BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Het ongeluk met de Uiver, Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens 3emeexv\e ^vesVexv^ FEUILLETON Het Parelsnoer. 44ste Jaargang Dinsdag 18 Juni 1935 Nummer 4043 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden I 1.25. Buiten Breskens per drie maanden t 1.40. Franco per post per jaar f 5.00 Buitenland per jaar f 6.50. Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer t0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 1 0.40 (bij vooruitbetaling) Stemming 19 Juni 1935. Oproepingskaarten, die wegens af wezigheid der belanghebbenden, niet bezorgd konden worden, liggen morgen op het stembureau ter beschikking van de rechthebbenden. 18 Juni 1935. o De uit de heeren gep. vice-admi- raal jhr. G. L. Schorer, prof. dr. ir. C. B. Biezeno, majoor-vlieger F. A. van Heyst en officier-vlieger der eerste klasse J. A. C. Broesder be staande commissie, welke ingevolge beschikking van den minister van waterstaat a.i. van 7 Februari 1935 La.C, L.V.D., een onderzoek heeft ingesteld naar de oorzaken van het ongeval met het vliegtuig Uiver der K.L.M. in den nacht van 19 op 20 December 1934 nabij Rutbah Wells Irak, heeft haar rapport den 16en April 1935 uitgebracht. Het is niet mogelijk gebleken met afdoende bewijskracht de oorzaken van het ongeluk aan te wijzen. Het eenige wat nagenoeg met zekerheid kan worden vastgesteld is, dat het ongeluk geschiedde tengevolge van de buitengewoon slechte weersom standigheden. De overige en de meer gedetailleerde oorzaken kun nen slechts met een meerdere of mindere mate van waarschijnlijkheid worden aangenomen. Uit het rapport van dr. ir. van der Maas blijkt duidelijk het verloop van de bui, die in den nacht van 19 op 20 December 1934 boven H3 en Rutbah Wells woedde en die de Uiver noodlottig is geworden. Hoewel men van een bui, zooals de hierbedoelde, niet mag aanne 50 Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit h?t Duitsch vertaald door A. VUERHARD-BERKHOUT 0 De reusachtige zijden spek worden van de nog in het water liggende walvisschen afgesneden en met hijschkranen aan boord van het moe derschip geheschen. Hier wordt het spek met geweldige messen in stuk ken gesneden en glijdt in den groo- ten ketel, waar het gekookt wordt. De traan die zoo verkregen wordt loopt af in enorme tanks. U kunt zich voorstellen dat alles aan boord van zoo'n schip met een laag traan bedekt is en de dames zouden niet ongestraft een wandeling over het dek kunnen maken". „O, wat moet dat een vreeselijk leven zijn op zoo'n schip," rilde Ur sula. „Ja, prettig is het niet, vooral daar de lucht door die traanfabrikatie vrij wel verpest is. Maar in die koude streken is het wel beter uit te hou den en je went aan alles". men, dat zij zich langdurig met ge lijke hevigheid en eenparige snel heid verplaatst men moet eerder denken aan een opeenvolging van verschillende buien wijst alles er op, dat de door H3, de Uiver en Rutbah Wells ondervonden bui ge heel dezelfde was. Zoowel te H3 als te Rutbah. dat oostelijk van H3 ligt, zag men haar in 't westen aan komen en in 't oosten verdwijnen, terwijl het verloop van windsterkte, regen en onweer op beide plaatsen hetzelfde was. Aangenomen mag dus worden, dat de Uiver, die in het tijdsverloop tusschen het passeeren an de bui te H3 en te Rutbah tusschen beide plaatsen invloog, zich in geheel dezelfde bui heeft bevon den. Zoowel bui als Uiver verplaatsten zich van West naar Oost; de Uiver haalde de bui met groote snelheid in en vloog er aan den achterkant in. Aanvankelijk ontmoette het toestel zwaren regen en betrekkelijk mati gen wind, langzamerhand geraakte het in het gebied van onweer, re gen, hevige verticale luchtbewegin gen en uiterst krachtige variabele winden. Het is zeer waarschijnlijk, dat het toestel nog slechts zeer en kele kilometers van den voorkant der bui verwijderd was toen het