Oorlogsherinneringen.
De nieuwe oom»
De Overweldiging van België»
De vergeten hotelgast,
naar
Pluimveeteelt.
Lied van deze wea
Herinneringen aan de omzwervingen van een oud-
oorlogscorrespondent tusschen de strijdende partijen
In de eerste dagen van de bezetting
van Luik was de druk op de bevolking
lang «iet zoo zwaar als thans» De ver
klaring daarvan is me eerst later duide
lijk geworden. Zoolang een stad in het
frontgebied is gelegen, zijn er zeer veel
troepen ondergebracht en daarmee is de
rust onder de burgerij vanzelf' verzekerd-
Verplaatst zich echter het tooneel van den
strijd naar voren, dan blijft in de
stad slechts een betrekkelijk kleine mili
taire macht ter verzekering van den étap-
pendicnst achter en wordt het een kwes
tie van militaire tactiek om door bruut
vertoon, het uitvaardigen van scherpe ver
ordeningen en het opleggen van onmoge
lijk zware straften" en belastingen een
zoodanigen druk te leggen op de gees
ten, dat elke verzetsgedacfite wordt ge
smoord.
Ook op de/en namiddag van, naar ik
meen, den 22en Augustus, traden de
Duitschers uitdagend op- Vele troepen
vertrokken uit de stad; militaire patrouil
les te paard doorkruisten de straten- Offi
cieren en onderofficieren liepen allen met
getrokken revolvers, op vinnige wijze de
burgers opnemende, die ze passeerden-
Als een bewijs, hce volkomen een stad
door het krijgsrumoer van de overige we
reld kan zijn afgesloten, diene het feit,
dat ik aan de Luiksche geestelijkheid het
overlijden van den Paus, toen reeds meer
dere dagen in ons land bekend, als een
nieuwtje kon mededeelen- Men vroeg me,
of ik geen bewijs bij me had en toen ik
als zoodanig een exemplaar van „De
Tijd", in rouwrand verschenen, kon over
handigen, is men de tijding aan Mgr»
Rutten, den Bisschop van Luik, gaan me
dedeelen.
Ook in het klooster, waar m'n nicht
vertoefde, bracht ik ontsteltenis met dit
overlijdensbericht en de brave zusterkens,
door al de gebeurtenissen van de laatste
dagen tóch al zoo van streek, liepen ge
agiteerd de corridors op en neer, aan el
kaar overbrengend en herhalende: „Le
Pape est mort! Le Pape est mort!"
»t Was, of ze het feit als dei nieuwste
oorlogsverschrikking in zich' opnamen!
Zoo gauw in onzen modernen tijd voor
de massa geen kra»t-n meer verkrijgbaar
zijn, die de officieele en officieuse be
richten over het wereldnieuws verbreiden,
leent de verwende menschheid het oor
aan ale.lei oncontroleerbare geruchten,
van mond tot mond verbreid en daar
mede tot onevenwichtige proporties uit
gedijd-
Ik tref in het klooster een dokter aan,
die als geneesheer voor de inwonenden
iptreedt en hij vertelt me op gewichti-
gen, maar fluisterenden toon omdat
,,c!e muren in dezen tijd óók ooren"
hebben van schitterende overwinnin
gen, door de alliées op de Duitschers
behaald. Ik doe aanvankelijk heel geïn
teresseerd, maar als hij, naarmate zijn
„successen" groeien, op m'n gezicht het
scepticisme leest, dan doet hij nóg ge
wichtiger en trekt hij uit zijn binnenzak
een papier te voorschijn-
En hij leest me voor uit zijn potlood
krabbels:
Groote nederlaag der Duitschers bij
Libramont 9000 gevangenen verloren.
Ik weet niet waar Libramont ligt,
maar ik knik van „sjonge, sjonge!"
In den Elzas zijn de Franschcn den
Rijn genaderd-
Ik sis beteekenisvol tusschen mijn
tanden.
De Russen 80 K M- in Oost-Prui
sen doorgedrongen-
M'n oogen sperren zich wijd van ver
bazing.
Zóó ging het lijstje nog een heel stuk
verder.
