Breskensche Courant 200 25 Het bittere erfdeel. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. HOU VAST! Naar een oplossing. FEUILLETON 43ste Jaargang Woensdag 21 Februari 1934 Nummer 3910 ABONNEMENT: pet kwartaal I,25, kuiten Breskens 1,40. Buitenland f 6,50 per jaar. Zondagsblad per knar- taal f 0,65; en kuiten Brcskcns 0,725. Bui tenland 3,50 per jaar. Verschijnt - iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND - Adveilentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam. Uitgave: J. C. LE 3LEU, Dorpsstraat 35. BRESKENS Tel. 21 Postrekening 70179 ADVERTENTIËN: Van I 5 regels f 0,75; iedere regel meer 15 ent. Ingez. mededcelingen 30 cent per regel. Handelsadvertcntiên bij regelabonnemenl groole korting. Tarief op aan vraag verkrijgbaar. GRATIS verzekering voor de abonnftegen ongelukkenen •el mor de volgende bedragen: gulden bij levens- <t s~\ /-\ gld bij dood gld bij ver- p- s~\ gld bij ver- j gld bij ver- lange ongeschikt- 11111 door lies van een J ^ie5 oan een f lcs van een heid tot werken een ongeluk hand of voet oog duim De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Gravenhage. gld bij acr- lies van een wijsvinger gld bij verlies III oan eiken anderen vinger De gevaren daarvan zijn middellijk en onmiddellijk. Er is een onmid dellijk gevaar, omdat nationaal-so cialistische heerschappij te Weenen rechtstreeksche handelingen daarte gen van buiten uit kan uitlokken: en een middellijk gevaar, omdat ac ties van verschillenden kant met el kaar in botsing zouden kunnen ko men. Italië zoowel als de Kleine Entente passen in deze dagen scherp op. De dingen kunnen een loop ne men, die samenwerking tusschen de ze twee mogelijk maakthet kan ook anders zijn. Als Italië dezer dagen troepen in de buurt van de Oostenrijksche grens heeft samenge trokken, dan moet de bedoeling daarvan zijn geweest vooral niet bij anderen achteraan te komen. Te Praag is men er zenuwachtig door geworden. Men kan beter dat alles vermijden, door de kwestie nu maar ronduit in behandeling te nemen. Bedriegen de teekenen niet, dan nemen de mo gendheden thans op dit punt een heel andere houding in dan twee weken geleden. Toen trachtte men te Rome en te Londen en dis creter ook wel te Parijs Dollfuss uit Tiet hoofd te praten dat hij zijn ruzie met Berlijn voor den Volken bond bracht. Dat was juist in het vertrouwen, dat Dollfuss- zelf, als hij zich maar erg inspande, de dingen nog wel aan zou kunnen. Daarom gaf Italië hem ook den, van dien kant zoo merkwaardigen raad, con tact met de socialisten te zoeken. Nu echter heeft men de zekerheid, dat Dollfuss den loop van zaken niet meer beheerscht, en dat de Heimwehren de baas zijn. Er is reeds gebeurd wat men van Doll fuss verwachtte, dat hij kon ver hinderen. Daarom staat men er an ders tegenover en begint men het ais zaak te beschouwen zich niet door Berlijn te laten overrompelen. De reis van Anthony Eden zal er toe bijdragen, de besprekingen tus schen de hoofdsteden over dit on derwerp te verlevendigen. In ieder geval echter heeft men een anderen- kijk er op gekregen. Te Berlijn wekt dit onbehagelijke gevoelens. Men geeft daar reeds te kennen dat men een behandeling van de Oostenrijksch-Duitsche aan gelegenheid te Genève heel hoog zal opnemen. Wij gelooven dat niet. Berlijn is meer dan voorzichtig in alles, wat de internationale politiek betreft. Het mag misschien hopen door dit dreigement vooraf de be handeling te verhinderen; gaat die behandeling toch door, dan zal het zich op de een of andere manier er in schikken. Men ziet het weer in de kwestie der ontwapeningsconfe rentie. Het Fransche antwoord, wij hebben het gisteren reeds betoogd, was verre van aangenaam en inder daad lang niet vrij van hooghartig heid. Toch heeft Berlijn, dat anders over een heftige pers beschikt, het met merkwaardige bedaardheid op genomen. Men spreekt er nu reeds, zooals in ons ochtendblad is uiteen gezet, van de mogelijkheid de kwes tie voor een grooten kring van staten te brengen, wat merkwaardig op een herstel van de commissie der ont wapeningsconferentie lijkt. Eerst .loopt men weg uit Genève, uitdruk kelijk