Oo rlogs herinnering en* LIENTJE's POP De Overweldiging van België. Een moedige Jandgenoote. Van het goede en het vette der democratie. Het Lied van de Week. Pluimveeteelt. Eventjes Lachen. Herinneringen aan de omzwervingen van een oud- oorlogscorrespondent tusschen de strijdende partijen. Het college St- Hadelin zou zeer zeker ook met den grond gelijk gemaakt 'zijn, wanneer er niet zoovele Duitsche gewon den waren opgenomen en verzorgd. Ik kon er alleen de benedenlokalen door- loopen, want onder, aan elke trap, had den de Duitschers een schoolbord ge plaatst, waarop ze geschreven hadden, dat op straffe des doods verboden was om naar boven te gaan. Dr. Goffin lichtte mc in, dat dc Duitschers gemeend had den, dat vanuit de ramen der bovenste verdieping van het gebouwlichtsigna len zouden zijn gegeven- Het college St Hadelin was een ka tholiek internaat, waar den leerlingen een gymnasiale opleiding werd gegeven. Bij het uitbreken van den oorlog waren allen met vacantie, alleen twee Zuid-Amerikaan, sche jongens waren achtergebleven en deze knapen, nauvvelijk 12 jaren oud, heb ben den directeur heldhaftig geholpen in zijn liefdevollen arbeid. Ze gingen mee met Dr. Goffin, als deze gewonden ging zoeken of dooden begraven. De Chileen- schc gezant heeft naar aanleiding van wat ik van deze jongens in de pers publiceer de, met groote belangstelling naar ze ge. informeerd en hun namen en portretten opgevraagd. in St. Hadelin trof ik ook nog onze landgenootc van villa Rustica aan. Aan haar was door de Duitschers toegestaan om naar Nederland terug te keeren, het geen mevr. Villers-Borret echter had af gewezen. Ze vertelde me, hoe haar man als ge volg van de geweldige emotie, door een beroerte was getroffen en inmiddels over leden ze had geen eigen dak meer boven het hoofd, want de mooie villa Rustica was totaal verwoest en uitgebrand. Ze bleef in de streek, omdat ze meende, dat ze de menschen er nog van dienst zou kunnen zijn. in Cherath had ze meerde ren het leven gered. Omdat in die .ge meente geschoten zou zijn, werden de pastoor, de kapelaan, een rustend gees telijke van 80 jaar, de burgemeester en verscheidene notabelen veroordeeld om gefusilleerd te worden. Niemand kon zich behoorlijk verdedigd door onbekend heid met de Duitsche taal. Als redster verscheen mevr. Villers, die moedig op de Duitschers toeschreed en ze in vloeiend Duitsch aan liet verstand bracht, dat de plaats, waar dan geschoten „zou zijn", absoluut niet tot de gemeente Cherath behoorde. En ze wist liet zoover te bren gen, dat het doodvonnis werd ingetrok ken Toch hebben de gevangenen nog moeilijke uren moeten doorleven. Den ge- heeleii nacht werden ze tegen den kerk muur gezet de executieplaats! en voortdurend werden ze met bajonetten bedreigd. Des morgens werden ze tus- schen een sectie soldaten in naar het plaatsje Wandre geleid en aan de bevol king werd bekend gemaakt, dat de ge vangenen daar zouden worden gefusil leerd. Mocht van de zijde der bevolking een schot vallen zoo had de Duitsche bevelvoerder aan mevr. de Villers mede gedeeld dan zouden ze inderdaad op staanden voet worden gedood, zoo niet dan werden ze te Wandre vrijgelaten. Mevr. de Villers hoopte, dat ze mid dels haar kennis van de Duitsche taal nog veel voor de ongelukkige bevolking van de geteisterde streek zou kunnen doen. weer een klein groepje vluchtelingen, ver moedelijk één familie vormende. De men schen schreien allen en zien voortdurend met verwrongen gezichten om naar den vuurgloed, waarin alles verteert, ook het weinige, waarvoor deze menschjes mis schien jaren lang