Quae volumus, libenter credimus! Het
geen we wenschen, gelooven we ook
gaarne! Dat is, wanneer we van de bron
der realiteit verwijderd staan, het lek-
water der verbeelding, terwijl de geest
dorst naar feitelijkheden»
Vóór zes- uur in dén namiddag mv>est
ik zorgen „binnen" te wezen. Anders
had ik kans op een kogel hier of daar-
Doordat er zooveel troepen in de stad
waren, was het vraagstuk van onderdak
moeilijk op te lossen- „Tout est pris
par les Allemands" was het antwoord-
dat ik overal te hooren kreeg» „Alles is
door de Duitschers bezet
't Was zes uur gewordeu en nóg liep
ik te. zoeken.
Telkens werd ik nu aangehouden en na
mijn uitlegging van het geval aange
maand om voort te maken.
Eindelijk bereikte ik een hotel, waar een
gar^on me verzekerde, dat ik er te eten
kon krijgen en „zoo mogelijk" ook zou
kunnen slapen.
De entourage beviel me eigenlijk niet
bijzonder. Er was een groote cafézaal,
maar een beetje al te bijzonder met
spiegels opgetuigd- En het was er ook
druk, maar liet waren meerendeels „da»
tn ua" irv na^fT ftCO g?Ug,
heigeen niet behoeft te verwendden, daar
ik oen voorafgeganen dag tientallen kilo
meters had geloopen»
Het lawaai ging steeds voort en plots
werd het gerucht overgeplant naar het
café beneden. ]k hoorde stoelen en ta
fels* tegen den grond gaan, glaswerk ging
in gruizelementen- Luide angstkreten klon
ken op»
Nóg dichter naderde het nachtelijk ge-
weid. Menschen renden de trappen op en
'af; er werden deuren open en dicht ge
slagen hooge vrouwenstemmen gilden
snerpend en hcesch van ontzetting; aarde
werk viel brekend neer}t Was of al
les onder me werd afgebroken!
Dood-op van moeheid lag ik maar te
luisteren, -.. te luisteren..., waarschijn
lijk tot het lawaai verminderd was en ik
weer In slaap viel, want van de verdere
ontwikkeling der gebeurtenissen herinner
ik me niets meer.
Toen ik 's morgens wakker werd cn
naar beneden ging, vond ik langs de
trap alle kamerdeuren geopend- De in
ventaris lag overal in wanorde; lampet
kannen en andere slaapkamer-ingrediënten,
lagen veelal in scherven op den grond»
Beneden in de café-zaal lagen tafels en
stoelen dooreengeslingercde buffetinven
taris was grootendeels vernield; spiegels
waren gebroken.
Het kwam me voor, dat zich buiten
mij geen levend wezen meer in het ge
bouw bevond, maar daar ik er niet veel
voor voelde om zonder ontbijt de straat
op te gaan en ook wel eenige verklaring
wenschte van wat gebeurd was,- riep ik
luid aan deuren en in gangen, maar ik
kreeg geen antwoord.
Teen stapte ik, ongewasschen en met
het vensterkozijn
en genre?* gras, pnwen oe Kippen ïn^errnirr- Tjr^Trrwege imjff.
een leege maag over.
mes", die deze zaak bevolkten, dames van €n h€t g^r^en spiegelglas heen
jeugdig aanzien en twijfelachtigen leeftijd-
Ze onderhielden zich met druk gebaren
de Walen en... een aantal Duitsche of
ficieren! In kristallen glazen parelden
kostbare dranken; de scherts vonkte door
de ruimte, tewijl de zenuwen gespannen
waren.
Eén bedrijf althans zoo werd me
duidelijk vond voortgang in de aller
moeilijkste omstandigheden van 't oogen-
blik.
De gar^on, de kellner, dien ik voor
af at rijk had befooid, kwam terug met
de boodschap, dat er... geen kamer
meer vrij was voor dezen nacht, maar
dat hij me misschien tóch nog wel hel
pen kon.
Als ik genoegen wilde nemen met een
bed op zolder!
A la guerre, com me a la guerre! dacht
ik en ik accepteerde graag 's mans aan
bod.
Ik keek nog éven aarzelend naar de
cafégasten en ik legde den kellner uit,
dat ik dDn dag meerdere tientallen kilo
meters had geloopen en ik slechts ver
langen kon naar... rust.
Rust alléén! Hij begreep me
lk kreeg een vrij behoorlijk maal op
gediend- Een paar dames bleken niet on
geneigd om nader kennis met me te ma
ken, maar ik verstond op dat moment
geen woord Fransch en was ook overi
gens zóó weinig toeschietelijk, dat ik
gauw met rust werd gelaten.
