BRESKENSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0. Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLEEK, Breskens Binnenland. FEUILLETON Het Parelsnoer. Buitenland Schoonmaak Ons Weekpraatje. 44ste Jaargang Vrijdag 4 April 1935 Nummer 4025 ABONNEMENTSPRIJS Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden l 1.40. Franco per post per jaar 5.00 Buitenland per jaar f 6.50. Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels 0.40 (bij vooruitbetaling) De gulden veilig? Heel wat menschen hebben zich van de week zorgen gemaakt over den gulden. Niet dat er getwijfeld wordt, of onze regeering den gulden wel zal kunnen houden, maar men vreest, dat de devaluatie van den Belga de waardevermindering van den gulden, waardevermindering al thans ten opzichte van andere valuta, tot een zaak van economische tac tiek zal hebben gemaakt. Zeker is, dat de devaluatie van den Belga onze Nederlandsche belangen ten zeerste heeft geschaad. Rotterdam voelt zich met ondergang bedreigd, omdat de concurrentie met de haven van Antwerpen thans niet langer is vol te houden; ook onze export op België zal grootendeels worden ver nietigd, terwijl omgekeerd de lage franc een magnetische aantrekkings kracht op onze Nederlandsche koop lust zal uitoefenen. Men zal eens zien, hoeveel duizenden lajidgenoo- ten van den zomer hun vacantie- uitstapje in België zullen maken, waar een Brusselsche wereldtentoon stelling een gunstige gelegenheid biedt om de goedkoope franken weer kwijt te raken. Onder al deze omstandigheden be ginnen velen te gelooven, dat 'het niet verstandig zou wezen om vast te houden aan de huidige guldenswaar de. Dat geloof verleidt velen om hun guldens in gedeprecieerde Belga's te gaan omzetten. In Brussel is het guldensaanbod zeer groot. Als zoo redeneeren deze speculanten de regeering tot een devaluatie van den gulden overgaat, b.v. een de valuatie van 25 pCt., dan krijgen we straks voor elke volwaardige dui zend guldens slechts duizend gede valueerde guldens terug, maar be leggen we thans ons geld in Belga's, dan ontvangen we globaal 4000 Bel ga's voor 1000 gld. en als we die dan later terugwisselen voor gede precieerde Nederlandsche munt, dan krijgen we 1250 gulden voor ons vroeger bezit van 1000 gld. Na tuurlijk is dat spelletje ook met an dere vreemde muntwaarden uit te voeren, maar de Belga's hebben voor, dat ze wederom op goudbasis zijn gestabiliseerd, terwijl de koers 30 Roman van H. COURTHS-MAHLER met autorisatie uit het Duitsch vertaald door A. VUERHARD-BERKHOUT 0 De knecht nam hoed en jas van den heer von Dorlach aan, terwijl Lersen zich met de dames bczi hield. Daarna bracht hij zijn gasten naar het kleine ontvangsalon, waar hij onlangs den heer von Dorlach ontvangen had. Ursula keek rond toen ze in de kamer stond. „Wat eigenaardig, mijnheer Ler sen hier zou ik me nu direct thuis voelen. Deze kamer was nog inge richt toen u Solitude kocht. Zij is werkelijk net zoo gebleven er is niets veranderd". Ze keek onderzoekend rond en trok plotseling een pruilmondje en bleef voor het smalle muurvak tus schen de ramen staan. „Ja, er is toch iets veranderd,' zei ze, Lersen allerliefst pruilend aanziende. Hij had Frieda een stoel toege van het pond sterling en van dol lars nog lang niet constant is. Het groote aanbod van guldens op de Belgische markt vormt op zich zelf reeds een bedreiging van onze muntwaarde. Hoe groote na- deelen er echter ook aan handhaving van de huidige guldenskoers moge zijn verbonden, toch hopen we, dat de regeering en de directie van de Ned. Bank er in mogen slagen om devaluatie te voorkomen, welke wel het ergste zou zijn, wat ons thans nog op economisch gebied zou kun nen overkomen. De komende verkiezingen voor de Provinciale Staten en de gemeenteraden wekken als gevolg van de verscherpte politieke verhou dingen méér belangstelling dan we dat