RESKENSCHE COURANT
luws- en Advertentieblad voor geheel Zeeuwsch-Vlaanderen W. D.
fi
itiederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND. Telefoon 21. Postgiro 70179. Uitgave J. C. LE BLEU v|h E. BOOM-BLIEK, Breskens
jrste Blad.
FEUILLETON
it bittere erfdeel.
Binnenland
jaargang
Vrijdag 31 Augustus 1934.
Nummer 3963
"ij.
Seliti
LEI
ABONNEMENTSPRIJS
drie maanden 1.25. Buiten Breskens per drie maanden 1.40
Franco per post per jaar 5.00.
Buitenland per jaar f 6.50. Alles bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEPRIJS
Van 1-5 regels 10,75. Iedere regel meer f 0; 15- Ingez. Med. 30 ct. per regel
Abonnements-advertenties groote korting.
Kleine Advertenties tot hoogstens 5 regels f 0.40 (bij vooruitbetaling)
bestaat uit 2 bladen.
De Joodsche
Wereldconferentie.
o
0Ver de heele wereld ver-
jjoodsche volk heeft ter be-
van zijn belangen ver-
j organisaties geschapen,
^internationale. In verschil
den ontstonden ook in de
van de daar woonachtige
otpnisaties tot bescherming
welke zich tot taak
vpte komen voor bedreigde
in andere landen. Tot
ijjren geleden bestond er ech-
internationale organisatie
vrming van de rechten der
Se uitsluitend voor de Joden
was en zich van lokale in-
had kunnen vrij houden.
1919 ontstond gedurende de
irhandelingen te Parijs een
van Joodsch-democratische
[ingen van heel de wereld,
tot taak stelde tegenover
vconferentie den nadruk te
op de Joodsche aanspraken
Joodsche belangen te bescher-
Dit Comité des Délégations
kelt tezamen met de groote
scl-danocratische organisaties
Amerika, de American Jewish
ress, in de jaren 1932 en 1933
die wereldconferenties bijeen-
pen, die zich hoofdzakelijk be-
oden met de voorbereiding van
lodschwereldcongres, een soort
t van het verstrooide Jood-
rolk. Dit Joodsche wereldcon-
tad reeds in het tvoorjaar van
J bgeen moeten komen; de bij
ji' sping is echter vertraagd. Daar
van 20 tot 23 Augustus te
ie de derde wereldconferentie
[ekomen, bestaande uit afge-
van Joodsche vereenigin-
lit 26 landen, ter bespreking
Jttieele vraagstukken en tot
jmen van de daaruit voort-
cde besluiten.
Rde wereldconferentie is een
„parlement," welks afgevaar
i indirect gekozen worden en
de huidige omstandigheden als
enige wettige vertegenwoordi
door
ÏARGARET PEDLER.
'ht Engelsch vertaald door
UERHARD-BERKHOUT
0
Ws of hij plotseling alle on-
-—- 'Ven weifeling van het ver
'titer zich erp er niets
te maken wilde hebben.
01 voelde Herrick dat be-
want ze slaakte een kreet van
die bijna voor hij geuit werd,
"ord werd door zijn lippen op
ire. Ze sprong van den divan
hem te plntvluchten, doch
"dfde moment waren zijn ar-
0m haar heen en drukte hij
®et teedere, onweerstaanbare
teêen zich aan.
^fefste," zei hij, toen hij
^'de worstelen in zijn greep,
o ril jU n'et 'an8er te vechten
ltdingen, het geeft niet. Ik
nooit meer gaan. Integen-
JJ glimlachte met teederen
"'f.f3311 trouwen en zullen
MttWdg zijn".
gers van de Joodsche groote massa
kunnen worden beschouwd. In elk
eval zijn zij de eenigen, die het
Joodsche vraagstuk van het stand
punt van één gemeenschappelijk
Joodsch stelsel bezien en tegenover
de aanvallen op wereldschaal van de
vijanden der Joden een verdediging
op zelfde schaal van één centrale
plaats en volgens -een homogeen plan
stellen. In den loop van de laatste
jaren heeft zich n.l. een toestand
ontwikkeld, dat de Jodenheid van
verschillende landen tengevolge van
den op haar wegenden druk niet
meer in staat is, zich zelf te ver
dedigen en het ook niet durven wa
gen een beroep te doen op hun
volksgenooten in het buitenland. Een
klassiek voorbeeld hiervan zijn de
Duitsche Joden. In dergelijke ge
vallen grijpt thans de Joodsche we
reldconferentie, resp. het thans aan
haar ondergeschikte Comité des Dé
légations juives in en maakt, dikwijls
tegen den wil van de bevreesd ge
maakte Jodenheid, haar zaak tot een
aangelegenheid van alle Joden en
doet terzake stappen bij interna
tionale lichamen als de Volkenbond
of bij afzonderlijke regeeringen.