Ik kon merken, dat er aan andere
tafeltjes gediscussieerd werd over de
vraag, wat voor >n snuiter ik wel kon1
zijn: een Duitsch officier, een spion of
een halve gare
>t Was nog geen negen uur, toen ik
mijn bed opzocht, ik was dood-óp-
Onder geleide van den gargon bekroop
ik den zolder en ik liet me het bed wij
zen, dat van oorsprong blijkbaar voor
meid of werkster was bestemd-
>t Zal vermoedelijk reeds na midder
nacht zijn geweest, toen ik wakker werd
door een helsch lawaai op straat- Men
huilt en gilt cr van belang, terwijl door
al het hulp-geroep heen ook geweerscho
ten klinken.
Begrijpelijker wijze voelde ik wcfnig lust
oin in den donkeren nacht te gaan zien,
wat er precies aan de hand was- Ik
rekte me eens uit en voelde men li
chaam na die paar uren rust nog stijver
bui en. De straat was volkomen verlaten;
links en rechts, aan de einden, zag ik.
Duitsche soldaten met 't geweer op den
schouder heen en weer loopen.
Ik keek naar boven, want ik wilcle
toch weten, waar ik had gelogeerd en
teen las ik
Hotel de la Paix
lk was te* gast geweest in het Huis
van den Vrede!
De postende soldaten hielden me na
tuurlijk aan, maar ze stelden zich geluk
kig tevreden met de inzage van mijn pa
pieren. Ze vroegen me verder niets. Ver
moedelijk hebben ze gedacht, dat ik op
vertoon van diezelfde papieren aan het
andere einde de straat was ingekomen-
Op mijn vraag, waarom de straat voor
het verkeer was afgesloten, kreeg ik ten
antwoord, dat cr 's nachts schoten waren
gevallen en dat toen na uitdrijving der
bewoners overal huiszoeking was gedaan-
Ik hoorde ook, dat enkele burgers ge
fusilleerd zouden zijn, maar dat behoefde
niet waar te wezen, want dergelijke ge-
ruchten ontstonden na elk incident.
Door welk toeval ik intusschen dien
nacht voor onaangenaamheden gespaard
was gebleven? Ik weet het nóg niet-
Mogelijk heeft de hooge hoogte van
den armoedigen zolder me gered!
Md. (Wordt vervolgd.)
KIPPEN EN FRUIT-
Voor eenige jaren terug, toen er nog
geen wolkje aan de lucht was, werd van
alle kanten geadviseerd, zooveel mogelijk
te specialiseeren, doch een enkele stem
klonk daartusschen onder dezen vorm:
wacht u voor overdrijving, want als de
nood aan den man komt, anders gezegd:
wanneer de tijden ongunstiger worden,
hebt je maar één pijl op je boog-
In ons land kunnen kippen en fruit
goed samengaan, dat heeft bet verleden
duidelijk bewezen.
De directeur van het Fokstation te
Horst wees er onlangs tnecht op, dat we
niet mogen komen met struikvorm of ge
wone (lage) pyramiden, daar deze in de
rennen niets dan misère verwekten-
Reeds bij het uitbotten worden de
„knoppen" weggepikt en als de rennen
niet goed bezet zijn met prima kwaliteit
de bin e. .n n.ee af.
De directeur heeft nog dd jaar pluim
veehouders aangetroffen, die voor eenige
jaren zijne waarschuwingen in den wind
geslagen hebben en nu, na heel wat kos
ten van aanleg te hebben gemaakt, met
'n hoop misère zitten.
In de rennen daarom liefst hoog-stam-
fniit, bij voorkeur appels en peren, doch
kersen en pruiniien gaat ook best,we zien
dat, vooral in de Betuwe, het eerste en
oudste fruitland in de provincie Gelder
land.
Te Horst heeft men op het fokstation
ruim 450 stuks Sterreinet, Bella Boscoop
en Noord-Brabantsche Bellefleur, die dit
jaar voor eerst een flinke productie
geven, althans die boomen, welke vóór
een tiental jaren geplant zijn.
Er"" zijn ook nog een paar collecties
lateien, die geplant werden, al naar ge
lang de terreinen van het fokstation zich
uitbreidden.
