BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Hoofdpijn. Kiespijn. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens 3emeexi\e 3voe^e- Binnenland. FEUILLETON Het Parelsnoer. Buitenland 44ste Jaargang Vrijdag 24 Mei 1935 Nummer 4037 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40 Franco per post per jaar 5.00 Buitenland per jaar 6.50 Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels f0,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) 0 Jacht- en vischakten voor het dienst jaar 1935/36 aan te vragen ter Secre tarie, z. m. op 13 Juni 1935 v.m. tus- schen 9 en 12 uur. De BURGEMEESTER De oplossing' der ministercrisis. Aan alle twijfels inzake de op lossing der ministercrisis, ontstaan door de ontslagaanvrage van mi nister Marchant is thans een einde gekomen, doordat het staatshoofd de ontslagaanvrage iieeft aanvaard en minister Slotemaker de Bruine voor- loopig met de portefeuille van on derwijs heeft belast. De benoeming geschiedde „ad interim," d.i. ter waarneming, dus tijdelijk, totdat een nieuwe keuze is gedaan. Uit veel echter valt te concludeeren, dat we de dubbel-functie van den heer Slo temaker als een semi-permanente op lossing hebben te aanvaarden, om dat het vermijden der benoeming van een nieuwen titularis het mijden inhoudt van vele politieke moei lijkheden en het ontzien van zekere gevoeligheden. En de spelling-Marchant? Nu de heer Slotemaker „ad in terim" met de portefeuille van on derwijs is belast, kan hij ook met fatsoen de spellingsaangelegenheid laten rusten, terwijl een nieuwe func tionaris het misschien noodig zou hebben gevonden om eenige stap pen terug te treden op het door den gewezen minister ingeslagen taaipad, want de spelling-Marchant heeft misschien het meest door de overrompelende invoering er van tot vele ongewenschte toestanden en verhoudingen geleid. Toch zou haar intrekking op het oogenblik 44 Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald dooi A. VUERHARD-BERKHOUT 0 Hij hoopte, dat het hem vandaag gelukken zou haar te ontloopen en Frieda althans een paar minuten al leen te spreken. Hij verlangde met pijnlijke heftigheid haar te zien en haar stem te hooren. Uiterst voorzichtig sloop hij hoe langer hoe dichter naar de boerderij toe, hopende, dat hij Frieda 'zou zien. En een gelukkig toeval jnaakte, dat hij juist vrouw Wengerli ïnet een groote mand aan den arm tegen het lijf liep. Ze groette met een stralend ge zicht. „Dag mijnheer. Ik heb hier net de dingen voor Solitude in mijn mand. De keukenmeid heeft alles opgeschreven en de versche boter is net klaar en ik zal nu u alles even brengen," zei ze. „Dat is best, vrouw Wengerli, je zorgt toch maar goed voor me". de verwarring slechts kunnen ver- hoogen. Marchant en de Hooge Veluwe. Een van de laatste bestuursdaden van den afgetreden minister is de verstrekking geweest van een hy pothecaire geldleening van f 800.000,- aan de Stichting De Hooge Veluwe, welke beoogt om het landgoed van dien naam als natuurmonument on geschonden te handhaven en voor het publiek toegankelijk te stellen. De Tweede Kamer had vroeger ge weigerd om voor den aankoop vam het landgoed en den bouw van een groot Museum op de Veluwe, ter onderbrenging van een te schenken kostbare kunstcollectie van de fami lie Kröller. middelen beschikbaar te stellen. De minister heeft thans ge put uit het overschotpotje van de Ned. Uitvoer Maatschappij (N.U.M.) welke in oorlogstijd zeer behoorlijke winsten heeft gemaakt. Niettegenstaande algemeen wordt erkend, dat het behoud van de Hoo ge Veluwe in ongeschonden staal een algemeen belang moet worden geheeten en de besteding van de f 800.000,- mede de schenking ten gevolge had van een kunstcollectie ter waarde van enkele millioenen, zijn er toch enkele kranten, in het