Oo rlogs herinnering en*
LIENTJE's POP
De Overweldiging van België.
Een moedige Jandgenoote.
Van het goede
en het vette der
democratie.
Het Lied van de Week.
Pluimveeteelt.
Eventjes Lachen.
Herinneringen aan de omzwervingen van een oud-
oorlogscorrespondent tusschen de strijdende partijen.
Het college St- Hadelin zou zeer zeker
ook met den grond gelijk gemaakt 'zijn,
wanneer er niet zoovele Duitsche gewon
den waren opgenomen en verzorgd.
Ik kon er alleen de benedenlokalen door-
loopen, want onder, aan elke trap, had
den de Duitschers een schoolbord ge
plaatst, waarop ze geschreven hadden, dat
op straffe des doods verboden was om
naar boven te gaan. Dr. Goffin lichtte
mc in, dat dc Duitschers gemeend had
den, dat vanuit de ramen der bovenste
verdieping van het gebouwlichtsigna
len zouden zijn gegeven-
Het college St Hadelin was een ka
tholiek internaat, waar den leerlingen een
gymnasiale opleiding werd gegeven. Bij
het uitbreken van den oorlog waren allen
met vacantie, alleen twee Zuid-Amerikaan,
sche jongens waren achtergebleven en
deze knapen, nauvvelijk 12 jaren oud, heb
ben den directeur heldhaftig geholpen in
zijn liefdevollen arbeid. Ze gingen mee
met Dr. Goffin, als deze gewonden ging
zoeken of dooden begraven. De Chileen-
schc gezant heeft naar aanleiding van wat
ik van deze jongens in de pers publiceer
de, met groote belangstelling naar ze ge.
informeerd en hun namen en portretten
opgevraagd.
in St. Hadelin trof ik ook nog onze
landgenootc van villa Rustica aan. Aan
haar was door de Duitschers toegestaan
om naar Nederland terug te keeren, het
geen mevr. Villers-Borret echter had af
gewezen.
Ze vertelde me, hoe haar man als ge
volg van de geweldige emotie, door een
beroerte was getroffen en inmiddels over
leden ze had geen eigen dak meer boven
het hoofd, want de mooie villa Rustica
was totaal verwoest en uitgebrand. Ze
bleef in de streek, omdat ze meende, dat
ze de menschen er nog van dienst zou
kunnen zijn. in Cherath had ze meerde
ren het leven gered. Omdat in die .ge
meente geschoten zou zijn, werden de
pastoor, de kapelaan, een rustend gees
telijke van 80 jaar, de burgemeester en
verscheidene notabelen veroordeeld om
gefusilleerd te worden. Niemand kon zich
behoorlijk verdedigd door onbekend
heid met de Duitsche taal. Als redster
verscheen mevr. Villers, die moedig op
de Duitschers toeschreed en ze in vloeiend
Duitsch aan liet verstand bracht, dat de
plaats, waar dan geschoten „zou zijn",
absoluut niet tot de gemeente Cherath
behoorde. En ze wist liet zoover te bren
gen, dat het doodvonnis werd ingetrok
ken Toch hebben de gevangenen nog
moeilijke uren moeten doorleven. Den ge-
heeleii nacht werden ze tegen den kerk
muur gezet de executieplaats! en
voortdurend werden ze met bajonetten
bedreigd. Des morgens werden ze tus-
schen een sectie soldaten in naar het
plaatsje Wandre geleid en aan de bevol
king werd bekend gemaakt, dat de ge
vangenen daar zouden worden gefusil
leerd. Mocht van de zijde der bevolking
een schot vallen zoo had de Duitsche
bevelvoerder aan mevr. de Villers mede
gedeeld dan zouden ze inderdaad op
staanden voet worden gedood, zoo niet
dan werden ze te Wandre vrijgelaten.
Mevr. de Villers hoopte, dat ze mid
dels haar kennis van de Duitsche taal
nog veel voor de ongelukkige bevolking
van de geteisterde streek zou kunnen doen.
weer een klein groepje vluchtelingen, ver
moedelijk één familie vormende. De men
schen schreien allen en zien voortdurend
met verwrongen gezichten om naar den
vuurgloed, waarin alles verteert, ook het
weinige, waarvoor deze menschjes mis
schien jaren lang hebben geploeterd. Uit
de tegenovergestelde richting naderen
twee soldaten, en een van hen wordt
door het vluchtende troepje herkend. Blijk
baar was hij bij deze menschen ingekwar
tierd geweest- Beiderzijds blijft men
staan; er is aarzeling. Een vrouwtje ziet
met haar beschreide oogen nog eens om
naar alles wat daar achter haar brandt
en dan ziet ze den Duit «er in de
oogen.... Maar ze strekt haar hand uit
en die van den vijand drukkend, snikt
ze: A-dieu! A-dieu!
