Oorlogsherinneringen. De nieuwe oom» De Overweldiging van België» De vergeten hotelgast, naar Pluimveeteelt. Lied van deze wea Herinneringen aan de omzwervingen van een oud- oorlogscorrespondent tusschen de strijdende partijen In de eerste dagen van de bezetting van Luik was de druk op de bevolking lang «iet zoo zwaar als thans» De ver klaring daarvan is me eerst later duide lijk geworden. Zoolang een stad in het frontgebied is gelegen, zijn er zeer veel troepen ondergebracht en daarmee is de rust onder de burgerij vanzelf' verzekerd- Verplaatst zich echter het tooneel van den strijd naar voren, dan blijft in de stad slechts een betrekkelijk kleine mili taire macht ter verzekering van den étap- pendicnst achter en wordt het een kwes tie van militaire tactiek om door bruut vertoon, het uitvaardigen van scherpe ver ordeningen en het opleggen van onmoge lijk zware straften" en belastingen een zoodanigen druk te leggen op de gees ten, dat elke verzetsgedacfite wordt ge smoord. Ook op de/en namiddag van, naar ik meen, den 22en Augustus, traden de Duitschers uitdagend op- Vele troepen vertrokken uit de stad; militaire patrouil les te paard doorkruisten de straten- Offi cieren en onderofficieren liepen allen met getrokken revolvers, op vinnige wijze de burgers opnemende, die ze passeerden- Als een bewijs, hce volkomen een stad door het krijgsrumoer van de overige we reld kan zijn afgesloten, diene het feit, dat ik aan de Luiksche geestelijkheid het overlijden van den Paus, toen reeds meer dere dagen in ons land bekend, als een nieuwtje kon mededeelen- Men vroeg me, of ik geen bewijs bij me had en toen ik als zoodanig een exemplaar van „De Tijd", in rouwrand verschenen, kon over handigen, is men de tijding aan Mgr» Rutten, den Bisschop van Luik, gaan me dedeelen. Ook in het klooster, waar m'n nicht vertoefde, bracht ik ontsteltenis met dit overlijdensbericht en de brave zusterkens, door al de gebeurtenissen van de laatste dagen tóch al zoo van streek, liepen ge agiteerd de corridors op en neer, aan el kaar overbrengend en herhalende: „Le Pape est mort! Le Pape est mort!" »t Was, of ze het feit als dei nieuwste oorlogsverschrikking in zich' opnamen! Zoo gauw in onzen modernen tijd voor de massa geen kra»t-n meer verkrijgbaar zijn, die de officieele en officieuse be richten over het wereldnieuws verbreiden, leent de verwende menschheid het oor aan ale.lei oncontroleerbare geruchten, van mond tot mond verbreid en daar mede tot onevenwichtige proporties uit gedijd- Ik tref in het klooster een dokter aan, die als geneesheer voor de inwonenden iptreedt en hij vertelt me op gewichti- gen, maar fluisterenden toon omdat ,,c!e muren in dezen tijd óók ooren" hebben van schitterende overwinnin gen, door de alliées op de Duitschers behaald. Ik doe aanvankelijk heel geïn teresseerd, maar als hij, naarmate zijn „successen" groeien, op m'n gezicht het scepticisme leest, dan doet hij nóg ge wichtiger en trekt hij uit zijn binnenzak een papier te voorschijn- En hij leest me voor uit zijn potlood krabbels: Groote nederlaag der Duitschers bij Libramont 9000 gevangenen verloren. Ik weet niet waar Libramont ligt, maar ik knik van „sjonge, sjonge!" In den Elzas zijn de Franschcn den Rijn genaderd- Ik sis beteekenisvol tusschen mijn tanden. De Russen 80 K M- in Oost-Prui sen doorgedrongen- M'n oogen sperren zich wijd van ver bazing. Zóó ging het lijstje nog een heel stuk verder. Quae volumus, libenter credimus! Het geen we wenschen, gelooven we ook gaarne! Dat