betuigende dat het niet al leen om de ontwapeningsconferentie is; de Volkenbond moet het zelfs bijzonder ontgelden. Daarna zegt men, alleen uit Genève te zijn weg- geloopen om de behandeling ter ont wapeningsconferentie. En nu schijnt men al aan een nieuwen vorm van de oude ontwapeningsconferentie te gaan denken. Men zou hoop kunnen gaan koesteren op het herstel van een eensgezind, te Genève gezapig en met resultaten onderhandelend Europa, als de ondergrond van dit alles niet zoo onvruchtbaar, als met gif doorploegd was. Een ander, uitermate pijnlijk geval dat nu te Genève ter behandeling staat, vormt -de stemming in het Saargebied. In die kwestie moeten gevoel voor verdragsrecht en- voor menschelijkheid een harden strijd uitvechten. De bepalingen van het verdrag van Versailles zijn duide lijk en eischen uitvoering. Voert men ze echter uit zooals men dat twee jaar geleden zou hebben gedaan dan volgen welhaast met zekerheid voor het geweten der menschheid schokkende dingen. Men weet dan welk lot velen dergenen wacht, die volgens hun goed recht ter- wille van hun vrijheid, ja, van hun naakte bestaan, voor voortduring van de afscheiding van Duitschland ijve ren, hopende op latere omstandighe den, die weer een aansluiting zullen toelaten. Daar helpt geen geruststel lende verzekering van Berlijn aan. Wat er nu reeds gebeurd is heeft de internationale commissie van be stuur zoo ernstige bezorgdheid inge boezemd dat Knox, haar Engelsche president en vertegenwoordiger te Genève, een werkelijk vrije stem ming zonder aanzienlijke versterking van de politie niet mogelijk acht. Het is waarlijk voor ons gevoel schrijnend geval. Men moet nog zeer naïef zijn om niet te weten wat er gebeuren gaat in het Saargebied, als Berlijn er onbeperkt meester wordt. Dat is degenen, die hun stem moeten uitbrengen, trouwens reeds voldoen de duidelijk gemaakt. En er is he laas alle reden om aan die dreige menten meer geloof te schenken dan lij Apoih. en Drogisten aan geruststellende verzekeringen. Het Saargebied is een uitermate pijnlijk punt voor het geweten der betrokkenen, die nu naar een juri- dischen uitweg zoeken, die recht en menschelijkheid kan samenbren gen. Het is goed dat dit nu te Genève onder Italiaansche leiding in beschouwing wordt genomen. Dat zal iedere beslissing tegenover Ber lijn zeker prestige geven. Genève heeft zich verder nog be zig te houden met een geval dat eer een puzzle dan een moeilijke kwestie lijkt. De Volkenbond heeft zijn leden verboden Mantsjoekwo te erkennen. De staat is er echter, en functioneert; hij vervoert voor andere staten post over zijn spoorwegen! Kan men nu financieele afrekening houden met een staat, waarvan men het bestaan niet erkent? Het is de Britsche regeering, die deze vraag aan de Salomo's van Genève heeft voorgelegd. Zij worden wel voor lastiger problemen gesteld. Hebben niet allerlei staten, die Rusland nog niet erkend hadden, met de Russi sche posterijen betrekkingen onder houden? De gevallen mogen niet heelemaal gelijk zijn; het beginsel van de oplossing moet men toch gemakkelijk in het voorbeeld met Rusland kunnen vinden. 0 Eiken dag opnieuw wordt bewe zen, hoe- wanhopigen strijd de so ciaal-democratie in heel de wereld voert om zich, zoo kort nog maar van het doel naar ze meende te kunnen handhaven. In Italië en Duitschland moest ze reeds een vol komen nederlaag slikken, deze week ging ze onder in den strijd in Oos tenrijk, in Frankrijk en Spanje is ze in verdedigingspositie gedrongen, in vele andere landen begint haar in vloed af te nemen. Het verschijnsel op zich zelf afgezien overigens van ons standpunt tegenover genoemde partij ach ten we bedroevend. Dat een maat schappelijke en geestelijke strooming gewelddadig wordt onderdrukt, kón niet naar het hart wezen van wie de vrijheid minnen. Zelfs wie de so ciaal-democratie verafschuwt en haar op alle zakelijke wijzen bestreden zou willen zien, kan indien hij aan democratische beginselen hecht en op de veiligstelling van zijn indi- vidueele denk- en uitingswijze is ge steld haar gewelddadige onder drukking niet goedkeuren noch toe juichen. Zulk een