De Duitscher slaat de oogen neer en
ook hij is zijn ontroering nauwelijks
meester.
Om wat het Duitsche leger tegen de
Belgische burgerbevolking misdreef, mag
men het heele Duitsche volk niet van
barbarisme verdenken. De Pommeranen,
die veel van de gruwelen uit de eerste
oorlogsmaanden op hun geweten hebben,
behooren nu juist niet tot de meer ge
civiliseerde bevolkingsgroepen van Duitsch-
land. En ook onder hen trof men nog
wel eens.... menschen aan.
We hebben eens gezien, hoe zoo'n sol
daat, zelf zwaar militair bevracht, op een
langen, zonnigen weg moeizaam de pak
kage torstte van een oude vluchtelinge,
die zich in de richting van de Nederland-
sche grens begaf. Eén zoo'n soldaat is
in staat om je af te houden van de
groeiende volkomenheid van je ongeloof
in de menschheid.
op beschuldiging, 'dat er uR het gebouw
geschoten zou zijn, terwijl dat schieten
in werkelijkheid geschiedde door dronken
soldaten, die ergens liepen te dwalen of
te plunderen.
Md. (Wordt vervolgd.)
De gebeurtenissen, welke ik in Visé had
aanschouwd, alsmede het feit, dat ik mijn
koerier uit die plaats niet had kunnen
terugvinden, maakten het noodig, dat ik
me op weg begaf naar de Nederland-
schc grens.
Nauwelijks ben ik buiten, of ik zie al
De eerste bekende, die ik op Neder-
landsch grondgebied, in Eysden, ont
moette, was een Hollandsche dame, die
met een Waal gehuwd was en een groot
restaurant dreef in Visé- Vóór de ver
woesting van de stad had ik een paar
maal in haar zaak vertoefd en als ze
me dan met angst gevraagd had, of de
Duitschers niet dlïes zouden gaan ver
woesten, daar ze er voortdurend mee
dreigden, dan had ik haar gerust gesteld
en geantwoord, dat ik ze tot zóó iets
miet in staat rekende.
Thans schreed ze schreiend op me toe
en herinnerde me aan mijn woorden. Heel
de zaak, waarin de jonge menschen hun
kapitaaltje hadden gestoken, lag tegen
den grond
In Maastricht heb ik me aanstonds in
verbinding gesteld met het Roode Kruis
aldaar en andere organisaties, welken zich
het lot der oorlogsslachtoffers aantrokken.
Nog denzelfden dag ging een voorraad
geneesmiddelen, verbandstoffen en levens
middelen onderweg naar Visé, ten behoeve
van den hulpdienst, welken Dr. Giffen
in St. Hadelin had georganiseerd-
lk ben later natuurlijk nog meerdere
malen in Visé teruggeweest, doch zal daar
over toch niet meer schrijven bij het ver
dere verhaal van mijn ervaringen op het
oorlogsterrein.
Slechts wil ik nog memoreeren, dat
Dr. Goffin zijn mooie, maar moeitevolle
taak is blijven vervullen. Vanuit Maas
tricht werd regelmatig in de voornaam
ste behoeften voorzien, maar de Duit
schers stonden zelfs nog niet de levens
middelen af, welke benoodigd waren voor
de ruim twintig gewonde Duitsche m»li
tairen, welke in St- Hadelin werden ver
pleegd. Slechts één keer is een militaire
dokter koinen kijken naar ze!
Herhaaldelijk is Dr. Goffin nog gevan
gen genomen en met fusillatie bedreigd
ons weekpraatje.
Een van de mooiste dingen ter wereld
vinden we de democratie; haar glans
wordt slechts verduisterd, doordat er
ook.*., democraten zijn. Zij bederven
het mooie van het geval.
Wanneer we in dit opzicht van „demo
craten" spreken in het algemeen, dan
doen we dat natuurlijk met de dosis
overdrijving, waarvan we ons in deze ru
briek, maar dan ook in deze alléén, ple
gen te bedienen.
