BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Om een Gemeentebode,
Het Parelsnoer.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v[h E. BOOM-BLIEK, Breskens
3emeeu\e ^vesVetv^
Binnenland.
FEUILLETON
44ste Jaargang
Dinsdag 3 September 1935
Nummer 4065
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1 40
Franco per post per jaar 5 00
Buitenland per jaar t 6.50 Alles bij vooruitbetaling
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer (0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels I 0.40 (bij vooruitbetaling)
OPROEPING.
Gegadigden naar de betrekking van
schoonmaakster aan de Openbare
School I (op arbeidscontract, loon
nader te regelen), kannen zich tot en
met 8 September schriftelijk bij den
burgemeester aanmelden.
Wanneer wij September schrij
ven, heeft de zomer voor ons af
gedaan. Wat de nazomer ons nog
aan schoone dagen, aan heerlijk weer
brengt, is „meegenomen". Wij heb
ben een speciale manier om den
zomer af te sluiten, namelijk dooi
het vieren van Koninginnedag.
Verleden jaar September moesten
alle feestelijkheden helaas achterwe
ge blijven, tengevolge van de beide
droeve sterfgevallen, die het Ko
ninklijke Huis in diepen rouw had
den gedompeld. Dit jaar echter heeft
men den 31en Augustus vrijwel ge
vierd als van ouds, zij het dan dat
enkele feestelijkheden vervielen met
het oog op de ramp, die het Bel
gische Koningshuis zoo wreed heeft
getroffen. De regen die hier endaar
trachtte als spelbreker op te treden,
heeft de feestvreugde niet kunnen
verstoren.
Zooals te doen gebruikelijk is,
werden ook thans weder onderschei
dingen verleend aan vooraanstaande
persoonlijkheden in parlementaire,
koloniale, onderwijs-, wetenschappe
lijke, kunst- e.a. kringen. Het noe
men van namen zou ons te ver voe
ren.
Op geheel andere wijze onder
scheidde zich een winkeljuffrouw te
Rotterdam, die pas den aanvalligen
leeftijd van 15 jaar heeft bereikt,
wat haar niet belette om de ga
lanteriewinkel, waarin zij werkzaam
was, langzamerhand leeg te halen.
Zoo langzamerhand had zij vooreen
kleine twee duizend gulden aan goe
deren weggesleept, zoodat het ouder
72
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald doot
A. VUERHARD-BERKHOUT
0
Eerst na langen tijd zei hijheesch:
„Is Jutta dood werkelijk dood?'
Gertrud Gorlan knikte. ,,Ja. ze is
in St. Augustine begraven".
Hij keek haastig op. „Maar
heeft u haar daar onder u w naam
laten begraven?"
■Ja".
„Dus dan bezit u om zoo te zeg
gen uw eigen overlijdensacte?"
■Ja".
Hij sprong op. „Dat moet ver
anderd worden, mrs. Gorlan. Ik zal
u geen verwijt maken van uw bedrog
en als het in mijn macht staat u
te sparen, zal ik het doen. Maar ik
ben hier gekomen om me van mijn
vrouw te laten scheiden en ik moet
mijn vrijheid terug hebben en daar
voor heb ik de overlijdensacte van
lijk huis van het meisje veel weg
had van een grossierderij in galan
terieën, toen de politie er een inval
deed. De jongedame mitsgaders haar
ader, dien men er vermoedelijk niet
ten onrechte van verdenkt, meer van
de zaak af te weten, zijn thans op
geborgen op een plaats, waar voor
galanterieën geen plaats is
Op eenzelfde plaats eindigde de
avontuurlijke tocht van een paar
pseudo-Indiëvaarders, die met een
motorboot van een ander het ruime
sop kozen, zonder den eigenaar te
waarschuwen. Ver zijn zij niet ge
komen, want na een paar dagen
werd het scheepje te IJmuiden bin
nengebracht door een treiler, die het
in zinkenden toestand op de Noord
zee had aangetroffen. De vrijpostige
opvarenden werden op een veilige
plaats opgeborgen.
Na het succes van Straperlo, Spi-
ralo en consorten was het te ver
wachten, dat de opgewekte speel
woede niet zoo spoedig bedwongen
zou zijn. Dit bleek alweer te Am
sterdam, waar de politie een inval
deed in een tweetal huizen, waarvan
zij vermoedde dat er gespeeld werd.
Dit bleek inderdaad zoo te zijn:
de roulette was er lustig aan het
draaien. De organisators en bezoe
kers van dit kleine Monte Carlo
werden meegenomen naar het bu
reau.