onderdrukking kan slechts uitgaan van een dwingende macht, welke ter bescherming van eigen bestaan en veiligheid, alsmede ter doorvoering van haar zienswijze, niet kón noch zal stilstaan bij de onderdrukking der sociaal-democra tie alléén, maar consequent en on barmhartig alles zal uitroeien, wal zich niet in haar baan stelt. Daarom is het niet de sociaal democratie enkel, welke van denhui- digen tijdsgeest zoo veel te vreezen heeft. Laten we het erkennen, dat er velen zijn, die in een krachtige bestrijding van het Marxisme, des noods uitroeiing, geen kwaad zien, omdat ze principieele tegenvoeters van het Marxisme zijn. Dezulken zijn geneigd om met een zekere welwillendheid te beoordeelen, wat zich in Italië, Duitschland en Oosten rijk heeft voltrokken. Te laat zullen zij pas bemerken, dat de revolutie of evolutie niet heeft halt gehouden, waar ieder voor zich de grens had gesteld, maar pas dóór, waar het geweld zich veilig voelde, de dicta tuur zich onaantastbaar wist. We betreuren het, dat zoowel de o Voor Genève breken opnieuw druk ke en ondankbare dagen aan, aldus de N. R. Crt. Europa komt er weer met tal van zijn zwerende wonden heen, en eischt behandeling daarvan. Geen van de gevallen ziet er veelbelovend uit. Maar Genève zal het moeten pro- beeren. Lukt het niet, dan krijgt het daarvan de schuld. Dan meenen velen dat de Volkenbond overbodig is, omdat men zijn wonden goed- kooper thuis kan behandelen. Men zou kunnen opmerken, dat toch niet alle gevallen hopeloos zijn, en dat het verder niet onverschillig is of een wond met alle hulpmiddelen van ontsmetting en asepsis in het hospi taal verbonden wordt, dan wel in de eigen, allesbehalve sterile omgeving. Het is voor de wonden goed dat men er mede naar Genève komt, beter dan voor Genève zelf! Een lastig geval dat nu Genève zal worden vöorgelegd, is de Oosten rijksche aangelegenheid. Door de-ge beurtenissen te Weenen is het nog slechts te acuter geworden. Want nu heeft daar een groep de volstrek te overmacht, waarvan men volstrekt niet zeker is dat zij voor een accoord met de nationaal-socialisten ontoe gankelijk blijft. Berlijn is nu bereid dit toe te laten, met het voort bestaan van Oostenrijk als voorwaar de. Dan bestaat er voor de Heim wehren feitelijk weinig reden meer om samenwerking van de hand te wijzen. Hun leiders hebben vroeger wel al daaraan gedacht, toen er van een erkenning van de zelfstan digheid van Oostenrijk heelemaal nog geen sprake was. De belang hebbende groote mogendheden en de Kleine Entente echter zullen in die erkenning niet het minste vertrouwen hebben. Men kent daar overal de tactiek van Berlijn, dat nu bereid is bij étappen te werk te gaan. Zelfs niet eens, maar alleen bij de bui- tenlandsche aangelegenheden; dat is door de lotgevallen der Duitsche monarchisten duidelijk gedemon streerd. Hoe dan ook, de mogend heden willen blijkbaar met een na- tionaal-socialistisch bewind te Wee nen geen genoegen nemen. 15. door MARGARET PEDLER. Uit het Engelsch vertaald door A.E.C. VUERHARD-BERKHOUT 0 ijk geloof wel, dat ik begrijp wat jij voelt," zei ze. „En je moet niet denken, dat ik je je onafhankelijk heid wil ontnemen. We kunnen alles op een zakelijken voet regelen als je dat prefereert. Ik bied jou de betrekking van gezelschapsdame secretaresse aan en je krijgt je eigen salaris en je eigen kamers in mijn huis En toen ze zag, dat Herrick begon te wankelen, schijnbaar aan getrokken door het voorstel, ging ze gretig verder: „Ik heb je vader lief gehad, Her rick. Dickie mijn man was een schat, en we zijn heel gelukkig ge weest en beste vrienden in ons leven samen maar een vrouw vergeet eersten man, dien ze lief had, hoe veel ze ook mag gaan houden van een ander.... Ik heb nooit de kans gekregen om Quin gelukkig te maken, maar ik zou het dolgraag zijn kind doen, als ze me het wilde laten probeeren," voegde ze er aan toe met een aandrang, die moeilijk te weerstaan was. „Kom en laat ik het probeeren," ging Lady Bridget voort, met dien onweerstaanbaren, vriendelijken, hu- moristischen glimlach van haar, die het vrij wel onmogelijk maakte haar iets waar ze haar hart op had