrij spraak zijner moeder had in zijn ziel al zijn kwellingen tot rust ge bracht. Wel drukte alles hem nog zwaar, maar hij kon toch weer vrij ademhalen, en er aan denken, hoe hij het zou kunnen goed maken. Mevrouw Maria Salten omhelsde haar zoon nog eens, voordat zij snel naar de keuken ging. Een uur later zaten moeder en zoon aan tafel en bespraken allerlei, wat nu gebeuren moest. Rudolf sprak er over, dat hij nu naar oom Ludwig moest gaan om ving ons den raadte wachten totdat de tijd daartoe rijp zou zijnl Dit woord heeft ons zeer verbaasd, want wij weten, dat, terwijl wij hier wachten, andere naties bezig zijn ons te verdringen op die markten, waar wij tot nu toe hebben weten stand te houden. In verschillende landen, die om hun aanpassing geroemd worden, be speurt men teekenen van economisch herstel. Dat de tijd niet verre zij, dat men ook in Nederland wijzen kan op uitbreiding van den export. Het wei stagen van andere landen moge ons niet het gevoel geven van „niet mee te kunnen," het moge niet remmend werken op onzen ondernemingsgeest, doch een aansporing zijn om „niet achteraan te komen". Een nieuw jaar staat voor de deur. Een Spaansch gezegde luidt: „Ano nuevo, vida nueva". Een nieuw jaar, een nieuw leven. Moge dit voor den Nederland schen handel bewaarheid worden. Moge 1936 een opleving inluiden van onzen export, als belangrijke factor voor welvaart van het land. om deze pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw drogist. De waarschuwende stem. Hoe sneller de verbindingen wor den, hoe dichter de verste afstanden bij elkaar komen, hoe minder tijd wij hebben. Het is een eeuwige wed loop tusschen de moderne techniek en onze vermeende behoefte aan snelheid. Als onze grootouders een reis ondernamen, -rekende men niet met uren en minuten, doch met da gen en weken. Doch dat is alles geheel v e ran derd. Menige stationschef van een onzer grootste stations zal misschien nog wel eens met een zucht terug denken aan den ouden tijd, toen zijn voorgangers geen zwaardere taak hadden, dan te zorgen voor aanslui ting tusschen twee postkoetsen. Het zuchten helpt hem echter weinig. Als hij zijn ambt naar behooren wil hem te zeggen, dat hij den dienst had verlaten en zich nu naar het buitenland wilde begeven. Zijn moeder knikte. „Ja, Rudolf dat moet je doen. Hij heeft er recht op, het te weten. Maar ga wat zacht met den ouden man om weet je hij is een beetje verbitterd van aard precies als je vader. Zulke arme menschen komen moeilijker over een zandkorreltje heen dan an dere menschen over een berg" „Ik zal het hem zoo voorzichtig mogelijk mededeelen, moeder, maar het zal hem toch opwinden, dat ik geen officier blijf, en hij zal mij voor ondankbaar uitmaken, omdat ik hem de juiste reden niet kan zeggen Zij knikte en in haar oogen straal de alweer een vonkje humor. „Nu hoor dat kalm aan laat hem uit varen. Luister eens, lieden als hij hebben behoefte boos uit te varen ook als zij vernemen, dat zij de honderd duizend getrokken hebben anders scheppen zij geen vreug de in het leven". Vol bewondering keek Rudolf zijn moeder aan. Zoo had zij ook alle booze luimen van zijn vader ver dragen en hem altijd een vriendelijk gezicht getoond. Hij greep haarhamd uitoefenen en niet het gevaar loopen, in een hoek te worden gedrukt door jongere krachten, die beter met hun tijd weten mede te gaan, moet hij er voortdurend op zinnen om nieuwe wegen en middelen te vinden, die hij aan de directie kan voorleggen om het aanpassings-tempo van de spoorwegen te bevorderen. Bij dezen wedijver zijn het niet altijd de grootste verkeerscentra, die vooraan komen, zooals wij uit het volgende kunnen zien. - De invoering van telefoon en ra dio in de treinen heeft ook de chefs van kleinere stations aan het pieke ren gezet over mogelijkheden, om een nieuwe vinding practisch toe te passen. Vooral de radio leek daar toe geschikt; en zoo is er een op het denkbeeld gekomen, het afroe pen van het vertrek der treinen voor taan te doen plaats vinden door den luidspreker. Wanneer ge bij toeval in een zekere kleine Fransche stad in de provincie komt, en ge aan stalten maakt, als de trein het sta tion binnenrolt, om de coupédeur vast te openen een slechte ge woonte, die vele menschen hebben! dan laat zich plotseling een stentor