Breskensche Courant
200
40
25
De lamp in Je woestijn
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Als in oorlogsdagen
FEUILLETON
„Zij"-Crême
Gewestelijk Nieuws
42ste Jaareang
Woensdag 2 November 1932
Nummer 3778
ABONNEMENT:
per kwartaal f !,25;
builen Breskens 1,40.
Buitenland 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal 0,65; en buiten
Breskens 0,725Bui
tenland 32)0 per jaar.
Verschijnt
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND -
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk t uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU. Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
Van I 5 regels f 0,75;
iedere regel meer 5 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handclsadücrtcnliën bij
regelabonnement groote
kortingTarief op aan
vraag verkrijgbaar.
GR A Tl S verzekering voor de
abonnee tegen ongelukken, en
mei voor dè volgende bedragen:
gulden bij levens- i x-\ gld bij dood r^y gld bij ver- /-v gld bij ver-
lange ongeschikl- Ji IIJ door lies van een j( I ^es van een
heid tot werken een ongeluk hand of voet oog
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij
Fatum"
gld bij ver
lies van een
duim
le s-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
■j s~\ gld bij verlies
lie van eiken
anderen vinger
O
De moreele kwaliteiten onzer grens
bevolking hebben bij de overige
landgenooten altijd in een min of
meer kwaden reuk gestaan. De men
schel! aan de grens, zoo schreef
nog dezer dagen een vertegenwoor
diger van een bijzonder democra
tisch dagblad, leven niet alleen aan,
op en over de grens van het land,
maar ook op en over de grens van
het toelaatbare, de grens van wat
mag en niet mag. In haar algemeen
heid was deze uitspraak zeker sterk
overdreven. Het allergrootste deel der
grensbevolking houdt zicK geenszins
met smokkelarij op, voor het over
blijvende deel gold eens het spreek
woord: „De gelegenheid maakt den
dief". In normalen tijd is het voor
lieden, die meer binnenwaarts het
land in wonen, geen kunst om zich
van smokkelzonden vrij te houden.
Aan de grens is dat heel anders.
Het kwaad lokt daar eiken dag en
als de economische omstandigheden
slecht zijn, als er te veel en te lang
durige werkloosheid is b.v., dan valt
het niet mee om aan dat lokkende
kwaad weerstand te blijven bieden.
Wanneer het kwaad welig tiert, ver
leert de mensch trouwens ook spoe
dig om het kwaad als zoodanig te
onderscheiden. Met moreele ver
slapping als gevolg.
Smokkelhandel is het profijtelijkst,
als buitengewone omstandigheden
zekere prijsbeschermingen of kunst
matige prijsopvoeringen noodig ma
ken. En die bijzondere omstandighe
den zijn dan meestal gelegen in den
algemeenen nood. Nood eenerzijds
dus, met abnormaal en kunstmatig
opgevoerde prijzen anderzijds. De
nood drijft de menschen dan tot
het smokkelkwaad en de ruime
winsten daarvan houden het kwaad
aantrekkelijk.
Een en ander schrijven we ter
verklaring, niet ter verontschuldi
ging, van den grens-smokkelhandel.
En ter verduidelijking ook, dat de
menschen van het binnenland geen
reden hebben om zich superieur te
meenen boven hun broeders aan de
grenzen. Want als de omstandig
heden bij tijd en wijle eens zoo
veranderen, dat er ook binnenslands
aan het smokkelen wat te verdienen
valt, toonen de menschen zich daar
dan deugdzamer?
23.
Uit het Engelsch van
ETHEL M. DELL
door
CATH. A. DERMOUT-VISSER
o
Dacre huiverde. Hij wrong zich
de handen als een man tegenover
zijn beul. 'tWas hem als voelde hij
den strop om den nek. Maar zelfver
loochening lag niet in zijn aard. En
met de wanhoop in 'thart waagde
hij nog een laatste poging om het
lot af te wenden.
„Maar dat is een daad van ge
weld I" zeide hij. „Daar kan toch
geen kwestie van zijn. Ik weigerl De
dingen zijn al te ver gekomen. In
alle geval is Stella mijn vrouw en 't
is vervloekt dat iemand tusschen ons
komen zal. Je moogt doen wat je
niet laten kunt, maar ik weigerl"
Verzet was zijn eenige wapen en
hij hanteerde het met al de kracht
die in hem was, maar op hetzelfde
oogenblik zag hij de nuteloosheid
ervan in. Monck maakte een enkele
We mogen deze vraag stellen, nu
de economische beschermingsmaat
regelen van de regeering abnormaal
groote verschillen hebben geschapen
tusschen den kostprijs van vele pro
ducten en den verkoopsprijs. Er
wordt thans overal weer geknoeid
als in de oorlogsdagen. Wie zijn oor
te luisteren legt, kan het waarnemen,
hoe het ontduiken van accijnzen e.d.
een sport is geworden, welke in
breede volkslagen naar hartelust
wordt beoefend.
