BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens 3emeen\e ^vesVexv^ Raadsvergadering te Breskens FEUILLETON Het Parelsnoer. 44ste Jaargang Dinsdag 23 Juli 1935 Nummer 4q53 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post per jaar f 5.00 Buitenland per jaar I 6.50. Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer (0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) ARBEIDSBEMIDDELING. Gevraagd zeer bekwaam Auto monteur door een garage te Meppel; loon f 30.—. per week, extern, 4 weken proefwerken. Aanbiedingen aan Kringarbeidsbeurs te Oostburg. DIENSTPLICHT. De Burgemeester der gemeente Breskens brengt ter openbare kennis dat aan HENDRIK JOHANNIS VER MEULEN, ingeschreven voor den dienstplicht, lichting 1935, uit de ge meente Breskens, met ingang van 23 Augustus 1935, voor een jaar vrij stelling van den dienstplicht Is verleend wegens kostwinnerschap. Deze vrijstelling geldt niet in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden en kan overigens worden ingetrokken, indien tijdens den duur er van blijkt, dat de grond voor de vrijstelling niet meer bestaat. Tegen bovenbedoelde beslissing kan elk der in deze gemeente ingeschreven personen of hun wettige vertegen woordiger uiterlijk den tienden dag na heden in beroep komen. Het verzoekschrift, dat met redenen omkleed moet zijn, moet worden in gediend bij den burgemeester, die voor de doorzending aan de Koningin zorgt 23 Juli 1935. De Burgemeester van Breskens D. H. VAN ZUIJEN. op Vrijdag 19 Juli 1935. 0 Afwezig met kennisgeving de hee- ren Lijk en Notebaart. Notulen. Deze worden voorgelezen. VOORZITTER: Heeft een der heeren aan- of opmerkingen? 60 Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door A. VUERHARD-BERKHOUT 0 „Dank je, Frieda. Bedenk bij het lezen van die notities hoe moeilijk het me viel dat alles te biechten Al mijn zorgen laat ik bij jou achter Vergeef me, als ik je pijn moet doen". Ze lachte dapper: „Wees gerust' „God zegene je, Frieda, zoolang ik weg ben". Ze konden verder geen woord wis selen, want Ursula had Lersen van de veranda uit, zien aankomen en kwam nu aanloopen. „Dag mijnheer Lersen. Zien we eindelijk weer eens?" riep ze coquet „En ik kom nog wel alleen om afscheid te nemen, freule". „Is het dus heusch emst met die reis naar Florida? Kan niets u in Solitude houden?" vroeg ze met een Weth. CAMBIER: Ja, meneer de oorzitter. Toen bij de behandeling van de benoeming van den mijn- meester dhr. Notebaart ons verweet, dat wij ons niet aan het advies had den gehouden, heb ik opgemerkt dat wij dit wel hadden gedaan. Er waren 2 adviezen uitgebracht, één dat verzocht de Pagter te benoe men en een ander dat vroeg de Pag ter of een buitenstaander aan ,te wijzen. Aan dit laatste hebben we ons gehouden. Er is dus 'wel degelijk met het advies rekening gehouden. Ik zou dit in de notulen opgenomen willen zien. VOORZITTER: Ik kan het me niet herinneren. Er is toch maar aan de mijncommissie advies ge raagd. Hoe kunnen er dan twee geweest zijn? Weth. CAMBIER: De Visscherij- vereeniging had een ongevraagd ad vies ingezonden. Dit schrijven blijkt onvindbaar. Een vrij langdurige discussie leidt er ten slotte toe, dat besloten wordt hiernaar een nader onderzoek in te stellen. SECRETARIS: Eigenlijk doet het er weinig toe of dat stuk er is of niet en of daar ook over buiten staander wordt gesproken Het gaat nu enkel om wat weth. >Cambier gezegd heeft. Weth. CAMBIER: Juistl Dhr. BRAND: Ik weet nog wel dat gezegd is: wij benoemen zooals wij willen, maar van dat ander kan