is, wanneer we van de bron der realiteit verwijderd staan, het lek- water der verbeelding, terwijl de geest dorst naar feitelijkheden» Vóór zes- uur in dén namiddag mv>est ik zorgen „binnen" te wezen. Anders had ik kans op een kogel hier of daar- Doordat er zooveel troepen in de stad waren, was het vraagstuk van onderdak moeilijk op te lossen- „Tout est pris par les Allemands" was het antwoord- dat ik overal te hooren kreeg» „Alles is door de Duitschers bezet 't Was zes uur gewordeu en nóg liep ik te. zoeken. Telkens werd ik nu aangehouden en na mijn uitlegging van het geval aange maand om voort te maken. Eindelijk bereikte ik een hotel, waar een gar^on me verzekerde, dat ik er te eten kon krijgen en „zoo mogelijk" ook zou kunnen slapen. De entourage beviel me eigenlijk niet bijzonder. Er was een groote cafézaal, maar een beetje al te bijzonder met spiegels opgetuigd- En het was er ook druk, maar liet waren meerendeels „da» tn ua" irv na^fT ftCO g?Ug, heigeen niet behoeft te verwendden, daar ik oen voorafgeganen dag tientallen kilo meters had geloopen» Het lawaai ging steeds voort en plots werd het gerucht overgeplant naar het café beneden. ]k hoorde stoelen en ta fels* tegen den grond gaan, glaswerk ging in gruizelementen- Luide angstkreten klon ken op» Nóg dichter naderde het nachtelijk ge- weid. Menschen renden de trappen op en 'af; er werden deuren open en dicht ge slagen hooge vrouwenstemmen gilden snerpend en hcesch van ontzetting; aarde werk viel brekend neer}t Was of al les onder me werd afgebroken! Dood-op van moeheid lag ik maar te luisteren, -.. te luisteren..., waarschijn lijk tot het lawaai verminderd was en ik weer In slaap viel, want van de verdere ontwikkeling der gebeurtenissen herinner ik me niets meer. Toen ik 's morgens wakker werd cn naar beneden ging, vond ik langs de trap alle kamerdeuren geopend- De in ventaris lag overal in wanorde; lampet kannen en andere slaapkamer-ingrediënten, lagen veelal in scherven op den grond» Beneden in de café-zaal lagen tafels en stoelen dooreengeslingercde buffetinven taris was grootendeels vernield; spiegels waren gebroken. Het kwam me voor, dat zich buiten mij geen levend wezen meer in het ge bouw bevond, maar daar ik er niet veel voor voelde om zonder ontbijt de straat op te gaan en ook wel eenige verklaring wenschte van wat gebeurd was,- riep ik luid aan deuren en in gangen, maar ik kreeg geen antwoord. Teen stapte ik, ongewasschen en met het vensterkozijn en genre?* gras, pnwen oe Kippen ïn^errnirr- Tjr^Trrwege imjff. een leege maag over. mes", die deze zaak bevolkten, dames van €n h€t g^r^en spiegelglas heen jeugdig aanzien en twijfelachtigen leeftijd- Ze onderhielden zich met druk gebaren de Walen en... een aantal Duitsche of ficieren! In kristallen glazen parelden kostbare dranken; de scherts vonkte door de ruimte, tewijl de zenuwen gespannen waren. Eén bedrijf althans zoo werd me duidelijk vond voortgang in de aller moeilijkste omstandigheden van 't oogen- blik. De gar^on, de kellner, dien ik voor af at rijk had befooid, kwam terug met de boodschap, dat er... geen kamer meer vrij was voor dezen nacht, maar dat hij me misschien tóch nog wel hel pen kon. Als ik genoegen wilde nemen met een bed op zolder! A la guerre, com me a la guerre! dacht ik en ik accepteerde graag 's mans aan bod. Ik keek nog éven aarzelend naar de cafégasten en ik legde den kellner uit, dat ik dDn dag meerdere tientallen kilo meters had geloopen en ik slechts ver langen kon naar... rust. Rust