bijzonder de bladen der Arbeiders pers, welke een heftige campagne voeren tegein wat ze de -slinksche wijze noemen, waarop minister Mar chant verwezenlijking van de be doelingen <jes heeren Kröller bevor derde. Er wordt aangedrongen op bekendmaking van bijzonderheden en publicatie van de namen derge nen, die de Stichting vormen. Er wordt gesuggereerd, dat de heer Kröller in -de Stichting een groote medezeggenschap heeft behouden en dat straks de heer Marchant tot voorzitter van dezelfde Stichting overigens een onbezoldigde functie zal worden benoemd. Als men de bedoelde krantenar tikelen leest, ontkomt men niet aan den indruk, dat hier corrupte za ken worden gesuggereerd, maar men laat af om daartoe steekhoudende argumenten aan te voeren. Het be houd van de Hooge Veluwe is een nationaal belang, evenals het gratis toevallen van een rijke kunstcollectie aan de gemeenschap. Zooals wij de zaken zien, kan men minister Mar- „Nou, ik krijg er toch zeker ook goed geld voor ook. Solitude is onze beste klant en daarom krijgt dat ook altijd het beste, daar zorgt freule Frieda wel voor". „Zoo, freule von Dorlach ook?" vroeg hij. Ze knikte. „Nou en of. Ze heeft nog gezegd, voor ze naar Deutzin gen ging: „Je moet de grootste eieren en twee jonge haantjes voor mijnheer Lersen uitzoeken, we moe ten eer met onze waren inleggen vrouw Wengerli," dat heeft ze ge zegd". „Zoo. is freule von Dorlach niet thuis?" „Nee, mijnheer. Ze is een uurtje geleden naar Deutzingen gegaan om allerlei dingen te koopen voor de huisapotheek. Wou u de familie op zoeken, mijnheer?" Lersen schudde het hoofd. „Nee, nee, ik maak maar een wandeling. Maar laat ik je niet ophouden, vrouw Wengerli. Goeden dag". „Dag mijnheer". Vrouw Wengerli ging verder en Lersen bleef haar een poosje staan nakijken. Toen richtte hij zich ener giek op en liep haastig door het bosch naar de bergen. Daar achter dien bergkolos lag Deutzingen. De weg daarheen liep langs den berg door het bosch. Lersen kende hem precies, hij was al meer in Deutzin- chant slechts aanwrijven, dat hij langs een (wettig) achterdeurtje ten be hoeve van de gemeenschap in de wacht sleepte, wat de Kamer ter doorgang door de voordeur afwees. Moet men daarom den heengeganen minister een ezelstrap na geven? Stakingswee. Nog steeds blijft het uitbreken van het mijnconflicl dreigen in Lim burg. De werknemersorganisaties hebben tenslotte het aanbod der re geering tot steun aan het Mijnwer kersfonds als onvoldoende afgewe zen. Thans heeft de regeering oud minister Verschuur met een alge meen onderzoek naar de omstandig heden van het mijnbedrijf belast, vermoedelijk om naar de uitkomsten daarvan haar houding nader te be palen. De Bisschop van Roermond heeft voor Limburg openbare ge beden voorgeschreven ter afwending van een economische ramp voor de provincie. In Budel staan de 600 arbeiders van -de Zinkfabriek als gevolg van een loonconflict op straat. Ook hier poogt de regeering te bemiddelen. Het wordt intusschen meer -en meer gebruik om de publieke kas maar te laten opdraaien voor alle mogelijke slechte bedrijfsuitkomsten en 'dat is niet vol te houden. We kennen al jaren -den steun voor land bouw, veeteelt, tuinderij, zuivelindus trie en andere groote bedrijfstak ken, maar nu leest men dagelijks ook van aan de rpgeering gestelde eischen om Limburgsche kolen te redden, Nederlandsche sigaren, Hel- mondsche draadnagels, Drentsche turven, Zeeuwsche oesters, Holland- sche haring enz. enz. 