De joodsche wereldconferentie
draagt dus in hoofdzaak zorg voor
de buitenlandsch-politieke belangen
van het Joodsche volk, d.w.z. het
probeert de door Jodenhaat verstoor
de betrekkingen tot de buitenwereld
te herstellen. Ook de laatste Jood
sche wereldconferentie heeft zich
hoofdzakelijk met -dergelijke kwesties
bezig gehouden. De Joodsche we
reldconferentie van verleden jaar
heeft -de Jodenvervolging in Duitsch-
land beantwoord met de proclamatie
van den Joodsch en boycott tegen
Duitschland en besloten overal, waar
het maar doenlijk is, voor de zaak
der Duitsche Joden op te komen.
Ditmaal moest men er zich nu re
kenschap van geven, of er een mo
gelijkheid van onderhandeling met
Duitschland aanwezig was en een
verandering in het standpunt van de
Joden was gekomen. De wereldcon
ferentie was het er over eens, dat
de toestand van de Duitsche Joden
in het afgeloopen jaar nog erger
geworden is -en dat daarom de tegen
Duitschland geoefende boycott nog
versterkt dignt te worden. De rap
porten van de vertegenwoordigers
van, om de voornaamste te noemen,
Amerikaansche, Fransche, Poolsche,
„Maar Mac, dat kan niet," riep
ze. „Ik heb 't je toch al gezegd
en er is niets veranderd. Dezelfde
reden van toen bestaan nog
„Dan zullen we dat uitpraten en
er voor eens en voor altijd mee
afhandelen. Je hebt me verteld, dat
je niet getrouwd bent dat je niet
ergens een geheimzinnigen man hebt
weg gestopt in een gevangenis of
een krankzinnigengesticht en als
dat zoo is, is er niets ter wereld
wat tusschen jou en mij kan staan".
„Ja, toch wel, dat heb ik je al
verteld".
Hij schudde zijn hoofd.
„Je hebt me niets verteld, liefste,
dat is juist de moeilijkheid. Maar
nu zul je me alles vertellen". On
der al zijn teederheid voelde ze de
kracht van zijn besluit het on
wankelbaar besluit om de waarheid
te weten en haar hart zonk in haar
schoenen.
„Ik kan het niet ik kan het
niet, Mac," zei ze ademloos. „Het
zou niets helpen. Je moet me ge-
looven als ik zeg, dat er iets is dat
ons moet scheiden".
„Ik vrees, dat ik dat niet ge
loof, lieveling. Zie je dan niet in
dat het ten slotte van ons zelf af
hangt van jou en mij of we
iets om tusschen ons laten kojmen.
Laat me. hooren wat het is wat
Engelsche en Belgische boycottcom-
missies deden uitkomen, dat de boy
cott het krachtigste wapen in den
strijd tegen het Duitschland van Hit-
Ier is. De Joden zijn besloten dezen
strijd zoolang te voeren, tot het Der
de Rijk zich bereid verklaart de ge
lijkgerechtigdheid van de Duitsche
Joden te herstellen. Opmerkelijk is,
dat Duitschland met alle middelen,
ook ongeoorloofde, de uitwerking
van den boycott tracht te verzwak
ken. Zoo worden pogingen gedaan,
om Duitsche waren over Nederland,
waar zij tot Nederlan-dsch fabrikaat
geproclameerd worden, naar Polen
en andere Oost-Europeesche staten
uit te voeren. Deze pogingen tot
misleiding hebben echter niet kun
nen verhinderen dat een groot deel
van den beletten Duitschen uitvoer
andere landen ten goede gekomen is,
welker uitvoercijfers omhoog gin
gen. Om een voorbeeld te geven,
heeft Nederland verleden jaar ruim
1.900.000 gld. meer naar Polen uit
gevoerd, dan het jaar daarvoor
Een uiterst belangrijk onderwerp
van beraadslaging op de conferentie
was de bescherming van de na
tionale minderheden. Dit bescher
mingsstelsel bevindt zich in een sta
dium van acute crisis. Ten eerste
houden vele tot bescherming van
hun minderheden verplichte stater,
zich slechts zeer onvolledig aan de
desbetreffende artikelen. Ten twee
de is het Mind-erhedencongres, dat
44 miljoen leden van nationale min
derheden omvat, door de houding
van zijn Duitsche leden, die onder
den invloed van het nationaal-so-
cialisme gekomen zijn, in gevaar ge
bracht. Het Minderhedencongres is
echter de machtigste pleitbezorger
voor de belangen van de minderhe
den. Ten derde heeft de Poolsche
regeering aangekondigd, dat zij voor
de eerstvolgende Volkenbondsverga
dering zal voorstellen de minderhe
denbescherming tot alle leden van
den volkenbond uit te breiden. Dit
uit tactische overwegingen in te die
nen voorstel heeft ten doel de min
derhedenbescherming in discrediet
te brengen. De Joden hebben echter
het grootste belang bij de handha
ving van de minderhedenbescher
ming, daar zij overal minderheid en
nergens meerderheid zijn. Verder
hebben zij er in de sterkste mate
toe bijgedragen, dat het systeem van
minderhedenbescherming werkelijk
dat toch voor spooksel is, waar je
zoo bang voor bent en je zult zien
dat het ons niet kan scheiden".
