BRESKENSCHE COURANT
Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
Ook Breskens doet weer mee!
Zomerhuisjes in de duinen
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens
^emeexv\e ^resVew^
FEUILLETON
Het Parelsnoer.
44ste Jaargang
Vrijdag 14 Juni 1935
Nummer 4042
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar t 5.00
Buitenland per jaar 6.50. Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer f 0; 1 5. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling)
Verkiezing Gemeenteraad.
Alle stemgerechtigden moeten Zater
dag 15 Juni in het bezit hunner op-
roepingskaart zijn.
Zij, die meenen er ten onrechte geen
ontvangen te hebben, worden ver
zocht zich Maandag, tusschen 9 en 15
uur, ter Secrtarie te vervoegen.
et-
De pers, de kleine zoowel als de
groote, heeft de bevolking van Ne
derland tot in de kleinste dorpjes
en gehuchten toe, reeds mededeeling
gedaan van het voornemen om zoo
mogelijk in alle provinciale hoofd
steden van ons land een gedenktee-
ken op te richten ter eere van wijlen
H.M. de Koningin-Moeder Emma.
Dus ook in Zeeland; in Middel
burg.
Het is de bedoeling van het hoofd
comité, dat ieder gewest daarvoor
zelf de maatregelen treft. En zoo
zullen nu alle Zeeuwsche gemeen
ten,, in onderlingen wedstrijd, zich
beijveren een bedrag bijeen te bren
gen, waarvan het totaaj voldoende
moet zijn om de kosten voor een
gedenkteeken te dekken.
Wij, Bressianers, worden in de
gelegenheid gesteld MORGEN, Za
terdag 15 Juni, onze gave daarvoor
te offeren en weer op de allereen
voudigste wijze, n.l. door het koopen
van speldjes, die het beeld dragen
der geliefde vorstinne.
Wie Koningin Emma was, wat zij
deed voor ons volk en vooral hoe
hare nooit verflauwde liefde en be
langstelling uitging naar de minder
bedeelden en ljjdenden, ik spreek
er ditmaal niet over. Ik zou het een
beleediging achten voor de Zeeu
49
Roman van
H. COURTHS-MAHLER
met autorisatie uit het
Duitsch vertaald dooi
A. VUERHARD-BERKHOUT
0
De oude vrouw knikte. „Een beet
je moeite moet u zich ook geven,
freule, niemand anders heeft er tijd
voor".
„Nou goed, ik zal de aardbeien
wel gaan zoeken," beloofde Ursula
eindelijk.
En zoo was ze Zondagmorgen
naar het bosch gegaan om aardbeien
te plukken terwijl Frieda en vrouw
Wengerli vlijtig in de keuken bezig
waren.
Frieda had roode wangen en schit
terende oogen. Toen Ursula terug
kwam met een mandje vol aard
beien, werden die in een kristallen
schaal op groene bladeren gelegd.
De room stond al in den kelder
om goed stijf geklopt te kunnen
worden. Ursula keek nieuwsgierig
in alle pannen, die verleidelijk ro
ken, tot vrouw Wengerli haar weg
joeg.
wen in het algemeen, voor de Bres
sianers in het bijzonder, indien ik
het vermoeden wekte, dat het noo-
dig zou zijn hen hieromtrent voor
te lichten.
Haar zoo diep vereerde naam is
reeds voor altijd eigendom der Ne-
derlandsche geschiedenis; Hare ge
dachtenis leeft voort in de herinne
ring van millioenen.
„KONINGIN EMMA": die twee
woordjes zijn zóó veelzeggend, dat
ieder reclamebord overbodig is.
Daarom, Bressianers, arm en wel
gesteld, toont morgen, dat het u iets
waard is, het leven en streven dezer
edele Vorstinne ook op zichtbare
wijze voor het verre nageslacht te
bewaren als een verheven voorbeeld
ter navolging. Draagt allen een steen
tje bij voor het gedenkteeken. Zet
cén dag uw zorgen op zij; vergeet
één oogenblik „de crisis", die we
straks als een benauwde droom ach
ter ons laten en gedenkt op dien éé-
nen dag dan nog eens recht het
prachtige leven van toewijding en
offervaardigheid, dat ons allen een
richtsnoer moet zijn voor de toe
komst.
Ons plaatselijk comité van actie
is samengesteld uit de dames mevr.
de Hullu, mevr. Weijkman, en mevr.
de Prée, die geholpen worden door
■een keur van jonge dames en mede
namens haar allen beveel ik den
speldjesdag in uw aller warmen steun
en medewerking van heeler harte
aan.
VAN ZUIJEN.