on geluk plaats greep. Deze waarschijn lijkheid volgt uit den tijd van passee ren van IJ3 (00.23 u. MTG), de ver plaatsingssnelheid van de bui, welke op 35 km geschat kan worden en de eigen snelheid van het toestel, welke, naar men mag aannemen, ongeveer 225 km heeft bedragen. De piloot moet doelbewust in de bui gevlogen zijn, hierop wijzen de ingehaalde antenne en de bij H3 ingestelde koers naar Bagdad. Het was bij H3, dat de Uiver langza merhand het heviger gedeelte van de bui begon te naderen. Of de pi loot wilde niet terug, teneinde aan het reisschema vast te houden, of hij zag het terugkeeren bezwaarlijker in dan het doorvliegen. Dit laatste zou gemotiveerd kunnen worden, doordat de West van Rutbah gele gen landingsterreinen 's nachts niet gemakkelijk te vinden waren, ver moedelijk door den regen in slechten toestand moesten verkeeren en voor gebruik 's nachts niet anders dan als noodlandingsterreinen beschouwd „Hoe lang blijft zoo'n moeder schip in de haven?" vroeg Frieda vol belangstelling. „Maanden lang, tot alle traantanks tot den rand vol zijn. Daarvoor zijn vijf a zes honderd walvisschen noo dig en als de laatste honderd in bewerking zijn, arbeiden de mannen dubbel hard, omdat dan het einde nadert en er aan terugkeeren ge dacht kan worden. Ik heb zoo'n opbreken en huiswaarts keeren van een walvischvaarder meegemaakt en ik zal nooit vergeten wat ik toen in de oogen van die anders zoo ge harde mannen gelezen heb. Ik had vóór dien tijd maanden lang in de ijsvlakten gevegeteerd, in de buurt van de Zuidpool. Ik had in dien tijd maar één kameraad, een jonge Noor, die na den dood van zijn vrouw niet meer in zijn land had willen blijven. Er waren dagen dat we geen woord wisselden, omdat alles om ons heen dood en stijf was, ver starden wij ook. Die woestenij was gruwelijk en verheven tegelijk en daar leer je al het menschelijke klein en nietig vinden. En toen we eindelijk door de walvischvaarders uit onze eenzaamheid verlost wer den, merkten we pas, dat we dicht bij krankzinnigheid geweest waren „O, houd op, daar kan ik niet aan denken," riep Ursula, de ooren toehoudend. Frieda keek hem echter met groo kunnen worden, terwijl Gaza, dat geen peiler heeft, moeilijk te vinden zou zijn en Cairo met het oog op den benzinevoorraad te ver af lag. Het zou nog mogelijk geweest zijn om de bui heen te vliegen en daarna door te gaan naar Bagdad, doch er was geen enkele aanwijzing om zich van de uitgestrektheid der bui in Noordelijke en Zuidelijke richting een denkbeeld te vormen; het om de bui heen vliegen zou dus met veel onzekerheid gepaard gegaan zijn. Meer zekerheid evenwel zou waarschijnlijk een besluit gebo den hebben, achter de bui te blijven, af te wachten tot deze was wegge trokken en daarna op de min of meer bruikbare landingsplaats te Rutbah te landen. Reeds kort na H3 is het toestel in het hevigste deel der bui geko men en het moet hierin verscheidene minuten vrijwel in de koersrichting naar Bagdad doorgevlogen zijn. Het was op een vorigen tocht naar Cairo en terug reeds gebleken, dat men het toestel wat den koers betreft in zeer ongunstig weer zelfs met twee man niet steeds houden kon en daarbij veel hoogte verloor. Ook was de hoogtebesturing in die om standigheden zwaar. Men moet dus aannemen, dat de piloten, toen zij in het voorgedeelte, dat is het he vigste deel van de bui gekomen wa ren, de handen met de besturing meer dan vol hadden en de uiterste pogingen hebben moeten aanwen den, het toestel in de hand te hou den. Toen het toestel nog boven H3 vloog, meende de eene waarnemer van dit pompstation, dat het „laag" leek, de andere oordeelde „zeer hoog". De piloot, wetend, dat sterk dalende luchtstroomen te verwachten waren, zal in geen geval bepaald laag gevlogen hebben. Er zou ook wijl hij toch blind moest vliegen, geen goede reden voor geweest zijn. De bui was evenwel buitengewoon krachtig en de dalende