BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Winnifred de Pelskoningin. SB mm _.ner 4156 Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens FEUILLETON Binnenland.' PUROL in de ledematen? AKKERTJES S3 3emeeti\e ^vesVexv^ Buitenland 45ste Jaargang Dinsdag 17 December 1935 Summer 4uy ABONNEMENTSPRIJS- Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f 0; 1 5. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) De Roepstem onzer Koloniën. o Expansie is de leuze van dezen tijdd.w.z. de noodzakelijkheid, waarin verschillende Volken verkee- ren om te trachten hun grondge bied uit te breiden buiten de eigen grenzen, ten einde de steeds aan groeiende bevolking in staat te stel len, elders een plaatsje onder de zon te vinden, beschermd door de vlag en de wetten van hun eigen land. Deze behoefte aan gebiedsuitbrei ding is het, welke leidde tot den oorlog tusschen Italië en Abessynië; deze landhonger ook is oorzaak, dat Japan de hand heeft gelegd of nog tracht te leggen op verschillende deelen van het reuzenrijk China. Duitschland dringt meer en meer aan op teruggave van zijn koloniën, of toewijzing van ander koloniaal gebied, ten behoeve van emigratie. En Nederland? Ook in ons land begint de ruimte steeds schaarscher te worden voor de bevolking. Jaar op jaar neemt ons bevolkingsoverschot toe met 100.000 zielen voorwaar geen gering getal voor een land met een oppervlakte van nauwelijks 33000 vierkante kilo meter. Vooral ook tengevolge van de tegenwoordige, buitengewoon on gunstige omstandigheden vraagt dit probleem dringend om oplossing. Nu zijn wij tegenover tal van an dere volken in dat opzicht sterk be voorrecht. Wij behoeven ons geen zorg te maken over de ruimte, waar in wij dit bevolkingsoverschot zou den kunnen onderbrengen, omdat wij over onmetelijke, schaarsch bevolk te koloniale gebieden beschikken. Het is dus zeer logisch, dat wij meer dan ooit aandacht moeten gaan be steden aan overheveling van een deel van onze bevolking naar onze over- zeesche gewesten. Het percentage, dat thans uit eigen beweging daarheen gast, is zeer onbeduidend. Vooral het aan tal dergenen, die daarheen gaan om zich een eigen werkkring te schep pen, is bedroevend klein. Daarbij spelen allerlei vooroordee- len en bezwaren, welke reeds lang als ongegrond zijn erkend, een groo te rol. Men wil het b.v. vaak voor stellen, alsof het voor een bewoner van een land met een klimaat als het onze ongezond, ja, onmogelijk zou zijn om in de tropen handenar- 13. Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door Mevr. J. P. WESSELINK-v. Rossum 0 Nu viel hij plotseling op de knieën naast haar en sloeg zijn ar men om haar heen, zijn hoofd in haar schoot verbergend. „Moeder mijn moeder," steunde hij. Zij streek met bevende handen over zijn hoofd. „Zeg mij alles, mijn zoon, al valt het je ook moeilijk het uit te spreken. Je weet, dat ik slechts vrees voor het onzekere heb Laat mij de dingen, die je bezwa ren, onder de oogen zien, opdat ik ze kan overwinnen. Maar veroordeel mij niet langer tot werkeloosheid,' zei zij, haar stem tot vastheid dwin gend, ofschoon haar hart beefde. Rudolf lag nog een oogenblik stil, terwijl de handen zijner moeder hem bleven streelen. Toen begon hij zjjn beid te verrichten. Door de practijk is evenwel reeds lang gebleken, dat dit volstrekt niet het geval is. Wij wijzen bijvoorbeeld op het plateau van Bandoeng, op Java, waar zich verschillende Nederlandsche tuinders hebben gevestigd, die er hun bedrijf uitoefenen zonder daar- an eenig nadeel voor hun gezond heid te ondervinden. Hier staan kolonisatiepogingen te genover, die inderdaad mislukt zijn. Dit is echter alleen het gevolg ge weest van