BRESKENSCHE COURANT flieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D. Het bittere erfdeel. Uit den goeden, ouden tijd. ert ferschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK. Breskens lü1 te FEUILLETON 44ste jaargang. Dinsdag 16 Octobtr 1934. Nummer 3976 7, erk nit zei 12, .ux< eskf UTi ABONNEMENTSPRIJS: Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40. Franco per post per jaar f 5.00. Buitenland per jaar f 6.50. Alles bij vooruitbetaling. ADVERTENTIEPRIJS Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer 10; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel Abonnements-advertenties groote korting. Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling) tjes De biecht van een Crisis-Burgemeester. o— I. en In de N. R. Crt. vinden wij de ontboezemingen van een burgerva der, onder bovenstaand opschrift. Een jaar of tien geleden zijn in '^dit blad eenige beschouwingen en ad ontboezemingen geleverd, die be trekking hadden op het burgemees- terlijke werk. En hoe staat het nu? Drukker hebben we het niet. Neen. Want we hadden het, in de pe riode .tusschen twee calamiteiten oorlog en crisis in, haast net zoo druk als nu. Toen ging het echter om iets te bereiken, nu om iets 3 te verhoeden. Toen was het een sport de belastingen te verlagen, nu gaat het er om de stijging niet al te snel te doen geschieden. Het werk tres is uitzichtsloozer geworden. Om ons heen in de gemeente —I kraakt het. Geruchten gaan over het exportbedrijf, dat den strijd niet lan ger kan volhouden; men mompelt, dat de groote galanteriezaak op de markt het zwaar te verduren heeft; er wordt verteld Sombere dingen waren rond. Het is als voorheen met den amgst, die in de lucht zat, den aingst voor de pwi JDI <E1 en Re om griep, die juist de sterksten aanviel ^en ter neer sloeg. jrijf Ook de crisis velt gevestigde za ken, die men dacht het eeuwige le ven te hebben, vl Terwijl de crisis nog maar steeds het bedrijfsleven als een looden last [ace bezwaart en de depressie, die als l) een tijdelijke was aangekondigd, de tegenspraak dreigt waar te maken, dat niets permanenter is dan het tijdelijke; terwijl wij hopen, zonder schokken op een lager vlak neer lord) te komen, staan de gemeentebestu ■vr ren voor de samenstelling van de begrooting 1935. Hoe genoeglijk toch is ons leven nt. in ambtelijken zin heenge- 2 u gleden, toen wij in volle zee slechts ior| door de deining van den tijd werden 41 op en neer bewogen. We kliefden de golven, ons schip dook voorover en hief zich weer op de klippen waren ver, er stond diep water en dit beteekende veiligheid. Maar nu we in de branding zijn - l n. :ten :n er sp 1 nd tui en 80. door Margaret pedler. Uit he Engelsch vertaald door A.E.c. VJERHARD-BERKHOUl 0 „O, als Pt op een verklaring aan komt Wa deed jij in .Jems huis Kwam je o mjj (e bespionneeren?" Zijn ooge-jehoten vuur. „Je weet oei goed, dat ik dat niet deed, 4woordde hij boos. „Ik had geen ide(jat j[. jou daar zou vinden, ik met Mortimer mee ging „Wie verwacl. je er jan te v;n. den? Carol. HKje jjem Qm jjaar na te gnanvrc. ze jleftig'. Hij hield zich moejte ;n t,e. dwang. „Nee, zei hij ;st_ g[ng om redenen vanmi{ met Mor(i mer mee, om b« Sand te zijn voor het geval ze 'genoeg was geweest om er heen „aan" „Hoe kwam je op hC dat gedaan zou hebben :rQ Her terecht gekomen een hoogst en kele zag het aankomen, maar werd als alarmeur beschouwd nu zijn we met ons allen aan het vechten, om te voorkomen, dat we op de rot sen worden stuk geslagen. We gooien het anker uit maar het slipt, we stoken de vuren op, om maar uit lager wal te blijven. Alle hens is aan dek gekomen. De kapiteinJa, de burgemees ter is in deze dagen zooiets als de kapitein van het schip, dat op het punt staat schipbreuk te lijden. In deze tijden voltrekt zich een wijziging in de omstandigheden, die voorheen de gemeentelijke