BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
MfCOFFIE
«nYSENDYK
CEEL MERK
Holland toert naar België.
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens
FEUILLETON
Het Parelsnoer.
DIE HEN BUll
HEEL LEKKER VINDT
44ste Jaargang
Vrijdag 23 Augustus 1935
Nummer 4062
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40.
Franco per post per jaar 1 5.00
Buitenland per jaar f 6.50. Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer (0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
o—
Men schrijft uit Brabant aan de
N. R. Crt.:
Aan de Nederlandsch-Belgische
grens heerscht reeds den geheelen
zomer een geweldige drukte. De
Brusselsche tentoonstelling, gepaard
met den lagen koers van den Bel
gischen franc en den daardoor
voor de niet-Belgen ongekend lagen
levensstandaard, oefenen een groote
aantrekkingskracht uit op de Neder
landers, die iederen dag in drommen
de grens overtrekken.
Nog steeds neemt die drukte eer
toe, dan af.
Hoe intensief het toeristenverkeer
uit Nederland naar België is, kan
men het best beoordeelen, wanneer
men eenige uren in het Belgische
grensplaatsje Wuestwezel aan den
grooten weg Tilburg—BredaAnt
werpen doorbrengt.
Vrijwel elke autobus-chauffeur, die
met een lading passagiers naar Bel
gië gaat, kiest dit plaatsje met
voorbijgaan van de Nederlandsche
grensplaatsen als eerste rustpunt
van de reis.
De toeristen kunnen daar in één
der twee bekende café's geld wisse
len en a raison van „één franc en
een half" een kop koffie of een
glas bier nuttigen.
En zoodra een Nederlander dat
„één franc en een half" hoort, voelt
hij zich rijk en moet er nog wat
gebruikt worden, zoodat de chauf
feurs veelal moeite hebben het op
onthoud tot een kwartier of 20 mi
nuten te beperken.
Nauwelijks is echter een autobus
weggereden, of een andere staat
reeds weer voor en op sommige tij
den, vooral in de ochtenduren en
in den laten avond staan er dik
werf 10 en 12 tegelijk. Want ook
de buspassagiers, die na één- of
meerdaagsch verblijf uit het Belgen
land komen, willen als regel hier
nog even aanleggen, hetzij om de
laatste goedkoope consumptie te nut
tigen, hetzij om de overgebleven
franken tegen gave Hollandsche gul
dens om te wisselen.
In deze grenscafé's werkt men
daardoor onder hoogdruk van 's
morgens 6 uur tot 's nachts 3 uur
of half vier toe, om dan na een
enkel uur slapen opnieuw te begin
nen.
In Brabant en vooral in Breda
69
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald door
A. VUERHARD-BERKHOUT
o
Zoo bleef ze staan tot de trein
snuivend naderde. Hij reed heel
langzaam, want het ging hier berg
op. Met gloeiende oogen zag ze de
raampjes der coupés voorbij glijden
en daar aan een der vensters
stond Ralf Lersen en keek naar de
boerderij. Ze zag duidelijk, hoe bleek
en bedroefd hij er uitzag en haar
hart kromp ineen.
Plotseling zag hij haar staan. Hij
kreeg een schok en strekte als smee-
kend de handen naar haar uit. Ze
wenkte hem een groet toe en ze zag
dat zijn gezicht opklaarde. Eendank-
bare blik een buigen van het
hoofd toen was hij voorbij. Ze
zag nog alleen zijn zakdoek uit het
raampje fladderen. Met gevouwen
ziet men dit alles met leede oogen
aan. De enkele autobus, die overdag
door Breda gaat, probeert er zoo
snel mogelijk weer uit te komen,
terwijl de meeste bussen na het ge
reed komen van den hieuwen ver
keersweg Breda—Princenhage langs
Breda suizen.
's Avonds bij het terugkeeren heeft
men, nadat men de grens gepasseerd
is, als regel haast om thuis te ko
men, of wel men is zoo laat, dat
voor de Nederlandsche café's het
sluitingsuur reeds is ingegaan.
De ontvanger van het Belgisch
grenskantoor te Wuestwezel deelde
ons desgevraagd mede, dat gedu
rende Juli en Augustus iederen dag
alleen langs dit grensstation 100 tot
150 autobussen België intrekken, op
Zaterdag en Zondag stijgt dit aantal
zelfs tot boven de 200.