verkeerd inzicht dergenen, die met de organisatie waren belast. Dergelijke misrekeningen komen ook op ander gebied voor. Men behoeft zich er niet door te laten weerhou den. Ook uit mislukkingen trekt men leering. Overigens is het ook zoo in te richten, dat Nederlanders, die naar Indië emigreeren, niet bepaald han denarbeid behoeven te verrichten; dit is een kwestie van organisatie en goede financiering. Een zoo voor de hand liggende „werkverschaf fing" in onze koloniën, welke tot de rijkste ter wereld behooren, ver dient, dat zij op een degelijke basis wordt opgezet en voldoende gefinan cierd. Dat men daarvoor niet de onge zonde kustgebieden zal kiezen, spreekt vanzelf. Er zijn immers hoo- ge, vruchtbare plateaux genoeg, waar de menschen heen kunnen? Voor den Europeaan speelt vooral de hoogte, waarop hij in de tropen een werkkring vindt, een voorname rol. Wij hebben geschikte gebieden te kust en te keur in onze overzeesche gebieden. Laten wij niet, door „hok vastheid" de gelegenheid ongebruikt laten om tien- en honderdduizenden de kans te bieden, zich een goed en gelukkig bestaan te verzekeren, onder eigen vlag en onder eigen gezag Wie den grond kan en wil be bouwen en niet bevreesd is om de handen uit de mouwen te steken, zal er beveiligd zijn tegen stoffelijke nooden en zich in vele gevallen een vrij en onbekommerd bestaan kun nen veroveren. Maar dan is het ook de taak van de regeering, om dit plan grootsch op te zetten en uit te voeren I Winterhanden Wintervoeten Zooals wel te verwachten was, heeft de heer Duys het er niet bij laten zitten, doch een brief gezonden aan het partijbestuur van de S.D.A.P., waarin hij opnieuw zijn houding en zijn standpunt verdedigt. Op het „eenstemmige oordeel der fractie," dat hij reeds sedert 1913 zijn plicht als Kamerlid zou heb ben verwaarloosd, antwoordt hij o.a. „Komaan, ik ben in die 22 jaar niet alleen door de S.D.A.P. vijf maal candidaat gesteld, maar zelfs vijf maal lijstaanvoerder geweest. Telkenmale in de meest hoogdra vende bewoordingen bij de kiezers door de S.D.A.P. aanbevolen. Mijn stemmencijfer steeg van 25.000 tot bijna 90.000 al maar mijn plicht verzakende en op de lijst, waar op ik als locomotief dienst deed, sleepte ik zelfs nog de Kamerleden Cramer en Thijssen als No. 2 en 3 mee de Kamer binnen. Deze Kamerleden Cramer en Thijssen komen nu, met de fractie mee, verklaren dat men eigenlijk 22 jaar lang de kiezers in Noord-Hol land schandelijk heeft voorgelogen en bedrogen. Volgens hun „een stemmig" oordeel zitten deze dus op door de S.D.A.P. tengevolge van gepleegd grof volksbedrog verkre gen zetels. Wanneer de S.D.A.P. het dus in deze dagen heeft over „plichten om als Kamerlid af te treden," dan heeft die S.D.A.P. hier een schoone ge legenheid om het bedrog tegenover de Noord-Hollandsche kiezers, 22 jaar lang gepleegd, goed te maken, door de heeren Cramer en Thijssen onmiddellijk van hun met zulke on oprechte middelen verkregen zetels te doen verdwijnen". 0 Men heeft weer een goede, oude gewoonte hervat: men zal opnieuw jongelieden uitwisselen tusschen ver schillende landen, om hun handels opleiding te voltooien. Er is te dien aanzien overleg gepleegd tusschen de „Ausschuss für den Austausch junger Kaufleute" te Berlijn en de Nederlandsche Kamer van Koop handel voor Duitschland, alsmede met de Nederlandsche Organisatie voor de Internationale Kamer van Koophandel, beide te 's-Gravenhage Jongelieden, die eventueel ge plaatst worden, zoowel in Duitsch land als in Nederland, zullen vallen biecht: „ik moet u zeer veel leed doen, moeder. Uw zoon heeft iets gedaan, dat niet weer goed te maken is". Zij beefde licht en sloeg haar ar men angstig om hem heen. „Dat