Breskensche Courant
25
Het bittere erfdeel.
1
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
emeexv\e 3voe^e-
)p den goeden weg.
FEUILLETON
De begrafenis van
H.M. de Koningin Emma.
rgang
Woensdag 28 Maart 1934
Nummer 3920
q -ABONNEMENT:
d n kwartaal 1.25;
P jgi Brcskens 1,40.
tfftdand f 6.50 pc
N*"-
pjagsblad per knar.
0,65; en buiten
^tskfna f 0,72$Bui-
JojJ f 3»50 per jaar.
i ATI
Verschijnt
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND -
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk I uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU. Dorpsstraat 35. BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
van 5 regels f 0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadüertentiên bij
regelabonnement groote
kortingTarief op aan
vraag verkrijgbaar.
IATIS verzekering voor de /-v s-\
legen ongelukken, en
toot de volgende bedragen:
gulden bij levens- -t s~\ a» gld bij dood gld bij ver- gld bij ver- j /A gld bij ver-
lange ongeschikt- II II I door H lies van een J\ f ^es üan cen 4J üan een
heid tot werken een ongeluk hand of voel oog duim
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
gld bij verlies
III van eiken
anderen vinger
0
:rhui;
,D _De gemeentesecretarie is voor
publiek gesloten Vrijdag 30
in deart Maandag 2 en .Dinsdag 3
til a.s.
ip 3 April zal voor aangiften,
vorde(Burgerlijke Stand betreffende, ge-
p uitg^nheid worden gegeven van 11
3reskf tot 11 '2 uur ViIT,i
MOj Het straatvuil zal, in verband
jt de kermis, inplaats van a.s. Na
slag worden opgehaald op Vrij-
gmorgen 9 uur.
n let huisvuil wordt opgehaald Don-
dagmiddag 5 April inplaats van
:tie, iensdagmiddag 4 April.
3. Voor de afsluiting van de we-
-Malój! gedurende de kermis wordt ver
zen naar de algemeene bekendma-
ig aan het plakkebord.
0
v|De Regeering heeft de indiening
S1 het wetsontwerp betreffende het
diet van 60 millioen voor werk-
rruiming gepaard doen gaan met
vrijwel volledige uiteenzetting
'haar crisispolitiek. In de memo-
van toelichting tot het bedoelde
etsontwerp treft men, aldus de N.
Crt., de groote lijnen aan, waar-
ngs de regeeringsmaatregeien zich
illen moeten bewegen teneinde de
erkloosheid te verminderen en het
idrijfsleven over het doode punt
«n te helpen.
Veel van wat de onderteekenaars
in dit staatsstuk opmerken was ons
it vroegere uitlatingen der verschil-
3ide bewindslieden reeds bekend,
'aar een breede, alles omvattende
leenzetting van de inzichten der
egeering ontbrak tot dusver. Ge-
fkig heeft het kabinet ingezien,
.t het levensbelang van de ge-
>ele bevolking het noodig maakt,
et incidenteel nu eens dit dan weer
door
f MARGARET PEDLER.
Uit het Engelsch vertaald door
4 I.E.C. VUERHARD-BERKHOUT
0
t if „Hij heeft „Two Ways Cottage"
i j ehuurd," zei Lady Mortimer weer,
J 'en een klein stuk grond van mijn
vtoer Mac. Heeft hij je verteld.dat
ft een broer heb? Zeker wel?"
„Ja, u zijt tweelingen, is 'tniet?"
De andere vrouw knikte.
„Hoewel u zich moeilijk twee men-
then voor kunt stellen die minder
IIP elkaar lijken".
>,Het lijkt me verschrikkelijk aar-
Jig om een tweeling broer of zuster
hebben," zei Herrick eenvoudig.
