BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens Binnenland. FEUILLETON Het Parelsnoer. Zenuwpijnen overal? Weest welkom, doch...! o— 45ste Jaargang Dinsdag 22 October 1935 Nummer 4079 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden t 1.40. Franco per post per jaar f 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f 0; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) In overeenstemming met de Vol- kenbondsbesluiten tegen Italië heeft onze regeering een wetsontwerp in gediend inzake voorbehoud der be voegdheid tot het nemen van nadere maatregelen ter bevordering van de internationale samenwerking tot het voorkomen of beëindigen van vijan delijkheden. De regeering dringt aan op zeer spoedige behandeling. In de memorie van toelichting wordt gezegd, dat, terwijl men bij het indienen van het ontwerp der uit- voerverbodenwet nog kon meenen, dat bij eventueele toepassing van sancties vooreerst zou kunnen wor den volstaan met het uitvaardigen van uitvoerverboden, thans is bij de te Genève gevoerde besprekingen voldoende gebleken, dat de in art. 16 van het Volkenbondsverdrag bedoel de economische sancties ook andere punten zullen dienen te omvatten. In art. 1 van het onderhavige wetsontwerp wordt voorgesteld om aan de Kroon de bevoegdheid te verkenen, tot het nemen van de noo- dige maatregelen inzake de volgende vier punten. het verbieden van invoer van pro ducten afkomstig uit den staat, waar tegen de sancties gericht zijn; het tegengaan van het verstrekken van crédieten aan dien staat; het beletten van de scheepvaart met dien staat; het verbieden van het overdragen van schepen aan dien staat. Nog wordt er de aandacht op ge vestigd, dat dit wetsontwerp niet al le punten omvat, samenhangende met de Geneefsche sancties. De des betreffende wet, die bekend zal staan onder den titel van „Sanctiewet 1935" zal hiermede later zoo noodig kun nen worden aangevuld. 0 In vele opzichten vertoont zich in ons land, evenals in andere landen, een dalende lijn. De rijwielfabricage maakt hierop evenwel een gunstige uitzondering. Volgens de laatste sta tistische gegevens namelijk telt men thans in Nederland gemiddeld op 25 inwoners 10 rijwielen. Dit is op vrij eenvoudige wijze vast te stellen aan de hand van het aantal uitgereikte rijwielplaatjes. De stijging gaat geregeld en in vrij snel tempo door. Over het tijd vak van 1 Augustus tot 31 December 1925 bedroeg het aantal rijwielen 1.810.700. Het volgende jaar was het reeds toegenomen tot 2.222.739. De ze groote vermeerdering is echter waarschijnlijk voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het feit, dat een aanzienlijk aantal wielrijders in het voorafgaande jaar nog zonder plaatje had gerpden. Vooral in 1933 34 en 1934 35 is het aantal in gebruik zijnde rijwielen sterk toegenomen, n.l. respectievelijk met bijna 194.000 en ruim 174.000. Voor een deel is dit ongetwijfeld toe te schrijven aan de daling van de gemiddelde prijzen der rijwielen; en voor een ander deel aan de om standigheid, dat velen, die vroeger geregeld gebruik maakten van tram en andere openbare vervoermidde len, hiervan hebben moeten afzien als gevolg van hun verminderde in komsten en zich een rijwiel aan schaften. Een derde oorzaak is ver moedelijk ook de uitbreiding der groote steden. Wie in de buitenwij ken wonen, zijn wel bijna gedwongen van een rijwiel ge"bruik te maken. Hoe het zij, wij weten thans dat het onomstootelijk vaststaat, dat op elke 5 Nederlanders 2 rijwielen in gebruik zijnl 0 De werkloosheid behoort helaas tot die gebieden, waarop van daling nog geen sprake is. Volgens de laat ste gegevens bedroeg het percen tage van de werkloosheid onder de leden van de ingevolge het werk loosheidsbesluit van 1917 gesubsi