BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0.
Het Parelsnoer.
Zoo'n Migraine?
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens
FEUILLETON
Binnenland.
45ste Jaargang
Dinsdag 15 October 1935
Nummer 4u/
V
ABONNEMENTSPRIJS-
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40.
Franco per post per jaar I 5.00
Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels f0,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling)
Duitschland en de
Abessijnsche oorlog.
o
Het verloop van den oorlog tus
schen Italië en Abessynië en de te
rugslag daarvan op Genève worden
in Duitschland met groote belang
stelling gevolgd. Men is er in
Duitschland volstrekt niet blind voor,
dat de economische en politieke ge
volgen der jongste gebeurtenissen
een geheel andere wending zouden
kunnen geven niet alleen aan den
toestand in de Middellandsche Zee,
niet alleen een wijziging te weeg
zouden kunnen brengen in de be
trekkingen tusschen de volkeren, die
er onmiddellijk bij zijn betrokken,
doch dat zij zelfs een ommekeer
kunnen veroorzaken in de Euro-
peesche politiek in haar geheel. Men
verheelt zich niet, dat hieruit voor
Duitschland de noodzaak zou kun
nen ontstaan, de situatie van Duitsch
standpunt nog eens nauwkeurig te
bestudeeren en in verband daarmede
nieuwe beslissingen te nemen.
Duitschland en de Volkenbond.
Met het oog op de onmogelijkheid
om te voorzien, hoe de gebeurtenis
sen zich zullen ontwikkelen, zijn van
Duitschland op dit oogenblik nog
geen eigen besluiten te verwachten;
wel echter worden reeds de verschil
lende gezichtspunten onderzocht, die
den doorslag zullen moeten geven
bij de beoordeeling van de wereld
situatie.
De principieele politiek van
Duitschland daarover hebben de
tallooze verklaringen van Hitier niet
den minsten twijfel laten bestaan
is er op gericht, den vrede zoo mo
gelijk over de geheele wereld te
handhaven, doch in elk geval voor
zoover Duitschland er bij betrokken
is. De houding van het Duitsche
Rijk tegenover instellingen in het
genre van den Bond te Genève wordt
bepaald door het vermogen dier in
stellingen, om den vrede te bewaren.
Duitschland heeft den Volkenbond
van het begin af niet beschouwd
als een geschikt lichaam om den vre
de te liandhaven, daar dien Bond
tot dusverre de macht heeft ontbro
ken, om rekening te houden met een
snelle ontwikkeling van gebeurtenis
sen en dreigende conflicten te voor
komen door middel van rechtvaar
dige oplossingen, voordat het te laat
is. Dit was een der voornaamste
redenen, waarom Duitschland uit
83.
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
A. VUERHARD-BERKHOUT
0
Als hij haar zoo lief had als uit
zijn woorden en zijn houding bleek
hoe kon h,Ü dan goedvinden, dat
zijn vrouw hier in haar nabijheid
kwam? Het is waar, zijn vrouw had
recht op hem, wettig recht en mis
schien had ze hem door dat recht
gedwongen haar mee naar Solitude
te nemen.
Ze kreunde als een gewond dier,
Wat moest ze doen, waarheen vluch
ten?
Ze had werkelijk geen hoop ge
koesterd op een vereeniging met
Lersen, ze had er, sedert ze wist,
dat hij getrouwd was in berust, dat
hij een ander toebehoorde en dat
ze hem misschien nooit zou terug
zien. Maar hem terugzien aan de
den Volkenhond is getreden. De
oorlog in Abessynië heeft een nieuw
bewijs geleverd voor de juistheid
van Duitschland's bewering; dat de
Geneefsche Bond niet in staat is om
oorlogen te voorkomen.
De Wereldbrandweer in actie.
Is er ergens op de wereld brand
uitgebroken, dan stemt de Duitsche
buitenlandsche politiek in zooverre
overeen met de meening van alle
andere volken, dat de oorlogsbrand
zoo spoedig mogelijk dient te wor
den gebluscht. Bij tal van volken
overheerscht de meening, dat de
Volkenbond en al de staten die er
deel van uitmaken, evenals alle an
dere vredelievende volken geroepen
zijn, om een soort internationale
brandweer te vormen en met de
sanctie-spuit het vuur te blusschen.