besturen beheerschten. De raad stond aan het hoofd der gemeente, het dagelijksch bestuur deed de voorstellen, er was een ge regeld contact tusschen beide en het kwam voor, dat de raadsleden van den gang van zaken even goed op de hoogte waren als de wethouders. In de cuisine zag men de spijzen bereiden, die zouden worden opge diend. De keukendeur stond open of op een kier. Maar nu? Het contact is wat zoek geraakt, wijl het dagelijksch bestuur in de bestrijding van de werkloosheid en bij de hersenpijnigingen om de stij gende werkloosheid te blijven finan cieren, zich geleidelijk aan gaat voe len als het orgaan, dat de beslissin gen neemt. Dit is ongeveer de situatie: Als er geen geld is, kan ook de raad het niet op tafel tooveren. En als er een bezuiniging of een bespa ring moet worden tot stand gebracht, kan de maatregel, dien het dage lijksch bestuur voorstelt, wel door den raad worden afgestemd, maar het geld, dat met de besparing ge moeid is, kan niet gevonden worden en het peil der belastingen laat geen verzwaring van lasten toe. En daar om kan men over het jammerlijke van de opheffing van een nuttig in stituut wel een redevoering houden, of over het leed van nieuwe lasten jeremieeren en murmureeren, ten leste is het voorgestelde a prendre ou a laisser en nauwelijks te amen- deeren. In dat besef gaat zich een col lege van burgemeester en wethou ders wat voelen. Dat heeft ook zijn voordeelen. Men staat voor stijgende verantwoordelijkheid en dit waar- riek nieuwsgierig. Ze had zich al door verbaasd afgevraagd hoe Mac er toe was gekomen om in gezel schap van Sir Francis naar Jem's huis te gaan. Zijn gezicht betrok. Hij kon zich elk woord van het korte onderhoud dat hij den vorigen avond met zijn zwager gehad had herinneren, toen deze, op weg van het station, even op Greenwood was aangekomen. „Mijn vrouw is niet hier, wel?' had Mortimer, schijnbaar beminne lijk gevraagd. „Ik dacht, ik zal het even vragen nu ik toch voorbij kwam. dan zou ze met me mee kunnen rijden". En Mac had natuurlijk geantwoord dat Carol er niet was. Onmiddellijk was er een glans van dierlijken triomf in Sir Francis' oogen geko men. Dat antwoord had hij ver wacht. „Niet? Dan weet ik waar ik haar vinden kan die heilige zuster van jou. Ze zal bij Beresford zijn!" „Je liegt". Woedend kwam het over Macs lippen. „Zoo, lieg ik?" Sir Francis was weer zijn minzame zelf. „Als je dan zoo zeker bent van haar onschuld ga dan met me mee en onderzoek het zelf. pf ben je bang?" „Zeker zal ik met je meegaan". En hij was gegaan, hopende, dat als borgt op zichzelf al ernst en bezin ning. Altijd nog niet met loslating van politieke aspiraties. Deze zijn wel diep verankerd in ons volk. En in een kleine gemeenschap regeeren zij even oppermachtig als in een groote. Is er dan ook nog politiek te be zuinigen? Zeker wel. Of eigenlijk: er is politiek in hetgeen niet te be zuinigen is; er zijn politieke idealen, waarvan men zeer ongaarne af stapt; en er zijn politiek heilige huis jes, die onder geen beding voor sloo ping in aanmerking komen, ook al zijn ze in deze dagen sta-in-den- weg's en ook al belemmeren zij het verkeer. Deze heilige huisjes, hoe bouwvallig ook, worden zelden voor onbewoonbaarverklaring in aanmer king gebracht. Het jaar 1935. Zal dat nu eindelijk het hoogste punt zijn op den lijdensweg en krij gen we dan daarna de gemakkelijke daling, na al die adembenemende stijgingen, hooger, steeds hooger, tot er iets dreigde te barsten? Ja, als we den top eens in het zicht haddenI Maar een bocht onttrekt het ver dere tracé aan het gezicht en we moeten maar gelaten aannemen, dat achter die bocht een nieuwe stijging verborgen is. Och, als we alle tegenspoeden van te voren wis ten stel u eens voor, dat we in 1930 hadden geweten, dat in 1934 onze Leeszaal moest worden opge geven, dat we onze klassen met 50 en meer kinders