dieerde vereenigingen 30.2 pCt. In de voorafgaande verslagperiode was dit cijfer 29.8, in dezelfde periode in 1934: 25,6 en in 1933 24.1. Volgens dezelfde gegevens ston den bij de openbare arbeidsbemid delingsbureaux ingeschreven ruim 380.000 werkzoekenden, waarvan bij na 361.000 werkloos, of nagenoeg 4000, resp. bijna 220 meer dan in de voorgaande periode. Voor de jeugdige werkloozen be hoorende tot de Arbeiders Jeugd Centrale is te Vierhouten een werk kamp geopend, waar men het merk waardige feit kon aanschouwen, dat naast de Nederlandsche driekleur vroolijk de roode vlag wapperde. De Nederlandsche vlag vertegen woordigde daarbij de 75 pCt. welke de regeering in de kosten bijdraagt de roode vlag de 25 pCt. van de vakvereenigingen. Het groote aandeel, dat de regee ring in de oprichting heeft, was oor zaak, dat de minister van Sociale Zaken zich liet vertegenwoordigen 85 Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald dooi A. VUERHARD-BERKHOUT 0 Verder kwam ze niet. kersen liet haar arm los en rende het bosch Vrouw Wengerli keek hem na en toen naar haar melkkan en den wit ten plas op den bodem van de mand, „Hm, de melk is gemorst, maar het lijkt zoo of dat andere wel in orde zal komen," zei ze voor zich uit. En merkbaar opgelucht ging ze verder. Lersen liep met groote passen door het herfstwoud en den straatweg op die naar Deutzingen voerde. Het was of hij voelde, waar hij Frieda zou kunnen vinden. En zijn voor gevoel had hem niet bedrogen op dezelfde plek waar hij indertijd ook op Frieda gewacht had, daar waar men het mooie uitzicht op So litude had, zag hij een slanke vrou wengestalte staan. Ze leunde met den arm tegen een boom en had het gezicht er in verborgen. Een kramp achtig snikken deed haar lichaam schokken. Het was Frieda. Haar houding drukte zoo'n diepe wanhoop uit, dat hij ontroerd bleef staan. Ze had hem niet hooren aanko men. Bij het zien van Solitude had het verdriet haar opnieuw overmees terd en ze was zoo verdiept in haar leed, dat ze niets hoorde of zag Ze dacht alleen te zijn in het bosch, Voorzichtig naderde Lersen; „Frie da!" riep hij teeder. Ze kromp ineen of ze een slag gekregen had en hief het bleeke vertrokken gezichtje naar hem op Als afwerend strekte ze de handen uit en deed, zonder een woord te spreken, met stommen angst in haar blik een stap achteruit. „Frieda het is niet waar wat ze je verteld hebben. Ik ben niet met mijn vrouw hier. Ik begrijp niet hoe ze ,aan dien onzin gekomen zijn. Ik ben vrij, Frieda vrij". Ze leunde machteloos tegen den door den directeur-generaal van 'de Werkverschaffing. Ook van de Re- geerings-commissie voor de Jeugd- erkloosheid waren verschillende heeren aanwezig. Na een toespraak heesch de ver tegenwoordiger van den minister per soonlijk de bondsvlag. 0 De rubriek Rechtszaken gaat voort, met de aandacht te trekken. In Den Bosch gaat onafgebroken de behandeling voort van het mon sterproces tegen de Ossche bende, waaronder de Officier van Justitie, blijkens zijn zware eischen, zoodanig opruiming wil houden, dat deze ben de voorloopig niet meer bijeen zal komen om nieuwe moord- en brand stichtingscomplotten te smeden. Voor de Amsterdamsche rechtbank wordt de zaak verder behandeld van den gewezen directeur en een der vroegere commissarissen van het Pa leis voor Volksvlijt. Beide beklaag den geven blijk van sterke geheü- genzwakte, zooals het in zulke ge vallen meer gaat. Deze geheugen zwakte schijnt ook te zijn overgesla gen op enkele getuigen. Dit gebrek aan memorie is blijkbaar het eenige, waartoe de belanghebbenden hun toevlucht meenen te moeten nemen, nu zij zich op geen andere wijze uit de zaak weten te redden. De luitenant ter zee van B., die_ in verband met de geruchtmakende muiterij