Ze antwoordde niet, doch er kwam
een uitdrukking van vrees en ver
driet in haar oogen.
„Ik wacht nog altijd tot je het
me vertelt," zei hij na een paar
minuten van zwijgen en er was een
bedaarde vasthoudendheid in zijn
stem, waartegen ze het nutteloos
vond om te vechten. Ze kon even
goed probeerean haar krachten te
beproeven tegen een rots. Haar
lichaam wrong even in een beweging
van wanhoop.
„Nee, neel Wil je me niet laten
gaan, Mac? Toe, laat me het je
niet vertellen," smeekte ze.
Doch hij was niet te vermurwen
„Je moet," hield hij vol. „Liefsje
we kunnen zoo niet voortgaan, het
is ondragelijk. Ik vecht aldoor te
gen iets vaags en ontastbaars, ik
moet weten wat het is".
„Goed dan, als je het met alle
geweld wilt weten". Ze maakte lang
zaam, doch zeer beslist, zijn armen
om haar heen los en keek hem aan.
„Een van mijn ouders heeft iets
gedaan waar ik me over schaam,"
zei ze zacht en moeilijk. .„Niet een
onbeteekenend iets dat bedoel
ik niet, maar iets onteerends iets
heel slechts. Iets dat jij de eerste
heid geworden is. Het moest nu
overwogen worden, of men, ondanks
alle geboden voorzichtigheid ten
aanzien van Polen, van Joodsche zij
de weder de leiding in den strijd
tot het behoud van de minderhe
denbescherming op zich zou nemen
en tezamen met de andere belang
hebbenden tegen de ondermijning
van deze rechten zou strijden. De
wereldconferentie heeft zich voor de
aanvaarding van -den strijd en de
handhaving van de minderheden-
rechten uitgesproken.
Een ernstige zorg van de confe
rentie vormde het feit van de in vele
landen waar te nemen versterking
van den Jodenhaat, die politiek en
ook oeconomisch ten ongunste van
ae joden tot uiting komt. De con
ferentie nam uit vele rapporten van
deze vershijnselen kennis en kreeg
den indruk, dat het Joodsche vraag
stuk in dit tijdsgewricht een wereld
probleem geworden is. Het zal de
taak van de Joden zijn met alle
verlichte en cultureele elementen van
de heele wereld den strijd tegen de
anti-semietische reactie aan te bin
den. Want het anti-semietisme van
modernen stempel vormt niet slechts
een gevaar voor de Joden, maar ook
voor de algemeen-menschelijke cul
tuur en beschaving. Deze opvatting
is den laatsten tijd uit den mond van
vooraanstaande niet-Joden, onder
wie hooge geestelijke waardigheids-
bekleeders, tot uiting gekomen. In
zake den oeconomischen nood der
Jonen aldus was de conclusie
van de conferentie komen in de
eerste plaats maatregelen van eigen
hulp in aanmerking. Verandering van
beroep, kolonisatie, regeling van de
Joodsche emigratie zijn eenige in
overweging genomen methoden.
Ook organisatorische kwesties ston
den op de agenda. In de eerste plaats
werd besloten het voorgenomen we
reldcongres tegen 1935 bijeen te roe
pen, met behoud van de democra
tische beginselen voor de verkiezing
van de afgevaardigden. Men ont
veinsde zich niet, dat in sommige
landen vanwege de daar heerschen
de toestanden geen verkiezing kan
worden gehouden. En men heeft er
zich mee vereenigd, dat een deel van
de afgevaardigden niet door grond
verkiezingen zal worden verkregen
Verder is besloten tot reorganisatie
en uitbreiding van het politieke in
strument, het Comité des Délégations
juives. De werkzaamheden van dit
comité zullen op een breederen
grondslag worden gesteld en het zal
in staat gesteld worden met doel
treffender middelen dan tot dusver
de rechten van de Joden overal waar
zij geschonden worden, te verdedi
gen.