ik me ook niets meer herinneren. De vaststelling der notulen wordt tot na het onderzoek, dus tot de volgende vergadering uitgesteld. VOORZITTER: Nog één der heeren iets? Dhr. CARELS: Ja, meneer de voorzitter. In de notulen staat dat ik over die kwestie gezegd zou heb ben dat de notulen van de vergade ring van B. en W. in de krant afge drukt stonden. Ik hoop dat u zich zult herinneren, dat ik gezegd heb „schijnbaar". VOORZITTER: Ja, iets van dien aard hebt u gezegd. U sprak van het schijnt wel alsof De notulen worden in dezen zin gewijzigd. Hondenbelasting. Overeenkomstig het advies van B en W. woelen 2 verzoeken tot plaat sing in de tweede klasse afgewezen en een ontheffing wegens afschaf fing toegestaan. smachtenden blik. Hij haalde diep adem: „Als iets me hier had kunnen houden, zou den het wel mijn lieve buren zijn geweest," zei hij met een blik op Frieda. Ursula meende natuurlijk in haar ijdelheid. dat dit op haar sloeg. Ze had, reeds vóór Lersen kwam overlegd, dat ze nogmaals moest zien alleen met hem te zijn en hem door de een of andere manier tot spreken te brengen. Hij moest haar vragen, voor hij op reis ging, ze moest en zou er alles op zetten Ze was overtuigd dat het hem alleen aam een gelegenheid ontbrak om zich te declareeren, want de laatste weken had ze hem nooit meer al leen ontmoet. Ze nam zich voor hem onder het een of ander voorwendsel een eindje weg te brengen en dan zou ze tot den aanval overgaan. Lersen vroeg nu naar den heer des huizes. „Hij zal dadelijk wel komen met zijn vriend, die hier lo geert," zei Ursula. Lersen had in een stoel plaats genomen en zat met zijn rug naar het huis toe, Frieda en Ursula za ten op een bank tegenover hem Ze babbelden over Lersens aan staande reis. Ursula wilde weten niet V eldwachtersverordening. Na gehouden geheime vergade ring wordt zonder hoofdelijke stem ming aan het verzoek van den Com missaris der Koningin voldaan en de verordening gewijzigd. Rekening 1934. In de commissie tot nazien der rekening worden benoemd de H.H. Brand, Carels en Lijk. Dhr. CARELS: Ik wil het wel doen, mits we niet aan 2 of 3 dagen gebonden zijn. VOORZITTER: U zult voldoen de tijd krijgen. Aanlegbelasting. Dhr. VASSEUR: Meneer de voorzitter, ik heb de nieuwe veror dening eens goed nagegaan en daar bij gezien, dat de geheele aanleg door de bewoners betaald zou wor den. Ik vind dit geen juiste basis. Het lijkt me beter een zeker per centage te heffen. De bestaande straten betalen niets en die profi- teeren toch evengoed. Daarom lijkt het me beter, slechts een gedeelte der kosten te verhalen en de bijdra gen dus met bv. 2 cent te verlagen, behalve de aansluitingen op het riool. VOORZITTER: We moeten deze zaak als een beginselkwestie be schouwen en ons afvragen: Moet de gemeente den aanleg geheel of ge deeltelijk voor eigen rekening ne men. Om dit te kunnen beantwoorden, dienen we het ontstaan dezer rege ling even na te gaan. De aanleg van nieuwe straten bracht indertijd voor de gemeente zooveel uitgaven mee, dat een gedeelte op rekening der bewoners moest worden gebracht. Op advies van den Inspecteur der Volksgezondheid werd dit deel be paald op een derde. Via tweederde zou dit geleidelijk op het verhalen der totale onkosten komen. Hierbij dienen we dan in het oog te hou den dat op de gemeente toch nog een vrij belangrijk gedeelte rusten blijft, als de aanleg van pleinen draaien, hoekhuizen, enz. Van ge heel verhaal is dus eigenlijk geen sprake. Groote gemeenten doen dit wel. Daar wordt de grond aan gekocht, worden straten