Breskensche Courant
200
100
25
U<
t
et bittere erfdeel.
or
deurjj,.
g O
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
apening.
I Ir^rt' ^et za^
tel
ra
FEUTLLETON
en
aargang
Woensdag 25 Juli 1934
Nummer 3952
WEMENT:
rlaal 1.25;
tskens .40.
1/ 6,50 per
erin$L p" kviar-
65; en buiten
m f 0,725. Bui-
'3,50 per jaar.
Verschijnt
iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk I uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
f5 oer zekering voor Je
\tgcn ongelukkenen
l volgende bedragen:
ADVERTENTIËN:
itan 1—5 regels f 0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadüertentiên bij
regelabonnement groote
kortingTarief op aan
vraag verkrijgbaar
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken
gld bij dood gld bij ver- /n gld bij ver- a /n gld bij ver
door y ties van een lies van een I lies van een
een ongeluk hand of voet oog W duim
De risico oan bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" Ie s-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
Wijsvinger
1 gld bij verlies
lij van eiken
anderen vinger
n g tveetv\e 3r om
hand _0_~
Enz.
estek voor de aanbesteding
;emeentewerk ligt voor he
mden ter Secretarie ter in-
te geven door den Architect
a.s. des nam. 5 uur aan de
- niool in de kom.
f f Qjvingsbiljetten in te zenden
ip 3 Augustus a.s. 11 uur.
DE BURGEMEESTER.
aankondiging van minister
B, Engeland's waarnemende*
rei dat de regeering voorne-
B de luchtmacht met 41 es-
uit te breiden, waardoor men
land zelf over 75 in plaats
eskaders zal komen te be-
inimw. w'as geen verrassing, al-
lil|Krrassing zijn als men straks
pt, dat de vloot een belang-
tbreiding zal moeten krijgen
1 er ten slotte aan het leger
f OflfeT wel het een en ander ge-
^Soeten worden. Engeland staat
niet alleen, wij hebben hier
gewezen op de Italiaansche,
ie en Amerikaansche plan-
iwaagd van de ongerustheid
fkije, van Japan's eischen tot
j|t in vlootmacht met Engeland
Jclif Ver. Staten. Zoo zou men
A Joor kunnen gaan; schier geen
4f het doet pogingen zijn weer-
!ut( of weermiddelen te verster-
awin merkte bij de indiening
ijn plannen op, dat de diverse
fingen, die Engeland sinds den
S bestuurd hebben, met kracht
litiek van internationale ont-
ing hebben voorgestaan. In
[lie P°£ingen tot bevordering van
>olitiek door zelf het voorbeeld
md
en, hebben wij onze wapening
gd tot een gevaarlijk peil, in
ar door
Margaret pedler.
bfiPit het Engelsch vertaald door
VUERHARD-BERKHOUT
fi
rkin zou met haar mee kun-
gaan," had Mim met een ern-
gezicht gezegd. „Hij is een erg
wwbare man".
len ik soms geen erg betrouw
man?" vroeg Gair. „Na mijn
Je prestaties aan het meer dacht
lat mijn referenties zouden lui-
„degelijk en energiek, betrouw
m alle omstandigheden". Her-
ging hij dramatisch smeekend
»nu vraag ik jou, prefereer
N of Larkin? Kies!"
At ^as hefste op mezelf,
lfr* je," antwoordde Herrick on
ödelhjk.
^pfd^1 ^a(^y bridget schudde haar
->Ik geloof niet, dat je dat moet
)^T1, Protesteerde ze glimlachend.
F bent nog niet erg sterk",
„in dat geval zal ik van twee
de hoop, dat anderen ons voorbeeld
zouden volgen, aldus de waarnemen
de premier. Wie geregeld onze be
schouwingen over de ontwapenings
conferentie en haar voorbereiding
gelezen heeft, weet, dat naar onze
meening aan Engeland evengoed een
deel van de verantwoordelijkheid der
mislukking toekomt als aan andere
landen, maar dat neemt niet weg,
dat Baldwin gelijk heeft met te zeg
gen, dat Engeland, in tegenstelling
met andere landen, zijn weermacht
aanzienlijk heeft beperkt. Wij zullen
niet nagaan in hoeverre financieele
nooden hier gebiedende eischen stel
den en evenmin in hoeverre Enge
land door zijn speciale positie eerder
tot een dergelijke beperking kon
overgaan dan enkele andere groote
mogendheden. Stellig mag men ech
ter zeggen, dat het zijn politiek van
beperking van wapening niet zou
gevoerd hebben indien het zich niet
betrekkelijk veilig had .gevoeld. Dat
het thans met een zekere overhaas
ting beginnen gaat het verzuimde in
te halen, is een kwaad teeken. Het
beteekent dat in de oogen der En-
gelsche politici en militaire deskun
digen de periode der betrekkelijke
veiligheid voorbij geacht wordt.