hebben geploeterd. Uit de tegenovergestelde richting naderen twee soldaten, en een van hen wordt door het vluchtende troepje herkend. Blijk baar was hij bij deze menschen ingekwar tierd geweest- Beiderzijds blijft men staan; er is aarzeling. Een vrouwtje ziet met haar beschreide oogen nog eens om naar alles wat daar achter haar brandt en dan ziet ze den Duit «er in de oogen.... Maar ze strekt haar hand uit en die van den vijand drukkend, snikt ze: A-dieu! A-dieu! De Duitscher slaat de oogen neer en ook hij is zijn ontroering nauwelijks meester. Om wat het Duitsche leger tegen de Belgische burgerbevolking misdreef, mag men het heele Duitsche volk niet van barbarisme verdenken. De Pommeranen, die veel van de gruwelen uit de eerste oorlogsmaanden op hun geweten hebben, behooren nu juist niet tot de meer ge civiliseerde bevolkingsgroepen van Duitsch- land. En ook onder hen trof men nog wel eens.... menschen aan. We hebben eens gezien, hoe zoo'n sol daat, zelf zwaar militair bevracht, op een langen, zonnigen weg moeizaam de pak kage torstte van een oude vluchtelinge, die zich in de richting van de Nederland- sche grens begaf. Eén zoo'n soldaat is in staat om je af te houden van de groeiende volkomenheid van je ongeloof in de menschheid. op beschuldiging, 'dat er uR het gebouw geschoten zou zijn, terwijl dat schieten in werkelijkheid geschiedde door dronken soldaten, die ergens liepen te dwalen of te plunderen. Md. (Wordt vervolgd.) De gebeurtenissen, welke ik in Visé had aanschouwd, alsmede het feit, dat ik mijn koerier uit die plaats niet had kunnen terugvinden, maakten het noodig, dat ik me op weg begaf naar de Nederland- schc grens. Nauwelijks ben ik buiten, of ik zie al De eerste bekende, die ik op Neder- landsch grondgebied, in Eysden, ont moette, was een Hollandsche dame, die met een Waal gehuwd was en een groot restaurant dreef in Visé- Vóór de ver woesting van de stad had ik een paar maal in haar zaak vertoefd en als ze me dan met angst gevraagd had, of de Duitschers niet dlïes zouden gaan ver woesten, daar ze er voortdurend mee dreigden, dan had ik haar gerust gesteld en geantwoord, dat ik ze tot zóó iets miet in staat rekende. Thans schreed ze schreiend op me toe en herinnerde me aan mijn woorden. Heel de zaak, waarin de jonge menschen hun kapitaaltje hadden gestoken, lag tegen den grond In Maastricht heb ik me aanstonds in verbinding gesteld met het Roode Kruis aldaar en andere organisaties, welken zich het lot der oorlogsslachtoffers aantrokken. Nog denzelfden dag ging een voorraad geneesmiddelen, verbandstoffen en levens middelen onderweg naar Visé, ten behoeve van den hulpdienst, welken Dr. Giffen in St. Hadelin had georganiseerd- lk ben later natuurlijk nog meerdere malen in Visé teruggeweest, doch zal daar over toch niet meer schrijven bij het ver dere verhaal van mijn ervaringen op het oorlogsterrein. Slechts wil ik nog memoreeren, dat Dr. Goffin zijn mooie, maar moeitevolle taak is blijven vervullen. Vanuit Maas tricht werd regelmatig in de voornaam ste behoeften voorzien, maar de Duit schers stonden zelfs nog niet de levens middelen af, welke benoodigd waren voor de ruim twintig gewonde Duitsche m»li tairen, welke in St- Hadelin werden ver pleegd. Slechts één keer is een militaire dokter koinen kijken naar ze! Herhaaldelijk is Dr. Goffin nog gevan gen genomen en met fusillatie bedreigd ons weekpraatje. Een van de mooiste dingen ter wereld vinden we de democratie; haar glans wordt slechts verduisterd, doordat er ook.