luchtstroo men die hij na H3 ontmoette, kun nen dus veel sterker geweest zijn dan hij gerekend had. De snelheid van het toestel is zeer vermoede lijk belangrijk gereduceerd ge weest; de veiligheid van het toestel zoowel als de besturing maakten dit noodzakelijk. Bovendien, wanneer te, ernstige oogen aan. „Dat zijn gebeurtenissen, die zich diep in je hart moeten griffen. Ik zou uren lang naar u kunnen luisteren," zei ze zacht. „Misschien mag ik u mijn reis brieven eens laten lezen ik heb er al enkele deelen van". Haar oogen straalden. „O ja, als u dat doen wilt". „Ik zal ze u morgen zenden," zei hij. Von Dorlach zuchtte. „Kolossaal interessant. Een benijdenswaardig le ventje moet u op reis geleid heb ben". Lersen lachte eigenaardig. „Ik weet niet, of het u wel erg beval Ien zou hebben". „Dat is toch buiten kwestie. Of vindt je het amusanter om jaar in jaar uit hier in dit gat te zitten en je duimen te draaien". „Dat zou mij onmogelijk zijn". „En en wat doet u dan op Solitude?" „Ik schrijf aan een groot boek" „Verduiveld. Is dat niet erg moei lijk?" „Dat hangt er van af". „Daar verdient u zeker geld als water mee, hé?" „Dat zal de tijd nog moeten lee- ren, mijnheer von Dorlach, maar in ieder geval geeft het mijn leven in houd. Leven zonder werk is voor my geen leven". het toestel van H3 met een snelheid van pl.m. 300 km was doorgevlogen, dan zou het te 00.33 u„ het tijdstip van het ongeval, vlak bij Rutbah d.w.z. reeds voorbij de bui zijn ge weest. in de nog geen 10 minuten, dat het toestel zich in het zwaarste deel van de bui bevond, heeft het zijn hoogte verloren, is van 83 gr. koers gekomen in een koers, gelegen tus schen 270 gr. en 280 gr. (dat wil dus zeggen, dat het meer dan 180 gr. is gedraaid) en in dien koers aan den grond gekomen, op een punt, bijna 4 km buiten de bij H3 nieuw in gestelde koerslijn, zonder dat eenige voorbereidende maatregel tot landen was genomen. De meest voor de hand liggende veronderstelling is, dat het den pi loten niet mogelijk geweest is, zich voldoende aan den noodlottigen in vloed der dalende luchtstroomen te onttrekken, dat zij de besturing met het verticale roer zijn kwijt geraakt en in hun uiterste pogingen de be sturing in handen te houden er niet aan konden denken om te landen, eensdeels omdat een landing in het heuvelachtig terrein allergevaarlijkst moest worden, anderdeels omdat zij geen handen vrij hadden om zich op de landing voor te bereiden, met het gevolg, dat zij met een eigen snel heid van tenminste 225 km. 'den grond raakten. De gewijzigde koers, de vermoe delijke draairichting, stuurboord uit, het niet instellen van een anderen koers dan die naar Bagdad, de eemigszins vooroverhellende stand zoo dicht bij den grond en last not least het aan den grond ioopen zelf, het zijn voor de commissie alle aan wijzingen, dat men het toestel niet meer op voldoende wijze kon be sturen. Is deze veronderstelling juist, dan dringt zich de vraag naar voren, of een gemakkelijker te besturen toestel wel veilig door de bui heen gebracht zou zijn. De mogelijkheid, dat het gelukt zou zijn, bestaat zeer zeker, maar een bevestigend ant woord op deze vraag is overigens niet te geven. Men kan ook de veronderstelling maken, dat de piloten, om welke re den dan ook laag vliegend, omge keerd waren, wjjl de storm hun te Dit onderwerp beviel mijnheer von Dorlach niet en Ursula verveelde zich. Lersen had zich veel te veel in zijn reisherinneringen verdiept en zij wilde, dat hij zich in haar be koorlijkheden zou verdiepen. Ze wipte nerveus met haar voetjes, en haar spits rood tongetje speelde met haar lippen als een kleine slang die op roof uit is. Lersen trok zich niets van haar ongeduld aan. Wat gingen hem die twee menschen aan, die knappe oude heer met het witte haar en het ver waande gezicht en het jonge coquet te schepsel, dat met haar oogen werkte en zich verveelde bij zijn ver halen, zooals alles