BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens 3emeexi\e 3voe^e- Het Parelsnoer. 44ste Jaargang Vrijdag 19 Juli 1935 Nummer 4052 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden t 1.40 Franco per post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar f 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot Hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling) 0 Verwezen wordt naar de ter Secre tarie gedurende 3 maanden ter inzage liggende en op heden behoorlijk af gekondigde strafverordening „Verordening op het kampeeren in de duinen in de gemeente Groede". De Burgemeester. Luchtvaartrampen en openbaarheid. o Binnen een halve week na de ramp van de Kwikstaart wordt Ne derland opnieuw opgeschrikt door het bericht van een ongeluk, het welk aan een ander vliegtuig van de K.L.M. is overkomen, ditmaal een toestel van het type Douglas, dat op de terugreis van Indië naar Amsterdam was. Gelukkig zijn hier bij geen menschenlevens te betreu ren, maar, voor zoover uit de, ten deele tegenstrijdige, eerste berichten is te concludeeren, heeft het slechts een haar gescheeld, of er zouden ook bij dit ongeluk personen zijn omgekomen, schrijft de N. R. Crt. om dan te vervolgen: Onze nationale luchtvaartmaat schappij wordt juist in den tijd, waar in zij poogt de plaats, welke Ne derland in het internationale lucht verkeer inneemt, te behouden en te versterken, keer op keer door te genslagen getroffen. De ramp, welke de Maraboe thans is overkomen, is immers de vierde binnen ruim een half jaar tijds. Er is door deze opeenvolgende on gelukken een zekere onrust bij het publiek ontstaan. Een gevoel van teleurstelling maakt zich meester van de velen, die een oprechte belang stelling voor de ontwikkeling van onze luchtvaart koesteren. Deze stemming, die zeer begrijpelijk is, zou op den duur een remmenden invloed op die ontwikkeling kun nen hebben. Dit is zeker te ver wachten, indien de publieke mee ning niet zoozeer door feiten als FEUILLETON 59 Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald dooi A. VUERHARD-BERKHOUT 0 Ze werden door Ursula gestoord Enkele minuten later brak de heer von Dorlach met zijn dochters op en liet Lersen den auto voorkomen Toen de beide heeren weer al leen waren keek Lersen den heer Schröter vragend aan. Deze knikte lachend. „Frieda,? Ja, beste Ralf ik hoop van harte dat je die vrouw krijgt. Maar pas op voor die klei ne, die neemt in geval va,n nood haar toevlucht tot geweldmiddelen om haar doel te bereiken en als haar zuster op een goeden dag me vrouw von Lersen wordt, dan krabt ze je de oogen uit". Lersen zuchtte. „Als! Wat zou ik er niet voor geven als ik haar bij me geborgen wist. Ze heeft zoo'n ellendig bestaan en wordt door haar wel door geruchten wordt bepaald. Het publiek oordeelt snel, vooral onder den verschen indruk van een ramp, waarbij vliegers en passagiers het leven lieten. De vreemdste ge ruchten doen dan dikwerf de ronde. Doch ook naderhand blijkt het pu bliek, aan zichzelf overgelaten, tot de wildste fantasieën te komen. Na de ramp van de Uiver zijn allerlei verhalen opgedoken, waarvoor de ertellers geen enkel bewijs konden bijbrengen, maar die niettemin, on danks hun volslagen ongeloofwaar digheid, voortwoekerden. Wanneer men rekening houdt met de eigen aardigheden, welke het proces van oordeelsvorming bij de massa, ver toont, is dit alles niet verwonderlijk. Deernis met de slachtoffers wekl reacties bij den mensch, welke tot allerlei ongefundeerde veronderstel lingen leiden. Als zoodanig door den een geuit, worden zij door den ander dikwerf als feiten