moesten bevolken, dat ontslagen en loonsverlagingen aan de orde van den dag zouden zijn, en dat we bij den aanschaf van papier, pennen en potlooden op een dubbeltje zouden moeten kijken? De werkloosheid en de daarmee samenhangende steunverleening ont wricht het geheele financieele beeld der gemeenten. In dit jaar en in 1935 stelt de regeering een zeker bedrag beschikbaar, dat aan de ge meenten gezamenlijk ten goede komt als bijdrage in de kosten van steun verleening en werkverschaffing. Maar dat bedrag van 46 millioen is bij lange na niet voldoende, om, als bijslag aan de gemeenten, deze in staat te stellen, het geweldige, hoe langer hoe meer drukkende bedrag, dat de steunverleening eischt, op te brengen. Ze komen te kort, enkele kwamen vroeger te kort, verschelde Carol werkelijk een dergelijke dwaas heid had uitgehaald zijn tegenwoor digheid zou helpen om de gevolgen minder ernstig te maken en de woe de van haar man eenigszins in be dwang te houden. Met een paar korte woorden be antwoordde hij Herricks vraag en legde duidelijk uit, waarom hij mee was gegaan. „Het is jammer, dat je het gedaan hebt," zei ze lusteloos. Ze voelde zich merkwaardig on verschillig. Ze wist, dat wat ze tegen Jem gezegd had, de waarheid was dat zij en Mac met elkaar hadden afgedaan. Dit was het einde. Hij zou het haar nooit vergeven dat ze, zoo als hij dachl, bij Jem in diens huis was gaan soupeeren boosheid en jalouzie en bitter wantrouwen ver vulden hem geheel en alleen door hem de volle waarheid te vertellen over wat gisteren gebeurd was, zou ze zichzelf in zijn oogen kunnen vrijpleiten. En ze had niet het min ste plan om dat te doen. Wat er ook gebeurde, het feit dat Carol gisterenavond in Two Ways Cot tage geweest was, moest een geheim blijven. Onder de gegeven omstan digheden zou dat feit haar als het bekend werd ondragelijk in opspraak brengen een opspraak die door haastig vertrek, waaraan ze allen ne komen in de toekomst te kort. Het is al te kort, wat de klok slaat. Het rijk verhoogt de 46 millioen, die zij uit eigen middelen finan ciert, met de opbrengst van eenige belastingen, die zij aan de gemeen telijke schatkist onttrekt. Zoo komt er een bedrag bij elkaar, dat aan de gemeenten, meer dan voorheen naar de mate harer behoeften, ten goede komt. 's Rijks bijdragen in de normale kosten der gemeentelijke huishoudingen worden gewijzigd, voor het gros der gemeenten ver minderd. Alles bijeen zullen ernstig getrof fen gemeenten hier zijde bij spinnen; de rijke morren; ze worden genood zaakt haar arme zusters bij te sprin gen. (Wordt vervolgd). inspectietocht van Minister OUD door Zeeuwsch-Vlaanderen. o Zooals wij in ons vorig nummer hebben gemeld, heeft minister Oud op zijn inspectietocht door Zeeuwsch- Vlaanderen Donderdag twee gepant serde vrachtauto's in beslag laten nemen. De „Maasbode" deelt hierover nog de volgende bijzonderheden mede; Terwijl de reis, ook van Philip pine om Sas van Gent te bereiken, gedacht was over de zgn. „Vrije baan," de neutrale straat, die noch België, noch Nederland is, passeer de de auto van den minister twee groote veewagens, vrachtauto's waar in het gesnuif en gestamp de aan wezigheid van vee deden vermoeden. Een vijftal bewakers zat er bij of er op, blijkbaar wachtend op dingen die komen moesten of zouden. Dat was zonder twijfel vee, dat met over treding van de veewet moest worden uitgevoerd en met overtreding van de Belgische bepalingen daar bin nengesmokkeld. Alle reden pm te stoppen en te vragen wat men daar deed. „Op orders wachten". Maar de auto's zelf bleken te zijn voertuigen om krach tens de wet genomen dwangmaat regelen te verijdelen, tegen welker aanwezigheid de wet van 19 Juli j.l. Str. Wetb. 403, maatregelen heeft hadden meegeholpen, slechts nog er ger zou worden. Mac zou zijn zuster niet vergeven als hij de waarheid wist en Sir Francis zou