alléén! Hij begreep me lk kreeg een vrij behoorlijk maal op gediend- Een paar dames bleken niet on geneigd om nader kennis met me te ma ken, maar ik verstond op dat moment geen woord Fransch en was ook overi gens zóó weinig toeschietelijk, dat ik gauw met rust werd gelaten. Ik kon merken, dat er aan andere tafeltjes gediscussieerd werd over de vraag, wat voor >n snuiter ik wel kon1 zijn: een Duitsch officier, een spion of een halve gare >t Was nog geen negen uur, toen ik mijn bed opzocht, ik was dood-óp- Onder geleide van den gargon bekroop ik den zolder en ik liet me het bed wij zen, dat van oorsprong blijkbaar voor meid of werkster was bestemd- >t Zal vermoedelijk reeds na midder nacht zijn geweest, toen ik wakker werd door een helsch lawaai op straat- Men huilt en gilt cr van belang, terwijl door al het hulp-geroep heen ook geweerscho ten klinken. Begrijpelijker wijze voelde ik wcfnig lust oin in den donkeren nacht te gaan zien, wat er precies aan de hand was- Ik rekte me eens uit en voelde men li chaam na die paar uren rust nog stijver bui en. De straat was volkomen verlaten; links en rechts, aan de einden, zag ik. Duitsche soldaten met 't geweer op den schouder heen en weer loopen. Ik keek naar boven, want ik wilcle toch weten, waar ik had gelogeerd en teen las ik Hotel de la Paix lk was te* gast geweest in het Huis van den Vrede! De postende soldaten hielden me na tuurlijk aan, maar ze stelden zich geluk kig tevreden met de inzage van mijn pa pieren. Ze vroegen me verder niets. Ver moedelijk hebben ze gedacht, dat ik op vertoon van diezelfde papieren aan het andere einde de straat was ingekomen- Op mijn vraag, waarom de straat voor het verkeer was afgesloten, kreeg ik ten antwoord, dat cr 's nachts schoten waren gevallen en dat toen na uitdrijving der bewoners overal huiszoeking was gedaan- Ik hoorde ook, dat enkele burgers ge fusilleerd zouden zijn, maar dat behoefde niet waar te wezen, want dergelijke ge- ruchten ontstonden na elk incident. Door welk toeval ik intusschen dien nacht voor onaangenaamheden gespaard was gebleven? Ik weet het nóg niet- Mogelijk heeft de hooge hoogte van den armoedigen zolder me gered! Md. (Wordt vervolgd.) KIPPEN EN FRUIT- Voor eenige jaren terug, toen er nog geen wolkje aan de lucht was, werd van alle kanten geadviseerd, zooveel mogelijk te specialiseeren, doch een enkele stem klonk daartusschen onder dezen vorm: wacht u voor overdrijving, want als de nood aan den man komt, anders gezegd: wanneer de tijden ongunstiger worden, hebt je maar één pijl op je boog- In ons land kunnen kippen en fruit goed samengaan, dat heeft bet verleden duidelijk bewezen. De directeur van het Fokstation te Horst wees er onlangs tnecht op, dat we niet mogen komen met struikvorm of ge wone (lage) pyramiden, daar deze in de rennen niets dan misère verwekten- Reeds bij het uitbotten worden de „knoppen" weggepikt en als de rennen niet goed bezet zijn met prima kwaliteit de bin e. .n n.ee af. De directeur heeft nog dd jaar pluim veehouders aangetroffen, die voor eenige jaren zijne waarschuwingen in den wind geslagen hebben en nu, na heel wat kos ten van aanleg te hebben gemaakt, met 'n hoop misère zitten. In de rennen daarom liefst hoog-stam- fniit, bij voorkeur appels en peren, doch kersen en pruiniien gaat ook best,we zien dat, vooral in de Betuwe, het eerste en oudste fruitland in de provincie Gelder land. Te Horst heeft men op het fokstation ruim 450 stuks Sterreinet, Bella Boscoop en Noord-Brabantsche Bellefleur, die