Het verkeer op den weg blijft
slachtoffers eischen. Bijzonder tra
gisch is het geval van de auto,
die na een botsing in het Noord-
Hollandsch kanaal terecht kwam,
waarbij een oude dame en een 12-
jarige jongen het leven verloren.
Alsof dit nog niet genoeg is, gaan
ook de onbewaakte overwegen voort
met hun tol te heffen. In de afge-
loopen week steeg het aantal slacht
offers, dit jaar gevallen, tot 23. Het
wordt werkelijk hoog tijd, dat in
dezen toestand op afdoende wijze
verbetering wordt gebracht.
0
H.M. de Koningin en Prinses Ju
liana, die nog steeds in Schotland
vertoeven, zijn voornemens om den
lOen September naar ons land terug
te keeren. Zij waren voornemens ge
weest om een bezoek te brengen
aan de Engelsche Koninklijke fami
lie op Balmoral, doch aan dit voor
nemen zal geen gevolg worden ge
geven met het oog op het plotse
linge overlijden van de Koningin van
België.
Bij de begrafenis te Brussel heeft
mijn vrouw noodig".
Mrs. Gorlan viel wanhopig op een
stoel. „Dan ben ik verloren. Ik zal
wegens bedrog aangeklaagd wor
den".
Lersen fronste het voorhoofd. „Als
dat gebeurde, zou ik er niets aan
kunnen doen, maar misschien kan
ik u helpen zoodat u er alleen met
een berisping af komt. Daar uw be
drog niemand dan mij nadeel be
rokkend heeft, zal er geen strafver
volging worden ingesteld, als ik dat
niet wil. Integendeel,, ik zal er voor
zorgen, dat u voortaan middelen van
bestaan heeft. Daarover spreken we
nog wel als de rest geregeld is".
„Maar wat moet ik doen?"
Lersen dacht een poos na. Toen
zei hij vastbesloten: „U moet mee
naar St. Augustine en daar moet u
bij de autoriteiten uw bedrog beken
nen. Eventueel moet van Boston uit
uw persoon gelegitimeerd worden.
Dat moet toch kunnen".
„Jutta en ik waren persoonlijk be
(eend met den hoofdcommissaris van
politie, die een kennis van mijn man
was. Als men onze portretten daar
heen zendt, zou hij kunnen getuigen
wie van beiden Jutta is. Hij heet
mr. Blount".
Lersen knikte: „Dat is een goed
H.M. zich doen vertegenwoordigen
door een deputatie, bestaande uit
den opperhof maarschalk Jhr. V.
Boreel van Oldenaller en den Ka
merheer Jhr. Mr. C. Dedel.
In Den Haag is heden een plech
tige rouwdienst gehouden in tegen
woordigheid van den Belgischen ge
zant, de meeste leden van het corps
diplomatique en tal i-an autoriteiten
en belangstellenden, jl
Ir. Mussert, deleider van de
N.S.B., is per vliegtuig uit Medan
naar "Nederland venrokken, uitge
leide gedaan door zijn verwanten in
Indië.
Naar men zich herinnert, heeft
eerst een communistisch Kamerlid
inlichtingen gevraagd over deze reis.
Nadat de weetgierigheid van deze
kleurling was bevredigd, heeft Ir.
Albarda, die voor de S.D.A.P. zit
ting heeft in de Tweede Kamer,
eveneens vragen gesteld, thans in
verband met het ontvangen in bij
zondere audiëntie, door den gouver
neur-generaal van Ned.-Indië, van
den heer Mussert, en het hem, zon
der toepassing van bijzondere be
palingen, in de gelegenheid stellen
in een aantal besloten vergaderingen
het woord te voeren.
Minister Colijn heeft te dier zake
inlichtingen gevraagd aan den gou
verneur-generaal en stelt zich voor,
na ontvangst van diens antwoord
op de aangelegenheid terug te ko
men.