aanvaard, vooral wanneer zij passen in den evenzeer op niets gebaseerden indruk, welken de toehoorder zich van het geval heeft gevormd. Doch, niet alleen „the man in the street" houdt zich er mee bezig. Het laat ook de ingewijden niet los. Deze komen op grond van hun er varing en kennis tot conclusies, waaraan deskundigheid niet is te ontzeggen, maar die toch ongecon troleerd blijven. Zoo wordt een vlieg ramp steeds meer in het net van ware en onware geruchten ingespon nen. Het spreekt vanzelf, dat de lucht vaart in het algemeen, en de be trokken verkeersmaatschappij in het bijzonder, met dezen gang va'n zaken niet zijn gediend. Het is daarom in ieders belang, dat aan de vor ming van de publieke meening van officieele zijde leiding wordt gege ven, door een onpartijdig onderzoek, dat feiten oplevert en aan praatjes den kop indrukt. Zulk een onpartijdige enquête is echter meer nog noodzakelijk uit een oogpunt van veiligheid. Zoodra de mechanisch voortbewogen transport middelen in het maatschappelijke le ven hun intrede deden, heeft de overheid begrepen, dat voor haar de taak was weggelegd, voor de bescherming van de openbare veilig heid op te komen. De instelling van bet rijkstoezicht op de spoor- en tramwegen, op de scheepvaart en ook op de luchtvaart gaven aan deze taak uitvoering. Men is zelfs verder gegaan. Met vader en zuster uitgebuit en krijgt niets dan ondank. Wat freule Ür sula betreft ik geef haar geen aanleiding om iets te hopen. Het is haar ook niet om mij, maar om Solitude en mijn geld te doen". „Daar ben ik van overtuigd". 0 Eenige dagen later kwam de heer von Bingen in het opzichtershuis lo geeren en werd door zijn vriend Dorlach en diens beide dochters har telijk welkom geheeten. En het beviel er hem zoo goed dat hij zijn vriend, ondanks alles, zeer benijdenswaard vond. „Ik geloof niet, beste vriend, dat je beseft hoe goed je het hier in je berg-eenzaamheid hebt. Hier ont breekt het je aan niets. Ik zou graag met je ruilen, geloof dat maar,' zei hij, toen de beide vrienden aan de welvoorziene ontbijttafel zaten. De heer von Dorlach wilde er echter niet van hooren, dat hij benijdens waard zou zijn. Hij jammerde over het ellendige leven dat hij leidde en over de drukkende afhankelijk heid van zijn dochter. Bingen kon niet nalaten te zeg gen; „Maar, mijn beste Dorlach, betrekking tot scheepsongelukken is wettelijk een openbaar onderzoek door een onpartijdigen Raad voor de Scheepvaart voorgeschreven, die zich niet alleen over de oorzaken van een ongeluk, doch ook over de schuldvraag uitspreekt. Welk een heilzame werking op de publieke meening van zulk een openbare en quête, waarbij de rijksinspectie op de scheepvaart onomwonden haar opinie uit, behoeft hier niet uiteen gezet te worden. De luchtvaart staat, vergeleken bij de scheepvaart, nog in haar kinder schoenen. De overheidsregelingen dragen hiervan de sporen. Zoo ver keert het onderzoek naar de oorza ken van luchtrampen in nog em bryonale phase. Evenals bij de scheepvaart wordt het eerste onder zoek door de ambtenaren van het rijkstoezicht verricht, waarna de minister van waterstaat bij scheeps ongelukken is het een commissie van den Raad voor de Scheepvaart oordeelt, of een nader onderzoek door een permanente commissie ge- wenscht is. Het belangrijkste ver schil is evenwel, dat openbaarheid bij de enquête naar ongelukken met luchtvaartuigen niet is voorgeschre ven. Wat dit beteekent, is gebleken bij het onderzoek naar de ramp van de Uiver. Het rapport van de com- missie-Schorer is weliswaar nader hand ten deele gepubliceerd, maar dit deel