dit jaar voor eerst een flinke productie geven, althans die boomen, welke vóór een tiental jaren geplant zijn. Er"" zijn ook nog een paar collecties lateien, die geplant werden, al naar ge lang de terreinen van het fokstation zich uitbreidden. Hieruit kan men dus al weer opma ken, dat het fruit er al menig jaar moet staan, alvorens het rente afwerpt. Het combineeren van fruit en kippen kan dus alleen geschieden door kippenhouders, die of eigen goed zitten of wel, die een terrein op zeej langen termijn hebben ge huurd. De eigenaar van den grond doet ech ter verstandig, als hij terreinen verhuurt aan een kippnhouder, ze zelf met fruit te laten beplanten en daarbij vooral den raad en de hulp in te roepen van een deskundige op dit geb.eJ. Hoe de beplanting moet geschieden, zul'.en we hier maar niet mededeelen- Alleen willen we even waarschuwen tegen te dicht planten, eene fout, die haast óveral geemaakt wordt» Een onderlinge afstand van 10 M» is minstens gewenscht. Enfin, dat zegt de deskundige (op 't gebied van ooftteelt), wiens hulp onont beerlijk is, ook wel, al zal zijn waar schuwing tegen dicht planten meer ge- besaard zijn op de nadeelen van de fruit- winning. Wij willen daarom even opmer ken, dat het ook voor de kippen een gebiedende eisch is, dat de boomen op flinken afstand van elkaar geplaatst/ zijn. Anders krijgt men een kil, vochtig ter rein, met veel wind langs den grond en weinig zon, dus ook geen goed groenvoer. De kippen verdelgen heel wat onge dierte, dat anders schade zou berokkenen aan de fruitopbrengst, niet alleen doordat het oorzaak kan zijn van minder, maar ook vooral van slechter fruit» De kippen zoeken in zoo'n boomgaard veel kostelijk voedsel, zoodat de onder houdskosten geringer zijn dan anders. Alzoo slaat men 2 vliegen in één klap» Wil men echter succes hebben, dan meet op tijd aan de noodige besproeiing (bespuiling) gedacht worden en wel aan den wi-ntersproei in Januari met goede kwaliteit vruchtbooincarbolineum, vóór den bloei met Bordeauxsche pap en na den bloei met Caüfornische pap, waaraan nven 2 pCt- loodarsenaat kan toevoegen. Zonder bespuiting, ook in een boom gaard met kippen, geen eerste.klas fruit» Hoeveel gaat er, zonder degelijke en op tijd verrichte besproeiing ieder jaar niet verloren door wormstekigheid- Lood-arsenaat is een vergif, doch in de geringe hoeveelheid van slechts 2 pCt- schijnt het voor de kippen absoluut ge vaarloos te wé zen. Hier en daar neemt men nog >n derde nevenbedrijf in de combanitie op, hetzij varkens, hetzij schapen, doch momenteel zijn de geldelijke opbrengsten daarvan zoo beneden peil, dat er op 't oogen- blik van deze combinatie wel niet veel zal komen. Genoemde dieren doen het overigens goed tusschen de kippen, zonder deze te hinderen, althans wanneer de ruimte vol doende is- WELKE GROND IS GESCHIKT VOOR FRUITTEELT? De ervaringen van den laatsten tijd leerden, dat ook op lichtere gronden en zelfs op zandgrond, boomgaarden zeer goede financieele resultaten kunnen op leveren, indien de boomen op oordeel kundige wijze worden behandeld en de toevoer van het noodige plantenvoedsel OfnJ tjiwo te de irt 4 j be Best 1 bi; Naast dï kl igrui.den koi de lichte gronden voor de merking. Veel land ligt echter te laaj]e water staat er te hoog om vo< a"ge: plant van vruchtboomen gescli ar<£ De wortels kunnen dan ui van de ontwikkelen,- daarnaast g is de groote vochtigheid aanleiding tc np!' baarheid en 'het optreden van vele Voor deze streken, hoofdzi p be£ ons polderland, is