voor de vernieuwing der ge noemde colleges in de laatste jaren gewoon waren; de politieke vergade ringen zijn vrij goed bezocht en de twee uiterste groepen tuigen elkaar op een gedegen wijze af. Er vallen, zooals deze week weer in Amster dam, zwaar- en lichtgewonden, waar door de algemeene politieke con stellatie weinig meer verschilt van het schoone verleden uit den tijd van Domela Nieuwenhuis. Van deN.S.B. valt het velen wel tegen, dat ook zij de ouderwetsche anarchistische methoden niet schuwt; ze laat haar trawanten modderen in het persoon lijke leven van tegenstanders en pu bliceert particuliere brieven, welker inhoud op een of andere schunnige manier aan derden kenbaar raakte. De leider en zijn staf missen blijk baar het psychologisch inzicht, dat dergelijke methoden in staat zijn om het beste deel van het volk verder terug te stooten dan een paar op zich zelf indrukwekkende Landda gen met een massa-opkomst van te- samen 26.000 personen, in staat wa ren om onverschillige buitenstaan ders ten behoeve van een meer wel willende belangstelling naar de „Be weging" toe te trekken. Een rampen-reeks. De afgeloopen week heeft zich overigens helaas nog slechts door een reeks droeve ongelukken op bijzon dere wijze gekenmerkt. Zondag ver dronken immers te St. Michielsgestel in N.-Brabant vijf jonge menschen, opgesloten in een auto, welke de rivier De Dommel inreed. Een dergelijk ongeluk had 's anderen daags in het Noorden van ons land plaats, n.l. te Appelscha, waar een auto werd opgeslokt in een kanaal: hier kwam alleen de bestuurder om het leven. Te Utrecht kwamen Dinsdagochtend .gen moeder met haar ziek 10-jarig zoontje in de vlam men om, welke haar woning ten deele verteerden. En helaas bleef ook thans de gewone reeks ver keersongevallen niet uit. welke week op week meerdere slachtoffers eischen, naar mate we dichter het seizoen van een levenherwekkende natuur benaderen. schoven en wendde zich nu beleefd tot Ursula: „Wat is er dan veran derd, freule?" „Er ontbreekt hier een portret. Weet u wel, dat dat mijn lievelings schilderij was de dame met de parelen? Papa beweert, dat ze op mij leek en een kunstkenner heeft vastgesteld dat het een portret van madame de Maintenon was. Ik vond het zoo mooi om het prachtige pa relsnoer, dat ze om den hals droeg. Hè, wat jammer, dat het hier niet meer hangt. Heeft u het weg laten zetten, mijnheer Lersen?" Frieda had Lersen aangekeken, terwijl hij met haar zuster sprak en bemerkte nu, dat hij bleek werd en dat zijn gezicht betrok. Iets in Ursula's woorden moest hem onaan genaam aandoen. „Ja, ik heb het weg laten zet ten," zei hij hard. Ursula lachte verleidelijk. „O, wat jammer. Waarom heeft u het ver bannen? Juist die dame met het pa relsnoer?" „Juist om die paarlen ik kan paarlen niet uitstaan," zei hij heesch en zijn blik zocht met een eigen aardige, pijnlijke uitdrukking Frie da's oogen. „U is een barbaar, mijnheer Ler sen," plaagde Ursula. „Als ik u nu heel vriendelijk vraag om het portret van de dame met de paarlen hier De Paus over het oorlogsgevaar. De positie van den Paus als hoofd van een wereldkerk leidt er als van zelf toe, dat hij zich met de uiterste omzichtigheid buiten de internationa le verwikkelingen houdt en slechts in gevallen van uiterste noodzaak een openlijke waarschuwing uit spreekt in zaken, welke de katholie ken nationaal- of politiek verdeelen. Des te meer reden is er om aan te nemen, hoe dreigend het oorlogs gevaar wel is, nu de Paus zich ter gelegenheid van het Maandag j.l gehouden consistorie zóó kras heeft uitgelaten. We citeeren het volgen de uit 's Pausen toespraak; „Wij kunnen niet gelooven, dat „zij, die de welvaart en het wel- „zijn der volkeren ter harte zou- „den moeten nemen, zouden wil „len drijven naar een moord partij, naar een vernietiging en „uitroeiing niet alleen van hun „naties, maar zelfs van