Deze stelling beschouwt Duitschland
als niet onbedenkelijk. Adolf Hitler
heeft dit in zijn groote rede in den
Rijksdag op 21 Mei duidelijk onder
woorden gebracht. Hij houdt dit
denkbeeld in verschillende opzichten
voor onuitvoerbaar, of althans alleen
mogelijk in zoo beperkte mate, dat
de pogingen tot blussching hieronder
sterk te lijden zouden hebben. Ten
eerste loopen de inzichten der ver
schillende volken ten aanzien van
de schuldvraag uiteen. Ook het feit
dat de Geneefsche beslissing ten
aanzien van "Italië met eenparige
stemmen is genomen, neemt niet
weg, dat b.v. Frankrijk het „schul
dig" minder heeft uitgesproken op
juridische gronden, dan wel uit di
plomatieke overwegingen tegenover
Engeland.
Sancties kunnen leiden tot uit
breiding van het oorlogsgevaar.
Ook kan er verschil van meening
bestaan over den aard en de kracht
der sancties. De gereserveerde hou
ding, die de buurlanden van Italië
aannemen, brengt dit vraagstuk sterk
op den voorgrond. Blijven er bres
sen bestaan in het sanctie-front, dan
zal dit laatste niet veel uitwerken.
Daarentegen bestaat het gevaar, dat
zich twee kampen zullen vormen on*
der de staten, die aan de sancties
deelnemen, tenvijl zij met het oor
spronkelijke conflict niets te maken
hebben. De gespannen toestand tus
schen Engeland en Italië wijst op
het gevaar, dat de oorlogstoestand
zich zou kunnen uitbreiden ver bui
ten het oorspronkelijke conflict.
Hiertegenover heeft Adolf Hitler
reeds in Mei de stelling geponeerd
zijde van zijn vrouw neen dat
ging boven haar kracht, dat kon ze
niet verdragen.
Weer rilde ze en beet de tanden
krampachtig op elkaar, om haar ver
driet niet in een jammerlijken kreet
te uiten.
Zoo bleef ze in haar ellende, haar
wanhoop zitten, ze wist zelf niet hoe
lang. Eerst toen buiten de auto voor*
reed schrok ze op en trachtte met
moeite haar zelfbeheersching te her
winnen.
„Adieu Frieda, we gaan".
Frieda greep naar de leuning van
een stoel. „Nu al?" vroeg ze toon
loos.
„Ja, de chauffeur moet terug zijn
om von Lersen en zijn vrouw te ha
len. We komen in den auto van
Max terug. Wanneer weet Ik nog
niet, je hoeft niet op ons te wach
ten".
„Neen ik wacht niet," ant
woordde Frieda heesch.
Ursula sloeg de deur toe. Frieda
hoorde haar buiten in de vestibyle
tegen vrouw Wengerli zeggen
„Vrouw Wengerli, weet je het
nieuws al mijnheer von Lersen
komt vandaag met zijn vrouw op
Solitude",
dat het in zulk een geval beter is,
de oorlogvoerenden te isoleeren en
den oorlog te localiseeren. Men heeft
deze theorie sterk aangevochten uit
een oogpunt van rechtvaardigheid.
Voor zooverre deze bedenkingen
evenwel gegrond zijn, valt de schuld
weder terug op een internationale
diplomatie, die niet berekend is voor
haar taak, daar zij niet in staat
blijkt, bijtijds een billijken vrede tot
stand te brengen. Voor deze gebrek
kige diplomatie behoeven toch niet
alle volken in actie te komen?
Wat heeft Locarno met het
geval te maken?
Naast deze overwegingen van prin-
cipieelen aard wijst men in Duitsch
land op den diplomatieken terugslag
dien het conflict reeds heeft op het
Europeesche vasteland. De bespre
kingen tusschen Frankrijk en Enge
land over de verplichting om elkaar
bij te staan in een stadium, waarin
alleen nog maar het gevaar van een
aanval dreigt, het betrekken van het
Locamo-pact in dit debat worden in
Duitschland met verwondering ge
volgd. Onafhankelijk van de juridi
sche zijde trekt het in Berlijn de
aandacht, dat men bij deze bespre
kingen uitgaat van de onderstelling,
dat een mogelijke aanvaller in Mid
den-Europa zal opstaan. De inner
lijke grond voor een dergelijke on
derstelling, waarin men hier overi
gens een betreurenswaardige terzij
destelling van de Duitsche vrede
lievende verzekeringen ziet, komt,
volgens Duitsche opvatting, hierop
neer, dat Engeland, welk land in
het Locarnopact de rol is toebe
deeld van neutrale scheidsrechter,
bewijst de daartoe vereischte onbe
vooroordeeldheid en vrijheid van
handelen niet te bezitten.