De democratie, meenen we, wordt zoo
vaak verkracht door propagandisten van
dit schoone beginsel, die met 't dogma
der democratie zooveel naargeestig ego
isme dekken, gelijk mens< hen, die altijd
maar zitten te schransen, omdat eten
gezond is.
Dergelijke democraten voeden den weer
zin tegen wat op zich zelf mooi en goed
is. Ze wekken reactie en zijn dan dik
wijls nog karakterloos genoeg om zich
in die reactie te laten opnemen tegen
het beginsel in, hetwelk ze tot óp de
botten "hebben afgekloven.
In naam eener goede en verzorgende
democratie zijn in den goeden tijd rjjke
gaven ten deel gevallen aan wie ons langs
democratische paden hebben geleid; maar
nu de tijden zooveel slechter zijn gewor
den, blijkt het heel moeilijk om de be
voorrechten van toen, mei eenig mild
gevoelen jegens de thans noodlijdende
maatschapppij te stemmen.
in Haarlem werd eens een zeer bijzon
dere pensioenregeling geschapen voor
wethouders. Bepaald werd, dat iedere af
tredende wethouder, al had hij zijn func
tie slechts enkele jaren vervuld, recht had
op een dadelijk ingaand pensioen. Zelfs
bepaald jonge menschen hebben van
die regeling geprofiteerd, zonder dat in
de vette na-oorlogsche jaren iemand daar
aanmerking op maakte. Toen de crisis in
trad hebben drie van de aldus gepensi-
onneerden vrijwillig afstand gedaan van
hun uitkeering; doch' Mr. Bomans bleef
zijn pensioen toucheeren. Teneinde ook
hem, die toch een groot inkomen uit an
deren hoofde genoot, tot afzien van zijn
pensioenrechten te dwingen, werd ae
pensioenregeling herzien, in dier voege,
dat als wethouder verdiende pensioenen
eerst op 60-jarigen leeftijd zouden ingaan.
Die bepaling werd van terugwerkende
kracht verklaard.
Nóg was' Mr. Bomans niet te vermur
wen Hij stelde zich op het o i. overigens
formeel juiste standpunt, dat aan
eens verkregen rechten niet mocht wor
den getornd. We zeggen nóg eens: for
meel juist! Maar waar bleef de gemeen
schapszin van *dezen democratischen po
liticus en waarom deed hij niet vrijwillig
de daad, welke de maatschapppeïijke om
standigheden hein ingaven?
Het Haarlemsche raadsbesluit werd door
Ged. Staten beoordeeld en... Ged. Sta
ten onthielden er hun goedkeuring aan.
Ook dat is ongetwijfeld formeel juist ge
weest, maar moreel onjuist achten
we het, dat zulke beslissingen genomen
kunnen worden door een college, waar
in de belanghebbende Mr. Bomans is
lid van Ged. Staten zitting heeft, af
gezien van de vraag, of de betrokkene
persoonlijk al dan niet aan de totstand
koming van het besluit heeft meegewerkt.
Zulke dingen kunnen zelfs een demo
craat rebelsch maken.
Er zijn meer voorbeelden van deze
strekking te geven.
Mr. Diiys „vierde" dezer dagen zijn
25-jarig Kamerlidmaatschap- Tevens her-
dacht hij daarmee het feit, dat hij 25
jaar achtereen wachtgeld genoot als com
mies bij de Rijksverzekeringsbank. Dat
wachtgeld kreeg hij voor den duur van
zijn Kamerlidmaatschap en geniet Mr.
Duys intusschen nóg, hoewel hij geens
zins het plan meer kan hebben om ooit
in de rijks-ambtenarij terug te keeren.
Mr. Duys is ook nog 'n blauwen Maan
dag wethouder van Zaandam geweest en
heeft deswege reeds vele jaren een pen
sioen van 1000 gld. Mr. Duys heeft zich
intusschen ook een drukke advocatenprac-
tijk gevestigd. Mr. Duys heeft als Ka
merlid 5000 gld. schadeloosstelling. Enz.
misschien!
Mr. Duys heeft geen plan om van zijn
eens verkregen rechten iets te laten varen,
hetgeen in zekeren zin een zaak des hee-
ren Duys is.
Maar Mr. Duys voelt zich nu óók nog
geroepen om op stevige wijze van zijn
sympathie te laten blijken voor den N.S-
B.-slager-propagandist Roelofs, in diens
strijd tegen de z.g. corrupte practijken
van de democratie en ons parlementaire
stelsel.