een deel „der menschheid. Wanneer ie „mand deze misdaad zou be- „drijven, dan zouden wij tot God „de bede opzenden: Verstrooi „Heer, de volken, die den, oor- „log willen". Inderdaad is er dreigend oorlogs gevaar, niet het minst veroorzaakt door de officieele herbewapening van Duitschland en de erkenning der Duitsche regeering, dat ze de vooraf gegane geheime bewapening reeds tot groote hoogte had weten op te voeren. Hitier heeft tegenover Sir Simon toegegeven, dat de huidige Duitsche militaire luchtmacht reeds die der Engelschen overtreft. De Engelschen zijn dan ook ontegen zeggelijk geschrokken van de on- erwachte Duitsche realiteiten en de ze hebben hen weer stijf in de armen van Marianne gedreven en van Stalin. Ook de Russen blijken, uit vrees voor Duitschland, maar dl te zeer bereid tot innige samenwerking met het overige Europa, een sa menwerking, welke voor de Wester- sche beschaving slechts weinig goeds kan opleveren. Het oorlogsgevaar is zóó serieus, dat b.v. Lord Eden, die voor de Engeische regeering te Moskou on derhandelde, ernstig gepraat heeft met hem interviewende journalisten, of er thans méér kans op oorlog zou zijn dan in 1914. Lord Eden meende, dat de verhoudingen nog niet zóó scherp zijn als toen, maar weer op te hangen? Ik ben zoo dol op haar," de laatste woorden klon ken smeekend en vleiend. Lersen richtte zich hoog op en Frieda merkte, dat hij zich met moei te inhield. Zijn stem klonk echter weer heel bedaard, toen hij ant woordde: „Pardon freule, maar ik kan uw wensch niet vervullen. Ik heb een sterken tegenzin tegen dat portret het wekt droevige her inneringen bij me op. Maar wanneer u er zooveel van houdt, staat u me zeker wel toe u het schilderij aan te bieden?" Ursula keek triomfantelijk. Ze be schouwde het als een bewijs, dat ze indruk op Lersen gemaakt had. Co quet keek ze hem aan: „Kan ik dat wel aannemen?" vroeg ze lieftallig. „Ik verzoek u er dringend om Het zou bij mij op den zolder maar vergaan en het is dus beter, idat u er van geniet". „Papa, vindt u dat ik het mag aannemen?" vroeg Ursula coquet „Nu, als mijnheer Lersen het niet wil behouden en het je zoo vriende lijk aanbiedt, kun je het gerust aan nemen als een herinnering aan So litude". Ursula reikte Lersen quasi im pulsief de hand. „Dan dank ik u hartelijk". Hij boog. „Ik zal het u morgen laten brengen, freule". geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en roode werkhanden. Deze worden wederom spoedig gaaf, zacht en blank door Purol. dat het slechts heel weinig verschilt. Met belangstelling ziet de wereld uit naar de maatregelen, welke op de a.s. conferentie van Stresa door de vertegenwoordigers van Enge land, Frankrijk en Italië tegen het Duitsche bewapeningsgevaar zullen worden genomen. Ook Polen, dat zich den laatsten tijd wat aan de samenwerking met Frankrijk had onttrokken, is niet ge rust meer over het verloop van za ken en de regeering heeft zich te genover Lord Eden bereid verklaard om een gewijzigd Oost-pact te aan vaarden. In Praag is Eden nog enthousiaster ontvangen; het is dui delijk, dat vele Europeesche mo gendheden bereid zijn om regionale veiligheidspacten te sluiten, waarbij men zich over en weer tot militaire hulp tegenover het zich isoleerende Duitschland verplicht. Een belangrijk gevolg van de anti Duitsche stemming is de toenadering tusschen Frankrijk en Italië. Het schijnt, dat Frankrijk de nieuwe vriendschap met concessies, ten kos te van anderen, heeft beloond. Oud minister Herriot deed dezer dagen tegenover zijn radicale partij de con fessie, dat hij Italië bij het sluiten van den vrede onrechtvaardig be deeld achtte; in het Verdrag van Versailles, zoo meende hij, is niet tot uitdrukking gekomen het groo te aandeel, dat Italië in de gemeen schappelijke overwinning der geal lieerden heeft gehad. M.a.w. Italië is tekort gedaan bij de verdeeling van