Woensdagmorgen passeerden van
s morgens acht uur tot half twaalf
alleen 73 volgepropte touringcars en
toen moesten zooals de ontvanger
het uitdrukte „de Amsterdamsche
bussen" nog komen.
Onder de Amsterdamsche bus
sen" wordt hier verstaan de touring
cars van een Amsterdamsche on
derneming, die een geregelden bus
dienst op Brussel onderhoudt en voor
die reis meerdaagsche retours af
geeft.
's Morgens 9 uur vertrekt men uit
Amsterdam en 's avonds 6 uur ver
trekt dezelfde bus weer uit Brus
sel, doch dan met passagiers, die
daar één of meer dagen tevoren ge
arriveerd zijn.
Het schijnt, dat het Rijkstoezicht
op de Spoorwegen, dat korten tijd
geleden zulk een heftigen strijd te
gen de z.g. wilde busdiensten voer
de, tegen dat vervoer machteloos
staat, aangezien het hier betreft een
geregelden dienst op een plaats in
het buitenland. Vandaar ook, dat
voor het uitstappen van passagiers
tusschen Amsterdam en de grens
niet gestopt wordt.
Aannemende dat, den Zondag uit
gezonderd, iederein dag 150 bussen
bij Wuestwezel de grens passeeren,
dan blijft men nog aan den veiligen
kant, wanneer men het aantal Ne
derlanders, dat langs dit grenskan
toor België intrekt, op 30.000 per
week schat. Daarbij is dan nog niet
eens rekening gehouden met het ver
voer per luxe auto en met de wiel
rijders, die nu men tot 1 Novem
ber het rijwiel vrij mag invoeren
eveneens bij tientallen tegelijk de
grens passeeren.
handen bleef ze staan. Ze had hem
nog ééns moeten zien voor het
geval het de laatste maal geweest
was.
0
Toen Lersen na de onverwachte
ontmoeting met Bingen naar Soli
tude was teruggekeerd, was hij in
een wanhopige gemoedsstemming.
Dat Frieda gp zoo'n ruwe wijze van
zijn huwelijk moest hooren, zonder
dat hij haar had kunnen voorberei
den, kwelde hem nog meer, dan
Bingens koude, afwijzende houding
Hij had aan haar bleek gezicht ge
zien hoe de mededeeling haar ge
schokt had.
De eenige troost dien hij had
was het feit, dat Frieda zijn biecht
al in handen had. In ieder geval
hinderde het hem, dat het afscheid
van haar zoo pijnlijk geweest was.
Hij had er wat voor gegeven als
hij nog enkele woorden met haar
had kunnen wisselen.
Thuis gekomen begon hij toebe
reidselen voor de reis te maken en
telkens luisterde hij hij had het
gevoel of hij nog bericht van Frieda
zou krijgen, alsof hij niet weg kon
gaan zonder nog iets van haar te
Daar aan de Belgische grenskan-
toren het passagiersvervoer voorgaat,
moeten vrachtauto's dikwerf uren
wachten voor zij ingeklaard worden
en vooral het transitoverkeer onder
vindt dikwerf uren vertraging.
Zoo zagen wij Woensdagmorgen
om 9 uur aan de grens een vracht
auto staan van een Haagschen wild-
handel, beladen met 61 kisten, waar
in ruim 700 K.G. wilde eenden en
bestemd voor Boulogne sur Mer.
Niettegenstaande alle papieren in
orde waren en de vereischte waar
borg was gestort, stond deze auto
er om 12 uur nog. alleen omdat
door de groote drukte de douaniers
geen gelegenheid hadden de 61 kis
ten van een douaneloodje te voor
zien.
En zoo geschiedt het dagelijks,
zeer tot schade van de Nederland
sche expediteurs, wier belang, voor
al met de lage vrachtprijzen, mede
brengt een maximum-aantal vrachten
in minimum tijd te doen.
Het bijzonder drukke grensverkeer
brengt dan ook alleen voordeel voor
de Belgen en de Nederlandsche
autobus-ondernemers, terwijl de Ne
derlandsche middenstand en de Ne
derlandsche hotelhouders de scha
de lijden.
0
Er is een extra-trein uit Amster
dam te Brussel aangekomen. Nu
zijn er bepaald veel meer Nederlan
ders langs den weg dan Belgen.