*., democraten zijn. Zij bederven het mooie van het geval. Wanneer we in dit opzicht van „demo craten" spreken in het algemeen, dan doen we dat natuurlijk met de dosis overdrijving, waarvan we ons in deze ru briek, maar dan ook in deze alléén, ple gen te bedienen. De democratie, meenen we, wordt zoo vaak verkracht door propagandisten van dit schoone beginsel, die met 't dogma der democratie zooveel naargeestig ego isme dekken, gelijk mens< hen, die altijd maar zitten te schransen, omdat eten gezond is. Dergelijke democraten voeden den weer zin tegen wat op zich zelf mooi en goed is. Ze wekken reactie en zijn dan dik wijls nog karakterloos genoeg om zich in die reactie te laten opnemen tegen het beginsel in, hetwelk ze tot óp de botten "hebben afgekloven. In naam eener goede en verzorgende democratie zijn in den goeden tijd rjjke gaven ten deel gevallen aan wie ons langs democratische paden hebben geleid; maar nu de tijden zooveel slechter zijn gewor den, blijkt het heel moeilijk om de be voorrechten van toen, mei eenig mild gevoelen jegens de thans noodlijdende maatschapppij te stemmen. in Haarlem werd eens een zeer bijzon dere pensioenregeling geschapen voor wethouders. Bepaald werd, dat iedere af tredende wethouder, al had hij zijn func tie slechts enkele jaren vervuld, recht had op een dadelijk ingaand pensioen. Zelfs bepaald jonge menschen hebben van die regeling geprofiteerd, zonder dat in de vette na-oorlogsche jaren iemand daar aanmerking op maakte. Toen de crisis in trad hebben drie van de aldus gepensi- onneerden vrijwillig afstand gedaan van hun uitkeering; doch' Mr. Bomans bleef zijn pensioen toucheeren. Teneinde ook hem, die toch een groot inkomen uit an deren hoofde genoot, tot afzien van zijn pensioenrechten te dwingen, werd ae pensioenregeling herzien, in dier voege, dat als wethouder verdiende pensioenen eerst op 60-jarigen leeftijd zouden ingaan. Die bepaling werd van terugwerkende kracht verklaard. Nóg was' Mr. Bomans niet te vermur wen Hij stelde zich op het o i. overigens formeel juiste standpunt, dat aan eens verkregen rechten niet mocht wor den getornd. We zeggen nóg eens: for meel juist! Maar waar bleef de gemeen schapszin van *dezen democratischen po liticus en waarom deed hij niet vrijwillig de daad, welke de maatschapppeïijke om standigheden hein ingaven? Het Haarlemsche raadsbesluit werd door Ged. Staten beoordeeld en... Ged. Sta ten onthielden er hun goedkeuring aan. Ook dat is ongetwijfeld formeel juist ge weest, maar moreel onjuist achten we het, dat zulke beslissingen genomen kunnen worden door een college, waar in de belanghebbende Mr. Bomans is lid van Ged. Staten zitting heeft, af gezien van de vraag, of de betrokkene persoonlijk al dan niet aan de totstand koming van het besluit heeft meegewerkt. Zulke dingen kunnen zelfs een demo craat rebelsch maken. Er zijn meer voorbeelden van deze strekking te geven. Mr. Diiys „vierde" dezer dagen zijn 25-jarig Kamerlidmaatschap- Tevens her- dacht hij daarmee het feit, dat hij 25 jaar achtereen wachtgeld genoot als com mies bij de Rijksverzekeringsbank. Dat wachtgeld kreeg hij voor den duur van zijn Kamerlidmaatschap en geniet Mr. Duys intusschen nóg, hoewel hij geens zins het plan meer kan hebben om ooit in de rijks-ambtenarij terug te keeren. Mr. Duys is ook nog 'n blauwen Maan dag wethouder van Zaandam geweest en heeft deswege reeds vele jaren een pen sioen van 1000 gld. Mr. Duys heeft zich intusschen ook een drukke advocatenprac- tijk gevestigd. Mr. Duys heeft als Ka merlid 5000 gld. schadeloosstelling. Enz. misschien! Mr. Duys heeft geen plan om van zijn eens verkregen rechten iets te laten varen, hetgeen in zekeren zin een zaak des hee- ren Duys is. Maar Mr. Duys voelt zich nu óók nog geroepen om op stevige wijze van zijn sympathie te laten blijken voor den N.S- B.