Je kunt je dan nooit alleen voe-
en- Je moet altijd het gevoel heb-
Jen, dat er iemand is die op een
J 'ijzondere manier bij je hoort",
j „U heeft gelijk," antwoordde Ca-
J ol met overtuiging. „Soms vraag
l/!lme we' eens wat 4 moeten
jKleginnen zonder Mac. Hij is mijn
Jjechtanker geweest". Ze zweeg even
w Herrick voelde, dat ze op het
een ander geneesmiddel toe te pas
sen. Neen, de memorie van toe
lichting zegt het nadrukkelijk: thans
moet alles, wat de oeconomische po
sitie van het bedrijfsleven kan ver
sterken, in een goed geordend ver
band leidraad zijn voor het regee-
ringsbeleid.
Ter toelichting van de middelen,
die tot versterking van het be
drijfsleven kunnen strekken, verdeelt
de Regeering deze middelen in drie
groepen, n.l.: Ie. die, welke zonder
internationale samenwerking niet tot
stand kunnen komen; 2e. die, welke
de maatschappij en in het bijzonder
het bedrijfsleven zelf in handen heeft
en j}e. die, welke uitsluitend door
overheidsmaatregelen door krach
tig beleid in toepassing kunnen
worden gebracht.
Deze verdeeling beoogt allerminst,
de taak der Regeering op de beide
eerste gebieden als een onbeteeke-
nende te beschouwen. Integendeel.
Al zeggen de stellers van de me
morie van toelichting ook, dat ver
betering van de internationale han
delsbetrekkingen zonder medewer
king van andere staten onmogelijk
'is, zij voegen er onmiddellijk aan
toe, dat de Regeering op het tot
stand komen van goede handels
verdragen en wat daarmede verband
houdt haar aandacht bij voortduring
gevestigd houdt.
Bewijzen, dat wij hier niet met
een looze bewering te doen hebben
zijn er te over. Na de totstandkoming
van de gewijzigde contingenteerings-
wet heeft ons land met Duitschland,
België, Italië en Frankrijk om
ons tot de grootste landen te bepa
len handelsverdragen gesloten.
Andere staan op afsluiten. En al is
de voldoening over wat bereikt werd
en over de wijze waarop bij sommige
onderhandelingen met andere staten
contact met het bedrijfsleven werd
gehouden, niet steeds even groot,
wij zijn onmiskenbaar op den goeden
weg. Juist omdat onze departementen
hier voor een volslagen nieuwe taak
staan, moet elke vooruitgang met
dankbaarheid worden vermeld. Ze
ker, ook op dat gebied is verbete
ring en meer efficiency gewenscht,
maar het gaat te ver, indien men
zegt, dat deze perfectionneering niet
zal worden bereikt.
Wat het bedrijfsleven zelf betreft,
zal kostenbesparing en betere be
drijfsorganisatie moeten worden na
punt stond haar een confidentie te
doen, dat ze bijna gereed was om
haar binnen te laten in die geheime
droevige plek van haar leven, in
plaats van het aan den tijd over te
laten tot ze die zou leeren ken
nen wat onvermijdelijk gebeuren
moest. Maar juist op dat moment
klonk het geluid van stemmen in
de hall, een geroezemoes van vroo-
lijke uitroepen en begroetingen en
na een kort gesprek kwam Lady
Bridget de kamer weer binnen, ver
gezeld van een bezoeker; Jem Beres-
ford en Billy sloten den stoet.
„Nog meer visite," begon ze glim
lachend.
„Comité van welkom, vlaggen en
vaandels compleet," riep Billy. „La
ten ze allemaal maar komen".
„Hier is je broer, Carol," ging
Mim voort, hem negeerend. „Her
rick, laat ik je even voorstellen aan
een van onze buren, Mr. Kenyon".