nog wel teelt van klein fruit als aal- e sen en van appels en peren vorm (deze wortelen minder hoogstammen). Daar dan voor] felfruit wordt gewonnen, kan lijke teelt zeer zeker rendabelL pat een hoenderpark kunnen de kj voor den mest zorgen en krijg# de combinatie van kippenhoudi teler. Een dergelijke fruittuin geen geschikte scharrelpraats pen. Pl Het planten van vruchtboomeiflkU in den tijd, dat de groei nagj staat, dus in de wintermaanden tels van de jonge boomen zijn gevoelig voor vorst, het planten n v| bij zacht weer te geschieden. 1 voorkeur niet te laat in het se jol dat de boomen tijd hebben zi< ,nz( ten, de wortels hechten zich' va ie w bodem, zoodat bij een droogte-i boomen minder te lijden hebbe is i Er gaan er meestal in het ejrarr wel wat dood. maar men moet tn d ten dit verlies zoo gering m<Jra6 deen zijn. v Op gronden, die 's winters I nat zijn, is het echter gewenschtl ten tot het voorjaar uit te step los staande boomen meer van tigen grond hebben te lijden staande. Voor de boomen is het besrffcy aanplant geschiedt in land, dat[' los gehouden wordt, dus. in In de Betuwe is deze methode gebruikelijk, men bebouwt daar ook nog tijdens de eerste groei[ fruitboomen. In Limburg daarentet men geregeld in weiland aan ec kippenrennen zal men dit moe» DE ZES-DAAGSCllE-[ Ze rijden en ze rossen, Ze vallen neer bij bossclien; Verrukt giert ieder van de pri En heeft de slaap op zij geze| Ze springen en ze jachten, Zes dagen en zes nachten; De kijkers off'ren geld en goed Al kost het vaak zelfs haneblc Ze stooten en ze duwen, De wedstrijd mag niet luwen; En steeds bij eiken nieuwen i Weerklinkt het crisis-hoongelaclv sch tv ird illc Het levenspeil moet dalen, Doceerd men zonder falen; En hier wordt huishoudgeld v: Hier wordt in 't steuningsgoud|el Het menschdom huilt en jaminf li Maar Neerland Amstcrdammert En spoedt zich maar 't R-A-l- g t Terwijl thuis hong'ren kind en Op! allen naar de wedstrijdbaai Daar kun je loon en steun verd, Daar heerscht de macht van 't Zes nachten in d' emotie-zaal- We gelooven mét onzen, meiia' dat de sportrazernij de mensc a eens verleidt om steun, of huis! aan een vertooning als de Zes-lli( te verdoen, maar in bovenstaan regelen wordt hetgeen o-l- toch uitzondering is, tezecr veralgemei meenen ook te weten, dat de or ren van den Zes-daagschen wie strijd op sommige uren werkloe de gelegenheid stelt om gra R-A-l- gebouw te bezoeken K» al Toen Karei dien Zondagmiddag me vrouw Ooede een bezoek wilde brengen, del-Je E'.la, een jongere zuster, die bij haar inwoonde, hém mede, dat ze met een zware verkoudheid te bed lag- „Maar Karei," voegde Ella er aan toe, „jc behoeft daarom niet direct weg tc gaan." De jongeman, die dat ook heelemaal niet van plan geweest was, voelde zijn hart sneller kloppen. „Je moet weten," ging EUa voort, „het jongste kind van mijn zus, Adri, is voor een paar dagen bij ons gelogeerd- Je houdt toch van kinderen?" „Elija," gaf Karei, voorzichtig, toe. „Mooi," zei EUa opgewekt, „dan wilt jc haar misschien wel een uurtje bezig houden? Oin je de waarheid te zeggen, he-ft ze mij doodmoe gemaakt" „O, hm," mompelde Karei, die aan de ■itnoodiging van Ella een geheel andere •Wegging had gegeven. „Je moet weten," zei Ella met een be- toovcrendcn glimlach, „dat Dolly op. het •ogenblik ecu beer is „Een wat?" vroeg Karei Op hetzelfde oogenblik kwam, onder 't slaken van schrille kreten, een blonde krtillebol vanonder de sofa uitkijken- „Een booze beer," verduidelijkte Ella- „Dolly," zei ze, „hier