Zij komen natuurlijk allen voor
de tentoonstelling, a'thans het ter
rein der tentoonstelling, doch zij
moeten eerst voor logies zorgen, en
dat geeft veel heen en weer ge
draaf. De meeste menschen hebben
verzuimd een kamer te bespreken
en de vrouw die op reis ongemak
kelijk wordt' u kent het type
krijgt, al beviel het haar in den
trein ook niet héélemaal met dat
gelach en gezing, haar eerste se
rieuse kans om iets minder prettigs
op te merken, in den trant van
„och ja, als je naair mijn raad ge
luisterd had," of: „onverdeeld leuk
is 't niet, met jou op reis te gaan".
Héél wat anders dan 't vrouwtje
dat ik tot haar man hoor zeggen:
„leuk als we geen hotel vinden, dan
boemelen we vannacht door". Dót
is mannentaal.
Er zijn vrouwen en vrouwen I
Maar een paar uur later vinden
wij elkander op de tentoonstelling
terug, onderdak of geen onderdak.
Niemand van 'de Hollanders is er
nu niet.
hebben gehoord.
Maar de tijd van vertrek brak
aan, zonder dat hij iets had ont
vangen. De auto, die hem naar het
station zou brengen stond voor. Met
somber, bleek gezicht verliet hij So
litude, even somber als hij het maan
den geleden betreden had. Voor hij
instapte keek hij op naar het venster
waarvoor hij Frieda het eerst ge
zien had.
Zou hij haar weerzien als vrij
man? Met zwaar hart ging hij heen
Toen hij in den trein zat, evenals
toen, alleen in een coupé, ging hij
naar het raampje om nog een laat
sten blik op haar huis te werpen
En daar zag hij Frieda op een
hoogte staan, zag haar stralende
oogen en haar wenken haar laat-
sten groet. Het was hem nu of een
zware last van zijn ziel was afge
wenteld. Dat was het bewijs, dat
ze hem vergeven had. Zijn oogen
werden vochtig. „Frieda!"
Haar naam ging verloren in het
gedender van den trein en haar lief
beeld vertroebelde voor zijn oogen
daar hij niet helder meer zien kon
Maar in zijn hart was groote blijd
schap.
0
Het is een prachtige avond en het
geweldige terrein met zijn prachtige
verlichting maakt kennelijk indruk.
Er boven snort een eskader vlieg
tuigen, dat een soort vuurwerk te
weeg brengt.
,'t Is grootsch," zegt een heer,
en hij vond het juiste woord.
Cl-
Over de tentoonstelling regeert de
kermis. Het is kermis hier, daar,
overal.
Een manspersoon gilt door een
microfoon, dat hier het grootste won
der van de eeuw: half mensch, half
aap, is te aanschouwen. Maar dóór
is de kleinste man ter wereld (bij
wien vergeleken de bewoners van
het lilliputtersdorp uit de kluiten
gewassen lieden zijn), geflankeerd
door de twee grootste vrouwen;
dóór is een tent met griezelige bees
ten, daar een met bijzonderheden
aangaande Dillinger, Jackie Diamond
Capone en Hauptmann (vooral door
schrijvers van ingezonden stukken
gefrequenteerd). Overal verdringt
zich het publiek, op eenigen afstand
van den ingang, zoodat de propriétai-
res wel eens goedmoedig zeggen:
,,u hoeft niet bang te zijn..." En
als er dan maar één den moed heeft
om een stapje nader te komen en
een kaartje te nemen, dan is de
inrichting weldra uitverkocht. Het
schaap en de brug
Van alle kanten krijscht de mu
ziek. Van alle kanten worden wij
door honderd procent energieke sal
timbanques geattaqueerd.
Probeer niet om van dien buiten
kant der kermis met haar lawaaige
jolijt even los te komen en naar
binnen te kijken. Tracht niet, eens
door die menschen met hun rijkdom
aan betoogen heen te zien.
Daar is een tent met een soort
loterij. Het duurt vrij lang voor alle
loten zijn uitgegeven en men kort
er den tijd met het draaien van gram
mofoonplaten. Voor de tent staat
een opgeverfde jongeling van 17 len
tes in een soort smoking van roode
kleur, met een hoogen hoed op.
Hij gedraagt zich gelijk de poppen
van een fraai draaiorgel. Hij speelt
marionet. Hij doet mal met zijn han
den en trekt zonderlinge gezichten.
Wanneer het stuk uit is, blijft hij
roerloos in zijn laatste pose staan.