Breskens, 14-6-35.
o—
Nu de Zeeuwschvlaamsche kust
streek zich gelèidelijk meer gaat ont
wikkelen, is de bouw van zomer
huisjes in de duinen voor verschil
lende gemeenten een punt van be-
teekenis geworden. De voorwaarden
die de overheid stelt ten aanzien
van schoonheid, onderlinge afstand,
enz. zijn vrij zwaar en werken een
snelle aantal-groei zeker niet in de
hand. Dit moge als een bezwaar
worden gevoeld, het voorkomt ech
ter maatregelen, zooals die thans op
Ameland worden genomen en die
voor de ondernemers een beduiden
„U staat hier maar in den weg,
freule. Ga u liever mooi maken,
want mijnheer Lersen zal wel gauw
komen. Gaat u zich ook maar aan-
kleeden, freule Frieda, wat er nu
nog te doen is kan ik wel alleen
met Katrien af".
De zusters verlieten de keuken.
Het sprak van zelf, dat Ursula on
danks haar jeugd geraffineerd toilet
maakte, maar het was ongewoon dat
Frieda vandaag langen tijd besluite
loos voor haar niet zeer grooten
kleerenvoorraad stond. Ze koos ein
delijk, blozend over zichzelf, een
eenvoudig, maar zeer mooi konings
blauw eolienne japonnetje, dat ze
zelf gemaakt had.
Toen Frieda klaar was zou men
bij het zien van haar voorname,
slanke gestalte niet hebben gedacht,
dat dit toilet niet afkomstig was uit
een eerste klasse modeatelier. Ur
sula keek haar zuster verbaasd aan
en zei een beetje jaloersch: „Lieve
hemel Frieda, je ziet er prachtig uit.
Ik heb je die japon nog nooit zien
aan hebben".
„Ik draag haar vandaag ook voor
het eerst, ik heb haar gisteren pas
af gemaakt. Bevalt ze je?"
„Je bent toch wel verbazend han
dig".
„En jij ziet er als altijd beeldig
uit in je rose zijden japonnetje," zei
Frieda, eerlijk verrukt over haar
de strop zullen beteekenen.
Men schrijft daaromtrent aan de
N. Rott. Crt:
Aan de intrede van het zomer
seizoen vindt men op Ameland een
in. zichzelf verdeelde bevolking wat
betreft het vraagstuk van den dag:
de kwestie van de zomerhuizen, of
te wel het to be or not to be van
het Tentenkamp. Tot voor kort was
Ameland een gemoedelijk eiland. De
badgast, die er vertoefde, bracht z'n
dagen door en wist geen weg met
het geluk. Sinds jaar en dag wiegt
men zich daar in den cadans der
gemoedelijkheid. Het eilandboertje,
dat oogst, opereert zoo kalm en be-
heerscht met den sikkel, de wagen
met hooi hobbelt des zomers zoo
vredig ratelend door de straten, de
postbode stapt er zoo gemoedelijk
pijpjesrookend met zijn brieventasch
voort en voorziet in zijn vrijen tijd
de lampen der huismoeders van 't
eeuwenoude stookmiddel: petroleum
met overal een langer of korter praat
je over de historische onderdeur
Wien greep de poëzie, de romantiek
van dit leven niet aan? De wereld
met haar drukte, opwinding en per
manente stoornissen was ver weg.
Hier had zij geen toegang. En ieder
een op Ameland voelt zich gemoede
lijk en best.
Plots is het met die gemoedelijk
heid uit. Ameland heeft een kwestie
gekregen, die van de gemoedelijk
heid weinig over laat, althans voor-
loopig. Ged. Staten van Friesland,
met hun paladijnen: de Provinciale
Adviescommissie, architecten en op
zichters der hygiëne, zijn op Ame
land verschenen en hebben het vreed
zame menschennest in de duinen ver
stoord. Het Tentenkamp moet ver
dwijnen; alle opstallen en getimmer
ten, die lieden met smalle beurzen
daar in den loop der jaren hebben
neergezet, uitgebreid en met weer
nieuwe plankjes verbeterd, mogen
niet langer dit immens schoone duin
landschap met hun mieserige, on-
beteekenende, onaesthetische aanwe
zigheid verstoren. Dit is, kort gezegd
het bevel, dat het gemeentebestuur
van Ameland uit het provinciehuis
te Leeuwarden heeft toegezonden ge
kregen.
Maar daarmee heeft men op A-
meland de poppen aan het dansen
gekregen! Want als er tachtig tent-
woningen moeten worden afgebro
mooie zusje.
Ursula bekeek zich ijdel in den
spiegel. „Ja, ik mag gezien worden,
hè?"
Maar Ursula moest toch telkens
weer naar Frieda kijken, toen ze
beiden op de veranda op hun gast
zaten te wachten. Ze vond haar van
daag zooveel mooier en aparter dan
anders en zoo merkwaardig jong
heelemaal geen oud meisje. Wat
was er met haar gebeurd? En Ur
sula liep nogmaals haastig naar haar
kamer en bekeek zich van alle
kanten in den spiegel. Maar die
weerkaatste een zóó allerliefst, be
koorlijk beeld, dat ze zich tevreden
toeknikte. „Ik kan het tegen Frieda
wel tien maal opnemen, ook al heeft
ze vandaag haar beau jour," zei ze
zacht.