verhelpe Godl Het leven heeft je toch niet slecht gemaakt, mijn zoon? Fouten begaan wij allen. Maar spreek nu". Met schorre stem begon hij zijn verhaal, zonder naar haar op te zien. Hij waagde het niet haar aan te kijken, toen hij haar zijn hartstocht voor de vrouw van een ander biecht te. Zonder terughouding ontlastte hij zijn ziel van alles. Hij verzweeg haar niets, dan zijn besluit een einde aan zijn leven te maken. Zijn moe der was steeds zijn beste vriendin geweest. Toen hij aan het einde van zijn biecht was, zei hij herademend: „Nu weet u alles moeder. Ik heb mijn eer verloren ik heb mijn ontslag aanvrage ingediend en zal de uni form niet meer dragen. Kunt u mij vergeven?" Weer streek haar hand bevend over zijn hoofd. Zij dwong zich tot kalmte. Haar moederliefde was sterk genoeg om den smartkreet van haar hart te onderdrukken. Zij was zelfs in staat vastheid aan haar stem te geven, toen zij zeide: „Wat ik je te vergeven heb, is weinig, mijn zoon, want je hebt mij niet het laatste, zwaarste aangedaan. Heb dank, dat je gekomen bent om je zorgen met mij te deelen en dat je hebt uitgesteld dat, wat je meent te moeten doen. Laat ik je voordat wij nog een woord verder hierover spreken, één ding zeggen, mijn zoon". Hij keek naar haar op. „Wat, moeder?" Nu vatte zij zijn hoofd weer tus schen haar handen en bekeek hem met heiligen emst in de oogen. „Laat ik het je zeggen op den dag, waarop je je jong leven met eigen hand vernietigt, doodt je ook je moeder. Ik zweer je, dat ik je in hetzelfde uur in den dood zal volgen. Dat zal je wel den treurigen moed ontnemen, met je eigen hand een eind aan je leven te maken' Hij kromp ineen. „Moederl" Zij haalde diep adem, want zij wist, dat zij den ergsten vijand met haar woorden had overwonnen. Nu zou hij er zeker niet meer aan den ken, zich te dooden. En met deze Die «cheuten in Uw schouder, in Uw arm of been, neem daarvoor nu eens wat van die wondervolle Vólgens recept van Apotheker Oumont binnen het kader van de in liet begin van dit jaar tot stand gekomen overeenkomst tusschen de Neder landsche en Duitsche regeering in zake de tewerkstelling van z.g. .Gastarbeitnehmer," bij welke over eenkomst wederzijds een jaarlijksch contingent is vastgesteld. Zij, die voor plaatsing in Duitsch land in aanmerking wenschen te ko men, moeten zich wenden tot een der beide hierboven genoemde licha men te 's-Gravenhage. Zij dienen er evenwel rekening mede te houden, dat de kans op plaatsing tot het doormaken van een leertijd zeer ge ring is en dat zelfs in het gunstigste geval slechts aan het verlangen van zeer weinigen zal kunnen worden voldaan. Immers, in elke branche zal slechts een zeer klein getal on dernemingen worden gevonden, waar in den tegenwoordigen tijd een bui tenlander kan worden geplaatst. 0 Men behoeft nu geen verstokt chauvinist te zijn, om zich er over te verheugen, dat wij in Dr. Euwe een nieuwen wereldkampioen bezit ten. De bescheidenheid zelf, heeft Dr. Euwe na afloop van de beslis sende partij verklaard: „Eerlijk ge zegd heb ik zoo n Idee, dat ik het niet lang zal blijven". Daar zullen de ontelbaar velen, die zijn spel hebben gadegeslagen of in de bladen gevolgd, het niet mee eens zijn. Hij heeft bewezen een schaker te zijn van groote kwa liteiten en met hooge sportieve op vattingen. Dit laatste b.v. is gebleken bij de incidenten, welke in den loop van de ze 30 spannende partijen zijn voor gekomen incidenten, waaraan Dr. Euwe geen schuld droeg. Zoo heeft hij ook zijn tegenstander verdedigd op het einde van de 29ste partij toen Aljechin, inplaats van na den 40sten zet zijn 41sten zet in couvert te'sluiten, zooals tot .dusverre steeds was gebeurd, dien op het bord