BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens FEUILLFTON Het Parelsnoer. pehedzciand^Tandfiasta Binnenland. 44ste Jaargang Vrijdag 31 Mei 1935 Nummer 40 ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40 Franco per post per jaar I 5.00 Buitenland per jaar 6.50. Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer fO;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot Hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) De voortschrijding der techniek. Ze heeft ook haar goede zijde. Onzichtbare banden, welke de wereld overspannen en tesa- men houden, wat de omstan digheden dreigden te schei den. „Dag Dirrekie!" 't Is zoo begrijpelijk, dat duizen den in stilte mopperen over soms vloeken tegen, de voortschrijdende techniek, welker begeerlijkheden voor hen ondergaan in de zorgen van het bestaan en de hunkering naar arbeid en brood, welke in het gemechaniseerde productiepro ces voor hen verloren gingen. Zeker, naarmate de techniek vor derde, kromp soms in dezelfde mate de arbeidsgelegenheid ineen. Als in de groote stad na zonsondergang er gens op een knop wordt gedrukt, stralen alle buurten ineens in een zee van licht. En hoevelen onzer herinneren zich den tijd toch nog dat de lantarens stuk voor stuk moesten worden ontstoken door man nen, die een ladder en andere ingre diënten met zich mee sjouwden?! De werkgelegenheid ging achteruit, maar wie zou terugverlangen naar den tijd van walmende snuiters of olielampen, of naar flakkerende gas vlammen? Waar honderden arbeid verloren, kregen millioenen méér le vensvreugde en -gemak. Niet a 11 ij d bovendien leidden nieuwe technische vindingen tot een vermindering van de arbeidsgelegen heid. Uitvinding en vervolmaking van de boekdrukkunst hebben werk en bestaan voor honderdduizenden opgeleverd. De stoommachines en later de motoren hebben het ireizen en trekken mogelijk gemaakt voor iedereen, aan ontelbaren werk ver schaft en de schoonheid van een wereld voor de menschheid ontslo ten. Zóó zouden we méér voorbeelden kunnen noemen. Maar dat alles neemt tenslotte niet weg dat de voortschrijding der tech niek in de laatste decennia de juiste verhoudingen tusschen productie en consumptie heeft verloren doen gaan en de arbeidsmarkt ongunstig heeft beïnvloed. We hopen, dat dit alles zich op natuurlijke wijze zal kunnen herstel 46 Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald dooi A. VUERHARD-BERKHOUT 0 Hij keek haar smeekend aan. „Mag ik met u meeloopen of is mijn gezelschap u onaangenaam?' Ze bloosde. „Als u mee wilt gaan zal ik dat heel prettig vinden. Sa men is het zooveel korter". Ze wandelden naast elkaar verder. Een poos zwegen beiden. Toen zei Frieda om een luchtig gesprek te beginnen: „Is het bosch niet prach tig hier?" Hij haalde diep adem. „Wat men in de wereld ook voor natuurschoon heden zien kan, voor pen Duitscher gaat er toch niets boven zijn bos schen. Ik heb er dikwijls 'genoeg naar verlangd". „Dat kan ik me begrijpen. Maar u heeft toch zeker anders wel ge noeg moois en interessants op uw reizen gezien". „Ja, maar het kon voor mij toch niet ivalen bij de Duitsche bosschen len, maar in elk geval verlieze men niet uit het oog, dat niet de tech nische vooruitgang verwerpelijk is, doch de fhenschelijke onvolkomen heid is te Laken, waardoor we af bleven van een productie-ordening, welke aan de gewijzigde productie methoden aanpast. 0 Op. zich zelf is de voortschrijding der techniek een zegen. De techniek heeft heel de wereld in nieuwe ban den tot één groote familie saamge bonden. Als weleer gezinnen door the struggle for life werden uiteen geslagen, bleek het dikwijls een scheiding voor het leven te zijn. Te genwoordig is dat niet meer zoo. Kinderen kunnen onmogelijk verder weg trekken dan een halve wereld, maar dat is tegenwoordig nog maar een afstand, welke als het noodig is in 'n dag of wat kan worden I DOOS 20 CT.