RESKENSCHE COURANT
ieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. 0.
OPEN UW HART!
IHet biltere erfdeel.
bijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK. Breskens
FEIIILLETON
De moord op Alexander I
en Barthou.
4ste Jaargang. EERSTE BLAD.
Vrijdag 12 Octobar 1934.
Nummer 3975
ABONNEMENTSPRIJS:
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden I 1.40
Franco per post per jaar f 5.00
Buitenland per jaar t 6.50. Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer f 0; 15. Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnernents-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
Tengevolge van omstandigheden,
die geen enkel mensch beheerscht,
zelfs geen enkel volk, zijn thans
ook in ons land eenige honderddui
zenden vverkloozen, waaraan helaas,
ook Breskens zijn evenredig deei
levert. Daarbij komen dan nog in
steeds toenemende mate de kleinere
middenstanders, wier jnkomen dik
wijls zeer sterk is gedaald. Moreele
plicht en sociale verantwoordelijkheid
bevelen met gebiedende stem, dat
er hulp en steun verleend moet wor
den om de gevolgen en gevaren
van deze ontzaglijke euvelen zoo
veel mogelijk ter zijde te stellen.
Rijk en gemeenten steunen reeds
jaren met zeer groote bedragen, die
een zwaren last vormen voor de pu
blieke kassen. Hoeveel echter ook
door de overheid wordt gedaan om
de ontzettende gevolgen der werk
loosheid en al wat daar verder uit
voortvloeit te beteugelen, zij is aan
normen en aan grenzen gebonden bij
de steunverleening.
Daarom is het een bij uitstek
schoone daad geweest, toen in No-
- vember 1931 het Nationaal Crisis
Comité (N.C.C.) werd gesticht, waar-
'x(van het doel was het lenigen van
individueelen nood, welke het gevolg
is vain crisisverschijnselen.
Ik geloof niet, dat het noodig zal
zijn uit te weiden over alles wat
in de verstreken drie jaren door het
N.C.C. is verricht. Te minder nu
honderdduizenden Nederlanders de
vorige week hebben geluisterd naar
de radio-redevoeringen van de hee-
ren Slotemaker de Bruine en Ruys
de Beerenbrouck. Slechts stip ik hier
aan, dat door het N.C.C. en de on
geveer 800 plaatselijke comité's meer
dajn 5t/2 millioen gulden werd be
steed, waarvan 46 °/o in geld en
54 in natura.
Na de redevoeringen van die twee
staatslieden klonk, als glanspunt van
den avond, de welluidende stem van
H. K. H. Prinses Juliana door den
aether. Ontroerd en geboeid heeft
een groot deel van ons volk geluis
terd naar Haar, die als eere-voor-
door
MARGARET PEDI.ER.
nt het Engelsch vertaald door
fc. VUERHARD-BERKIIOU1
0
irtimer keek met snellen, ach-
chtigen blik de kamer door,
hij verwachtte Carol ergens
:r een stoel of canapé te ontdek-
Toen bleven zijn oogen op
gezicht rusten.
'aar is mijn vrouw?" snauwde
n Herrick kreeg den indruk
Ie beweging van een vergiftigen
die zijn kop vooruit steekt
e bijten.
bleef volmaajkt kalm.
oe zou ik dat weten?" zei hij
es. Waarschijnlijk thuis",
at geloof ik niet," antwoordde
'rancis zijn oogen valsch toe-
ïpen. „Ik laat me niet zoo mak-
om den tuin leiden. Ik weet
Big dat ze hier heen is gegaan.
is ze nu?"
vrees, dat ik u daarover geen
Hingen kan verschaffen," ant-
Me Beresford. „Maar ze is in
geval niet hier".
je, dat ik je maar zoo op
30
.41
.53
|.12
1.23
je woord geloof?" Sir Francis lachte
minachtend. „Geen sprake van". Hij
deed plotseling een uitval naar
de gordijnen en trok ze van elkaar.
Jem balde zijn vuisten.
„Ze .is niet achter de gordijnen
en ik zeg nogmaals, dat ze niet
hier in huis is. Verlaat onmiddellijk
het huis," begon hij op dreigenden
toon.
Nu kwam Herrick, die verschrikt
stil was blijven staan, impulsief naar
voren.
„Het is volkomen waar, Sir Fran
cis," zei ze. „Carol is niet hier".
Mortimer draaide zich met onver
holen ergernis in zijn blik naar haar
om. „En wat voert u hier uit, als
ik vragen mag?" vroeg hij op zach-
ten, zoetsappigen toon. „Mijn vriend
Kenyon zal het zeker erg interés-
seeren om dat te weten".