Hieruit kan men dus al weer opma
ken, dat het fruit er al menig jaar moet
staan, alvorens het rente afwerpt. Het
combineeren van fruit en kippen kan dus
alleen geschieden door kippenhouders, die
of eigen goed zitten of wel, die een
terrein op zeej langen termijn hebben ge
huurd.
De eigenaar van den grond doet ech
ter verstandig, als hij terreinen verhuurt
aan een kippnhouder, ze zelf met fruit
te laten beplanten en daarbij vooral den
raad en de hulp in te roepen van een
deskundige op dit geb.eJ.
Hoe de beplanting moet geschieden,
zul'.en we hier maar niet mededeelen-
Alleen willen we even waarschuwen tegen
te dicht planten, eene fout, die haast
óveral geemaakt wordt» Een onderlinge
afstand van 10 M» is minstens gewenscht.
Enfin, dat zegt de deskundige (op 't
gebied van ooftteelt), wiens hulp onont
beerlijk is, ook wel, al zal zijn waar
schuwing tegen dicht planten meer ge-
besaard zijn op de nadeelen van de fruit-
winning. Wij willen daarom even opmer
ken, dat het ook voor de kippen een
gebiedende eisch is, dat de boomen op
flinken afstand van elkaar geplaatst/ zijn.
Anders krijgt men een kil, vochtig ter
rein, met veel wind langs den grond en
weinig zon, dus ook geen goed groenvoer.
De kippen verdelgen heel wat onge
dierte, dat anders schade zou berokkenen
aan de fruitopbrengst, niet alleen doordat
het oorzaak kan zijn van minder, maar
ook vooral van slechter fruit»
De kippen zoeken in zoo'n boomgaard
veel kostelijk voedsel, zoodat de onder
houdskosten geringer zijn dan anders.
Alzoo slaat men 2 vliegen in één klap»
Wil men echter succes hebben, dan
meet op tijd aan de noodige besproeiing
(bespuiling) gedacht worden en wel aan
den wi-ntersproei in Januari met goede
kwaliteit vruchtbooincarbolineum, vóór den
bloei met Bordeauxsche pap en na den
bloei met Caüfornische pap, waaraan nven
2 pCt- loodarsenaat kan toevoegen.
Zonder bespuiting, ook in een boom
gaard met kippen, geen eerste.klas fruit»
Hoeveel gaat er, zonder degelijke en op
tijd verrichte besproeiing ieder jaar niet
verloren door wormstekigheid-
Lood-arsenaat is een vergif, doch in de
geringe hoeveelheid van slechts 2 pCt-
schijnt het voor de kippen absoluut ge
vaarloos te wé zen.
Hier en daar neemt men nog >n derde
nevenbedrijf in de combanitie op, hetzij
varkens, hetzij schapen, doch momenteel
zijn de geldelijke opbrengsten daarvan
zoo beneden peil, dat er op 't oogen-
blik van deze combinatie wel niet veel
zal komen.
Genoemde dieren doen het overigens
goed tusschen de kippen, zonder deze te
hinderen, althans wanneer de ruimte vol
doende is-
WELKE GROND IS GESCHIKT
VOOR FRUITTEELT?
De ervaringen van den laatsten tijd
leerden, dat ook op lichtere gronden en
zelfs op zandgrond, boomgaarden zeer
goede financieele resultaten kunnen op
leveren, indien de boomen op oordeel
kundige wijze worden behandeld en de
toevoer van het noodige plantenvoedsel
OfnJ
tjiwo
te
de
irt 4
j be
Best
1 bi;
Naast dï kl igrui.den koi
de lichte gronden voor de
merking.
Veel land ligt echter te laaj]e
water staat er te hoog om vo< a"ge:
plant van vruchtboomen gescli ar<£
De wortels kunnen dan ui van
de ontwikkelen,- daarnaast g is de
groote vochtigheid aanleiding tc np!'