Zóó iets is in staat om een democraat
zijn laatste restje gezond verstand te doen
verliezen en als gevolg daarvan heil te
laten zoeken bij het fascisme of natio
naal socialisme.
ER WAREN EENS TIEN CONDUC-
TEURTJES.
Tien conducteurs van lijn
8 te Amsterdam, hebben op
een gezamenlijk half lot de
honderddiuzend getrokken
Er waren eens tien conducteurtjes.
Die reden tesaam op lijn acht,
Die trokken de bel voor de klanten
Van 's morgens tot laat in den nacht,
Die knipten de kaartjes vol gaten,
Die trokken heel hard aan de bel,
Die lieten de tram lustig rijden
En verder geloofden ze 't wel.
Er waren eens tien conducteurtjes,
Die hadden in 't tramhuisje rust,
Die keuvelden wat met elkander
En praatte en rookten met lust.
Zij kochten te samen een lotje,
Toen stapten ze weer op de trem
En scheurden weer vroolijk hun kaartjes
Een ritje voor haar en voor hem.
Er waren eens tien conducteurtjes.
Voorkomend, beleefd en galant,
Die hielpen bij 't uitstappen dames
En gaven ze netjes een hand.
Die zetten voorzichtig de babies
Naast Mamma weer op het trottoir
En roepen bard naar den bestuurder:
Vooruit maar weer! Rijen 1 't Is klaar!
Er waren eens tien conducteurtjes.
Heel vroolijk, gelant en tevree,
Die kregen eens Juffie Fortuna
Bij 'n rit met hun trammetje mee
Ze waren zóó vriend'lijk en aardig,
Dat Juffie Fortuna toen dacht:
Die geef ik een aardig presentje,
Dat aardige stel van lijn acht.
Er waren eens tien conducteurtjes,
Die keken alkander eens aan,
Die hebben toen samen een feestrit
Heel blij met elkander gedaan.
Een floot er heel hard op z'n fluitje
Een stond als een vorst op 't balcon
Een stuurde en de andere zaten
Er in, Door het raam viel de zon.
TROUBADOUR.
ELECTR1CITE1T IN DE
PLUIMVEETEELT
door Ir. C. E- van de Stadt-
II.
Met het systeem van den avondmaal
tijd zijn te Beekbergen geen practische
ervaringen opgedaan. Bij dit systeem laat
men de kippen, bij 't invallen der duis
ternis, de zitstokken opzoeken, 0111 ze dan
te 8 a 9 uur weer te wekken door de
verlichting gedurende b.v- één uur vol in
te schakelen. Natuurlijk moeten ze dan
gevoederd worden, en even natuurlijk
moeten re, met behulp van een extra-
schemerverlichting, weer „op stok" wor.
kiel
en
den geholpen. Hoewel dit systi
praktijk goed schijnt te voldoen,1|
ocMendverEchting 0. i- te verkiel
de zeer eenvoudige installatie enf
arbeidsbesparing ten opzic'-te vai M"
dere systemen, waartegenover dl
besparing aan electriciteit geen aCI1
vooral niet bij de tegenwoordig i(lr'
tarieven. *oi
Rest nog te vermelden, dat J'É
lichting behoort aan te vangen
eind September en behoort te ij,
omstreeks einde Maart; het doe
is dus de ochtendverlichting,
lampen te 4 uur worden ontstol, s®
met behulp van een automatist
kelklok; ze kunnen dan te 8 i
's morgens worden uitgeschakeld
voeglijk uit de hand kan geschie ,n
dat dan toch wel steeds iemamteE
bedrijf aanwezig is. dgr
DE ELECTRISCHE VERWARJ J"„
Toen de stroomprijzen nog I .wc
ren, viel aan. electrische verwan 1 ba
te denken. De uit electriciteit s
warmte.eenheid (calorie) tocli 6VV(
duur, dat ondanks de vele gro<
deelen, aan de toepassing verbon
kon worden gedacht aan een
op eenigszins ruime schaal. Mc
voering der lage vastrecht-tariev
situatie evenwel geheel verander L
waar is de uit electriciteit verki I
lorie nog steeds duur in vergelij
langs andere wegen verkregen *j
eenheden, daar staat echter tegen
de uit electriciteit verkregen wai h
zéér nuttig laat toepassen- La!