aangelegd, electrische, gas- en waterleiding ge bouwd en deze kosten worden in zijn geheel op de bewoners verhaald. En ten slotte: Wat minder wordt ver haald, moet uit belastingverhooging terugkomen. welke boot hij ging en of hij in Bremen of in Antwerpen scheep zou gaanl Hij gaf haar beleefd alle in lichtingen maar zijn oogen zochten telkens het bleeke gezicht van Frie da. Direct daarop kwam de heer von Dorlach met zijn vriend het huis uit. Lersen bemerkte hen eerst toen ze dicht achter hem stonden. „Ah, beste mijnheer Lersen, ik wist niet dat u er was. Welkom, wel kom," zei Dorlach joviaal. Lersen stond haastig op. en stond tegenover den heer von Bingen. Dorlach wilde voorstellen, doch hij zag, dat de heer von Bingen schrok en op kouden, afwijzenden toon zei „Doe geen moeite, we kennen el kaar, al had ik niet verwacht vrij heer von Lersen hier te zullen ont moeten". Lersen was doodsbleek geworden bij het zien van von Bingen en diens stuggen toon trof hem als een slag „Ik ben ook zeer verbaasd u hier te zien, mijnheer von Bingen," zei hij met moeite. Bingen bleef koud en gereser veerd, doch zei, om een scène te vermijden, koel beleefd: „Zoo, dus u is de nieuwe eigenaar van Soli tude?" Dhr. VASSEUR: Ik zou het met u eens zijn, als fde gemeente ook hier den grond exploiteerde, want dan was de bouwgrond zeker goedkoo- per. En, wat het verhaal der ste den betreft, volgens een handleiding die ik hier heb, dit is zelden hoo- ger dan 50 pCt. VOORZITTER: Wij hebben on ze inlichtingen van den Inspecteur. Dhr. CARELS: Dhr. Vasseurmag niet uit het oog verliezen dat de eene gemeente grooter draagkracht heeft dan de andere. Als ambachts man ben ik tegen de belasting. Maar bij verlaging zou dit weer verhoo- .ging van ons gewoon belastingbiljet tengevolge hebben. En daarom kan het niet anders dan voorgesteld wordt. Weth. CAMBIER: Het voorstel Vasseur geeft alleen omzetting van belasting. Volgens zijn voorstel komt het ten bate der grondexploitanten, daar die dan meer kunnen vragen. Daarom ben ik er tegen. Dhr. VASSEUR: Ik had deze bezwaren zoo niet overdacht en trek mijn voorstel na deze toelichting dus Dhr. CARELS: Art. 5, punt 2 geeft den aanvrager maar een week tijd, om de betaling te regelen. Kan deze termijn niet wat verlengd wor den? VOORZITTER: 14 dagen? Dhr. CARELS: Laat ons zeggen weken. Dit wordt zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. Begraafplaats. In verband met de ingebruikname der nieuwe begraafplaats wordt een nieuwe verordening met verhoogde tarieven voorgesteld. De VOORZITTER vindt het niet plezierig met hoogere tarieven te moeten komen. B. en W. zaten voor de keuze: de nabestaanden of de ge meenschap en hebben tenslotte de middenweg gekozen en ongeveer 60 pCt. op rekening der nabestaanden gesteld. Dhr. VASSEUR stelt enkele wij zigingen voor, terwijl op zijn advies ook bepaald wordt, dat niet-aange geslagenen in de belasting met een vermogen van minstens f 50.000 on der het maximale tarief zullen val len. Dhr. MONJÉ vindt openstelling der begraafplaats van 9—16 uur te kort. Hij zou die tot zonsondergang willen hebben. Dit wordt goedgevonden. Lersen boog. Hij zag, dat Frieda hem angstig aankeek. Bingens ijs kouden toon moest haar wel, even als de anderen, opvallen. „Ja, mijnheer von Bingen, Solitude is nu mijn eigendom". „Zoo, en woont uw vrouw daar ook?" Lersen zag, dat Frieda wankelde en zich bleek en bevend met beide handen aan de tafel vastgreep. Haar oogen keken met een radeloozen jammerlijken blik naar hem op. „Mijn vrouw, neen, die