In de moordzaak te Wildervaek,
waar eenige maandqp geleden een
oude man op geheimzinnige wijze
werd gedood en beroofd en daarna
in het water geworpen, is thans licht
gekomen. Twee mannen, die voor
een ander feit reeds in de gevangenis
te Groningen zaten, hebben eindelijk
bekend, zich aan deze misdaad te
hebben schuldig gemaakt. Een hun
ner was bij het slachtoffer gekomen,
zoogenaamd om pootboonen te ha
len. Eenigen tijd later had hij daarop
zijn medeplichtige binnengelaten, die
gemaskerd was. De oude man werd
geworgd en de beide onverlaten
trachtten de brandkast te openen,
wat echter eerst gelukte, toen zij
ergens een breekijzer hadden ge
haald. Daarna werd het lijk van hun
slachtoffer, met dit breekijzer be
zwaard, in de vaart geworpen. Het
strekt het onderzoek tot eer, dat
er thans volledig licht is gekomen
in deze zaak, die aanvankelijk zeer
duister leek en een nieuw bewijs
vormde voor de toenemende crimina
idee. Heeft u de foto's bij de hand.
We zullen ze direct per expresse
naar mr. Blount zenden. Hij moet
zijn antwoord naar St. Augustine
sturen. In welk hotel logeert u daar?
We kunnen in hetzelfde hotel lo-
geeren".
Ze noemde het hotel, haalde de
portretten en viel toen weer schreiend
op een stoel. „Ze zullen me in de
gevangenis zetten," kermde ze.
Hij keek haar aan en veel te
edelmoedig om haar onnoodig te
doen lijden dacht hij er over na,
hoe hij haar zou kunnen helpen.
Weliswaar had ze hem door haar
bedrog maanden lang zjjn vrijheid
onthouden en hem gedwongen, Erie-
da pijn te doen, maar nu had ze
hem ook het eerste bericht van zijn
vrijheid gebracht en hij was daar te
gelukkig over om boos op haar te
kunnen zijn.
„Wees bedaard, .mrs. Gorlan
ik wil u niet veroordeelen ik heb
daar iuist een plan gemaakt hoe ik
u voor straf kan bewaren. We zul
len de autoriteiten in Boston zeggen
dat u indertijd door den dood van
uw nicht en den zenuwschok geheel
in de war is geraakt. We zeggen
dat u geheel ontoerekenbaar was
en niet wist wat u deed. Pas toen u
liteit in ons land. Dit laatste blijkt
trouwens ook uit de omstandighe
den, dat het dikwijls zeer moeilijk
blijkt om veroordeelden en preven
tieven achter slot en grendel te zet
ten, omdat de gevangenissen en hui
zen van bewaring overvol zijn. Druk
te is in alle andere gevallen een
teeken van vooruitgang; hier betee-
kent de drukte evenwel integen
deel het tegenovergestelde.
o
(Slot).
Komedie in 4 tafereelen.
Plaats van handeling: De
raadzaal te Aardenburg.
3e tafereel
Donderdagavond 7 uur.
In dit tafereel treden dezelfde ac
teurs op van den worigen avond,
alleen is de w.n. secretaris vervangen
door den heer De Milliano. Op de
publieke tribune een tweetal toe
hoorders meer.
Mevr. Van den Broecke is om
dezelfde reden als beide vorige kee
ren afwezig.
De raadsleden, die dit spelletje
op touw gezet hebben, zijn ander
maal absent!
In den beginne hetzelfde stille
spel als in het 2e tafereel.
De Burgemeester en de naast hem
zittende wethouder Blondeel spre
ken over koetjes en kalfjes. Op het
eind der lange tafel rechts zit de
heer Hollebrand in een dun boekje
te bladeren, wellicht de verordening
op de raadsvergaderingen, en op het
andere eind links, kringetjes van
rook in de ruimte blazende, zit de
heer Rijckaert.
Al spoedig wordt de stilte ver
broken door een gesprek tusschen
beide laatstgenoemde raadsleden,
den Secretaris en het publiek over
van alles en nog wat en zoo nadert
klokslag half acht.
Zoodra het geluid van den laatsten
slag verstomd is, verheft de Burge
meester zich van zijn zetel en zegt:
Ja mijne heeren, wij kunnen wel
gaan.
Dhr. HOLLEBRAND, die zijn ge
wone plaats weer ingenomen heeft,
evenals de heer Rijckaert, zegt: Mijn
heer de Voorzitter, U gaat toch nog
niet heen?
ver van St. Augustine weg was is u
■weer helder geworden en nu is u
teruggekomen om de fout te herstel
len. Ik zal om zoo te zeggen als
getuige fungeeren en de hoofdcom
missaris van politie in Boston moet
door het vaststellen van uw persoon
lijkheid het overige doen. Op die
manier zult u naar ik hoop een
gerechtelijke straf ontgaan".
Mrs. Gorlan greep zijn hand. „O,
ik dank u, dat u me wilt helpen.