- TUBE AO CN 60 CT. I afgelegd-. Ze luisteren naar dezelf de stemmen in den aether, W-elke we thuis beluisteren; we weten over -en weer precies wat er in elkanders omgeving gebeurt. De wereld telt geen afstanden meer en daardoor is het ook onnoo- dig dat zich thans nog de wreede scheidingen voltrekken, welke vroe ger schering en inslag waren. Als het lang, érg lang zou moeten duren, eer verwanten elkaar weer kunnen zien, dan gaan ze, ieder op -een ander deel van ide wereld, voor -de microfoon staan. En dan spreken ze tot elkaar, klaar en dui delijk, als waren ze in elkanders onmiddellijke nabijheid. Zóó voelen ze zich ook tijdens het onderhoud; de scheiding is weggevallen, de ruimte is overbrugd. Men heeft al dus het contact m'et elkaar onder houden, dat noodig is om een lang durige afwezigheid niet tot een ver vreemding te maken. Zóó overdachten we, toen de kloe ke bemanning van den Nederland Ik heb de tropische oerwouden ge zien, ik heb prachtige palmen en oranjetuinen bewonderd maar niets kon voor mij deze bosschen vervangen. En ook de bergen van mijn eigen land zijn mij het liefst, hoewel ik de geweldigste bergen der wereld gezien heb". En nu vertelde hij haar van zijn reizen, van de wonderen der wereld die hij aanschouwd had, van vele vreemde zeden en gebruiken. Het grappigste had hij op Nieuw Zeeland beleefd. De inboorlingen stammen -daar van de menscheneters af en heeten Maori. Ondanks hun afstam ming zijn het heel geschikte dui, die er np zelfs grappen over maken, dat hun voorouders bij gebrek aan vleesch 'de in hun land verslagen blanken opgegeten hebben. Zoo heeft bijvoorbeeld een Maoriman die met me op jacht was gegaan, me lachend verzekerd, dat hij me „wel zou kunnen opeten" zoo graag mocht hij me lijden". Toen Frieda lachte was hij te vreden. Hij had haar over haar ernstige stemming heen willen hel pen. En toen vertelde hij over de Maori vrouwen. Die kleedden zich, evenals de mannen, geheel op zijn Europeesch, doch met zeer bonte kleuren. „De 'dames apen alle modedwaas heden van de Europeesche vrouwen schen onderzeeër, welke reeds zes maanden de wateren der wereld -doorklieft, in de gelegenheid werd gesteld om over duizenden mijlen tusschenruimte heen te luisteren naar de stemmen der verwanten, die ze hier in Holland hadden ach tergelaten en die ze eerst over een jaar zullen terugzien. Toen voelden we, welk een zegen de moderne techniek voor de menschheid is. Hoe mooi en ontroerend was dat verre, maar toch directe contact tus schen de mannen van de K XVIII en hun vrouwen, verloofden, ouders of kin-deren. Het waren geen dringende zaken, welke de vrouwen, door de bemidde ling van de Phohi, konden zeggen, maar -dat was ook niet noodig. De mannen hoorden de stem van Tiaar, die hun nd is op deze wereld en 'die stem deed een half jaar van scheiding vergeten en het nog van de hereeniging verwijderde jaar kort lijken. Door het woord, de stem, greep men naar een machtigen steun in moeilijkheden; men wist degenen, die verre waren, opeens heel dicht bij. Het ging niet om wat men elkaar te zeggen, maar het ging om de be kende klank. Doen we allen ooit iets anders -dan stamelen in de mooi ste, gewichtigste of belangrijkste oogenblikken van het leven? Maar is ons stamelen dan niet juist het meestwelsprekend? Er was één -der vrouwen van de opvarenden, die, hoewel ze haar „boodschap" vooraf op papier had gezet, in haar diepe ontroering niet anders kon uiten dan: „Dag Dirre- kiel" 't Was inderdaad niet veel. Maar had hij, die daar op het ver re Mauritius luisterde, wel méér noodig om te weten, dat >daar in Holland dezelfde trouw en lief-de nog werden gedragen in het hart van haar met wie hij zich in het leven had verbonden? En had die man nog méér noodig om het jaar van scheiding, dat nog vóór hem ligt, met eenzelfde stand vastigheid aan het verpande woord en in eenzelfde genegenheid door te komen Wat 'n zegen kan de techniek zijn Wat 'n zegen is ze. na, alleen aan schoenen kunnen ze maar niet wennen. Ze loopen met bloote voeten door de straten en dragen japonnen en hoeden naar de Parijsche mode en een tabakspijp in den mond, wat er werkelijk heel