-slager-propagandist Roelofs, in diens strijd tegen de z.g. corrupte practijken van de democratie en ons parlementaire stelsel. Zóó iets is in staat om een democraat zijn laatste restje gezond verstand te doen verliezen en als gevolg daarvan heil te laten zoeken bij het fascisme of natio naal socialisme. ER WAREN EENS TIEN CONDUC- TEURTJES. Tien conducteurs van lijn 8 te Amsterdam, hebben op een gezamenlijk half lot de honderddiuzend getrokken Er waren eens tien conducteurtjes. Die reden tesaam op lijn acht, Die trokken de bel voor de klanten Van 's morgens tot laat in den nacht, Die knipten de kaartjes vol gaten, Die trokken heel hard aan de bel, Die lieten de tram lustig rijden En verder geloofden ze 't wel. Er waren eens tien conducteurtjes, Die hadden in 't tramhuisje rust, Die keuvelden wat met elkander En praatte en rookten met lust. Zij kochten te samen een lotje, Toen stapten ze weer op de trem En scheurden weer vroolijk hun kaartjes Een ritje voor haar en voor hem. Er waren eens tien conducteurtjes. Voorkomend, beleefd en galant, Die hielpen bij 't uitstappen dames En gaven ze netjes een hand. Die zetten voorzichtig de babies Naast Mamma weer op het trottoir En roepen bard naar den bestuurder: Vooruit maar weer! Rijen 1 't Is klaar! Er waren eens tien conducteurtjes. Heel vroolijk, gelant en tevree, Die kregen eens Juffie Fortuna Bij 'n rit met hun trammetje mee Ze waren zóó vriend'lijk en aardig, Dat Juffie Fortuna toen dacht: Die geef ik een aardig presentje, Dat aardige stel van lijn acht. Er waren eens tien conducteurtjes, Die keken alkander eens aan, Die hebben toen samen een feestrit Heel blij met elkander gedaan. Een floot er heel hard op z'n fluitje Een stond als een vorst op 't balcon Een stuurde en de andere zaten Er in, Door het raam viel de zon. TROUBADOUR. ELECTR1CITE1T IN DE PLUIMVEETEELT door Ir. C. E- van de Stadt- II. Met het systeem van den avondmaal tijd zijn te Beekbergen geen practische ervaringen opgedaan. Bij dit systeem laat men de kippen, bij 't invallen der duis ternis, de zitstokken opzoeken, 0111 ze dan te 8 a 9 uur weer te wekken door de verlichting gedurende b.v- één uur vol in te schakelen. Natuurlijk moeten ze dan gevoederd worden, en even natuurlijk moeten re, met behulp van een extra- schemerverlichting, weer „op stok" wor. kiel en den geholpen. Hoewel dit systi praktijk goed schijnt te voldoen,1| ocMendverEchting 0. i- te verkiel de zeer eenvoudige installatie enf arbeidsbesparing ten opzic'-te vai M" dere systemen, waartegenover dl besparing aan electriciteit geen aCI1 vooral niet bij de tegenwoordig i(lr' tarieven. *oi Rest nog te vermelden, dat J'É lichting behoort aan te vangen eind September en behoort te ij, omstreeks einde Maart; het doe is dus de ochtendverlichting, lampen te 4 uur worden ontstol, s® met behulp van een automatist kelklok; ze kunnen dan te 8 i 's morgens worden uitgeschakeld voeglijk uit de hand kan geschie ,n dat dan toch wel steeds iemamteE bedrijf aanwezig is. dgr DE ELECTRISCHE VERWARJ J"„ Toen de stroomprijzen nog I .wc ren, viel aan. electrische verwan 1 ba te denken. De uit electriciteit s warmte.eenheid (calorie) tocli 6VV( duur, dat ondanks de vele gro< deelen, aan de toepassing verbon kon worden gedacht aan een op eenigszins ruime schaal. Mc voering der lage vastrecht-tariev situatie evenwel geheel verander L waar is de uit electriciteit verki I lorie