trischen weg toch is het mogelij
ke gewenschte hoeveelheid warmt"
gewenschte temperatuur te bren
op de plaats waar de warmte
voorts vindt de omzetting van
teit in warmte steeds plaats
rendement van volle honderd pi ïfj
is het gemakkelijk om de war ftj
behulp van automatische tempera
laars precies te regelen. Voeg 1
voordcelen van groote zindelijk g
geheel ontbreken van verbrandin
weinig brandgevaar (althans bij e
electrische installatie) en de bc
arbeidsbesparing, die de electris
warming mogelijk maakt, dan
niet te verwonderen, dat juist in
veebedrijf, waarin de genoemde
van zooveel belang zijn, het
verwarmen hand over hand toenJof
mi
BROEDMACHINES. hei
Dat bij de broedmachines
successen geboekt konden worde
delijk. Zoo ergens, dan bestaat
toestellen de mogelijkheid om
nig mogelijk van de ontwikkeld^
verloren te laten gaan, terwijl Lint
juist bij de broedmachines de ei
van de elëctrisch verkregen wari zit
uiterst nauwkeurig en gemakkelijk d
ten regelen op elke gewenschte
tuur, prachtig tot zijn recht ko^eft
bezwaar was, dat in vroegere
electriciteitsvoorziening niet altij nid
bedrijfszeker was, dat het wel
voorkomen, dat in een bepaald n
te de spanning gedurende eenige
nog langer wegviel. Maar ook dit,
geldt thans niet meer; de betn
heid der electrische netten is
toegenomen en mocht er al
hoogst enkele maal een storing <)en
dan zijn. de storingsdiensten der Lra
teitsbedrijven wel zoo voortrefftn i
organiseerd, dat er al een war
moet zijn geschied, wanneer d<
niet binnen het halve uur is op
Meer en meer komen dan ook fIN
trische broedmachines in gebruik,
logisch is, wanneer men het onde,U(^
staatje nauwkeurig beziet, waarin °"c
gegeven, welke hoeveelheden p<
anthraciet en electriciteit aan ell-^
lijkwaardig kunnen worden gea< gec
broedmachines van verschillende
e j
istr
nai
pttroUuxo nuttn a»iet
groote broedmachines
(3000-9000 eieren) 70 L- 1 mud
kleine broedmachines
(100-000 eieren) 60 L-
VJi
N
Zou het heuseh niet gaan, man?
Neen, ik vind het beroerder dan ik
je zegge» kan, maar het gaat niet.
Je hebt nou toch weer werk, Hans,
cn
Goddank, ia! En voor jou en inij
is dat het gelukkigste cadeau, dat we
voor Lientje's verjaardag maar wenschen
konden, maar je weet, hoe we achter zijn
met alles. Het zal moeilijk zijn om het
weer in te halen, nu het loon zooveel
minder is dan vroeger, maar dat is ten
slotte zoo erg niet, nu ik er voor wer
ken kan.
Daarom dacht ik
Het is beter, Stien, dat we voor-
loopig alleen aan dat andere denken, dat
we nog te wachten zijn. Ook dat gaat
weer geld kosten. Meid, ik ben toch al
zoo blij, dat de ergste zorgen daarvoor
toch nog tijdig weggenomen zijn. Ik heb
er nu zoo'n angst niet meer voor.
Zacht streelde Van Hamel zijn vrouw
over het hoofd.
Ik had gedacht van een goedkoope
p°Pi je weet wel met zoo'n stoffen
kop. Lientje vlast er toch zoo op!
Juffouw Van Hamel lei nóg weer eens
de lakentjes qrOPf! in ii(>
wagen, welke eens Lientje's Sinterklaas-
cadeau was geweest in de dagen, toen
nog geen crisis hcerschte en geen werk
loosheid dreigde. Hemeltjelief, wat was
dat alles nog maar kort geleden en wat
zaten ze nu in de zorgen! Zelfs een goed
koope pop kon er niet af, een pop, waar
mee Lientje nu misschien veel bl ij der zou
wezcn dan met die dure pop van toen,
de pop, die kon slapen en „mama" kon
zeggen, maar welker kostbare hoofdje niet
bestand was gebleken tegen een val op
den grond.
