BRESKENSCHE COURANT
lieuws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
let bittere erfdeel.
Spiritisme.
en
ien
h
FEUILLETON
43ste Jaargang
Dinsdag 4 September 1934.
Nummer 3964
ABONNEMENTSPRIJS
Per drie maanden f 1.25. Buiten Breskens per drie maanden f 1.40.
Franco per post per jaar t 5.00
Buitenland per jaar f 6.50. Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels (0,75. Iedere regel meer f0;15. Ingez. Med. 30 cl. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
Verschijnt iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens
o
Men heeft thans bij herhaling in
je dagbladen kunnen lezen, dat de
eminente Engelsche natuurkundige,
Oliver Lodge, die nu 82 jaar oud
is een brief heeft geschreven, waar-
«n de inhoud slechts aan hemzelf
kelend is, aldus Dr. W. H. C. Ten-
haeh in de N.R. Crt.
Hij heeft dit stuk in een „safe"
opgeborgen en wil nu trachten
I(t0 hij zichzelf na zijn overlijden
nog in leven vindt den inhoud
van dezen brief langs ..mediumie-
lai «eg aan de op aarde levenden
bekend te maken.
Het denkbeeld om op deze wijze
te trachten, het voortbestaan na den
dood te bewijzen, is niet nieuw.
Reeds in 1904 kwam het in den
Rngelschen onderzoeker Pidding-
ton op en op 13 Juli van dat jaar
sctaf hij een brief van den na
volgenden inhoud:
„Indien ik ooit een geest word
tn dan mededeelingen kan doen,
ral ik trachten mij te herinneren,
jat i in een of anderen vorm het
l«al zeven wil overbrengen.
Daar het mij niet onwaarschijnlijk
mrkomt, dat het moeilijk zal vallen
bepaald woord, of een bepaalde
achte weer te geven, zou het
kunnen zijn dat ik, ofschoon
niet in staat het woord „zeven" in
titers of als geschreven getal „7"
oter te brengen toch zou kunnen
thten zulke uitdrukkingen als:
c zeven lampen der architectuur,"
ntig maal zeven," „wij zijn met
is zevenen," enz. weer te geven.
De reden waarom ik het woord
Mi kies, is, omdat zeven een soort
t.A'van mij is geweest van mijn pril
le jeugd af. Ik placht op straat
Bloopen volgens een rhythmus door
«tellen: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7. Ofschoon
1 1 tiet bijgeloovig van aard ben,
te ik altijd, schertsenderwijze ze-
«beschouwd als een of mijn ge-
j &getal„ /Als ik te Woking golf
Stpelen, tel ik het aantal wagens
vaa voorbijgaande treinen, en als
e en trein voorbij gaat, uit zeven
|*teas bestaande, de locomotief niet
lerekend, dan beschouw ik dit.
ik een gunstig voorteeken, en ik
door
MARGARET PEDLER.
het Engelsch vertaald door
jEX.VUERHARD-BERKHOUT
0
0 ,,Hij was heg] heel onvoor-
nuttig geweest in geldzaken," zei
met zorg zijn woorden kïe-
„En daardoor werden we ge
sneerd, verloren we alles. En toen
tel merkte wat hij gedaan had, hoe-
ellende hij over mijn moeder
liet heele gezin gebracht had,
c" J n'et den moed om het leven
lefl i'er te dragen. In werkelijkheid
hij aan hartverlamming, ver
haakt door den schok van zijn
1 Jes, maar hij werd dood in
Meerka
zijn
fipLn"kamer Sevonden met een ge-
aaf revo'ver op zijn schrijftafel
.jjjr Jlch en er is geen twijfel aan,
bij van plan was zichzelf dood
ten' «kt bleek uit een half
ebb^aa^-ten kr'ef' d'™ bij
moet
elliwmVUjzltten schrijven op het mo-
H" (ie dood hem overviel".
a a was heel onvoorzichtig ge-
lot- 6eMzaken". Onvoorzichtig 1
«Ml zonden en fouten moet dat
verbeeld mij dan dat dit zeggen wil,
dat ik mijn spel zal winnen.
Ik heb deze hebbelijkheid („tic")
waarover ik nooit met iemand
heb gesproken opzettelijk behou
den, daar ik het in het geval van
een voortleven na den dood voor
waarschijnlijk houd, dat de herin
nering aan deze gewoonte, welke ik
steeds heb zoeken te behouden, den
schok van den dood zal kunnen
doorstaan".
De heer Piddington stelde dezen
brief nu ter hand aan de toenmalige
secretaresse der Engelsche Society
f. Psychical Research, met het ver
zoek om dien brief in het archief
van het genootschap te bewaren.