Nog staat Duitschland officieel
buiten den Abessijnschen oorlog en
zijn algemeene gevolgen. Doch men
kan gerust aannemen, dat de hou
ding der Rijksregeering zich zal
richten naar de gezichtspunten, die
Adolf Hitler herhaaldelijk heeft ver
kondigd. Welke houding Duitsch
land tenslotte zal aannemen, zal kun
nen afhangen van de omstandig
heid, in hoeverre de andere mogend
heden deze standpunten naderen.
Duitschland wenscht de wereld
situatie te bezien uit het oogpunt
van den werkelijken vrede, doch niet
uit dat van een „bestraffing".
0
Buiten riep de heer von Dorlach
„Dag Frieda".
„Tot ziens, vader," antwoordde
Frieda met moeite.
De auto reed weg. Alles scheen
woest om Frieda heen te dansen*
Ze had geen kracht meer en vond
het een verlossing, dat ze alleen was
en zich niet meer goed behoefde
te houden. En plotseling viel ze op
den grond, niet meer in staat langer
te blijven staan. En haar moed ver*
liet haar. Ze was niet bewusteloos
alleen zonder eenige kracht en met
slechts één wenschte mogen
Sterven.
Vrouw Wengerli had, toen Ursula
haar het „nieuws" verteld had. een
poos besluiteloos in de deuropening
gestaan en bezorgd naar de huis
kamer gekeken. Wat zou freule Frie
da wel gevoeld hebben bij dat be
richt? Ze zou het wel van Ursula
gehoord hebben. De oude vrouw
aarzelde nog even en ging toen re
soluut de kamer binnen. Ze moest
Frieda zien.
Toen ze binnen kwam zag ze
Frieda op den grond liggen. Ver
schrikt boog ze zich over haar heen
„O lieve hemeltje freule Frieda
wat is er gebeurd?" stamelde ze,
Dus weer een ellendige dag in hei voor
uitzicht. Heusch niei noodigl Neem een
"AKKERTJE" en binnen 'n kwariier voelt
Ge U weer frisch en opgewekt en zijt Ge
Uw hoofdpijn kwijt. AKKER-CACHETS
helpen verrassend snel bij Hoofdlij if. Kies
pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per
12 stuks slechts 52 cent. Overal verkrijgbaar
De regeering meent het goed met
ons; het is haar gebleken, dat hier
en daar het publiek uit vrees voor
schaarschte van bepaalde goederen,
inkoopen doet boven de normale
behoefte. Daar voor een dergelijke
rees, als uitvloeisel van de politieke
spanning in Europa, niet de minste
reden aanwezig is, waarschuwt de
regeering het publiek, dat het ver
standig zal handelen door op geheel
normale wijze zijn inkoopen te blij
ven doen.
Deze waarschuwing van de re
geering is zonder den minsten twijfel
goed bedoeld en ook in overeen
stemming met den werkelijken toe
stand. Doch zij zal in tal van ge
vallen voor doovemans ooren pree-
ken. Velen, te velen, die denken:
„je kan nooit eris weten" trekken
zich van die verstandige woorden
niets aan en gaan hun eigen gang.
Het is dan ook in de hoogste mate
wenschelijk, dat de regeering spoe
dig strenge maatregelen uitvaardigt
om aan dit euvel paal en perk te
stellen.
Doch dan zal zij goed doen met
deze maatregel zoodanig te formu
leeren, dat er geen steek tusschen
te krijgen is. Deze „inkoopbeper-
kingswet" zal beter in elkaar moeten
zitten dan de wet, waarbij de wiel
rijders verplicht worden om hun ach
terspatbord gedeeltelijk wit te ver
ven. Iemand in Groningen, een rijks
klerk eerste klasse heeft een beden
kelijke leemte in deze wet ontdekt
en, om te zien wat de rechter er
van zou zeggen, zich met voordracht
laten verbaliseeren.
En ziedaar: de kantonrechter te
Groningen was het roerend met hem
het jonge meisje liefdevol ophel
pend.
Frieda kwam weer tot zichzelf
doch een hartverscheurende blik trof
de oude vrouw. „Het is niets, vrouw
Wengerli, ik werd alleen maar op
eens zoo duizelig het is dadelijk
over," zei ze met moeite en richtte
zich langzaam weer op.
„O, hemeltje lieve, dat is nog
nooit gebeurd, dat u zoo in mekaar
bent gezakt. U is toch niet ziek?
Zal Wengerli den dokter uit Deut-
zingen gaan halen? U ziet er zoo
ellendig uit".