baarheid en 'het optreden van vele
Voor deze streken, hoofdzi p be£
ons polderland, is nog wel
teelt van klein fruit als aal- e
sen en van appels en peren
vorm (deze wortelen minder
hoogstammen). Daar dan voor]
felfruit wordt gewonnen, kan
lijke teelt zeer zeker rendabelL pat
een hoenderpark kunnen de kj
voor den mest zorgen en krijg#
de combinatie van kippenhoudi
teler. Een dergelijke fruittuin
geen geschikte scharrelpraats
pen. Pl
Het planten van vruchtboomeiflkU
in den tijd, dat de groei nagj
staat, dus in de wintermaanden
tels van de jonge boomen zijn
gevoelig voor vorst, het planten n v|
bij zacht weer te geschieden. 1
voorkeur niet te laat in het se jol
dat de boomen tijd hebben zi< ,nz(
ten, de wortels hechten zich' va ie w
bodem, zoodat bij een droogte-i
boomen minder te lijden hebbe is i
Er gaan er meestal in het ejrarr
wel wat dood. maar men moet tn d
ten dit verlies zoo gering m<Jra6
deen zijn. v
Op gronden, die 's winters I
nat zijn, is het echter gewenschtl
ten tot het voorjaar uit te step
los staande boomen meer van
tigen grond hebben te lijden
staande.
Voor de boomen is het besrffcy
aanplant geschiedt in land, dat['
los gehouden wordt, dus. in
In de Betuwe is deze methode
gebruikelijk, men bebouwt daar
ook nog tijdens de eerste groei[
fruitboomen. In Limburg daarentet
men geregeld in weiland aan ec
kippenrennen zal men dit moe»
DE ZES-DAAGSCllE-[
Ze rijden en ze rossen,
Ze vallen neer bij bossclien;
Verrukt giert ieder van de pri
En heeft de slaap op zij geze|
Ze springen en ze jachten,
Zes dagen en zes nachten;
De kijkers off'ren geld en goed
Al kost het vaak zelfs haneblc
Ze stooten en ze duwen,
De wedstrijd mag niet luwen;
En steeds bij eiken nieuwen i
Weerklinkt het crisis-hoongelaclv
sch
tv
ird
illc
Het levenspeil moet dalen,
Doceerd men zonder falen;
En hier wordt huishoudgeld v:
Hier wordt in 't steuningsgoud|el
Het menschdom huilt en jaminf li
Maar Neerland Amstcrdammert
En spoedt zich maar 't R-A-l- g t
Terwijl thuis hong'ren kind en
Op! allen naar de wedstrijdbaai
Daar kun je loon en steun verd,
Daar heerscht de macht van 't
Zes nachten in d' emotie-zaal-
We gelooven mét onzen, meiia'
dat de sportrazernij de mensc a
eens verleidt om steun, of huis!
aan een vertooning als de Zes-lli(
te verdoen, maar in bovenstaan
regelen wordt hetgeen o-l- toch
uitzondering is, tezecr veralgemei
meenen ook te weten, dat de or
ren van den Zes-daagschen wie
strijd op sommige uren werkloe
de gelegenheid stelt om gra
R-A-l- gebouw te bezoeken
K»
al
Toen Karei dien Zondagmiddag me
vrouw Ooede een bezoek wilde brengen,
del-Je E'.la, een jongere zuster, die bij
haar inwoonde, hém mede, dat ze met
een zware verkoudheid te bed lag-
„Maar Karei," voegde Ella er aan toe,
„jc behoeft daarom niet direct weg tc
gaan."
De jongeman, die dat ook heelemaal
niet van plan geweest was, voelde zijn
hart sneller kloppen.
„Je moet weten," ging EUa voort, „het
jongste kind van mijn zus, Adri, is voor
een paar dagen bij ons gelogeerd- Je
houdt toch van kinderen?"
„Elija," gaf Karei, voorzichtig, toe.
„Mooi," zei EUa opgewekt, „dan wilt
jc haar misschien wel een uurtje bezig
houden? Oin je de waarheid te zeggen,
he-ft ze mij doodmoe gemaakt"
„O, hm," mompelde Karei, die aan de
■itnoodiging van Ella een geheel andere
•Wegging had gegeven.
„Je moet weten," zei Ella met een be-
toovcrendcn glimlach, „dat Dolly op. het
•ogenblik ecu beer is
„Een wat?" vroeg Karei
Op hetzelfde oogenblik kwam, onder 't
slaken van schrille kreten, een blonde
krtillebol vanonder de sofa uitkijken-
„Een booze beer," verduidelijkte Ella-
„Dolly," zei ze, „hier is een aardige
oom, die gekomen is om met je te spe
len."
Karei kreunde inwendig.
Toen kwam de bezitster van den blon
den krullebol heelemaal te voorschijn. Zij
ging vlak voor den bezoeker staan en
keek hem met groote, ernstige oogen
aan.