Niemand behoudens hijzelf, wist iets
van den inhoud van dit schrijven
af. Zoo meende men althans.
Echter reeds dienzelfden dag kwa
men er bij mevr. Verrall, een auto
matisch schrijvend medium, die bij
herhaling den onderzoekers der En
gelsche S.P.R. als proefpersoon ge
diend had, berichten, waaruit bleek,
dat zij op supemormale wijze kennis
had genomen van de handeling van
den heer Piddington, Ze begreep
echter niets van den inhoud dezer
berichten, waarin slechts gezinspeeld
werd op den brief van den heer
Piddington.
Ruim drie jaar later (6 Aug. 1907)
werd door haar dochter (mej. Ver
rall), die eveneens het verschijnsel
van het automatisch schrift vertoon
de, de eerste toespeling gemaakt op
het getal 7.
„Een regenboog in den hemel.
Geschikt zinnebeeld voor onze ge
dachten. De zevenvoudige stralen
van een enkel licht
In April van het volgend jaar
kwam het getal 7 een paar maal
voor in automatisch geschreven me
dedeelingen van mevr. Verrall en op
8 Mei 1908 zeide mevr. Piper in
trance: „Wij zijn met ons zevenen.
Ik zei: klok tik, tik, tik". Later
werd herhaald: „Met ons zevenen
7 7".
Niet alleen door de dames Verrall
(moeder en dochter) en mevr. Piper
zijn nu een aantal mededeelingen
gekomen waarin gezinspeeld werd
op den inhoud van den brief van
Piddington, maar tevens door de da
mes Holland, Home en Frith, allen
te goeder naam bekend staande
zachte woord dikwijls bedekken. In
een oogenblik was Herrick tot de
conclusie gekomen, dat Macs vader
een mislukking van zijn leven had
gemaakt op ongeveer dezelfde wijze
als haar eigen vader had gedaan.
Het was wonderlijk. Wonderlijk
en verschrikkelijk. Maar toch was
er een onuitsprekelijke troost voor
haar in het was als een band
een droevige en treurige band, maar
toch een band tusschen haarzelf
en den man, dien ze liefhad.
Een poosje nadat hij opgehouden
had met spreken, bleven beiden zwij
gen, Herricks gedachten overrom
pelden elkander en de zijne waren
terug gegaan naar dien dag van
plotseling leed en wanhoop, toen hij
toevallig voor een onbeduidend iets
de studeerkamer van zijn vader was
binnen gegaan en hem in zijn stoel
in elkaar gedoken had gevonden
dood. Zijn hand, waaruit de penhou
der gevallen was, lag slap op een
half vol geschreven vel papier voor
hem en het dalende zonlicht flikker
de roodachtig op den loop van een
revolver, die vlak naast hem lag,
gereed om hem uit het leven te
verlossen.
„Ik kan het niet dragen," luidde
de laatste brief, die Macs vader ge
schreven had, „en kies dus dezen
eenigen uitweg. Jongen, tracht om
niet aan me te denken als aan een
lafaard en doe wat je kunt voor
proefpersonen der Engelsche S.P.R.
Met inbegrip van den heer Pid
dington waren er 7 personen betrok
ken bij deze merkwaardige „kruis-
correspondentie".
Het behoeft wel geen betoog
dat de heer Piddington in hootge
mate verbaasd was toen hem bleek
dat zes proefpersonen bekend bleken
te zijn met den inhoud van zijn
brief. Hij vroeg thans dezen brief
terug en na zich overtuigd te
hebben, dat de zegels ongeschonden
waren opende hij de envelop in
tegenwoordigheid van een bestuurs
lid der S.P.R. ten einde het bewijs
te kunnen leveren, dat men hier in
derdaad voor een uiterst merkwaar
dig probleem stond.
Het kan aan geen twijfel onder
hevig zijn, of zeer velen zouden,
wanneer de heer Piddington kort na
het schrijven van dezen brief over
leden was en men had nu dezelfde
berichten door bemiddeling van de
zes proefpersonen ontvangen, ge
meend hebben, met een zeer merk
waardig geval van z.g. kruiscorres-
pondentie te doen te hebben, waarin
dan voor ihen een overtuigend be
wijs zou hebben gelegen voor het
voortbestaan der menschelijke per
soonlijkheid na den dood van het
lichaam.
Nu dit alles zich echter tijdens
het leven van den heer P. afspeelde
werd men in verlegenheid gebracht
en onderscheidene bezoekers begon
nen zich af te vragen of men de
eischen, door o.m. A. Aksakow aan
een z.g. identiteitsbewijs gesteld,
wel langer als voldoende mocht be
schouwen.