Herrick keek den nieuw aangeko
mene aan en ontdekte met een schok
van verbazing dat ze tegenover den
Engelschman stond, dien ze in Parijs
geholpen had. Een onderdeel van
een seconde heerschte er stilte en
voelde ze tot haar verlegenheid en
ergernis, dat ze heftig bloosde onder
zijn verwonderden herkenningsblik
van herkenning en van nog iets
meer, iets dat haar van het hoofd
gestreefd. De Regeering volgt deze
aanpassing intusschen met oplettend
heid, en bedriegen wij ons niet, dan
heeft zij bij het instellen van de
contingenteering voor een bepaald
artikel al eens wijziging in de be
drijfsleiding als eisch gesteld. Wordt
aldus met voorzichtigheid gehandeld,
dan is er o.i. geen reden tot het
opperen van bezwaren, te eer niet,
nu uit de memorie van toelichting
blijkt, dat de Regeering er niet aan
denkt op den stoel van den be
drijfsleider te gaan zitten.
In dit verband zij ons de op
merking veroorloofd, dat de regee
ring zich over een h.i. noodige ver
laging van distributiekosten eenigs-
zins vaag uitdrukt.
Hier moet een misverstand aan
wezig zijn. De gebruikers plegen van
scherpe concurrentie te profiteeren,
en bij lagere prijzen, en dientengevol
ge grooter omzet, zullen allicht ook
meer arbeiders werk vinden dan bij
sterke kartelleering en hooger prijs
niveau. Ook het tenietgaan van een
onderneming schaadt de werkgele
genheid niet. Immers het vrijgeko
men debiet wordt onverwijld door
de overblijvenden opgevangen, het
geen in die ondernemingen de werk
gelegenheid zal uitbreiden.
Wij brengen dit niet in herinnering
om kartelleering en samenwerking te
ontraden, integendeel, indien de
maatschappij dien weg inslaat en
daarvan gezondere en stabielere toe
standen het gevolg zijn, is er alle
reden tot voldoening, maar het ver
band tusschen scherpe concurrentie
en toenemende werkloosheid zoo
als de Regeering dit legt be
staat niet.
Saneering van het distributiepro
ces is dus o.i. ook een rnidden-
stand sb elan g, evenals kartellee
ring in de scheepvaart, industrie of
landbouw een bedrijfsbelang is. Dit
maakt ons uitermate huiverig om
voor feitelijken steun van overheids
wege aan wat men tegenwoordig
„ordening" noemt te pleiten. En wat
nu den middenstand betreft, moge
ons in dit verband de wensch van
het hart, dat de Regeering niet trede
in suggesties uit de middenstands
vereenigingen om van overheidswege
de oprichting van nieuwe midden-
standsbedrijven te verbieden.
Zoo komen wij vanzelf op de pas
sage in de memorie van toelichting
waar de Regeering nadrukkelijk ver
tot de voeten deed beven. Toen
kwam weer de bekende plagende
uitdrukking in zijn grijze oogen en
hij stak zijn hand uit.
„Nee maar, daar hebben we mijn
kleine Samaritaan van de Rue Gri
se," riep hij. Lady Bridget keek
nieuwsgierig van den een naar de
ander.
„Kennen jullie elkaar?" vroeg ze.
„Ja, gelukkig voor mij wel," ant
woordde Kenyon. „Anders zou ik
nu waarschijnlijk in een Fransch
hospitaal liggen of wachten op een
behoorlijke begrafenis. Ik vertelde
Carol van morgen juist mijn laatste
avontuur in Parijs".
Zijn zuster knikte toestemmend.
„Hoewel ik natuurlijk nooit ge
dacht zou hebben, dat die dame die
hem redde Herrick was," zei ze.
„Ik mag je toch wel zoo noemen,
hè?" voegde ze er bij. „Ik kan on
mogelijk aan je denken als aan Miss
Waylen, nu ik weet, wat je voor
Mac gedaan hebt. Het was verba
zend kranig van je om tiisschen
beiden te komen".
„Maar wat heeft ze dan toch ge
daan?" vroeg Billy dol nieuwsgierig.
„Bedenk als je blieft dat de rest
van ons in het duister tast".