haar verveelde dat niet met haar persoon samen hing. Hij sprak alleen voor Frieda, die aan zijn lippen hing en zijn avon turen meeleefde. Hij was blij, dat ze zijn reisbrieven zou lezen en wist, dat ze dat vol belangstelling zou doen. Nu verschenen vrouw Wengerli en Katrien met het koffie-servies en zetten het onder de linde neer. Ursula sprong op. „Kom, mijnheer Lersen, de koffie is klaar. Maar eerst wil ik u toch nog eens laten zien waar ik de dame met de parelen gehangen heb". Ze wiegde en rekte haar gestalte voor zijn oogen heen en weer. Hij stond op, niet direct verrukt. Frieda schrok, als uit een droom machtig werd en het toestel daarbij nog behoorlijk in de hand hadden. Een plotseling optredende plaatse lijke dalende luchtstroom zou het toestel dan onverwacht tegen den grond gedrukt hebben, dan wel de piloten zouden zich in de juiste hoogte vergist hebben. Een goede verklaring voor den terugkeer is hierbij evenwel niet te geven; de piloten zouden opnieuw voor ver scheidene minuten door het hevigste deel en de dalende luchtstroomen van de bui moeten vliegen, terwijl zij wisten, althans konden weten, dat, doorvliegende in de oorspronkelijke richting, de bui spoedig doorkruist zou zijn. Immers ruim een half uur geleden had het op nog geen 20 km. afstand liggende Rutbah 30 tot 50 km. zicht gemeld. Een vergis sing omtrent de juiste hoogte is naar de meening der commissie niet aan nemelijk; meer dan 30 of 40 m. kan de hoogteaanwijzing bezwaarlijk fout geweest zijn; bovendien moest de gezagvoerder met het oog op de vele heuvels rekening houden met een terrein, dat 60 100 m. hooger lag dan de vlakte, waarin de „Uiver" aan den grond kwam. Het is ook mogelijk, dat de piloten tengevolge van blikseminslag ver doofd of gedood zijn geworden en het toestel onbestuurd naar omlaag ging. In het gedeelte van de bui waarin de Uiver zich tijdens het ongeluk bevond, woedde een hevig onweer. Een electrische ontlading over het metalen toestel is dus geens zins onaannemelijk en er zijn ook enkele teekenen (de ronde, schijn baar geponste gaten in bakboords vleugel, een spoor op een revolver, dat aan vonkoverslag te wijten zou kunnen zijn), die in dezen zin eeni ge aanwijzing geven. Maar, al ware de veronderstelling van een elec trische ontlading over het toestel juist, dan zou dit nog volstrekt niet behoeven in te sluiten, dat de piloten hiervan een nadeeligen invloed zou den hebben ondervonden. De com missie kent uit de literatuur geen ge vallen van ernstige uitwerking op de opvarenden van metalen vliegtui gen door blikseminslag. Ook zou het al zeer toevallig zijn geweest wanneer beide piloten tegelijk het slachtoffer waren geworden, terwijl bij de lijkschouwing geen teekenen ontwakend op. Ze keerde met moeite tot de werkelijkheid van dezen ver- beeldingstocht door de wereld terug naar de zachte Zondagmiddagrust van haar mooie vaderland. Een oogenblik keken Lersen en zij el kaar begrijpend aan. De heer von Dorlach stond op. „U moest ons eigenlijk nog meer van uw avonturen vertellen, gedrukt zijn ze lang zoo levendig niet," zei hij. Ursula trok Lersen met zich mee om hem het portret te toonen en daarbij speelde ze weer allerliefst co- medie. Hem coquet van terzijde aan kijkend vroeg ze naïef: „Bestaan er heusch nog walvisschen, mijnheer Lersen, of was het maar jagerlatijn, dat u ons heeft opgedischt?" Hij keek haar koel en ernstig aan. „Ik heb over werkelijke avon turen verteld, freule, maar ik vrees, dat ik er u mee verveeld heb". Ze hief afwerend de handen op. „Verveeld? Maar, mijnheer Lersen, u vertelt zoo buitengewoon interes sant. En nu keeren we uit de wijde wereld terug naar de koffietafel van vrouw Wengerli. Het gaat maar lan delijk toe bij ons, zooals u ziet, we drinken hier nog heel ouderwetsch 's middags koffie. Een elegante five 'o clock tea kennen we bij ons niet". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1