bepaalde zich tot de op dracht in engeren zin, n.l. een on derzoek naar de oorzaken van het ongeluk. De meening van de com missie over de verantwoordelijkheid voor het ongeluk, zoomede eenige opmerkingen, waartoe het onderzoek heeft geleid en die voor de toekomst van nut kunnen zijn, zijn in een af zonderlijk rapport neergelegd, het welk niet openbaar is gemaakt. Zie hier het teekenende verschil met het onderzoek bij scheepsongelukken. De regeering heeft reeds medege deeld, dat een algeheele herziening van de Luchtvaartwet in voorberei ding is. Daarbij zal o.i. ernstig moe ten worden overwogen de instelling van een Raad voor de Luchtvaart, met soortgelijke bevoegdheden en gelijke werkwijze als de Raad voor de Scheepvaart. In afwachting van deze wetswijzi ging zou de regeering thans reeds eenzelfde procedure kunnen volgen. De Regeling Toezicht Luchtvaart geeft haar daartoe de bevoegdheden. Men zou dan het Engelsche voor beeld volgen van het onderzoeknaar de oorzaken van de ramp van het luchtschip R 101, dat geheel in het openbaar is gevoerd. Uiteraard onthouden wij ons van elk oordeel over de rampen, die zijn geschied. Wij bepleiten slechts de ruimste openbaarheid, omdat o.i. de toekomst van onze luchtvaart hiermede ten zeerste gediend zou zijn. als die afhankelijkheid zoo'n lief, goed gezicht heeft als je dochter Frieda, dan mag je niet klagen Alle menschen zijn toch van iemand of iets afhankelijk. Lieve goedheid, wat moet ik me niet schikken naar mijn chefs. En daar zijn menschen bij, die vroeger ver beneden me stonden en nu posities veroverd heb ben, waarvoor hen de noodige be schaving en ontwikkeling ontbreekt Zoo'n afhankelijkheid als die van je bekoorlijke dochter zou ik me graag laten welgevallen". Maar von Dorlach bleef zich zeer beklagenswaard vinden hij wist alleen niet goed, waarom eigenlijk Hij was altijd iemand geweest, die alleen oogsten wilde, zonder te zaaien. Frieda deed haar uiterste best om het den heer von Bingen heel ge zellig te maken en de oude heer glom van behaaglijkheid en ging hoe langer hoe meer met Frieda dwe pen. Hij vond haar bewonderens waardig in haar dappere flinke han digheid en haar altijd zich gelijk blijvende goedhartigheid. Met Ur sula kon hij niet goed opschieten Hij vond haar kattig en grenzenloos verwend en arrogant. Hij zei dit wel Propaganda voor vischgebruik. o In „de Nieuwe Visscherij-Courant" komt een artikel voor van den heer W. Scheffer, waarin hij een krachtig pleidooi voert voor meer vischge bruik. Wij achten dit artikel van ge noegzaam gewicht om het ook on der de aandacht van onze lezers te brengen, waarom wij het in zijn geheel uit bovengenoemd blad over nemen. Wie in ons vischland een blik visch-conserven vraagt, komt voor een zonderling verschijnsel te staan. Hij kan krijgen Japansche, Ameri- kaansche, Californische, Canadee- sche, Russische, Finsche, Portugee- sche, Engelsche, Noorsche enFran- sche „blikjes," in tienderlei soort en afmeting, in rijk gevarieerde kwa liteit en prijs maar geen Neder- landsche. Terwijl de haring in Ne- derlandsche pakhuizen onverkoop baar opgestapeld ligt, eten de Ne derlanders Amerikaansche, Engel sche, Japansche haring in blik; ter wijl tienduizenden ankers ansjovis opgestapeld liggen, wordt voor Fin sche ansjovis-conserven reclame ge maakt in Nederlandsche winkels; terwijl allerwege naar afzetmogelijk heid van Nederlandsche vischsoorten wordt gesnakt, zijn de conservenwin- kels overvuld van buitenlandsche „blikjes," die zeer druk verkocht worden en een zeer behoorlijke winst mogelijkheid bieden aan de fabri kanten. Hoe komt