is een aardige oom, die gekomen is om met je te spe len." Karei kreunde inwendig. Toen kwam de bezitster van den blon den krullebol heelemaal te voorschijn. Zij ging vlak voor den bezoeker staan en keek hem met groote, ernstige oogen aan. „Dat aardige oom?" vroeg de vijfjarige Dolly twijfelend. Zeker," bevestigde Ella, die moeite had haar lachen te bedwingen. Karei lachte geforceerd. „Met Dolly spelen?" noodigde 't kind. „Eh... ja... natuurlijk," zei Karei,die zich allesbehalve op zijn gemak voelde- „Vooruit dan," moedigde Ella aan, „be ginnen jullie dan maar." „Beginnen!" echo-de Dolly- Karei keek Ella hulpeloos aan. „Hup, hup!" riep Dolly opgewonden- „Ze bedoelt, dat ze paardje wil rijden," legde Ella uit. Karei ging op de sofa zitten- Onmiddellijk klom Dolly op zijn knie, greep zich me belde handen aan ziin „Hup, hup!" Karei liet het kind zoo wild op en neer hotsen, dat haar tandjes in haar mond rammelden. „Niet goed, niet goed!" gilde Dolly. „Je moet het langzamer doen," hielp Ella haar kleine nicht- „En je moet er bij zingen; hop paardje, hop, wij rijden in galop Karei begon opnieuw, ditmaal met een overweldigend succes. Het duurde niet lang of zijn das was in flarden. Dolly greep zich vervolgens krampach tig aan Karel's haren vast- „Ophouden 1" riep het kind plotseling- „Dolly moe." Karei hield op- „Zullen we 'n beetje rusten, kleine meid?" stelde hij voor. „Niet rusten, met Dolly Spelen," pro testeerde de krullebol. .Toen vroeg ze plotseling; „Ben u echt Dolly's oom?" Karei knikte en mompelde Jets onver staanbaars. „Is u dan met tante EI getrouwd?" wilde het kind verder weten. Karei kleurde tot achter zijn ooren- „Eh.... neen, niet precies," stamelde hij. „Maat als u toch' Dollv'S noiw .-.i „Niet zóón oom, maar een speciale oom," mengde Ella zich in het gesprek- Dolly dacht na- „Wat is een speciale oom?" vroeg zij. „Nu ja, >n speciale, aardige oom," ver klaarde Ella vaag. "Ja> ja, aardige oom," bevestigde Dol- Iy enthousiast- De kleine rakker vliede haar krulle bol tegen Karel's wang; „Toentjë?" vroeg ze. Karei begreep haar niet. „Ze vraagt of je haar kussen wilt," legde EUa uit- Spontaan voldeed Karei aan dat ver zoek- iToen sprong Dolly van zijn knie op den grond. „Nu tante EI," beval ze. „Eh..." zei Karei om Dolly af te lei den, „zullen we nog eéhsóaardjê.rijden?" „Niet paardje rijden! Tante Et'tientje geven," hield Dolly aan- Karei keek schuw naar de deur. Haas- tig stond hij Op. „Ik geloof, dat het mijn tijd wordt," begon hij. Doch Dolly liet zleh' niet van Kaar stuk brengen. „Tante EI toentje geven," zeurde het W»i/f hij haar blik ontmoette keek h wèer voor zich- „Pas alsjeblief op, dat je haar het huilen maakt," zei Ella ve „Dan weet ik niet hoe ik haar moet krijgen." „Maarprotesteerde Karei. „Kom, doe het kind dat ple maar. Je behoeft het immers r te doen- Doe dan maar alsof." „Doen alsof!" riep Karei, I zijn verlegenheid vergetend- „D at heusch, dat ik jou net alsof zou kussen? Als ik het doe, dan het omdat ik het meen, omdat je houd," besloot hij, ai zijn moe rapend. En toen meende Karei, dat hij de. „Meen het dan, als je wilt, jongen," zei EUa zachtjes- Dat liet Karei zich geen tv zeggen. Het duurde minstens twee voï ioi ten voor Dolly er in slaagde de or van tante El te trekken- b „Tante El," zei ze toen, „als 1> "b eens tegen, oom zegt: „Tante Ei en" krijgt ze dan straks tw«j is als oom weg is?" IV. 1 iel lij 10 t je ni 1 I tl: .1! t. u s

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1934 | | pagina 4