Frieda stond alweer en streek het
haar uit haar voorhoofd. „Het heeft
heusch niets te beteekenen, maak
je maar niet ongerust".
„Je niet ongerust maken!" zei
de oude vrouw meelijdend, Frieda's
arm streelend. Maar ze zei met geen
woord, dat ze wist, waarom Frieda
zoo ineengezakt was. Ze keek vol
roerende zorg in haar bleek ge
zichtje
„Wilt u niet een beetje naar bui
ten gaan?"
„Neen, nu niet, ik moet mijn boe
ken nog bijwerken. Ga maar gerust
weer aan je werk, vrouw Wengerli
ik voel me nu weer heel goed",
eens, dat het witte spatbord „over
dag niet noodig is". Hij sprak den
overtreder dus vrij, er bij voegende
dat hij het betreurde, „dat men niet
een betere wet heeft kunnen maken
dan deze, met haar tegenstrijdighe
den en voor leeken onbegrijpelijken
inhoud".
Men mag benieuwd zijn, of de
beide verdachten inzake de knoeierij
met obligaties van het Paleis van
Volksvlijt te Amsterdam, de gewe
zen directeur en een commissaris,
ook zullen weten te profiteeren van
een leemte in een of andere wet,
om er genadig af te komen. Het
totale bedrag van de gepleegde frau*
de bedraagt het peulschilletje van
f 121.000.
Er komen bij de behandeling van
deze zaak, die thans dient voor het
gerechtshof te Amsterdam, onge-
loofelijke dingen aan het licht. Ook
in dit geval is het „voor den leek
onbegrijpelijk" dat een fraude van
dien omvang zoo lang gepleegd is
kunnen worden, zonder dat er een
haan naar kraaide.
Bijna tegelijkertijd is voor de Bos
sche rechtbank de behandeling aan
gevangen van het Ossche monster
proces, dat eenigszins herinnert aan
de monsterprocessen tegen de leden
van de Maffia, indertijd in Italië
gevoerd.
Er is bijna geen misdrijf te be
denken, waaraan een of meer leden
van deze misdadigersbende zich niet
hebben schuldig gemaakt. De om
vang van hun gezamenlijk zonden-
register is zoo groot, dat men hun
als het ware slechts een „bloem
lezing" uit bedoeld register ten laste
zal leggen; anders zou het kunnen
gebeuren, dat de behandeling jaren
in beslag nam, vooral wanneer eer
der afgelegde bekentenissen worden
herroepen, enz. Men moet bij deze
lieden op allerlei verrassingen be
dacht zijn.
Er kan evenwel geen twijfel aan
bestaan, of het meerendeel hunner
zal een leelijke pijp rooken in zeer
overdrachtelijken zin dan, want in
hun toekomstige verblijfplaats is, als
wij goed zijn ingelicht, geen sprake
van het rooken van pijpjes.
0
Het schijnt wel, dat er in ons
land een speciale bende bestaat, die
er haar werk van maakt om op zeer
moderne wijze kluizen en brandkas
ten met dynamiet te laten springen,
of dat deze Amerikaansche wijze van
.werken" op onrustbarende manier
navolgers vindt.
„En het arme ding ziet er uit
of ze dood gaat," dacht de oude
vrouw, terwijl ze zuchtend de ka
mer verliet. Ze zou zoo graag haar
jonge meesteres getroost hebben,
maar ze kende Frieda. Als die ver
driet had, moest ze het met zich
zelf uitvechten. Vroeger ging ze dan
altijd naar Solitude en had ze daar
in de stille kamers eens goed uitge
huild, maar nu kon ze daar niet
meer heen, nu bracht mijnheer von
Lersen zijn vrouw tiaar I
„Die mannen, die mannen. Ik had
nou toch nooit van mijnheer von
Lersen gedacht, dat hij zoo iemand
was. Mijn arme freule Frieda, ze
heeft niks dan ellende en verdriet
in haar leven gehad en nu dit nog,"
dacht ze, geheel overstuur en ging
bezorgd weer aan haar werk.
Frieda deed haar best zich te be-
heerschen en trachtte verder te gaan
met haar boeken. 'Eindelijk lukte
het haar ook, hoewel de getallen
nog altijd voor haar oogen dansten.
Toen ze eindelijk klaar was, ging
ze als altijd aan haar huishoudelijk
werk. Maar het was of ze zichzelf
niet was, alles wat ze deed gebeurde
op een machinale manier.
.(Wordt vervolgd).