De wereldconferentie heeft na
gelaten in intern Joodsche aange
legenheden in te grijpen. Zij legde
den nadruk op de allen Joden ge
meenschappelijke belangen van af
weer van de van buiten dreigende
gevaren. Zij volgde daarbij slechts
den raad op, dien Barthou, de Fran-
sche minister van buitenlandsche
zaken, in zijn begroetingsbrief aan
het congres gegeven heeft. Hij
schreef n.l., dat de Joodsche wereld
conferentie „de menschelijke en wet
telijke gelijkheid van alle religies en
rassen proclameeren" moest en „tot
verstand en hart van de wereld"
spreken moest. Alsdan zou haar stem
door alle menschen van goeden wil
gehoord worden.
zou zijn om te veroordeelen en
dat iedereen zou veroordeelenO
het is verschrikkelijk om je te moe
ten schamen voor een van "je
ouders," riep ze, haar handen ineen
klemmend. Toen met iets smee
kends; „Toe, vraag me toch niet
om te zeggen wat het is, Mac
Ik ik kan het niet doen". De
haperende, pijnlijke bekentenis was
er uit en ze stond met gebogen
hoofd voor hem, haar handen jneen
geklemd voor zich neer hangend,
als iemand die een veroordeeling
verwacht.
Mac legde een oogenblik zijn han
den op haar schouders.
„Ik dank je, liefste, dat je het me
verteld hebt," zei hij teeder. „En
mijn antwoord op dit alles is: dat
het me niets kan schelen wat je
ouders deden of een van hen gedaan
heeft. Ik wil niet met hèn trouwen
maar met jou. Ik ga je ook niet
vragen wat het was dat behoef
ik niet te weten. Al wat ik weten
wil, liefste, is, of je genoeg van me
houdt om met me te trouwen
of je me genoeg liefhebt en genoeg
vertrouwt".
Ze hief haar gebogen hoofd op.
De kleur, die uit haar gezicht ge
weken was toen ze met moeite de
gehate bekentenis aflegde, kwam
langzaam naar haar wangen terug.
De Koningin in Noorwegen.
Men schrijft uit Aasgaardstrand
in Noorwegen, d.d. 28 dezer aan de
Maasbode, dat H.M. de Koningin
op dien dag in gezelschap van de
Prinses een korten tocht heeft ge
maakt in een open motorboot op de
Oslofjord in de omgeving van Aas
gaardstrand. Men had makkelijke
stoelen neergezet in de boot, maar
hiervan wilde de Koningin niets
weten. H.M. stelde zich tevreden
met een plaats op een houten bank
van de boot.
De tocht is de Koningin, die er
opgewekt uitzag, goed bevallen.
In den namiddag maakte H.M.
een tocht per auto naar Hogden,
dat noordelijker ligt en vanwaar zij
met de veerpont naar den anderen
oever van de fjord overstak om van
het dorpje Moss uit nog eens op
nieuw van het uitzicht op Aasgaard
strand te genieten. Langs denzelfden
weg keerde H.M. naar haar hotel te
rug.
Dit is het eerste uitstapje geweest,
dat ae Koningin sedert verscheidene
dagen heeft kunnen maken, daarbij
genietende van het prachtige zomer-
„Ik heb je lief en vertrouw je
volkomen," zei ze eenvoudig. „Dat
is het niet, Mac. Ik geloof niet,
dat je het begrepen hebt, zelfs nu
nog niet, Mac. Ik ben het kind van
mijn ouders, hun bloed is het mijne
en zooals ik je al zei, het is slecht
bloed. Eens zal misschien dezelfde
zwakheid, dezelfde slechtheid in mij
opkomen en ik zal er niets aan kun
nen doen. Begrijp je niet, dat ik
daarvoor zoo bang ben?"
„Ik niet," zei Mac, „ik ben niet
bang, voor een zwakheid of een
slechtheid -die ineens in jou tot uiting
zal komen". Hij glimlachte. „Ik heb
er nog nooit een spoor van gezien.
Luister liefste," ging hij voort, toen
haar gezicht nog bedroefd bleef
staan. „Ik zal je iets vertellen en
misschien zul je er dan anders over
denken". Hij zweeg even, alsof hij
trachtte te bedenken, hoe hij het
haar zou vertellen en ging toen kalm
voort. „Niemands ouders zijn vol
maakt, sommigen verre van dat.
Mijn eigen vader werd er alleen
door omstandigheden voor behoed
om een zelfmoordenaar te worden".
Ze huiverde. Zelfmoord een
van de schaduwen die haar eigen
leven verduisterd hadden.
(Wordt vervolgd).