De poppenwagen was van de vliering
te voorschijn gehaald, waarheen hij eens
verhuisd was, toen Lientje beu begon te
worden van het vele speelgoed, dat ze
bezat. Lientje had nu al een paar jaar
niets nieuws meer gekregen en ze was
wat blij weer met den wagen, die moe
der zoo aardig had opgeknapt. Moeder
had 'r beloofd, dat ze voor haar ver
jaardag een heel goedkoopen pop zou
krijgen, maarze zou misschien niet
eens in staat blijken om Lientje's beschei
den \erlangen te bevredigen.
Zou het heusch niet gaan, Hans?
We moeten verstandig wezen vrouw-
ti€! Van Hamel zuchtte zwaar. Het
viel hem toch blijkbaar óók wel moeilijk
verstandig te zijn.
tjes verjaardag en Lientje lag te bed. Ze
was erg mistroostig. Ze was nog vroe
ger naar bed gemoeten dan anders en
ze voelde zich erg teleurgesteld, '.t Kon
niet, had moeder gezegd, en ze had er
op gewezen, dat er zooveel kindertjes
waren, die het nog veel armer hadden
dan Lientje.
Voor het uiterlijk had Lientje zich dap
per gedragen, ze had van een paar lap
pen iets in elkaar gefrommeld, dat een
pop moest voorstellen en dat had ze in
den wagen gelegd, ondergestopt, toege
sproken en geknuffeld.
Ze kon den slaap niet vatten. Haar
gedachten waren tezeer vervuld van de
teleurstelling. Als ze even indommelde,
droomde ze van een mooie pop, die ze
kreeg. Een, die kon slapen en praten en
f,mama" kon zeggen. Maar telkens schrok
ze dan wakker en hervond ze de teleur
stellende werkelijkheid.
Wat was >t ook druk beneden. Er was
steeds maar gepraat, ook van stemmen,
welke ze niet kende. Lientje luisterde in
gespannen, maar ze kon toch niets ver
staan. Zou misschien tóch''t Was
met een lach van hoopvolle blijdschap,
dat Lientje eindelijk vast insliep.
't Was anders dan anders. Niet moe
der, maar vader haalde ze 's morgens
voor Lientje, zei hij.
Vader bracht Lientje eerst naar een
wiegje, waar een lief broertje in lei met
hoog.roode koontjes. Dat heeft de
ooievaar voor moessie gebracht, zei
hij. 'En toen voerde hij ze naar Lientje's
poppenwagen endaar lag een mooie,
levende pop in. Een, die kon slapen en
huilen en over een poosje mama zou
zeggen. Dat is een zusje zei vader.
Lientje kreeg een kleur van blijdschap;
ze klapte in de handjes en bedacht zich
geen oogenblik om haar pop den eersten
zoen te geven. Toen stapte ze naar moe
ders bed en kreeg ook moeder een blij
kusje.
Da's toch geen goedkoope pop, Hé
moessie? vrceg ze met een kleur.
Moeder kreeg tranen in de oogen,
maar daardoor heen lachte ze. Neen,
liefje zei ze goedkoop isJe niet,
maar moessie is er net zoo blij mee als
Lientje en ik was wat gelukkig, dat we
er al zoo'n mooie poppenwagen voor
hadden.
TROEF!
Een oude boer hoorde in zijn schuur
stemmen Hij deed de deur zachtjes open
waren kaart te spelen met 'n paar
Bij het derde spel vroeg een i
gens: „Wat is troef?"
De oude boer ging naar binnen
uit de daad bij 't woord voegend:
pen is troef! lk geef!"
LEVENSWIJSHEID.
De aanstaande schoonzoon: „Vint,
vreemd, mijnheer, dat ik uw doe g,
trouwen?"
Aanst. schoonvader; „Heelcm» u
jongen! Ik heb haar moeder i erne
trouwd. Later pas vind je dat v at
es,
GEFORCEERDE KUNSTw
wee
s,Waarom loopt Jan Druppe
hard?"
O, hij is doodsbenauwd, dat z'i
aan zijn adem zal ruiken, dat-i«
reld heeft, en nou Ioopt-ie hard on -cht
adem te komen." ^1
Stin
.Den
HUMOR IN DE CEL Wee
Bezoeker; En hoe is je naa eld.
goede man?
Gevangene: 999-
Bezoeker; Jawel, maar dat|j>er
niet je werkelijke naam?
Gevangene: Nee, dat is m*n
niem.
g<
Ah
len
w t
st
cht<
illii
sre
al
taa:
vei
irm
leid
fie c
Het
leanc
tod
m o]
tte 1
■gebi
aar