't Ware te wenschen, dat al zulke hulp mogelijk Hitler's dertien punten. Duitschland's Führer en rijkskan selier heeft ongetwijfeld groote rhe- torische talenten. Als men, gelijk we dat Dinsdagavond j.l. deden, naar een van zijn als „groot" aangekon digde redevoeringen luistert, raakt men in de ban van Hitler's meesle pende welsprekendheid en begrijpt men, hoe hij in staat is, om specu- gen geweest en beklom dikwijls het bergpad tot aan een uitzichtspunt, van waar hij aan den eenen kant den kerktoren van Deutzingen kon zien en aan den anderen kant Soli tude. Daar moest Frieda ook langs komen als ze van Deutzingen kwam en naar huis terugkeerde. Er was geen andere weg. Vlug liep hij door het bosch, steeds hooger, tot hij den weg naar Deutzingen bereikt had. Hier verhaastte hij zijn stappen nog meer, want hij dacht, hoe verder ik alleen dezen weg loop des te ver der kan ik hem straks met Frieda terugwandelen. Zoo kwam hij aan de plek. waar hij reeds zoo vaak het uitzicht naar beide zijden be wonderd had. Ook nu bleef hij een poos staan en genoot van het heerlijke schouw spel. Toen hij verder wilde gaan, zag hij in de verte een witte japon door de boomen schemeren. Dat moest Frieda zijn. Haastig sprong hij opzij achter wat struikgewas. Hij wilde doen als of hij toevallig hier in het bosch was. Met hartkloppingen wachtte hij Frieda op. Achter het kreupelhout verborgen zag hij haar met baal losse, trotsche houding naderen. Zijn oogen hingen aan haar slanke ge stalte. Ze droeg een eenvoudig, licht blauw japonnetje en geen hoed en leerende op nationale gevoelens, een massa te begeesteren. Er zijn onge twijfeld slechts weinig staatslieden, wier woord zóó pakt als dat van den Duitschen rijksleider, maar er zijn zeer zeker verscheidene staatslieden, wier woord méér inhoud pleegt te hebben. Want Hitler is een effect jager. Toen hij aan het slot van zijn groote Rijksdagrede van Dins dag in (3 punten uiteenzette, waar toe Duitschland al- en niet bereid was, misten we volkomen üe be geestering van zijn auditorium, wel ke zich zoo spontaan in de voorrede had geuit, toen de Nat. Socialisti sche leider zich keerde tegen het bolsjewisme en tegen de Lithausche regeering: toen hij voorts in theatra le bewoordingen van den Duitschen vredeszin getuigde en van de Duit- sche rechten, óók op bewapening. Teleurgesteld heeft de groote rede deze pijnen te verdrijven is een Mijn- hardt's Poeder. Per stuk 8 ct.: doos 45 ct. Bij Uw Drogist. ons, in zooverre geen woord werd gewijd aan de religieuse verhoudin gen in het Derde Rijk, noch aan de Duitsche economische en finan- cieele politiek. We konden niet ont komen aan den indruk, dat het voor de huidige machthebbers in Duitsch land op het oogenblik vóór 'alles gaat om bewapening. De wereld ver nam, -dat Duitschlaind onder geen beding van haar bewapeningsbeslui- ten zal terugtreden. De dienstplicht wordt ingevoerd; hij zal voor alle wapenen één jaar duren. Duitsch land zal niet terugkeeren tot den Volkenbond, tenzij deze zich geheel losmaakt van het Verdrag van Ver sailles. Duitschland wil verdragsher ziening en het wil praten over de onderlinge bewapeningsverhoudin gen, maar het eischt in elk geval luchtpariteit met de andere groote Westersche landen en het zal met haar vlootbouw gaan tot een sterkte van 35 pCt. der Engelsche vloot. Duitschland belooft ook medewer king aan beperking of verbod van gruwzame wapenen. Pacten, Duitschland voelt er niet veel voor. In geen geval wil het haar haar glansde metaalachtig in het zonlicht. Ze had een boquet boschbloemen geplukt en schikte al loopende de bloemen, zonder veel acht op den weg te slaan. Maar nu kwam ze op het mooie punt en bleef tegen een boom geleund staan en staarde als in gepeins verzonken naar Solitude. Er was iets verlangends in de uit drukking van haar gezicht en Ralf Lersen vroeg zich onrustig af wie dat verlangen gold alleen Soli tude of ook een beetje hem, den eigenaar van het slot. Hij hield het niet langer in zijn schuilplaats uit en met opzet zoo veel mogelijk geruisch makend, baande hij zich door het kreupelhout een