zich wre ken op de verschillende manieren waarop hij haar leven ondragelijk kon maken. Nee, er was geen andere keus, ze moest zwijgen. Carol moest hier buiten gehouden worden, wat de ge volgen voor haar ook mochten zijn. En ze begreep ook, dat door de ironie van het noodlot het feit van een breuk tusschen haar en Mac het sterkste pleit voor Carols onschuld zou zijn. Het zou Sir Francis abso luut overtuigen dat zij en niet zijn vrouw gisterenavond Jems gast was geweest. Doch boven alles sloot Her ricks onwankelbare loyaliteit voor goed en altijd haar lippen. Je kunt niet een vriendin gaan redden, haar uit het gevaarlijke drijfzand trekken en dan, als je merkt, dat je hulp aan haar jezelf in onverwachte moei lijkheden heeft gebracht, haar weer terugduwen in het drijfzand en je zelf ten koste van haar redden. „Het was jammer dat ik kwam". Mac herhaalde haar woorden met groote bitterheid. „Ja, het was zeker jammer erg jammer wilde ik mijn geloof en mijn vertrouwen in jou behouden". „Heb je die dan niet nogal door: Guust Aernaudts. V. Baron Charles d'Aigremont had vele bezittingen in het Eiland. Hij was nen streng beer, maar recht vaardig en eenvoudig. Op z'n onverhoeds kwam hij af en toe nen keer over, hield dan groo te controle of zijn pachters de hovin gen volgens overeenkomste onder hielden, de vastgestelde brake lieten liggen en de vermaken van de wei den niet verwaarloosden. Op nen zekeren dag was ie weer overgekomen, en op den dijk vond ie Willem, de schaper van het Groen hof. Awel, Willem, nog altijd floris sant? zei hij. Ja, ja'k, meneer den baron, zei de schaper. Enmet de verdiensten Awel, meneer den baron, 'k heb zeven stuivers daags, zei Willem. Zeven stuivers daags, mijne man? Maar kunde daar van leven? Ja, ja'k, meneer den baron I Ik kan daar van leven, en 'k betale daar nog oude schuld van, en 'k zet nog geld op interest ookl Baron Charles d'Aigremont keek of hij het in Keulen" hoorde donde ren, en de schaper moest hem dat nen keer uitleggen. Awel, meneer den baron, dat ik van die zeven stuivers daags leef, is simpel genoeg. Ik heb wel geen voordere keure. Maar ik moet er bovendien mijn vijf jongens van te eten geven, 't Is nog al dikkels eer pels met rapen vaneigen, maar de verkens worden er wel vet van. Dat betert wel als ze nen keer groot worden en ook aan 't verdienen gaan. Ik beschouwe dat als geld op in trest. Ik heb dan nog m'n oude moeder bij me, die ik ook onder houd. Dat is die oude schuld, die 'k nog betaal, ziede? getroffen. Zware vóórbumpers om wegversperringen op te ruimen, pla ten en deuren met een extra-bescher ming, ijzeren ramen inplaats van glas naar believen op en neer te schui ven, coulissenvormige afsluitingsmo gelijkheid van radiatoren, die open en dicht getrokken konden worden heel gemakkelijk verloren?" „Gemakkelijk? Goeie God. Noem je dat gemakkelijk, als een man een vrouw, die hij liefheeft, in het huis van een ander vindt alleen?" „Je hoefde niet direct de ergste conclusie te trekken". „De minst erge gevolgtrekking, die ik maken kan is, dat je van hem houdt dat hij iets beteekent in (e leven. Méér waarschijnlijk dan ik daar je hem vóór laat gaan bo ven mij". „Waarom denk je dat?" vroeg Herrick vlug, haar ernstige oogen naar hem opslaande. „Je weet, wie de eenige vrouw in Jems leven is". „Misschien heb ik me vergist," antwoordde Mac scherp. „Sommige mannen hebben plaats voor meer dan een vrouw in hun leven". Ze deinsde plotseling voor hem terug. Dit was inderdaad het einde van alles tusschen hen. Het was on gelooflijk. dat Mac zooiets van 'haar kon denken. Ze kon niets afweten van de kleine voorvallen, die hem gedurende de lange uren .van den nacht gemarteld hadden en voedsel hadden gegeven aan de verdenking, die haar tegenwoordigheid in Jems huis had opgewekt. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1934 | | pagina 1