„Ja, vertel ons je avontuur eens,
ouwe jongen," zei Beresford. De
toon van zijn stem met den luchtigen
laging van de kosten van levens
onderhoud noodzakelijk verklaart. De
zestig millioen zullen dan ook niet in
de laatste plaats dienen om het aan
passingsproces te bevorderen. Geluk
kig is hier nu eindelijk de termino
logie „niet mogen tegenhouden" ver
vangen door den positieven eisch
van „bevorderen," d.w.z. dat de voor
waarden, waaronder de groote open
bare werken zullen worden verricht,
er toe moeten strekken om van hoo-
ge loonen ook als die in col
lectieve arbeidsovereenkomsten zijn
neergelegd af te komen en niet
verder te gaan dan het betalen van
loonen, die in de bestaande omstan
digheden redelijk zijn. De Regeering
voegt hier de helaas te weinig ver
nomen opmerking aan toe, dat ook
al zal dan het loon van den ar
beider geringer zijn dan in betere
dagen, het toch een belangrijke voor
uitgang zal beteekenen bij den toe
stand van dit oogenblik, omdat daar
door voor een groote groep van ar
beiders, die thans werkloos zijn,
een einde zal komen aan het demo-
raliseerend en zeker ook door de
overgroote meerderheid der betrok
kenen zelf diep verafschuwd steun-
trekken.
Wij behoeven na al wat wij ja
renlang in deze kolommen geschre
ven hebben zeker niet nadrukke
lijk te zeggen, dat wij dankbaar zijn,
deze taal thans door de Regeering
te hooren uitspreken.
Dat bij dit aanpassingsproces over
leg met groepen van belanghebben
den zal worden gepleegd, achten wij
juist, mits slechts voorop sta, dat
hiervan vertraging niet het gevolg zij.
Door het slappe beleid van het mi-
nisterie-Ruys de Beerenbrouck zijn
wij met ons aanpassingsproces veel
te laat begonnen; er is thans spoed
vereischt. Vandaar, dat wij ook den
hartgrondigen wensch uitspreken, dat
het instituut van vertrouwensmannen,
dat de regeering denkt in te scha
kelen, vlot werkt en het beroep op
medewerking, dat de regeering bij
voorbaat doet, niet zal beschaamd
worden.
o
Duizenden en duizenden personen
hadden zich langs den weg ge
intiemen klank bewees, dat hij en
Mr. Mac Kenyon goede vrienden
waren behalve of liever ondanks
het feit, dat ze landeigenaar en huur
der waren.
Terwijl een paar huisknechten zich
zacht door de kamer bewogen en
de thee binnen brachten, gaf Kenyon
een korte beschrijving van zijn wor
steling in de Rue Grise en wees
op zijn gewonden arm, die onder
zijn jasmouw nog verbonden was.
Maar hij vertelde niet, hoe lang zijn
bezoek aan no. 42 had geduurd.
Later toen ze thee zaten te drin
ken, veroverde hij een etoel naast
Herrick en begon, onder dekking
van het algemeen rumoer van stem
men, een gesprek met haar.
„Het noodlot behandelt ons toch
soms merkwaardig geschikt," zei hij.
„Het laat ons elkaar weer ontmoe
ten wat werkelijk meer is dan
ik verdien".
Ze keek hem vragend aan.
„Meer -dan u verdient?" herhaal
de ze.
„Omdat ik zoo dom was u laatst
te laten heengaan zonder den naam
van mijn barmhartige Samaritaan te
vragen," antwoordde hij glimlachend.
.Gewoonlijk vergeeft het noodlot een
dergelijk verzuim niet. Ik zou jaren
naar u hebben kunnen zoeken en
u nooit hebben terug gevonden".
schaard, dien de rouwstoet vanaf het
Lange Voorhout te 's-Gravenhage
genomen heeft naar Delft, eerbiedig
een laatsten groet brengend aan hun
beminde oude Koningin.