U is zoo edelmoedig. Geloof toch,
dat het bedrog me niet gemakkelijk
is gevallen maar ik wist geen
raad, ik bezat niets. Ik heb geen
nacht rustig kunnen slapen. Altijd
verscheen Jutta in mijn droomen
en heeft me aangespoord u den brief
te zenden, dien ze nagelaten had"
Lersen keek op. „Welken brief?"
Mrs. Gorlan sprong op. „Voor we
van Boston weggingen had Jutta al
een voorgevoel van haar dood. Ik
noemde het reiskoorts. O, hoe had
ik kunnen vermoeden dat ze op die
reis den dood zou vinden. Ze liet
me dien dag een verzegelde en
veloppe zien, die ik na haar dood
aan advocaat Schröter moest zenden
Later, op onzen tocht naar St
Augustine kwam ze nog eens op dat
schrjjven terug. Ze zei me, dat er
De BURGEMEESTER: Ja zeker.
Dhr. HOLLEBRAND: Maar wij
kunnen met ons drieën toch wel
beraadslagen
De BURGEMEESTER: Wanneer
U dat doen wil, ga gerust Uw gang,
maar vergadering kan er niet ge
houden worden.
Dhr. HOLLEBRAND: Ik zou U.
als Voorzitter toch gaarne een vraag
doen, die ik ook wel aan de pers
wil verstrekken (zie lager).
De BURGEMEESTER: Er is
geen vergadering, dus ook geen
Voorzitter.
Dhr. HOLLEBRAND: Goed,dan
wensch ik U, als hoofd der gemeen
te, een vraag te doen.
De BURGEMEESTER: Best, ik
ben voor U te spreken op mijn ka
mer.
(De Burgemeester verlaat het
tooneel gevolgd door de hee
ren Hollebrand, Blondeel en
Rijckaert. Als alle andere aan
wezigen beneden komen, zit de
Burgemeester met de 3 raads
leden de zaak reeds te bespre
ken in de burgemeesterskamer).
Een stortbui belette het overig
publiek huiswaarts te gaan, doch te
7.45 gingen allen de trappen af,
de lustig keuvelende vroede vaderen
achterlatende. Tot hoe lang het ge
sprek geduurd heeft, is niet precies
te zeggen, maar 8 u. 20 peddelde
de waarnemende gemeenteböde reeds
door de straat, vermoedelijk de con
vocaties voor de nieuwe vergadering
aan de leden bezorgende, daar kor
ten tijd daarna het bordje aan de
deur van het raadhuis reeds een
nieuwe kennisgeving te lezen gaf,
houdende de mededeeling, dat er
tegen Vrijdag 30 Augustus des
avonds te 20.30 door den Burge
meester van Aardenburg een open
bare raadsvergadering uitgeschreven
was.
Vragen van den heer HOLLE
BRAND in de burgemeesterskamer
gedaan aan het Hoofd der gemeente.
I. Is U het eens met de methode,
met de manier van handelen zooals
de 3 raadsleden, die de vergadering
aangevraagd hebben, thans toepas
sen?
De BURGEMEESTER: Die hou
ding keur ik af. Zij is niet in orde.
II. Waar de wet U voldoende
vrijheid geeft, om de 3e vergadering
niet te houden, vraag ik U deze
uit te stellen tot de nieuwe raad
er is.
De heeren zjjn nu 2 maal in de
dingen in stonden, die voor u van
belang waren. Maar ze wilde die pas
na haar dood uit handen geven.
Het was een soort schuldbekentenis
waarover ze me verder niets wilde
vertellen. Dat was alles wat ze me
gezegd heeft," ging mrs. Gorlan
voort, „maar ik denk, dat het voor u
waarde zal hebben om dien brief
te bezitten en het heeft me genoeg
gehinderd, dat ik hem u niet geven
kon zonder mijzelf te verraden".
Lersen keek haar doordringend
aan. „Geef me dat schrijven, mrs.
Gorlan, dan is uw schuld tegenover
mij daarmee gequitteerd en ik zal
u er voor beloonen door uw toe
komst te verzekeren".
Gertrud Gorlan had intusschen de
cassette van Jutta uit een kast ge
haald. Ze maakte haar open en nam
er het couvert uit. Hoewel de brief
aan den heer Schröter geadresseerd
was maakte Lersen hem met be
vende vingers open. Hij haalde er
een andere enveloppe uit en de en
kele aan den advocaat gerichte re
gels waarin hem verzocht werd, bij
liggenden brief aan Lersen te zen
den.
(Wordt vorvolgd.)