Wij hebben er hier al meer op
gewezen, dat de groote ontwikkeling
van "het luchtwapen de positie van
Groot-Britannië grondig gewijzigd
heeft. Kon het zich vroeger in zijn
isolement veilig gevoelen, mits het
beschermd werd door een krachtige
vloot, thans moet deze bescherming
zich ook uitstrekken tot een krach
tige luchtvloot, daar het land uit de
lucht wel niet zoo kwetsbaar is als
landen die geheel door anderen zijn
ingesloten, maar toch op enkele van
zijn vitaalste punten leelijk is bloot
gesteld. Wil het daarbij zijn over-
zeesche verbindingen handhaven,
dan mag het zijn vloot allerminst
verwaarloozen. De groote ontwikke
ling van het luchtwapen maakt ook
een deel van zijn verbindingswegen
kwetsbaarder dan zij ooit geweest
zijn. Dat geldt vooral voor het ge
bied van de Middellandsche Zee en
het Suezkanaal. Het verdient in dit
opzicht dan ook de aandacht dat
tegelijk met de Engelsche plannen
een Egyptisch plan gepubliceerd is
tot aanleg van vliegvelden en aan
koop van vliegtuigen. Het vermoe
den ligt voor de hand, dat van de
nieuwe eskaders die niet voor de ver
kwaden het minst kwade kiezen."
antwoordde Herrick met een leelijk
gezicht: „Gair en zijn brandy-
flesch".
Zoo was het afgesproken en al
verscheidene dagen waren hij en
Herrick samen uitgereden. Eens wa
ren ze Kenyon tegen gekomen, die
van Greenwood naar Mortlake Hall
reed en zijn gezicht was strak
geworden als een masker toen hij
Iierricks metgezel zag. Waarschijn
lijk zou ze getracht hebben er hem
een verklaring van te geven als hij
haar er de gelegenheid toe had ge
geven en zou ze hem in den loop
van het gesprek hebben doen be
grijpen, hoe vanzelf het gebeurd was
dat zij en Gair samen reden. Doch
Mac had alleen maar zijn hoed af
genomen en was zonder zijn snelheid
te vertragen langs hen heen gereden.
„Ik zal tegen de bijeenkomst te
Windycroft weer in beste conditie
zijn, denk ik," zei ze, toen Severn
het hek voor haar open hield, waar
door ze van het park in de oprijlaan
kwamen. „Ik ben van middag totaal
niet moe".
„Zal er hier dan een „meet" zijn?'
Ze knikte.
„Ja, aanstaanden Donderdag en
Mim vindt, dat dat het geschikste
moment zal zijn, voor mijn weder-
verschijnen op het tooneel",
dediging van het Vereenigd Ko
ninkrijk zelf bestemd zijn, een deel
ook zal moeten dienen tot beveiliging
van het Middellandsche Zeegebied.
Het is nu ruim acht jaar geleden
dat de voorbereidingscommissie voor
de voorbereidende ontwapeningscon
ferentie bijeenkwam. De conferentie
zelf is al sinds 2 Februari 1932 bij
een. Het resultaat van al dit praten
is een schier algemeene verhooging
van wapening. Natuurlijk zijn al de
ze wapenen verdedigingsmiddelen.
Geen land koestert oorlogsplannen,
maar het algemeene wantrouwen is
zoo groot, dat men voor elke be
perking terugschrikt, uit vrees dat
men zichzelf daarmee in het nadeel
zal brengen tegenover zijn buurman.
Ditzelfde walitrouwen brengt het hui
dige streven naar versterking der
weermachten in de wereld, dat reeds
aardig bezig is te gaan gelijken op
den wedloop in wapening, die tot
de ramp van 1914 heeft geleid. Een
groot verschil is ér echter met toen;
in het begin dezer eeuw verkeerde
men in een periode van oeconomi
schen bloei, de ramp van 1914 heeft
deze vernietigd, nu gaat men in een
tijd van oeconomische depressie, van
armoe en ellende allerwegen opnieuw
de improductieve uitgaven van wa
pening ten top voeren. Met open
oogen stuurt men op een nieuwe
botsing aan. Men heeft niets ge
leerd, alles vergeten.
Het bedenkelijke bij deze nieuwe
uitbreiding der oorlogsmiddelen in
de verschillende landen is de stem
ming der bevolking. Zij, die inder
tijd gezworen hebben te zullen wa
ken tegen een herhaling van de ramp
van 1914, leggen zich voor hetmee-
rendeel met berusting bij den loop
der zaken neer. Slechts hier en daar
gaan waarschuwende stemmen op
tegen het betreden van een weg
welke, gelijk de Manchester Guar
dian het uitdrukt, op het einde on
zer beschaving moet uitloopen.