grappig uitziet". „Rooken 'de vrouwen pijpen?" vroeg Frieda lachend. „Ja, maar verder gedragen de mannen en vrouwen van Maori zich heel beschaafd. Ze hebben Charme en gratie en als je ze ziet kun je moeilijk gelooven, dat hun voor vaderen honderd jaar geleden nog menscheneters waren. Het beviel me best op Nieuw-Zeeland en zoo ik ergens rust en vrede had kunnen vinden, zou het daar zijn geweest". Zoo praatte hij verder over aller lei interessante onderwerpen en Frie da luisterde aandachtig. Ze was blij, dat hij voor korten tijd zijn verdriet vergat. En voor hem was het iets heer lijks zoo te mogen voortloopen naast iemand, die hem geloofde en ver trouwde. Telkens weer keek hij haar van ter zijde aan en als hij een lachje op haar gezicht tooverdewerd hij zelf opgewekt en kreeg hij hoop, dat er toch nog eens geluk voor hem mogelijk zou kunnen zijn een gemeenschappelijk geluk voor Frieda en hem. Het gesprek kwam nu op Frieda's Als wij, menschen, ze in onze be krompenheid maar niet zoo hard nekkig wilden uitbuiten om te trach ten ons bóven anderen te bevoordee- len. Tweede Haagsche Vredes conferentie? In Engelsche regeeringskringen, waar men van meening is, dat Hit- eenzame jeugd en kinderjaren. Frie da zei geen enkel onvriendelijk woord over haar vader en zuster, ook niet over haar stiefmoeder. ,Maar hij merkte uit alles, hoe ongeluk kig haar jeugd geweest was en hoe zwaar -de zorgen haar ook :nu nog drukten. Ook Frieda vond het een wel daad haar hart eens te kunnen uit storten. In haar hart beefde nog na wat Lersen haar over zijn ver leden gezegd had en in haar ziel koesterde ze den innigen wensch, dat ze hem zou kunnen helpen. Maar ze vroeg zich af, terwijl hij in zijn krachtige mannelijkheid naast haar liep, wat haar zwakke krachten zouden kunnen uitrichten als .hij zichzelf niet kon helpen. In ieder geval was ze er vast van overtuigd, dat alleen een ongeluk, geen schuld hem drukte. En al zou de heele wereld het tegendeel verzekerd heb ben, ze zou toch alleen hèm ge loofd hebben, want ze had hem lief. Toen ze eindelijk afscheid na men, -deden ze het beiden met het bewustzijn, dat dit uur hen vast aan een gebonden had. Maar terwijl in het hart van Lersen het 'stormachtige verlangen ontwaakt was om tot el- ken prijs den weg naar de geliefde vrouw vrij te maken, had Frieda zich tevreden gesteld met de zeker heid, dat ze liefhad en weder be- ler's jongste Rijksdagrede een basis kan vormen voor nieuwe vredesover eenkomsten en van bewapeningsbe- perking, wordt geijverd voor het bij eenroepen van een tweede groote Haagsche Vredesconferentie, waar aan alle mogendheden der wereld zouden kunnen deelnemen. De Haagsche zakenlieden koesteren nog maar -niet teveel illusies en daar hebben ze gelijk aan, maar mocht dit Engelsche plan doorgang vinden, ,dan zou zulke conferentie voor de Haagsche hotels en andere zaken héél wat kunnen beteekenen en in mind werd. Ze was te bescheiden om meer te verlangen. Met een stevigen handdruk namen ze afscheid. Toen Frieda alleen ver der ging, dacht ze er nog over na, wie wel de schuld kon hebben aan Lersens ongeluk. En wat voor schandvlek zou hij meeslepen? Wat had men hem gedaan? Ze vond geen antwoord op die vragen, maar slechts één ding stond onomstootelijk bij haar vast hij had geen schuld. Ze kwam thuis toen het tijd was om aan tafel te gaan. Ook vrouw Wengerli was nog niet lang van Solitude terug en vertelde Frieda, dat ze mijnheer Lersen tegen was gekomen toen ze naar Solitude ging. „Ik heb hem verteld, dat u naar Deutzingen was en toen is hij niet eens naar het huis gegaan. Hij geeft geen zier om freule Ursula, dat heb ik al lang gemerkt," zei ze over tuigd. Ze zag met voldoening dat een felle blos naar Frieda's wangen steeg. Die wist nu, dat Lersen haar tegemoet geloopen was en dat ver vulde haar met groote blijdschap. Haastig maakte Frieda zich klaar om aan tafel te gaan, want haar va-der stond al bij het raam van de eetkamer te wachten. 0 (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1