stem hooren, die de waarschuwende woorden uit: „Portier niet openen voordat de trein stilstaat 1" Voordat ge van den schrik bekomen zijt, houdt de trein reeds stil, zoodat het beoogde doel volkomen is bereikt Deze dienende geest laat zich ook nog verder hooren; in de wachtka mer roept hij u toe, wanneer het tijd is om zich op het perron te begeven voor een bepaalden trein, op het perron maant hij aan om in in te stappen en ten slotte waar schuwt hij, als de portieren worden gesloten. Had de beambte, die op dit idee is gekomen, zijn denkbeeld verder uitgewerkt, dan zou hij deze aan kondigingen en waarschuwingen, wel ke steeds worden herhaald, op gra- mofoonplaten hebben laten vastleg gen en door middel van pick-up en radio op het gewenschte oogenblik ten gehoore gebracht. Thans verge noegt men zich er mede, zich te be tdienen van een microfoon, die in ver binding staat met reusachtige luid sprekers, welke op de verschillende perrons zijn aangebracht. Voor de microfoon staat een spoorwegbe ambte, en zijn waarschuwende stem is het, die men hoort. Het afroepen van de treinen, dat trouwens bij ons en in verschillen de andere landen is aigeschaft, gaf en kuste die. „Als ik u toch maar zeggen kon mijn lieve moeder, hoe ik u bewon der en hoe dankbaar ik u ben". Zij zag hem met stralende oogen aan, maar heel diep daarin trilde nog de weerglans van den angst die kort te voren haar hart had be klemd. Maar dat behoefde haar zoon niet te weten. 0 Toen Rudolf Salten kon veron derstellen, dat zijn oom zijn middag slaapje had gedaan, begaf hij zich op weg naar hem toe. De oude heer ontving zijn neef op de hem eigen, steeds knorrige manier in zijn woonkamer. Die was vol tabaksrook, zoodat men alle voorwerpen slechts als door een blauwgrijzen sluier zag. Hij was vrijgezel en leefde in voortdurenden strijd met zijn huis houdsters, die het allen slechts kor ten tijd bij hem uithielden. Toen Salten voor zijn oom stond nam deze hem ontstemd van top tot teen op. „Wat moet dat beteekenen, Ru dolf? Je komt in burgerkleeding bij mij? En zonder dat je je laat aan dienen? Zooveel beleefdheid had ik iets romantisch aan het reizen. Thans is ook dat gemechaniseerd. Men vraagt zich af, of men niet nog eens met weemoed zal terugdenken aan den tijd, toen een beleefde conduc teur ons, het portier openhoudende, hoffelijk uitnoodigde om in te stap pen I BRESKENS. Verbetering Naar wij uit goede bron vernemen wordt door ons Gemeentebestuur ernstig onderhandeld om de onhoud bare toestand in de Dorpsstraat aan Kijkuit uit den weg te ruimen. Komt men tot overeenstemming, dan zoude sloot worden gedempt en een trottoir worden aangelegd, aansluitende aan de bestaande trottoirs. Het is te hopen, dat deze, zoo ge vaarlijke toestand, eindelijk zal worden verbeterd. Ook de Wegencommissie A.N.W.B. dringt op verbetering aan. Openbare verkooping. Dinsdagmiddag had alhier de ver kooping plaats van een woonhuis ten verzoeke van de fam. de Vlieger. Kooper werd de heer W. Carels alhier voor de som van f 2125.-. Uitvoering. Donderdagavond gaf de turnver- eeniging V. M.S.V. onder leiding van den heer T. van Exter een goed geslaagde uitvoering. Begin van brand. Hedenmorgen bij het ontwaken ontdekte de bewoner K. alhier dat de achterkamer vol rook stond. Een toch van je mogen verwachten, dat je mij in uniform je bezoek brengt. Je weet toch, dat ij^ er niet van houd, als officieren m burgerklee ding zijn en ik mag toch eischen, dat je eenige aandacht aan mijn wenschen schenkt". Rudolf Salten bleef heel kalm. „Beste oom, u weet, dat ik u al mijn bezoeken in uniform bracht, maar vandaag kon ik dat niet doen". „Zoo en waarom dan niet als ik vragen mag," vroeg de oude heer scherp. „Omdat ik de uniform in 't geheel niet meer zal dragen. Ik heb den dienst verlaten". Met een ruk wendde de oude heer zich naar hem toe. „Wat moet dat beteekenen? Den dienst verlaten? Ik heb zeker niet goed verstaan?" „Ja, oom Ludwig. Ik heb mijn ontslagaanvrage ingediend, en ben, totdat het is ingewilligd, van den dienst ontheven". De oude heer boog zich naar vo ren, rood van toorn, en sloeg met de vuist op de tafel. „Wat is dat voor onzin? Spaar mij dat alsjeblieft. Ik versta zulke grap pen niet". (Wordt vervefgé).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1