aan boord van „De Zeven Provinciën" veroordeeld was, heeft zijn vonnis in hooger beroep beves tigd gezien: drie maanden gevange nisstraf met aftrek van een maand preventief en ontslag uit den dienst. Een oude moordzaak is opgera keld door de arrestatie te Antwer pen van zekeren M. Deze wordt er van verdacht, in Augustus 1931 te Zuidbroek een oude vrouw en haar zoon te hebben vermoord. In hoeverre de man schuldig is aan het hem ten laste gelegde, zal moe ten blijken. Voorloopig ontkent hij alles. Zeer tragisch is het geval van den man, die enkele dagen geleden bij Nigtevecht met zijn auto door on bekende oorzaak te water reed, waar bij zijn vrouw en. 10-jarig dochtertje het leven verloren. Hij is thans ge arresteerd onder verdenking, het on geluk opzettelijk te hebben veroor zaakt. Ter verklaring van de zaak diene, dat de verstandhouding tus- schen verdachte en zijn vrouw veel te wenschen overliet, zoo zelfs, dat de vrouw had besloten echtscheiding aan te vragen. 0 In den Haag hield de S.D.A.P. die zich niet de loef wil laten afste ken, door de N.S.B. hoewel deze haar een vlieg afving door het éér ste een monstermeeting te organi- seeren in navolging van de partij van den heer Mussert een ketting demonstratie, die door circa 50.000 deelnemers werd bezocht. Nu beide partijen hun hart hebben kunnen luchten, hopen alle Hage naars, die noch tot de eene, noch tot de andere partij behooren, dat het schouwspel zich vooreerst niet zal herhalen. boom en keek hem met brandende oogen aan. „Vrij?" stamelde ze heesch. „Ja, Frieda. Ik was op weg naar je huis, ik kon geen minuut ver liezen, overgelukkig vloog ik naar je toe, vol verlangen om je terug te zien. Toen kwam ik vrouw Wen gerli tegen die me vertelde, dat je zuster gezegd had, dat ik mijn vrouw- zou meebrengen. Frieda had ik je niet gezegd, dat ik hier niet terug zou komen als ik niet als vrij man kon terugkeeren Ze beheerschte zich met moeite en drukte de handen op het hart „Ik kon het ook niet begrijpen en het was zoo vreeselijk," sta melde ze. Hij kwam op haar toe en nam haar zonder meer in zijn armen. „Frieda, mijn Frieda". Er lag een onbeschrijfelijke tee derheid in die woorden. Ze rilde en sloot de oogen. Een wonderheerlijk gevoel van geborgen-zijn kwam over haar. Zonder een woord liet ae haar hoofd tegen zijn borst zinken. Teeder streelde hij haar haar. „Nu zal niets ons meer scheiden dan de dood. Ik vraag je niet of je de mijne wilt worden, ik weet, dat je Van die verschietende pijnen, dan hier, dan daar? Ze blijven weg met één of twee van die Onder bovenstaand hoofd schrijft een medewerker der Nieuwe Rotter- damsche Courant in het nummer van Zondag j.l. het volgende Satirieke opstel Als wij ons naar Sluis begeven, een der toegangspoortenof als u wilt achteruitgangetjes van ons landdan gaan wij voorbij een bord, met opschrift: „Weest welkom in Sluis, doch kleedt U behoorlijk". Dat .„doch" doet niet zoo prettig aan dat „doch" klinkt als de boo ze blaf van een dogdoch is me achter dat eerst zoo breed gebaarde: „Weest welkom!!" te veel achter docht. Ik ben dus welkom in Sluis De Sluisdeur gaat wijd open dochik moet behoorlijk gekleed zijn. En gossiemijne wilt u gelooven, dat ik nog nooit nagedacht heb over het bloote feit Nee „bloote feit" is niet zoo gelukkig gekozen nee, over het nuchtere feit, of ik wel behoorlijk gekleed ga. Als u mij nu zoo op straat tegen komtnee zonder gekheid vindt u me dan behoorlijk gekleed? En als ik u tegenkom Ja, dat valt me nu opik heb nog nooit een onbehoorlijk gekleed man gezien en ik meen me erop te mogen verhoovaardigen, het ge voel voor het betamelijke nog niet kwijt te zijn, al ben ik ook nooit in Sluis geweest. Onbehoorlijk gekleed? Hoe doe je dat? Ja, wacht even, wij