Frieda was intusschen nogmaals
naar de eetkamer gegaan om naar
de tafel te zien. Ursula had die
beslist zelf willen dekken én had
natuurlijk als altijd weer vafi aller
lei vergeten. Frieda bracht dat in
orde en toen dreef de onrust haar
weer naar de veranda, juist op het
moment dat de auto van Lersen
voorreed. Haar vader begroette zijn
gast, die den chauffeur nog enkele
woorden toeriep.
Nu kwam Ursula ook haastig aan-
loopen en begroette Lersen. Frieda
bleef op de veranda staan en haar
ken, dan vreezen de Amelander za
kenlieden —met hun aanhang van
vastewalsche connecties— dat deze
verstoorde badgasten uit protest en
baloorigheid voor altijd van Ame
land zullen verdwijnen en elders hun
zomerwoningen zullen gaan optrek
ken. De eigenaars der bedreigde
zomerwoningen hebben onmiddellijk
papieren kogels op de autoriteiten
van eiland en provincie afgeschoten.
V.V.V. van Ameland liet zich in
zake het verweer niet onbetuigd, en
hart klopte luid toen Lersens oogen
met een blik, die haar deed beven,
naar haar toevlogen.
Enkele minuten later zat men aan
tafel en de gast deed het feestmaal
var, vrouw Wengerli alle eer aan,
tot vreugde van Frieda.
Vrouw Wengerli bediende zelf, ge
holpen door Katrien in haar keurige
Zondagsche japonnetje.
Von Dorlach was zooals altijd als
hij goed eten en drinken kon, in
de beste luim en Ursula zou in haar
jeugdigen overmoed allerliefst zijn
geweest als niet al te zeer opgevallen
was, dat ze met alle geweld de aan
dacht wilde trekken.
Maar de anderen, Frieda en Ler
sen, wisten niet wat ze zeiden, wat
ze aten en wat er om hen heen ge
beurde. Ze wisten slechts één ding
dat ze elkaar liefhadden en dat
hun zielen vol verlangen over alle
alledaagschheden, over alle hinder
palen en alles wat zich in hun weg
stelde heen naar elkaar toe vlogen.
Toen het diner afgeloopen was ging
men op de veranda zitten, terwijl
vrouw Wengerli trotsch als een
pauw afruimde en toen in de keuken
de koffie ging zetten. De heer von
Dorlach vroeg Lersen naar zijn reis
avonturen en ten slotte begon deze
te vertellen, hoe hij destijds van Zwe
den uit mee had gedaan aan een
Zuidpool-expeditie. Zoodoende kwam
aan den gang tusschen een groote
conservatieve groep van eigenaars
zoo ziet men thans een strijd lustig
van zomerhuizen, mitsgaders Ame-
landsche en vastewalsche zakenlie
den, èn een zeer kleine groep pro
vinciale autoriteiten, die voor aesthe-
tiek en hygiëne moet waken
Wie, zooals schrijver dezes heeft
gedaan, poolshoogte gaat nemen in
beide kampen, moet zich klaar ma
ken op hartstochtelijke betoogenpro
en contra de verdwijning van het
hij over de walvischvangst te spre
ken.
Zijn beschrijving was zeer leven
dig, men zag alles gebeuren. Zoo
vertelde hij: „de groote moeder
schepen, die voor de walvischvangst
uitvaren, halen uit Montevideo een
groot aantal kleine vangbooten af,
die daar buiten den vangtijd in de
haven liggen. Die vangbooten heb
ben harpoenkanonnen aan boord en
de stuurlui van die booten, flinke,
moedige kerels, zijn tegelijkertijd de
genen, die met die kanonnen de
harpoenen op de walvisschen af
schieten. Die ontploffen eerst in het
lichaam van den getroffen walvisch
en soms zijn er verscheidene har
poenen noodig om zoo n reuzenwal-
visch te dooden. Als hij dood is
gedurende zijn doodsstrijd moet men
de vangbooten op eerbiedigen af
stand houden wordt hij aan de
boot vastgemaakt en met daarvoor
speciaal bestemde instrumenten op
geblazen, zoodat hij niet zinkt, maar
aan de oppervlakte van het water
blijft. Dikwijls schiet een boot ver
scheidene walvisschen op één dag
en sleept die dan naar het moeder
schip, dat in de haven voor anker
ligt en met sterke kettingen vast ligt.
Dat is net een groote drijvende fa
briek, zoo'n moederschi.p
(Wordt vervolgd).