Het was alsof hij, nu de wreede
triomf die hij over zijn vrouw had
hopen te behalen, verijdeld was, toch
zijn vergiftige kaken in het eerste
het beste andere slachtoffer moest
slaan. Een ondeelbaar oogenblik
aarzelde Herrick en haar oogen
zochten radeloos die van Mac, naar
een teeken van begrijpen. Doch dat
was er niet. Het scheen alsof hij
met opzet vermeed haar aan te zien
en zijn gezicht bleef hard en ondoor
grondelijk strak, alsof het uit mar
mer gehouwen was. Toen, voelend,
dat als Carol gered moest worden
er geen aarzeling mocht zijn, noch
bij haar noch bij Jem, beantwoordde
ze Sir Francis' vraag.
„Ik zou zoo zeggen, dat dat van
zelf spreekt," zei ze kalm en wees
naar de tafel met de resten van het
souper voor twee personen.
Mortimers doorborende oogen ke
ken gretig langs de tafel, toen krul
de een langzame, kwaadaardige
glimlach de hoeken van zijn groo-
ten, slappen mond. „O, juist, ik zie
het. Een klein soupertje en tête-h-
tête. Aardig, heel aardig, hè Ke
nyon?"
Kenyon keek nog steeds niet in
Herricks richting, doch in plaats
daarvan rustten zijn oogen met een
kouden, staalachtigen glans eerst op
Jems gezicht en toen op dat van
Sir Francis zelf.
„Dan zal Miss Waylens tegen
woordigheid hier je althans hebben
overtuigd, dat je verkeerd was in
gelicht over mijn zuster, Mortimer,"
zei hij koel. „Ik heb nooit gedacht,
dat je haar hier zoudt vinden. Je
hebt me dus, zooals ik verwachtte,
voor niets hierheen mee getroond".
Sir Francis streek met twee bee-
nige vingers langs zijn kin.
„Toch niet geheel voor niets," zei
hij hatelijk. „Je hebt je kennis toch
weer vermeerderd, is 't niet?" Hij
zweeg en voegde er toen peinzend
bij: „Mr. Beresford schijnt een man
van ruime opvattingen te zijn".
Deze steek trof doel. Er kwam een
woedende uitdrukking in Macs
zitster een zoo groot aandeel in het
werk van het N.C.C. heeft gehad.
Welgemeenden en diepen dank
bracht zij aan allen, die in zoo rui
me mate aan dit schoone en onmis
bare werk hebben meegeholpen. Zij
stelde met nadruk vast, dat de nood
nog is gestegen en dat
de winter voor de deur staat.
Getrouw aan de schoonste en edel
ste tradities van het Oranjehuis, nJ.
om in tijden van nood en gevaar
warmer dan ooit met gansch het volk
mee te leven en naar vermogen te
steunen, klonk daarna Haar woord
van stoere onverzettelijkheid:
„De crisis is groot, maar groo-
ter zal onze hardnekkigheid zijn,
waarmee wij haar weerstaan".
En op dat woord volgde weer
Haar daad: een nieuwe gift van
f 90.0000!
Wij, Bressianers, die pas nog het
onvergetelijk voorrecht hadden, Haar
in ons midden te zien, willen ons
dit woord en deze daad tot richt
snoer en voorbeeld kiezen I
Want ook in onze gemeente is
crisisnood en zorg en ook bij ons
staat een moeilijke winter voor de
deur.
Daarom zal ons plaatselijk crisis
comité alle krachten moeten inspan
nen om zijn gezegend en onmisbaar
werk te kunnen verrichten.
Het groote inzamelingswerk staat
voor de deur.
Morgen zullen de ijverige collec-
trices, de dames
Jo Crince, Nanda Wisse, Mina
Klaassen, Jo Melieste. Marie Jansen,
Janna de Meijer, Jo Moggré, Suz.
Keijmel, Alida v. d. Broecke, Saar
v. Liere, Beppie Salomé, Marie de
Beer, Neeltje v. d. Heuvel en Lev.
Verpoorten zich tot U wenden en,
met hulp der muziekvereeniging
door het verkoopen van een speldje
de kais van het crisiscomité trachten
te vullen. Bij voorbaat brengen wij
haar allen onzen zeer hartelijken
dank.
Vab ons wordt dus nu ook een
daad verwacht!
Het speldje moet Uw eereteeken
oogen en hij maakte een plotseling
heftig gebaar een gebaar, dat
bijna onmiddellijk door zijn ijzeren
wil bedwongen werd.