mannen schrik van mij bent, zooals ik van jou. Laat ik je alleen zeggen, dat m'n vrouw dood is, ze is den 12den Maart, nog vóór ik op Solitude kwam, gestorven. En, mijn onschuld is bewezen. Ik ben eergisteren bij den minister geweest en ik ben ge rehabiliteerd. Alles is nu licht en helder voor me en jij zult het geluk en de inhoud van mijn leven zijn Ze keek met Jiaar mooie, trouwe oogen naar hem op. „Ik kan nog maar niet begrijpen, dat ik nu in eens zoo gelukkig ben," zei ze zacht, Toen drukte hij vol innigen eerbied zijn lippen op de hare en zoo bleven ze lang, alles om zich heen verge tend, staan. Toen hunne lippen elkander los lieten, keken ze elkaar dronken van geluk in de oogen. „Nu is alles goed Frieda, ik heb je en ik houd, je, en ik laat je nooit meer los. En alle verdriet dat je om mij en om ande ren geleden hebt, zal ik je doen vergeten. In mijn armen zul je je tehuis vinden". Nu was ook in Frieda een bran dend, zalig geluksgevoel ontwaakt Ze luisterde met droomerige oogen naar zijn woorden en toen hij uit gesproken had sloeg ze de armen (tv akker.cachets ken allemaal even met denzelfden schrik bij 't vernemen, dat we niet behoorlijk gekleed zijn maar e nee, dht is het nietwelnee, die voorwaardelijke gastvrijheid van Sluis is geen kwestie van ijzergaren, Nee, ik peins nog altijd. Wanneer zijn we behoorlijk en wanneer onbehoorlijk gekleed? Ik weet wat. Laten de gemeenteraad en hetda- gelijksch bestuur van Sluis ons hun portret sturen. Dan weten we ineens wat in Sluis behoorlijk is. Want ze kunnen natuurlijk niet be doelen, dat alleen Zeeuwsch costuum behoorlijk is. In een fluweelen broek met m'n voeten naar binnen en een gouden broche aan, zou ik immers juist een onbetamelijk grapje lijken. Enne Willen de heeren uit Sluis er dan niet een kiekje van hun dames bij doen? Dan weten wij wat er voor de overige Nederlandsche vrouwen in Sluis „regu" is. Nog altijd peins ik me dikke rim pels in mijn kophoe ik het zou moeten aanleggen, als ik nou eens voor een hupsch plagerijtje on decent naar Sluis wilde gaan. Ik vraag uin gemoede wat zou ik dan moeten doen? Vergeet ook niet, dat behoorlijk voor verschillenden uitleg vatbaar is. Een Parisienne, die het zich in 't hoofd haalt naar Sluis te gaan weet u veel wat sommige vrouwen zich in d'r hoofd halen?zal zich aldaar een uitermate behoorlijke en wie weet bekoorlijke verschij ning vinden. Inmiddels zal in Sluis menig oog tusschen hor en balletjesfranje spie den naar de vreemdelinge, die on toelaatbaar gekleed is. Het Maison de Haute Couture in de Achterstraat te Sluis lanceert andere modellen dan Lanvin of Patou. Wil Vreemdelingenverkeer zijn meening over dit bord niet eens ken baar maken? Men spreekt over het terugloopend om zijn hals en vlijde zich tegen hem aan. „Ralf mijn Ralf, hoe is het mogelijk, dat ik ineens zoo rijk aan geluk ben. Mijn hart is al die jaren zoo arm en eenzaam geweest en nu nu zoo rijk en gelukkig door jouw liefde. Ik zal mijn best doen mijn geluk te verdienen". Haar geheele eenvoudige beschei denheid, die zoo bekoorlijk was, lag in die woorden. Hij kuste ontroerd en teeder haar oogen, handen en lippen. „Als jij je geluk niet verdient, Frieda, wie zou dat dan wel doen?" Zijn arm om haar schouder slaan de, draaide hij haar om, zoodat So litude in het gezicht kwam. Het lag nu te midden van het in herfstkleu ren pronkende woud en de vensters schitterden en blonken. „Nu haal ik je gauw thuis, mijn liefste. Ik heb geen tijd meer te ver liezen en jij ook niet. Er liggen ongelukkige jaren achter ons we moeten allebei veel inhalen". Dicht tegen elkaar aangedrukt lie pen ze naar huis. Ze hadden elkaar onderweg veel te vertellen, (Wordt varvolfd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1