is in Flo rida," zei hij heesch. Ursula was opgesprongen en Hel als verlamd weer in haar stoel te rug. Haar gezicht kreeg een harde, hatelijke uitdrukking. Zijn vrouw? Lersen was getrouwd en mijnheer von Bingen noemde hem vrijheer von Lersen. Wat be teekende dat alles? En waarom keek de oude heer hem zoo stug, bijna minachtend aan? „Zoo, zoo, in Florida?" zei de heer von Bingen conventioneel onverschil lig, niet vermoedend wat hij met zijn vraag naar Lersens vrouw had uitgericht. Lersen richtte zich in die druk kende stilte op en verzamelde al zijn moed. Zijn oogen brandden in Registratuur. B. en W. adviseeren het abonne ment niet op te zeggen. VOORZITTER: Wenscht hier over een der leden het woord? Dhr. LUTEIJN: Ja. De toestand der gemeente maakt het noodig te bezuinigen. En nu het abonnement 5 jaar loopt, ben ik van meening dat de administratie wel in orde is en een verder abonnement der halve niet noodig. Mevr. TAZELAAR: Na 5 jaar werken zal men het toch wel zelf kunnen. VOORZITTER: Persoonlijk ben ik van meening dat aanhouden van het abonnement een bezuiniging is. Voortdurend doen zich bij de ge meentelijke administratie andere din gen voor, moeilijkheden, waarom trent het deskundig advies der Ver- eeniging van Ned. gemeenten de op lossing geven kan. Overigens wil ik nog even op merken, dat andere gemeenten in onze provincie met gelijk zielental een veel duurdere administratie heb ben dan Breskens. Ik heb het de laatste twee jaar niet meer zoo na gegaan maar ik durf nog wel met zekerheid zeggen dat geen enkele Zeeuwsche gemeente van 3000 zie len zoo'n klein personeel heeft als wij. Om dit te kunnen volhouden moeten de extra-werkzaamheden evenals tot nu toe door een ander gedaan kunnen worden. Uitbreiding van het personeel zou veel kostbaarder zijn, zoodat ik met recht zeggen mag dat het abonne ment geen weelde maar bezuiniging is. Dhr. MONJÉ: Tegenwoordig is het zoo dat gezegd wordt: Je kunt het in 3 of 4 weken of je kunt ver dwijnen. VOORZITTER: Accoord, maar bij de fa van Melle zijn toch zeker bekwame lui. En zelfs daar komen nog anderen het werk nazien en controleeren. Het voorstel van B. en W. wordt hierna verworpen met 5 tegen 4 stemmen (de leden Cappon, Brand, de Kruijter en Vasseur). Aanbestedingen. In de vorige vergadering had dhr. Carels voorgesteld b(j bestedingen voor de gemeente als eisch te stel len dat alleen ingeschreven kon wor den door ingezetenen die als ge vestigd ambachtsman bekend staan. B. en W. hebben dit onderzocht en adviseeren afwijzend. Verder stelt wanhopige smart en rusten op Frie da. Hij beheerschte zich met moeite en zei toen tegen den heer von Dor lach, die een weinig verward van de een naar de ander keek: „Ik ben gekomen om afscheid te nemen en wil niet langer storen. Dag mijnheer von Dorlach, freules, tot weerziens". Hij maakte een buiging voor von Dorlach en Ursula. Voor Frieda bleef hij een oogenblik staan. „Mag ik u ook vaarwel zeggen, freule?" vroeg hij heesch, haar met een wanhopigen blik aanziende. Ze richtte zich op en wendde haar doodsbleek gezichtje naar hem toe: „Vaarwel," klonk het als een zucht. Hij boog en ging heen. Frieda keek hem met strakke oogen na. Zijn houding was vermoeid en zijn gang niet zoo elastisch en flink als anders. Het was of er iets in haar hart brak, of ze hem na moest snel len en hem nogmaals voor het laatst in de oogen zien. Maar ze bleef als vastgenageld staan, de openba ring, dat hij getrouwd was, had haar alle kracht ontnomen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1