't Is immers zoo gemakkelijk. Met
een kilo boter in zijn zakken kan
men 75 cent accijn^, ontduiken. Met
margarine en andere spijsvetten is
het juist zoo. De Varkenswet geeft
eveneens aanleiding tot knoeien. Enz.
In verband met een en ander wil
len we de goedwillenden met aan
drang waarschuwen om den smok-
werkt zacht en weldadig; Uw huid
ontwaakt tot nieuwe schoonheid onder
haar aanraking. In prijzen van 20-30-
45 en 75 cent.
kelhandel in geen enkel opzicht te
steunen. Anders immers wordt het
effect der regeeringsmaatregelen
welke ten doel hebben om den eco-
nomischen toestand te verbeteren,
illusoir. Bovendien schaden we on
ze persoonlijkheid. In de oorlogsda
gen hebben we het kunnen ervaren,
hoe de smokkelhandel de moraliteit
der menschen geleidelijk neerhaalde
en tenslotte een psychose schiep,
welke de criminaliteit onrustbarend
deed toenemen.
Omwille dus van ons zelve én om
de regeering te steunen in Haar po
gen om nijvere bevolkingsgroepen
van ellende en ondergang te vrij
waren, mogen we den onwettigen
handel niet steunen.
En ook de regeering heeft tot
plicht om tegen den smokkelhandel
de bijzondere maatregelen te nemen,
welke worden vereischt door de bui
tengewone gunstige omstandighe
den, welke ze door haar bescher
mingsmaatregelen schiep. De wet
stelt het strafbaar, als een burger
een of ander waarde-voorwerp on
beheerd buiten zet, omdat we geen
kans mogen geven om -diefstal te
plegen. Zoo'n voorwerp moet wor
den bewaakt. Welnu, de regeering
bewake ook de extra-waarden, welke
vlugge beweging en in het maan
licht schitterde de loop van een
dienstrevolver. Hij sprak kortaf en
ijskoud.
„Je kunt kiezen! Maar als jij haar
nietde bescherming van het we
duwschap geeftzal ik het doen.
Dat zal misschien wel de allerveilig
ste weg zijn.
Dacre ging nog een stap achteruit:
„Je zoudt me willen vermoorden!"
riep hij uit.
Monck grijnsde. „Je moest niet
weigeren," zei hij.
„Dat is waar!" Dacre keek hem
vol in 't gezicht. „En zooais je dat
wel hebt voorzien, zal ik dat in de
gegeven omstandigheden ook niet
doen. 't Zou tijd hebben gespaard
als je 'tme dadelijk van dien kant
had laten bekijken".
„Misschien, maar ik hoopte dat
je ook zonder dergelijke drang niet
zoudt hebben geweigerd". Monck
sprak met bijna op elkaar geklemde
tanden. Maar de revolver was weer
in de plooien van zijn kleed ver
dwenen. „Je moet vannacht nog ver
trekken, dadelijk, zonder haar weer
te zien. Dat begrijp je zekerl"
Dat was het eind der bespreking.
Dacre spartelde ook niet langer
tegen. Hij was er de man niet naar
ze door haar maatregelen in het
openbaar verkeer bracht. Waar het
mes der bezuiniging ook in gesto
ken moge worden, het zal in geen
geval mogen geschieden in bewa
kingsposten. Integendeel, bij ons
rijst de vraag, of uit het massale
leger der werkloozen geen geschikte
krachten gerecruteerd moeten wor
den, om als tijdelijke ambtenaren
de naleving der crisismaatregelen
van de regeering te controleeren.
Om de baat van die maatregelen
te verzekeren en om de openbare
moraliteit te beschermen.
OOSTBURG.
Ingevolge de beschikking van den
minister van Onderwijs is de heer
L. van Ginkel, amanuensis aan de
Rijks Hoogere Burgerschool alhier
met ingang van 1 Januari 1933 op
wachtgeld gesteld; dit is als bezui
nigingsmaatregel bedoeld.
Het is algemeen bekend, dat in
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, se
dert de oprichting van den muziek-
bond, een enorme vooruitgang op
muzikaal gebied is verkregen, het
geen o.m. voldoende reeds is ge
bleken uit de verslagen -der gehou
den concoursen Thans is een en
ander opnieuw gebleken, immers op
een j.l. Zondag te Eecloo (B.) ge
houden solisten-concours voor blaas
instrumenten, welk concours stond
onder toezicht der Federatie voor
Harmoniën en Fanfaen van België,
werden eerste prijzen behaald, respec
tievelijk in -de 3e, de 2e, de le en de
hoogere afdeeling, door Joz. Ris-
seeuw alhier op Bugle, A. Wage
te Zuidzande op Bariton, J. C. Riete-
co alhier op Trompet, P. Verhage te
Zuidzande op Klarinet en een 2e
prijs door Ph. de Vuijst alhier op
Bugle. De heer J. A. Gossije alhier,
die reeds eerder te Bergen op Zoom
en Steenbergen eerste prijzen heeft
behaald, veroverde te Eecloo in de
afdeeling uitmuntendheid den eer
sten prijs alsmede den prijs, uitge
loofd -door de stad Eecloo. Voor
de beste groep van 4 blazers be
haalden de vier leden van de Har
monie alhier de onderscheiding in
de eerste klasse te worden geplaatst.