Doch Jem deed geen moeite zijn
boosheid in te houden. Sir Francis
bittere spot sneed door zijn gespan
nen zenuwen. Zijn arm schoot uit
en zijn sterke vingers grepen den
ouderen man bij den kraag en schud
de hem door elkaar, zooals een ter
rier het een rat doet.
„Het is alleen je leeftijd, die
maakt, dat je het pak ransel (misloopt
dat je verdient, ploert," zei hij
heesch. „Maar nu mijn huis uit
en gauwl"
Voor het eerst in zijn leven had
Sir Francis geen andere keus dan
te gehoorzamen. Een gespierde arm,
die hem voortduwde, was een kracht,
waar hij niet tegen op kon en Jem
expedieerde hem snel de kamer uit,
de gang door en gooide hem door de
open deur in de armen van Hum
phreys, die buiten met de dogcar
stond te wachten. Toen leunde hij,
de deur weer sluitend, er een oogen
blik zwaar ademhalend tegen aan
en trachtte zijn zelfbeheersching te
rug te krijgen. Eindelijk keerde hij
langzaam naar de woonkamer terug.
Toen hij binnen kwam, vast besloten
om wat er verder zou gebeuren dien
avond onder de oogen te zien, liep
Mac met groote passen langs hem
heen en zei alleen kortaf:
„Jij zult Herrick wel thuis bren-
worden; het symbool van Uwe barm
hartigheid.
Open Uw hart!
Dan gaat
open Uw beurs.
Het hartbrekend Kaïns-woord: ben
ik mijn broeders hoeder? vinde zijn
verheven oplossing in den hoogsten
plicht, dien wij onder elkaar hebben
te erkennenDen naasten lief te heb
ben als ons zeiven.
En daarom: open Uw hart en geef
mild.
D. H. VAN ZUIJEN.
Breskens, Oct. 1934.
Twee medeplichtigen
van den dader gepakt.
Na een uitvoerig kruisverhoor heb
ben Novak en Benesj die Kroaten blij
ken te zijn, bekend, dat zij medeplich
tigen waren van den moordenaar
Kalemen.
Onmiddellijk toen hij bericht kreeg,
dat beiden aan de Zwitsersche grens
bij Annemasse waren gearresteerd, is
de Zuid-Slavische gedelegeerde bij den
Volkenbond, Fotlsj, naar de grens ge
komen.
Het was aanvankelijk moeilijk om de
twee mannen te verhooren, daar zij
slechts zeer gebrekkig Dultsch en geen
andere taal dan Kroatisch machtig ble
ken. Zij deelden mee, dat er nog andere
Kroaten lid waren van de terroristische
organisatie, die de toebereidselen voor
den aanslag hadden getroffen. Wanneer
het plan te Marseille zou zijn mislukt,
hadden zij optracht om het te Parijs
nog eens te probeeren.
Naar verluidt, is het de Zwitsersche
politie gelukt in verband met hun ver
klaringen nog een derden man te
arresteeren, die zich in een dorp in de
bergen ophield.
Novak en Benesj werden op het
Van de Westerschelde naar... Nias.
Bij het artikel van den heer L. B.
opgenomen in ons nummer van
Dinsdag j.l. was uitgevallen, dat het
was overgenomen uit het weekblad
„De Nederlandsche Jager".
gen als ze dat wil".
Jem draaide zich om.
„Verdkom terug, Kenyon,"
riep hij scherp, doch Mac was al
bij de deur en toen hij een beweging
maakte om hem te volgen, sprong
Herrick op hem toe en greep hem
bij den arm.
„Nee, laaf hem gaan," zei ze
gebiedend. Haar gezicht was doods
bleek, haar oogen schitterden. „Laat
hem gaan. Mac en ik hebben met
elkander afgedaan.
0
XXVII.
Een kwestie van loyaliteit.
„Ik heb geen verklaring te ge
ven'. Herrick sprak heel bedaard
en haar woorden vielen in de stilte,
als steenen in een meer.
Het was de dag na hun onver
wachte ontmoeting in Two Ways
Cottage en zij en Mac stonden tegen
over elkaar in haar kleine zitkamer
te Windycroft de kamer, waarin
ze eens tot het wondermooie be
grijpen van eikaars liefde gekomen
waren.
„Maar er moet toch een verkla
ring voor zijn". Macs manier van
spreken verried een soort koppig
geduld, een vast besluit om tot de
kern van de zaak door te (drin
gen. „En ik heb het recht die te
eischen".
Ze haalde de schouders op.
(Wordt vervolgd).