uit voerde. zekerheid kwam een groote rust over haar. „Mijn lieve jongen, ik weet, dat je met gedachten aan zelfmoord hebt rondgeloopen. Je kwam zeker slechts naar mij toe om afscheid te nemen. De hemel zij gedankt, dat je geko men bent. Verdiep je niet in on houdbare zelfverwijten. Wij zijn allen slechts arme, dwalende menschen, en als ieder een jeugdige lichtzin nigheid met het leven zou moeten betalen, zouden alle menschen jong sterven. En je was toch anders geen lichtzinnig man. Je bent bezwe ken voor een sterke verleiding. Dat je de rechten van een anderen man aantastte, moge God je vergeven. Maar dit is ook je eenige schuld. Daarvoor laat ik je niet in den dood gaan. Toen je met 'je eerewoord voor de vrouw opkwam, die je fout deelde, deed je slechts je plicht als man van eer. Indien je haar had prijsgegeven, dan zou je eerloos zijn geworden, ook in mijn oogen. En voor het nakomen van een plicht, van welken aard ook, mag geen mensch ter dood veroordeeld wor den. Ik spreek je vrij. En ik wil, dat je leeft versta je?" Dit zei zij ernstig en met klem en met hei STEUNVERLEENING. Met ingang van deze week vindt wederom tewerkstelling plaats. HET GEMEENTEBESTUUR. 16 December 1935. Men heeft hem dit kwalijk geno men, doch Dr. Euwe deed uitko men, dat dit geen plicht was, doch een recht, van welk laatste Aljechin in bedoelde partij geen gebruik wenschte te maken. Het is wel overbodig te zeggen, dat de laatste partij, welke te Am sterdam werd gespeeld, buitenge woon spannend was en ademloos werd gevolgd. Dr. Euwe heeft daar is men het algemeen over eens verdiend gewonnen, zij het dan, dat het verschil op de 30 partijen slechts één punt bedraagt. Dit doet echter aan het eindresultaat niets af. Het bewijst alleen, dat hij een bui tengewoon sterke tegenpartij tegen over zich had; en dit maakt zijn verdienste des te grooter. Ongetwijfeld zal de nieuwe wereld kampioen schaken, die wij thans bin nen onze grenzen hebben en die eerst 34 jaar telt, zijn vaderland nog door tal van successen eer aan doen! De Volkenbondspolitiek is ineen gestort nog voor de sanctiemachine op volle kracht in werking was ge steld. Hoe de Engelsche regeering er toe gekomen is de tot dusver in het Abessijnsch-Italiaansche ge schil gevolgde lijnen zoo plotseling te verzaken, is nog niet in alie op zichten duidelijk. Een feit echter blijft, dat Sir Samuel Hoare met Laval en onder goedkeuring van het geheele Engelsche kabinet, dat slechts kleine veranderingen heeft aangebracht, de beide partijen in den Italiaansch-Abessijnschen oor log een vredesvoorstel heeft gedaan, lige overtuiging. Hij greep haar handen, drukte die aan zijn lippen en keek haar met brandende oogen aan. „Moeder!" Zij streek zacht over zijn oogen. „Ja, mijn zoon, je moeder wil, dat je leeft. Je moest je ontslag als officier indienen. Maar beter is het je onrecht te boeten door te trachten met al de kracht die in je is een nuttig lid der gemeenschap te wor den. Er bestaan vele wegen voor een krachtig gezond man. Welken weg je ook kiest, hij zal mijn goed keuring hebben. Gemakkelijk zal het leven je nu niet worden. Oom Lud- wig zal zeker de hand van je af trekken, als hij hoort, dat je den dienst verlaat. Wat ik je van mijn kleine spaarpenningen geven kan, is heel weinig, maar het moet toe reikend zijn, totdat je zelf kunt ver dienen. En hier in Duitschland ja hier zal je wel niet zoo gemakke lijk een bestaan vinden. Je zult hier ook wei niet willen blijven". Hij schudde heftig het hoofd. „Neen, moeder dat zou mijn kracht te boven gaan ik vzou dien man kunnen ontmoeten, die mijn eer in zijn handen heeft. (Wordt vervolfd-J.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1