gezet, te weigeren. „Als je het niet prettig vindt op Windycroft ben je volko men vrij om weg te gaan en op nieuw voor jezelf te beginnen alleen zou je dan beter beginnen, dat verzeker ik je". „Windycroft? Wat een schattige naam. Woont u daar?" vroeg Her rick. Lady Bridget knikte. „Ja. St. Heriot is het dorp een aardig plaatsje heelemaal buiten en Windycroft ligt er zoowat twee mijl vandaan. Maar ik denk niet, dat je het er saai zult vinden. We hebben een massa aardige kennissen en Londen is heel makkelijk te bereiken. Nee, ik denk werkelijk niet dat je het er vervelend zult vin den". „O, ik ben zeker van niet, ik kan me niet voorstellen dat het ergens vervelend zou zijn met u," zei Her rick impulsief. „Zou je ons dan niet eens een kansje geven, Billy en mij?" Het meisje aarzelde nog. „Weet u zeker, héél zeker, dat u me wilt hebben?" vroeg ze. „Heel zeker," antwoordde Lady Bridget eenvoudig. „En Billy is er even zeker van. We wachten er al leen maar op tot jij het ook zoo zeker weet," voegde ze er met een lach in haar donkere oogen bij. En eindelijk gaf Herrick toe. He' was een groot besluit, maar toen ze zich eenmaal had overgegeven, begon het feit zelf haar al een heel anderen kijk op alles te geven. Ze zou niet langer een stuk wrakhout zijn, heen en weer geworpen op de golven des levens, zonder dat er iemand om haar gaf of dat het iemand kon schelen wat er met haar gebeurde. Ze zou nu menschen heb ben waarbij ze behoorde, menschen, wien haar welzijn ter harte ging en bovenal, zijzelf zou iemand hebben, waar ze van mocht houden, een an der doel in haar leven behalve alleen maar die geforceerde, zelfzuchtige noodzaak om voedsel, kleeding en een onderdak te verdienen. Lady Bridgets blijdschap met haar toe stemming toonde duidelijk genoeg, dat men haar noodig had, dat ze iets tot het geluk van een ander kon bijdragen, wat ten slotte toch een van de heerlijkste dingen in het leven is. „O, lieverd, ik kan je niet zeggen hoe blij ik ben, dat je bij ons wilt komen," had Lady Bridget gezegd, toen Herrick eindelijk had toegege ven. „Ik heb altijd zoo naar een eigen dochter verlangd en ,de Voor zienigheid gaf me alleen maar een zoon al zou ik voor geen geld van de wereld Billy willen missen," voegde ze er haastig bij. „IVJaar ik verlangde ook zoo naar een dochter en nu ik er dan geen van mezelf kan hebben is het beste wat me overkomen kan dat ik er een van Quin klrijg". Haar stem kreeg een groote teederheid. „Hij moet heel gelukkig zijn geweest toen jij kwam. Ik herinner me, dat hij me jaren geleden eens zei, dat hij geloofde, dat het een van de wondermooiste dingen in de wereld moest zijn om een kind van jezelf te hebben. Als alles anders was geweest Ze hield op, doch Herrick raadde instinctmatig wat Lady Bridget zoo plotseling verzweeg, n.l. dat als zij den man, dien ze liefhad had mo gen trouwen, zij en niet een andere vrouw, de moeder zou zijn geweest van zijn kind. En Herricks eigen gedachten gingen nog verder. Als haar vader Lady Bridget naast zich had gehad, als die hem door het leven had geleid, hoe heel anders zou dat leven en het tragische einde misschien geweest zijn. Haar ver standig, gezond oordeel zou hem uit de moeilijkheden gehouden heb ben, zijn karakter hebben versterkt en zijn liefde voor haar zou hem andere idealen hebben gegeven om naar te streven. Maar dat alles was voorbij, afge daan. Wat overbleef was, dat zij en Lady Bridget onzichtbaar aan elkaar waren geketend door hun lief de voor den man, die gestorven was. En diep in haar hart deed Herrick de gelofte, dat Lady Bridget er nooit spijt van zou hebben, dat ze haar gevraagd had om bij haar te komen inwonen, dat ze op alle mo gelijke manieren zou trachten, de plaats van de zoo verlangde dochter, die nooit gekomen was, ïn te nemen. Er werd afgesproken, dat ze over veertien dagen met de Rivingtons naar Engeland zou terugkeeren. „Dan heb je nog den tijd om wat japonnen en zoo te koopen," had Lady Bridget gezegd. En het stelde Herrick ook in staat haar kleine zaken te regelen voor ze Frankrijk verliet. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1934 | | pagina 1