In het spiritistisch tijdschrift: „Het
Toekomstig Leven", wees de heer
H. N. Fremery den spiritisten er
op, dat het geval Piddington hen
behoorde te -leeren, dat het leveren
van een afdoend identiteitsbewijs
veel moeilijker is. dan velen (in
die dagen) geneigd waren te geloo-
ven, maar hij oogstte met dit arti
kel slechts een matig succes, daar
zijn toenmalige medewerker, de
heer J. S. Göbel, in het geval
Piddington juist een bewijs voor
de geesteshypothese meende te mo
gen zien, daar hij n.l. aannam, dat
de geest van den overleden Engel-
schen para-psycholoog F. W. H.
Myers hier de hand in'het spel had.
Deze zou n.l. den inhoud van den
brief in het brein van den heer Pid
dington hebben gelezen en dezen
inhoud nu aan verschillende media
hebben geïnspireerd.
De heer Göbel meende gerech
tigd te zijn tot het stellen dezer
hypothese, daar enkele der auto
matisch geschreven mededeelingen
van Myers heeten te zijn. Zij zijn
althans met den naam Myers „onder
teekend".
Ongeveer 25 jaar zijn thans ver-
loopen, sinds Piddington zijn brief
schreef en de mededeelingen ont
ving.
In deze 25 jaar hebben onze
inzichten op dit zeer belangrijke,
maar tevens zoo uiterst moeilijke
gebied zich verdiept. Ofschoon ik
niet gaarne zou willen zeggen, dat
de uitkomsten (der huidige para
psychologische onderzoekingen heb
ben aangetoond, dat het middel,
door Piddington, Lodge, e.a. ter
hand genomen, om te pogen een
bewijs te leveren ten gunste der
spiritistische hypothese, als vol
maakt onvruchtbaar dient te worden
beschouwd, zoo past ons evenwel
nochtans de erkenning, dat wij thans
over een aantal feiten beschikken,
welke ons hebben doen inzien, dat
het probleem der identiteitsbewijzen
een veel moeilijker vraagstuk is, dan
men enkele tientallen jaren geleden
meende. De ervaring heeft ons ge
leerd, dat de mogelijkheden der
telepathie grooter zijn dan velen ooit
vermoed hebben, terwijl ook die der
z.g. helderziendheid grooter blijken
te zijn.
Voorts hebben wij geleerd doo rhet
spiritistische karakter van vele be
richten heen te zien.
Uiterst leerzaam zijn in dit ver
band de ervaringen van den Engel-
schen onderzoeker S. G. Soal. Men
vindt deze beschreven in de f, Pro
ceedings of the Society for Psychi
cal Research".
In 1921 kwam Soal in aanraking
met het medium Blanche Cooper
door wie zich geesten heetten te
manifesteeren.
Op 10 November manifesteerde
zich een „geest", die zich John
Ferguson noemde en beweerde, dat
hij op 3 Maart 1912 op 33-jarigen
leeftijd gestorven was. „Hij" verzocht
Soal zijn vrouw en zijn broeder Jim
je moeder en Carol. Ik heb mijn
rol gespeeld, het is uit. Ik zou alleen
maar een spaak in het wiel zijn
dus
Hier hield de brief op en de oud
ste Kenyon was, zooals hij daar zat,
gestorven aan een hartverlamming,
die de Dood goedgunstig gezonden
had om hem te ontlasten van een
schuld, die zwaarder was dan hij
kon dragen.
Mac rukte zich los van die ge
dachten aan het verleden en keerde
tot het heden terug.
„Je ziet dus, lieveling," zei hij
kalm, „dat het louter toeval was,
dat mijn vader geen zelfmoordenaar
werd. Maakt het eenig verschil voor
jou of je liefde voor mij dat hij
een zelfmoordenaar was, op het feit
na, maar wèl in bedoeling en laf
heid?"
„Natuurlijk niet".
„Waarom denk je dan, dat iets
wat een van jouw ouders gedaan of
gelaten heeft eenig verschil voor m ij
zou maken, als hetzelfde feit omge
keerd jou niet beïnvloedt?"
„Maar ik ben een vrouw. Man
nen zijn zoo anders," zei ze
langzaam met de gedachte aan Rex
Dereham scherp en bitter in haar
hart.
„Zijn ze? Nu, dan ben ik zeker
de uitzondering die den regel beves
tigt, want ik vind, dat jij en ik
vrjjwel gelijk zijn. We geven geen
van beiden om wat onze vaders en
moeders gedaan hebben. Dat schijnt
dus een goede grondslag te zijn om
op voort te bouwen. Herrick," hij
strekte zijn armen naar haar uit
„wil je nu bij me komen?"