„Dat aardige oom?" vroeg de vijfjarige
Dolly twijfelend.
Zeker," bevestigde Ella, die moeite had
haar lachen te bedwingen.
Karei lachte geforceerd.
„Met Dolly spelen?" noodigde 't kind.
„Eh... ja... natuurlijk," zei Karei,die
zich allesbehalve op zijn gemak voelde-
„Vooruit dan," moedigde Ella aan, „be
ginnen jullie dan maar."
„Beginnen!" echo-de Dolly-
Karei keek Ella hulpeloos aan.
„Hup, hup!" riep Dolly opgewonden-
„Ze bedoelt, dat ze paardje wil rijden,"
legde Ella uit.
Karei ging op de sofa zitten-
Onmiddellijk klom Dolly op zijn knie,
greep zich me belde handen aan ziin
„Hup, hup!"
Karei liet het kind zoo wild op en neer
hotsen, dat haar tandjes in haar mond
rammelden.
„Niet goed, niet goed!" gilde Dolly.
„Je moet het langzamer doen," hielp
Ella haar kleine nicht- „En je moet er
bij zingen; hop paardje, hop, wij rijden
in galop
Karei begon opnieuw, ditmaal met een
overweldigend succes.
Het duurde niet lang of zijn das was
in flarden.
Dolly greep zich vervolgens krampach
tig aan Karel's haren vast-
„Ophouden 1" riep het kind plotseling-
„Dolly moe."
Karei hield op- „Zullen we 'n beetje
rusten, kleine meid?" stelde hij voor.
„Niet rusten, met Dolly Spelen," pro
testeerde de krullebol. .Toen vroeg ze
plotseling;
„Ben u echt Dolly's oom?"
Karei knikte en mompelde Jets onver
staanbaars.
„Is u dan met tante EI getrouwd?"
wilde het kind verder weten.
Karei kleurde tot achter zijn ooren-
„Eh.... neen, niet precies," stamelde
hij.
„Maat als u toch' Dollv'S noiw .-.i
„Niet zóón oom, maar een speciale
oom," mengde Ella zich in het gesprek-
Dolly dacht na- „Wat is een speciale
oom?" vroeg zij.
„Nu ja, >n speciale, aardige oom," ver
klaarde Ella vaag.
"Ja> ja, aardige oom," bevestigde Dol-
Iy enthousiast-
De kleine rakker vliede haar krulle
bol tegen Karel's wang; „Toentjë?" vroeg
ze.
Karei begreep haar niet.
„Ze vraagt of je haar kussen wilt,"
legde EUa uit-
Spontaan voldeed Karei aan dat ver
zoek-
iToen sprong Dolly van zijn knie op
den grond.
„Nu tante EI," beval ze.
„Eh..." zei Karei om Dolly af te lei
den, „zullen we nog eéhsóaardjê.rijden?"
„Niet paardje rijden! Tante Et'tientje
geven," hield Dolly aan-
Karei keek schuw naar de deur. Haas-
tig stond hij Op.
„Ik geloof, dat het mijn tijd wordt,"
begon hij.
Doch Dolly liet zleh' niet van Kaar stuk
brengen.
„Tante EI toentje geven," zeurde het
W»i/f
hij haar blik ontmoette keek h
wèer voor zich-
„Pas alsjeblief op, dat je haar
het huilen maakt," zei Ella ve
„Dan weet ik niet hoe ik haar
moet krijgen."
„Maarprotesteerde Karei.
„Kom, doe het kind dat ple
maar. Je behoeft het immers r
te doen- Doe dan maar alsof."
„Doen alsof!" riep Karei, I
zijn verlegenheid vergetend- „D at
heusch, dat ik jou net alsof zou
kussen? Als ik het doe, dan
het omdat ik het meen, omdat
je houd," besloot hij, ai zijn moe
rapend.
En toen meende Karei, dat hij
de.
„Meen het dan, als je wilt,
jongen," zei EUa zachtjes-
Dat liet Karei zich geen tv
zeggen.
Het duurde minstens twee voï ioi
ten voor Dolly er in slaagde de or
van tante El te trekken- b
„Tante El," zei ze toen, „als 1> "b
eens tegen, oom zegt: „Tante Ei
en" krijgt ze dan straks tw«j
is als oom weg is?"
IV.
1
iel
lij
10
t
je
ni
1
I
tl:
.1! t.
u
s