Te laat om tot inkeer te komen
is het nog niet. De ontwapeningscon
ferentie duurt nog voort, ide bespre
kingen over de nieuwe vlootconfe
rentie mogen opgeschort zijn, zij zul
len nog worden voortgezet. De po
gingen om Duitschland terug te
brengen in den kring van Genève
zijn niet gestaakt. Het streven naar
de vorming van regionale verdragen
blijft bestaan. Kortom, het ontbreekt
niet aan welwillende pogingen om
de dreigende gevaren te beperken.
Hoe scherper die gevaren den staats
lieden voor oogen staan, hoe grooter
wellicht de kans dat uit deze pogin
gen nog iets goeds zal voortvloeien.
Een openlijke wedloop in wapening
moge zeer ernstige gevaren met zich
sleepen, hij moet tevens de oogen
oor die gevaren openen. Dat Enge
land uit zijn rust van zooveel jaren
opschrikt, is in dit opzicht zoowel
een kwaad als een goed teeken.
Struisvogelpolitiek brengt toch
geen baat.
„Met andere woorden beteekent
dat, dat ze begrijpt, dat het een
heele toer voor haar zal zijn om je
thuis te houden, als er een „meet'
is op Windycroft," zei Gair glim
lachend.
Ze lachte hartelijk. „Zoo onge
veer," gaf ze toe.
Ze hadden intusschen het huis
bereikt, waar Larkin al gereedstond
om Herricks paard aan te nemen
Ze wendde zich vragend tot Gair.
„Kom je nog binnen?" vroeg ze
onverschillig.
Zijn oogen dansten. „Als je zoo
aandringt," en hij volgde haar in
de door het haardvuur verlichte hall
Lady Bridget was nog niet terug
van een paar visites, die ze was
gaan maken en Herrick, die veel
liever direct haar rijcostuum zou heb
ben verwisseld voor een zacht, zijde
achtig negligée, was wel genood
zaakt om samen met Severn thee
te drinken. Ze hoopte, dat hij niet
te lang zou blijven. Buiten, als één
ruk aan Flame's teugels in een
oogenblik meters tusschen hem en
haar kon brengen en elke conversa
tie, die haar niet beviel zoodoende
tot een haastig eind bracht, kon
zijn gezelschap haar niet schelen.
Maar den laatsten tijd was die lichte
vrees voor hem, dat onbehagelijke
gevoel van zijn koppige wilskracht
Sedert waneeer zijn er
Joden in Duitschland
o
De dezer dagen bij de firma M.
en H. Marcus te Breslau verschij
nende „-Germanica Judaica" zal een
artikel van prof. I. Elbogen bevat
ten, waarin de vraag wordt beant
woord, sedert wanneer er Joden in
Duitschland wonen. De Jüdische
Rundschau brengt den voordruk van
dit artikel, waaraan wij het volgende
ontleenen
Reeds in den Romeinschen tijd
waren er Joden op Duitsch gebied.
In 321 waren ze reeds als Romein
sche burgers in de registers van de
stad Keulen ingeschreven. In Trier
waren ze vermoedelijk reeds tezelf
der tijd aanwezig. Het is echter
niet onwaarschijnlijk, dat ook in an
dere plaatsen van het Rijn- en Maas
gebied, waar groote Romeinsche le
gercorpsen lagen, zich Joodsche ne
derzettingen bevonden. Men kan dat
ook van het Donaugebied aannemen
b.v. van Augsburg, Regnsburg en
Weenn. Regensburg had omstreeks
330, naar uit de jongste topografi
sche onderzoekingen blijkt, een
ghetto.
Onder Karei den Groote komen
nieuwe Joodsche nederzettingen in
Duitschland tot stand. Op Duitsch
gebied blijken o.a. te Aken Joden
te wonen; de meeste Joden schijnen
toen echter in het Fransche gedeelte
van het rijk van Karei den Groote
te hebben gewoond.
Omstreeks 965 trokken Joodsche
kooplieden van Hongarije naar
Praag. Omstreeks 876, onder Lode-
wijk den Duitscher, blijken de Jo
den voor het handelsverkeer tus
schen Beieren en de Oostmarkt te
zorgen. In 965 blijkt Otto de Groote
de Joden te Maagdenburg onder de
hoede van den bisschop te plaatsen.
In 973 geschiedt hetzelfde te Merse-
burg.