dit? Het komt omdat het vischland bij uitnemendheid zich voor zoover het de vischconservee- ring betreft, de loef heeft laten af steken door vrijwel alle andere lan den: er zijn geen Nederlandsche vischconservenfabrieken van betee- kenis en dientengevolge moet er voor meer dan een millioen gulden, aan buitenlandsch visch worden in- niet, maar hij praatte tegen Frieda op een heel anderen toon. Als ik vader van deze twee dochters was, dan wist ik wel, wie ik het liefste zou hebben, dacht hij. Die kleine coquette zwartkop zeker niet, die alleen lief is als er wat te halen valt Mijn oude vriend Dorlach doet me met zijn dochter denken aan Ko ning Lear, Cordelia-Frieda vindt geen genade in zijn oogen omdat Cordelia alleen liefheeft en zwijgt Frieda had in ieder geval in den heer von Bingen een enthousiast be wonderaar gevonden, doch ze ver moedde dat in haar bescheidenheid niet. Ze meende niet meer dan haar plicht te doen. Ze was heel onrustig die dagen. Sedert ze wist, dat Ler sen naar Florida zou gaan, vroeg ze zich steeds weer af, wat hem daartoe aanleiding had gegeven. Dat die reis verband hield met zijn plan om zich van een drukkenden last te bevrijden, wist ze. Maar steeds weer plaagde haar de angst, dat hij niet terug zou komen. Wat zou er dan met haar gebeuren Waar moes ten haar gedachten hem dan zoe ken, en hoe zou ze het dragen hem ongelukkig en wanhopig te weten ergens rondzwervend in de wereld. gevoerd, terwijl wij geen mogelijk heid zien onze eigen vischproducten af te zetten. Hierin moet verandering komen. Er moet getracht worden een eigen Nederlandsche vischconserven-in- dustrie op te bouwen, die in staat zal zijn de eigen markt van de eigen vischproducten te voorzien. Welke gevolgen de stichting en de bloei van een dergelijke industrie voor de Nederlandsche visscherij zou hebben, laat zich gemakkelijk raden. Met één slag zou de binnenlandsche vischafzet, die in de gegeven om standigheden voor de Nederlandsche visscherij toch wel een uiterst be langrijke factor is en zal blijven voor haar bloei, met een beteeke- nend percentage toenemen. Maar daarnaast zou de mogelijkheid op verhoogden vischafzet naar het bui tenland stellig ook worden bevor derd. Kwaliteitswaar als een der gelijke Nederlandsche industrie zou kunnen produceeren, is een nog steeds te zeldzaam voorkomend ar tikel dat het zich ook op buiten landsche markten geen plaats zou kunnen veroveren. Wij verwachten van de stichting van Nederlandsche vischconserven fabrieken niet onmiddellijk wonderen voor de visscherij. Maar op den duur zal er zonder twijfel een buiten- De angst overweldigde haar bij die gedachten zoozeer, dat haar han den beefden en haar hart kramp achtig ineen kromp. Vol onrust wachtte ze op zijn afscheidsbezoek, op de beloofde notities, 1 die het raadsel van zijn leven zouden open baren. Ook Ursula wachtte op Lersen en dat wachten maakte haar zoo ner veus en ongeduldig, dat ze den gast van haar vader maar met moeite kon verdragen en zich niet van haar beminnelijksten kant liet zien. Eindelijk kwam Lersen. Het was op een Zondagmorgen. Frieda zat met een handwerk onder de linde en plotseling, zonder dat ze hem had hooren aan komen, stond hij voor haar. Bleek en zenuwachtig legde hij een boek in het naaimandje, dat naast haar stond en zei Tieesch: „Belooft u me, het niet eerder te lezen dan na mijn vertrek? Ik ga vanmiddag met den trein van vijf uur". Ze verbleekte. „Ik beloof het u en God verge- zelle u op al uw wegen," antwoordde ze zacht, een naaiwerk over het boek heenleggend.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1