Een laatste oogenblik aarzelde ze
nog, verschrikt, bang om het geluk
te grijpen, toen, gedreven door op
perst vertrouwen, ging ze tot hem
en hun lippen ontmoetten elkander
in een eersten, volmaakten kus, on
bezoedeld door twijfel of vrees.
0
XXII.
Voorgevoelens.
De eerste dagen van een engage
ment tusschen twee menschen, die
elkaar oprecht liefhebben, zijn om
geven door een aureool van gouden
licht, een mystieken glans, die lang
daama. als al het andere gewoon
en alledaagsch mag zijn geworden
of als twijfel en wantrouwen zijn ge
komen om te verwoesten, nog in
de herinnering blijft voortleven als
het visioen van het wonder „liefde".
En voor Herrick waren de dagen,
die onmiddellijk op haar engage
ment met Mac Kenyon volgden da
gen van verrukking doortrokken
van een groote vreugde, die te won
derlijker en heerlijker scheen door
het contrast met de duisternis en
wanhoop, die er aan vooraf waren
gegaan.
te melden, dat hij voortbestxxnd.
Op 17 November manifesteerde
deze „geest" zich opnieuw. Aanvan
kelijk meende Soal dat de familie
Ferguson hem geheel onbekend was,
maar langzamerhand doemden oude
herinneringen in hem op en daar
stond hem plotseling het beeld van
een zekeren James Ferguson voor de
geest, met wien hij (Soal jtop de
schoolbanken gezeten had. Nu be
dacht Soal zich, dat deze James
weieens een ouderen broeder gehad
zou kunnen hebben en dat deze wei
eens overleden zou kunnen zijn....
Er kwamen thans allerlei berich
ten, welke Soal's vermoeden beves
tigden en de John Ferguson, 'welke
zich thans door het medium Cooper
manifesteerde, beantwoordde geheel
aan de verwachtingen, welke Soal
gesteld had. Het beeld, dat hij zich
met betrekking tot John Ferguson
gemaakt had, bleek juist te zijn en
identiek aan het beeld, dat zich met
betrekking tot dezen „geest" uit de
van het medium af komstide berichten
liet vormen, ofschoon deze berichten
daarnaast nog allerlei bijzonderhe
den gaven, welke Soal niet wist.
Soal begon nu een onderzoek in
te stellen naar de juistheid der ge
gevens, nem door den „geest" ver
strekt. Zij bleken alle foutief te zijn.
John Ferguson bleek een fantasie
geest te zijn, een verdichtsel van
het medium, voor een deel ontstaan
onder invloed van een telepathisch
contact, dat kennelijk bestond tus-
scnen Soal en Blanche Coojper,
zonder dat Soal zich hier nochtans
van bewust was... Hiermede was
weer eens duidelijk gedemonstreerd,
hoe groot de invloed is, welke van
den proefleider op een medium, op
supemormale wijze, kan uitgaan.
Een zeker niet minder merkwaar
dige ervaring is de volgende, waarbij
wij eveneens met een imaginairen
geest te doen hebben:
Soal had een kennis, een zekere
Gordon Davis, dien hij overleden
waande. Op 4 Januari 1922 kreeg
hij, door middel van genoemd medi
um, een bericht van dezen, overleden
gewaanden bekende. In dit bericht
komen o.m. allerlei bijzonderheden
voor over de inrichting van een huis.
Geen algemeenheden, maar een zeer
nauwkeurige beschrijving.
In Februari 1925 kwam Soal tot
Er was een geluk, dat bijna pijn
deed zoo groot was het, in de reali
satie, dat de schaduw, die gedurende
de drie laatste jaren over haar leven
had gehangen en die gemaakt had,
dat ze zich een uitgeworpene voel
de, eindelijk was weggenomen en
niet meer meetelde. En de duidelijk
getoonde blijdschap waarmede het
nieuws van haar verloving door de
kleine groep vrienden te St. Heriot
was ontvangen, diende slechts om
haar geluk nog te vergrooten.
„Heb ik je niet aangeraden om
Mac de waarheid te zeggen?" zei
Lady Bridget in blijde triomf. „Ik
wist wel, dat hij groot en nobel
genoeg zou zijn om er niets om te
geven".
„Maar ik heb hem niet alles ver
teld," bekende Herrick. „Hij wou
niet eens weten wat vader gedaan
had dus toen zei ik het hem ook
maar niet".
„Hij had gelijk met er niet naar
te vragen," zei Mim. „Er is nog
nooit iets goeds voorgekomen uit het
opgraven en bekijken van doode
beenderen. Ik ben erg tevreden over
Mac," voegde ze er bij, met een
van haar plotselinge glimlachjes, die
haar gelaat deden stralen als het
zonlicht een vredig landschap, „hoe
wel het natuurlijk beteekent, dat ik
je weer ga verliezen".