De stoet, welke de baar volgde,
opende met de militaire afdeelingen,
terwijl zestien heeren van de hof
houding als slippendragers fungeer
den.
Achter de militaire afdeelingen
volgden een rijknecht-majoor en twee
rijknechts te paard.
Vervolgens een hofrijtuig, waarin
de waarnemende kamerheer-ceremo
niemeester, jhr. Sickinghe, en de ka
merheer in b.d., jhr. ir. Six, gezeten
zijn. Naast elk portier gaat een lakei.
Daarna volgt een hofrijtuig, waarin
de oud-intendant van Soesdijk, de
heer Groeneveldt, de secretaris van
wijlen H.M. de Koningin-Moeder,
jhr. Witsen Elias, en den genees
heer dr. de Jongh.
Hierachter zes hofrijtuigen, be
stemd voor de 24 kamerheeren, dra
gers van het stoffeüjk overschot, een
hofrijtuig, bestemd voor de dragers
van de slippen van het rouwkleed,
en een hofrijtuig, waarin de opper-
ceremoniemeester van H.M., graaf
du Monceau, gezeten. Naast elk por
tier van deze laatste hofrijtuigen gaat
een lakei; dan volgt de rouwwagen,
bespannen met acht paarden, be
hangen met rouwkleeden, gaande een
koetsier naast elk paard.
Op het rouwkleed, dat de kist
dekt, is de kroon van H.M. de Ko
ningin-Moeder geplaatst op een rood
fluweelen kussen, waaraan de orde-
teekens van H.M. zijn gehecht.
De vier slippen van het rouwkleed
worden gedragen door de heeren
jhr. mr. Schimmelpenninck, waarne
mend grootmeester van H.M. de Ko
ningin-Moeder, Juckema van Bur-
mania baron Rengers van Warmen-
huizen, hofmaarschalk van H.M. de
Koningin-Moeder, jhr. de Jonge van
Zwijnsbergen, intendant van Soest-
dijk en Sixma baron van Heemstra,
particulier secretaris van H.M. de
Koningin-Moeder.
Aan weerszijden van den rouw
wagen gaan de 24 kamerheeren-dra-
gers. Respectievelijk ter rechter- en
ter linkerzijde van den rouwwagen
rijden de chef van het militaire huis,
adjudant-generaal, gep. vice-admiraal
Bauduin en de gouverneur «Ier Ko
ninklijke residentie luitenant-generaal
jhr. Röell.
„Dat zou een zwaar gemis zijn
geweest," antwoordde ze spottend.
Zijn blik gleed langs haar ge
zichtje. „Zoo zou ik het beschouwd
hebben," zei hij kalm.
En weer kreeg Herrick dat vreem
de, verwarrende gevoel dat deze man,
dien ze slechts een keer te voren
had gezien, in haar opwekte. Terwijl
ze met hem bleef praten en het
gesprek met opzet in minder per
soonlijke banen leidde, was ze in
haar onderbewustzijn bezig dit ge
voel te bevechten. Het was alsof
haar geest de geest van een
vrijbuiter een naderend gevaar
bespeurde, een gevaar, dat haar vol
komen onafhankelijkheid bedreigde,
een onverwachte macht, die in haar
leven wilde binnen dringen.
„U heeft Parijs zeker kort na ons
verlaten?" vroeg ze, om maar wat
te zeggen.
„Ja, ik stak gisteren over en kwam
van morgen met den eersten trein
naar Carol toe. Ik ben bijna twee
maanden van St. Heriot weg ge
weest," voegde hij er bij, alsof hij
zijn overhaast bezoek moest motivee-
ren, „ik had met een vriend, die
voor zijn gezondheid naar het vaste
land moest, een poos rond gezwor
ven. Carol en ik zijn niet dikwijls
zoo lang gescheiden geweest," voeg
de hij er eenvoudig bij.