De Joodsche gemeenten noemen
zelf als jaartal hunner oprichting:
Metz 888, Trier 1066, Mainz 906,
Worms 960, Spiers 1084, Keulen
1012, Regensburg 981, Bamberg
1033, Erfurt 1100. In 1096 vinden
jodenvervolgingen plaats; dan blijkt,
dat er Joodsche gemeenten zijn in
Metz, Trier, Keulen en eenige steden
in de omgeving daarvan; Spiers,
Worms, Mainz, Regensburg, Praag.
Prof. Elbogen wijst er op, dat het
jaartal der oprichting van de ge
meenten vermoedelijk veel te laat
wordt opgegeven; in ieder geval
woonden in al deze plaatsen reeds
joden langen tijd voor de Joodsche
gemeenten aldaar tot stand kwamen.
Ondanks de vervolgingen, die de
Joden hadden te verduren, nam het
aantal Joden in Duitschland toe. Het
blijkt dan, dat de Joden vooral langs
de waterwegen het land binnentrok
ken. In de eerste plaats aan den
Rijn breidde het aantal Joodsche in
gezetenen zich in de 12de eeuw zeer
uit. Frankfort a. Main mag weldra
ook als douane-station door de Jo
den worden bezocht. In 1119 komen
de Joden in Wiirzburg, in 1146 in
Aschaffenburg, terzelfder tijd ook in
Neurenberg. In Berchtesgaden blij
ken de Joden reeds in 1136 vasten
voet te hebben gezet. Omstreeks 1150
verhalen de kronieken het eerst
over de aanwezigheid van Joden in
Breslau. In 1200 komen de Joden
in den Elzas en in het Schwaben-
land. Onder de Hohenstaufen komen
de steden tot grooten bloei, en in
verband hiermede vestigen zich daar
vele Joden. In 1235 komen de Joden
in Fulda, in 1230 komen zij reeds
in Eisenach en in 1200 blijken zij
in Leipzig vasten voet gezet te heb
ben.
De geschiedenis verhaalt dan ver
der van wreede vervolgingen ten tij
de van den Zwarten Dood (1348
1350), waardoor het net der neder
zettingen zeer werd gehavend. Daar
mee bereikt de oude geschiedenis
van de Duitsche Joden een tragisch
einde.
De hoogleeraar besluit dan zijn
artikel met de volgende opmerkin
gen: Hoewel vele steden, die de
die haar in het begin van hun ken
nismaking al gehinderd had, weei
aangegroeid en versterkt. Meer dan
eens, als ze alleen waren, had ze
die kracht gevoeld, een kracht, die
trachtte haar te domineeren en die
even onmiskenbaar was als Flame
haar hand op zijn teugels kon voelen
en de intimiteit van dit samenzijn
bij het vuur was wel het laatste
wat ze begeerde.
Ze leidde het gesprek met zorg
in de meest oppervlakkige banen
doch het leek wel, of Gair haar ge
dachten geraden had, want na een
paar minuten gehoorzaam op haar
woorden te zijn ingegaan, keek hij
haar opeens met lachende oogen
aan en vroeg:
„Waarom ben je zoo verschrikke
lijk bang voor me?"
Ze werd vuurrood.
„Bang? Ben ik heelemaal niet.
Waarom zou ik?"
„Dat weet ik niet, maar als je
het niet bent, waarom dan dat stijve
gezeur over dingen, die ons geen
van beiden interesseeren? Over de
keukenmeid van mevrouw Dinges
die is weggeloopen zonder voor het
eten te zorgen en over de jonge
honden in de pastorie en Beresfords
vervloekte hoenderpark bal"
Herrick vouwde berustend haar
handen.
„Het spijt me, dat mijn lokale
nieuwtjes je -niet interesseeren," zei
ze zedig. „Waarover zou jij dan wil
len praten?"
Hij wierp haar een snellen blik
toe, die haar scheen te verschroeien
als een vlam.
„Over jou en mij," zei hij be
slist.
„O, neen". Ze slaagde er met
uiterste inspanning in haar sang
froid te bewaren en hem nog op
denzelfden spottenden toon te ant
woorden. ,,Ik geloof niet, dat wij
een interessant onderwerp van ge
sprek zouden vormen noch indi
vidueel noch collectief. Bedenk liever
wat anders".
Doch hij brak door haar arm
zaligen afweer heen met een on
barmhartige roekeloosheid, die haar
geen gelegenheid tot ontwijken meer
over liet.
„Ik wil over niets anders denken.
Jij neemt op het moment mijn ge-
heelen horizon in beslag. Wanneer
wil je met me trouwen, Herrick?"
De bruuske onverwachtheid van
de vraag nam haar bij verrassing
en even overmeesterde haar een
waanzinnige angst, toen verzamelde
ze al haar moed en zei:
„Wanneer ik wat wil? Je bent
gek, Gair".
(Wordt vervolgd].