den buitl We vreezen, dat Abes- synie dit tekort zal moeten aanvul len, want de Italiaansch-Abessyni- sche kwestie blijft sleepende, niet tegenstaande de Abessynische regee ring wederom bij den Volkenbond op de instelling van een commissie van arbitrage heeft aangedrongen. Italië blijft troepen zenden naar Eri- trea, het Italiaansche koloniaal ge bied, dat aan Abessynie grenst. Reeds in 1897 heeft Italië oorlog gevoerd om Abessynie te veroveren-, bij Adoca werd het Italiaansche le ger in de pan gehakt, waarop de poging werd gestaakt. We vreezen, dat Mussolini thans besloten is om eindelijk de smaad te wreken en daarmee aan Italië's expansie-be hoeften mede te voldoen. Met goed keuring wellicht van Frankrijk en misschien ook van Engeland, dat plots óók het ontstaan van grens incidenten tusschen Abessynie en het aangrenzende Engeische koloniaal gebied heeft geconstateerd. Er is weinig vredesachtig in wat we deze week moesten samenvatten uit de buitenlandsche nieuwtjes. Al léén: van den Gran Chaco komen goede berichten. Het verluidt, dat zoowel Bolivia als Paragay in het jarenlange conflict definitief de be middelingsvoorstellen van de na- buurstaten, Chili en Argentinië, zou den hebben aanvaard. Ze wierp hem zoo'n gloeienden blik toe, dat hij zich verschrikt af vroeg, of hij door dit geschenk haar misschien een recht op hem gegeven had. Hij had zich werkelijk alleen maar van dit schilderij willen ont doen, dat hem door het parelsnoer, dat den trotschen hals der dame versierde, aan het ongeluk van jijn leven herinnerde. Ursula nam nu een houding van plagende vertrouwelijkheid tegen over Lersen aan. Ze maakte er een toespeling op, dat ze elkaar nu en dan in het bosch ontmoet hadden „Schoone zielen ontmoeten el kaar," zei ze, hem schalksch toe lachend. Frieda zat er met naar trotsch onbeweeglijk gezicht bij, maar keek met heimelijken angst bij die aan vallen van haa,r zuster naar Lersen en met een onverklaarbaar geluks gevoel merkte ze, dat hij absoluut niet op haar toenaderingen reageer de, doch zoo gereserveerd bleef als hij maar met mogelijkheid zijn kon zonder onbeleefd te worden. Zoo veel mogelijk vermeed hij het woord tot Ursula te richten en 'hij wend de zich ook nu tot Frieda en zei „Als u het goed vindt, freule, zal ik u drieën het slot laten zien vóór we gaan theedrinken. Ik ben zeer benieuwd of het u bevallen zal of dat u ook, evenals uw zuster, vele o Devaluatie in België. Moei onze gulden met den Belga mee? Toen bericht werd omtrent deva luatie van den Belga, de Belgische munteenheid, verklaarde minister Oud, dat het eenige, hetwelk we ten onzent behoefden, „bezinning" was. En de directeur van de Ne derlandsche Bank verklaarde, dat er dingen onaangenaam veranderd zult vinden". Ursula wierp een gepiqueerden blik op Frieda. Wat had die zich zoo in te dringen, zoodat Lersen niet anders kon dan notitie van haar nemen I Natuurlijk zag hij in haar om zoo te zeggen de chaperonne, omdat ze de oudste was. Frieda knikte vriendelijk: „Graag, mijnheer Lersen". En nu voerde Lersen zijn gasten door het geheele slot. De eene ka mer na de andere maakte hij open en Frieda's gezicht werd hoe langer hoe bleeker van aandoening. Ze zag de oude. lieve meubels weer op hun eigen plaatsen staan, de meubels, die ze zoo ongaarne van Solitude had zien weggaan, ze zag al ide schilderijen weer aan de wanden han gen, die haar als oude bekenden groetten. Alles, alles was weer als vroeger, toen ze nog zorgeloos door deze kamers getrippeld had. Maar geen woord kwam over haar lippen. Ze kneep ze vast opeen en balde de handen tot vuisten om zich goed te houden en niet in tranen uit te barsten. Ursula en haar vader waren des te luidruchtiger en woord rijker in hun verbazing. Ursula juich te als een gelukkig kind onder 3en Kerstboom. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1935 | | pagina 1