nog steeds duur in vergelij langs andere wegen verkregen *j eenheden, daar staat echter tegen de uit electriciteit verkregen wai h zéér nuttig laat toepassen- La! trischen weg toch is het mogelij ke gewenschte hoeveelheid warmt" gewenschte temperatuur te bren op de plaats waar de warmte voorts vindt de omzetting van teit in warmte steeds plaats rendement van volle honderd pi ïfj is het gemakkelijk om de war ftj behulp van automatische tempera laars precies te regelen. Voeg 1 voordcelen van groote zindelijk g geheel ontbreken van verbrandin weinig brandgevaar (althans bij e electrische installatie) en de bc arbeidsbesparing, die de electris warming mogelijk maakt, dan niet te verwonderen, dat juist in veebedrijf, waarin de genoemde van zooveel belang zijn, het verwarmen hand over hand toenJof mi BROEDMACHINES. hei Dat bij de broedmachines successen geboekt konden worde delijk. Zoo ergens, dan bestaat toestellen de mogelijkheid om nig mogelijk van de ontwikkeld^ verloren te laten gaan, terwijl Lint juist bij de broedmachines de ei van de elëctrisch verkregen wari zit uiterst nauwkeurig en gemakkelijk d ten regelen op elke gewenschte tuur, prachtig tot zijn recht ko^eft bezwaar was, dat in vroegere electriciteitsvoorziening niet altij nid bedrijfszeker was, dat het wel voorkomen, dat in een bepaald n te de spanning gedurende eenige nog langer wegviel. Maar ook dit, geldt thans niet meer; de betn heid der electrische netten is toegenomen en mocht er al hoogst enkele maal een storing <)en dan zijn. de storingsdiensten der Lra teitsbedrijven wel zoo voortrefftn i organiseerd, dat er al een war moet zijn geschied, wanneer d< niet binnen het halve uur is op Meer en meer komen dan ook fIN trische broedmachines in gebruik, logisch is, wanneer men het onde,U(^ staatje nauwkeurig beziet, waarin °"c gegeven, welke hoeveelheden p< anthraciet en electriciteit aan ell-^ lijkwaardig kunnen worden gea< gec broedmachines van verschillende e j istr nai pttroUuxo nuttn a»iet groote broedmachines (3000-9000 eieren) 70 L- 1 mud kleine broedmachines (100-000 eieren) 60 L- VJi N Zou het heuseh niet gaan, man? Neen, ik vind het beroerder dan ik je zegge» kan, maar het gaat niet. Je hebt nou toch weer werk, Hans, cn Goddank, ia! En voor jou en inij is dat het gelukkigste cadeau, dat we voor Lientje's verjaardag maar wenschen konden, maar je weet, hoe we achter zijn met alles. Het zal moeilijk zijn om het weer in te halen, nu het loon zooveel minder is dan vroeger, maar dat is ten slotte zoo erg niet, nu ik er voor wer ken kan. Daarom dacht ik Het is beter, Stien, dat we voor- loopig alleen aan dat andere denken, dat we nog te wachten zijn. Ook dat gaat weer geld kosten. Meid, ik ben toch al zoo blij, dat de ergste zorgen daarvoor toch nog tijdig weggenomen zijn. Ik heb er nu zoo'n angst niet meer voor. Zacht streelde Van Hamel zijn vrouw over het hoofd. Ik had gedacht van een goedkoope p°Pi je weet wel met zoo'n stoffen kop. Lientje vlast er toch zoo op! Juffouw Van Hamel lei nóg weer eens de lakentjes qrOPf! in ii(> wagen, welke eens Lientje's Sinterklaas- cadeau was geweest in de dagen, toen nog geen crisis hcerschte en geen werk loosheid dreigde. Hemeltjelief, wat was dat alles nog maar kort geleden en wat zaten ze nu in de zorgen! Zelfs een goed koope pop kon er niet af, een pop, waar mee Lientje nu misschien veel bl ij der zou wezcn dan met die dure pop van toen, de pop, die kon slapen en „mama" kon zeggen, maar welker kostbare hoofdje niet bestand was gebleken tegen een val op den grond. De poppenwagen was van de vliering