weg naar de plek waar zij stond. Opmerkzaam geworden door het leven draaide ze het hoofd om en zag Ralf Lersen. Een verraderlijke blos steeg haar naar de wangen. „Hé. dag freule von Dorlach," riep hij alsof hij haar nu voor het eerst zag. „Dag mijnheer Lersen. Komt u nu al van de bergen?" vroeg ze, zich dwingend om kalm te zijn. „Ik dool maar zoo'n beetje rond en ben hlij, dat ik u zie". „Ik stond juist even stil om van het mooie uitzicht te genieten. Kijk, mijnheer Lersen, van hier heeft u een prachtig gezicht op Solitude". bijstands pacten en ook wijst het elke overeenkomst af met Rusland. En met LithauenDuitschland wil voorts Oostenrijk ontzien, omdat het overtuigd is, dat tenslotte toch geen regeering zich tegen den wil van een volk kan handhaven. Een duidelijke beschuldiging aan het adres der Weensche regeering We voorzien niet veel goede ge volgen van Hitler's groote rede. De Führer mist de tact om de Duit sche zienswijzen op een voor het buitenland aannemelijke wijze te zeg gen. Het is tot heden in de geschie denis ongehoord geweest, dat een staatshoofd zich in het openbaar zóó scherp uitliet over andere, officieele bevriende, regeeringen als die van Rusland, Lithauen en Oostenrijk. De Duitsche rijksregeering is bereid zoo herhaalde Hitier telkens ostenta tief tot dit en tot dat, maai' „dit en dat" waren uitsluitend de -eigen Duitsche inzichten en beginselen; op niet één punt kwam de Führer aan buitenlandsche wenschen tegemoet en toch pas dan zou van een waar deerbare bereidheid zijn gebleken. Moord met roof te Hassum (Did.). - Naar eerst thans bekend wordt, Is in den nacht van Zondag op Maandag te Hassum een moord met roof gepleegd. Aan de Duitsche grens, aldus V. D., dicht bi) Gennep is de kantoorhouder H. J. te Hassum op zijn kantoor overvallen en met een hard voorwerp doodgeslagen. Uit de kas van het kantoor is een bedrag van 4000 mark gestolen. De politie te Gennep heeft zekeren V., verdacht van dezen moord, aangehou den. V. vertoefde in een hotel. Het wekte bevreemding, ontleent men aan de Tel., dat deze logeergast, die aan den eigenaar van het hotel een flink bedrag aan pensiongeld achter stallig was, plotseling een gedeelte, ongeveer f 200 vereffende. Andere personen, die van hem geld te goed hadden, ontvingen dit ook. Mede bleek, dat V. In Nijmegen aan een bank aldaar Duitsch geld had laten wisselen. Hoewei deze feiten voor de marechaussee nog geen reden waren om tot arrestatie over te gaan, achtte men mede omdat het alibi van den verdachte niet in alle détails klopte toch termen aanwezig om hem in verzekerde bewaring te hou den. Tot dusverre is van één of meer Hij ging naast haar staan. „Schit terend. Maar u deedt het hart zeker pijn omdat Solitude u niet meer toebehoort". Een lief lachje verhelderde haar gezicht. „U moet niet denken, dat ik niet over de gedachte heen kan komen, dat Solitude niet meer van mij is. Het is immers in goede han den. En daar ik u nu juist ontmoet heb, kan ik u er ook eindelijk eens voor bedanken dat u al die lieve, oude meubels weer naar Solitude heeft teruggehaald. Mag ik u daar voor nog eens hartelijk danken?" Ze stak hem de hand toe en hij greep die met een warmen druk. „Als u dat noodig vindt. Ik ben zelf blij, die meubels weer op de oude plekjes te zien staan. Het is zoo gezellig in Solitude en dat komt alleen doordat het nu weer een ziel heeft". Ze bloosde. „En ik dank u voor al, dat u de sterfkamer van mijn moe der weer geheel ingericht hebt en dat u die niet wilt profaneeren. Dat is zoo goed van u zóó goed, dat ik er geen woorden voor vinden kan". Hij weerde haastig af. „Maakt u me niet verlegen, het spreekt toch immers van zelf". „Voor een goed mensch spreekt het goede altijd van zelf". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1