Ook deze jongen is een lief, aan
vallig kind geweest. En de dwergen
en de reuzen, zelfs de aapmensch,
zijn óók menschen.
Maar deze overwegingen moet je
heusch niet laten gelden op de ker-
De tocht over zee werd begunstigd
door het heerlijkste weer en zou
voor Lersen zeker een genot zijn
geweest, als hij aan iets anders had
kunnen denken dan aan het doel
van zijn reis.
In Cuba aangekomen reed hij re
gelrecht naar het eiland Key West
Van hier nam hij den trein, waar
over hij Ursula gesproken had. Over
de helft van de straat Florida was
een honderd tachtig kilometer lange
spoorbrug gebouwd over de koraal
eilanden en riffen heen, die tot steun
punten dienden. Talrijke viaducten
die te zamen een lengte van negentig
kilometer bereikten, overbrugden
den, voor de scheepvaart gevaar
lijken, zeebodem en over deze einde
loos schijnende brug suisde de spoor
trein. Rechts en links was niets dan
water te zien en de golven sloegen
tegen de pijlers op.
Het was een indrukwekkend mooi
gezicht waardoor Lersen een oogen
blik alles wat hem kwelde vergat.
In Miami, aan de Oostkust van
Florida, eindigde deze grandiose
spoorbrug, die een verbluffend
staaltje was van den genialen onder
nemingsgeest der Amerikaansche
ingenieurs.
mis. Ze zouden je pleizier bederven.
En wij klimmen in draaimolens
en op glijbanen, wij zitten in auto's,
in bootjes, in bier- en wijnhuizen,
wij draaien aan raderen en smijten
met ballen.
0
Tegen éénen zakken wij naar oud-
Brussel af. Daar schijnt dan het ge
drang op zijn hevigst te zijn. Maar
het aantal lokalen „waar men ge
lagen zet" is zóó groot, dat er me
nige slechte zaken schijnen te doen.
Hier en daar speelt het strijkje voor
de rondhangende kellners en keil-
nerinnen, de geirriteerde, jaloersche
exploitanten.
Wij betreden een Italiaansche in
richting, omdat daar een drank
wordt geafficheerd die ons lijkt. Er
hangt de naargeestige stemming van
t geeft toch niks, doch zoodra wij
onze gezichten laten zien komt ieder
een in actie en op het podium
het verhoog, zouden de echte
A.N.V.'ers zeggen dansen een-
klaps een danseuse en haar partner,
mitsgaders twee diensters.
„Hoe zou het komen dat 't hier
zoo leeg is?" vraag ik. „Het is
hier heusch niet onaardig".
„De vloer loopt hier van den in
gang naar binnen toe op," zegt mijn
metgezel. „Dat is de zaak".
Het psychologische inzicht kanwel
eens groeien naarmate de avond vor
dert.
De avond?
0
Dót is toch wel erg prettig in
een stad als Brussel: dat je kunt
doen wat je verkiest. Dat je om
half vier van de tentoonstelling naar
de stad kunt met de tram; dat je
dan nog ergens gezellig een stukje
kunt eten.
Aldus deden uiteraard vele Ne
derlanders. Dat mocht nu eens lek-
Lersen zette zijn reis naar Talla
hassee aan één stuk door, Hoe meer
hij zijn einddoel naderde, des te ner-
veuser werd hij.
In Tallahassee aangekomen werd
hij wat kalmer. Hij had nu zijn doel
bereikt en morgen kon hij handelen,
kon hij zijn lot in handen nemen.
De hoofdstad van Florida met
haar beroemde mooie parken maakte
een zeer vriendelijken indruk op
Lersen. Hij kwam in den middag
aan en nam zijn intrek in een hotel,
dicht bij het station.
Hij vond het voor dien dag te
laat om Jutta nog ten huize van
mrs. Fane op te zoeken, maar nadat
hij zich wat had opgefrischt, maakte
hij een wandeling door de stad en
zocht wel de straat op waar ze
woonde.
Het pension van mrs. Fane lag
dicht bij een prachtig park en was
aan alle kanten door een mooien tuin
omgeven, die vol stond met allerlei
planten uit tropische en meer gema
tigde luchtstreken.
Lersen zag onder een wilden vijge
boom eenige dames en heeren met
een balspel bezig, maar Jutta was
er niet bij.
(Wordt vervolgd.)