te voorschijn gehaald, waarheen hij eens verhuisd was, toen Lientje beu begon te worden van het vele speelgoed, dat ze bezat. Lientje had nu al een paar jaar niets nieuws meer gekregen en ze was wat blij weer met den wagen, die moe der zoo aardig had opgeknapt. Moeder had 'r beloofd, dat ze voor haar ver jaardag een heel goedkoopen pop zou krijgen, maarze zou misschien niet eens in staat blijken om Lientje's beschei den \erlangen te bevredigen. Zou het heusch niet gaan, Hans? We moeten verstandig wezen vrouw- ti€! Van Hamel zuchtte zwaar. Het viel hem toch blijkbaar óók wel moeilijk verstandig te zijn. tjes verjaardag en Lientje lag te bed. Ze was erg mistroostig. Ze was nog vroe ger naar bed gemoeten dan anders en ze voelde zich erg teleurgesteld, '.t Kon niet, had moeder gezegd, en ze had er op gewezen, dat er zooveel kindertjes waren, die het nog veel armer hadden dan Lientje. Voor het uiterlijk had Lientje zich dap per gedragen, ze had van een paar lap pen iets in elkaar gefrommeld, dat een pop moest voorstellen en dat had ze in den wagen gelegd, ondergestopt, toege sproken en geknuffeld. Ze kon den slaap niet vatten. Haar gedachten waren tezeer vervuld van de teleurstelling. Als ze even indommelde, droomde ze van een mooie pop, die ze kreeg. Een, die kon slapen en praten en f,mama" kon zeggen. Maar telkens schrok ze dan wakker en hervond ze de teleur stellende werkelijkheid. Wat was >t ook druk beneden. Er was steeds maar gepraat, ook van stemmen, welke ze niet kende. Lientje luisterde in gespannen, maar ze kon toch niets ver staan. Zou misschien tóch''t Was met een lach van hoopvolle blijdschap, dat Lientje eindelijk vast insliep. 't Was anders dan anders. Niet moe der, maar vader haalde ze 's morgens voor Lientje, zei hij. Vader bracht Lientje eerst naar een wiegje, waar een lief broertje in lei met hoog.roode koontjes. Dat heeft de ooievaar voor moessie gebracht, zei hij. 'En toen voerde hij ze naar Lientje's poppenwagen endaar lag een mooie, levende pop in. Een, die kon slapen en huilen en over een poosje mama zou zeggen. Dat is een zusje zei vader. Lientje kreeg een kleur van blijdschap; ze klapte in de handjes en bedacht zich geen oogenblik om haar pop den eersten zoen te geven. Toen stapte ze naar moe ders bed en kreeg ook moeder een blij kusje. Da's toch geen goedkoope pop, Hé moessie? vrceg ze met een kleur. Moeder kreeg tranen in de oogen, maar daardoor heen lachte ze. Neen, liefje zei ze goedkoop isJe niet, maar moessie is er net zoo blij mee als Lientje en ik was wat gelukkig, dat we er al zoo'n mooie poppenwagen voor hadden. TROEF! Een oude boer hoorde in zijn schuur stemmen Hij deed de deur zachtjes open waren kaart te spelen met 'n paar Bij het derde spel vroeg een i gens: „Wat is troef?" De oude boer ging naar binnen uit de daad bij 't woord voegend: pen is troef! lk geef!" LEVENSWIJSHEID. De aanstaande schoonzoon: „Vint, vreemd, mijnheer, dat ik uw doe g, trouwen?" Aanst. schoonvader; „Heelcm» u jongen! Ik heb haar moeder i erne trouwd. Later pas vind je dat v at es, GEFORCEERDE KUNSTw wee s,Waarom loopt Jan Druppe hard?" O, hij is doodsbenauwd, dat z'i aan zijn adem zal ruiken, dat-i« reld heeft, en nou Ioopt-ie hard on -cht adem te komen." ^1 Stin .Den HUMOR IN DE CEL Wee Bezoeker; En hoe is je naa eld. goede man? Gevangene: 999- Bezoeker; Jawel, maar dat|j>er niet je werkelijke naam? Gevangene: Nee, dat is m*n niem. g< Ah len w t st cht< illii sre al taa: vei irm leid fie c Het leanc tod m o] tte 1 ■gebi aar

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1934 | | pagina 4