Op 28 October j.l. werd alhier
in de zaal „de Vuijst" de jaarlijk-
om nog langer zich moeite te geven
voor een zaak die hij toch verloren
wist. Buitendien was -er iets in
Monck, wat hem in bedwang hield,
hem ontzag inboezemde. Ofschoon
hij denman haatte om zijn overwicht,
kon hij hem toch niet minachten.
Want hij wist dat wat hij gedaan
had, hem ingegeven was door zijn
eergevoel en die ridderlijkheid die
met eer hand aan hand gaat, een
ridderlijkheid die geen vrouw van
hem zou hebben verwacht. Hij ge
loofde vast en zeker dat Monck niet
het minste belang stelde in eenige
vrouw ter wereld en die overtuiging
stevigde Monck's positie. Dat hij
aldus streed voor een beginsel was,
hoewel Dacre zich iets dergelijks niet
kon indenken, van meer gewicht,
dan dat hij zich voor de persoon
zelf had geïnteresseerd. Monck was
de eenige man onder zijn kennissen,
die nooit naar de gunst van eenige
vrouw had gedongen, die nooit on
der den invloed van vrouwelijke be
koorlijkheden was gekomen en daar
om stond hij in Dacre's oog op een
onaantastbaar standpunt.
Door voor de overmacht te buk
ken, Zwichtte Dacre voor een zede
lijken dwang, niet voor persoonlijk
ken invloed. En ofschoon zeer tegen
sche algemeene vergadering gehou
den van de N.V. Mij. tot Exploitatie
van het Beursgebouw alhier. Het
verslag over het boekjaar 193l/'32
gaf na ruime afschrijvingen een
voordeelig exploitatiesaldo aan van
f 17.46. Uit het jaarverslag blijkt dat
van het gebouw in het afgeloopen
jaar een ruim gebruik werd ge
maakt, waaruit, blijkt dat dit wèl
in een behoefte voorziet.
Volgens rooster was aan de beurt
van aftreding als commissaris de
heer J. Adriaansen, welke met alge
meene stemmen werd herkozen.
SCHOONDIJKE.
Melden we reeds de opening der
bazar ten bate van Zuigelingenzorg,
thans kan geconstateerd worden dat
het een succes is geweest. Vooral
Zaterdagavond was de toeloop groot.
En Maandag was het er heel ge
zellig en duurde de pret heel lang
voor de bezoekers. Een woord van
hulde voor allen die medewerkten
tot het slagen der bazar. Zuigelin
genzorg heeft weer een gestijfde kas,
wat ten zeerste noodig was.
BIERVLIET.
Vrijdagavond kwam de Raad de
zer gemeente in voltallige zitting bij
een.
Nadat eenige ingekomen stukken
voor kennisgeving waren aangeno
men, kwam in behandeling een ver
zoek van den Edelachtb. Heer P. W.
Maarleveld om eervol ontslag uit zijn
betrekking van secretaris dezer ge
meente, zulks met ingang van 1
Januari 1933. Overeenkomstig het
verzoek wordt hem dit ontslag eervol
verleend onder dankzegging voor de
vele en gewichtige diensten de ge
meente bewezen. Dit besluit zal in
gevolge het derde lid van art. 102
der Gemeentewet ter Koninklijke
goedkeuring worden opgezonden. De
Voorzitter deelde voorts mede, dat
hij heden aan H. M. de Koningin
ontslag heeft aangevraagd als burge
meester dezer gemeente eveneens
met ingang van 1 Januari 1933.
De heer Maarleveld is gedurende
veertig jaren secretaris dezer ge
meente en vervult reeds 26 jaren
de betrekking van burgemeester.
Een bijzonderheid is wel, dat in de
ze veertigjarige periode geen enkele
raadsvergadering buiten zijn tegen
woordigheid is gehouden.
De bekende circulaire van Ged.
Staten van Zeeland om het gevoe
len van den Raad te vernemen inza-
zijn wil, moest hij dien dwang ge
hoorzamen.
Met een onwillig gebaar wendde
hij zich af en gaf daarmee te ken
nen dat hij den strijd opgaf. Hij had
zich krachtig verweerd, maar had
het onderspit moeten delven. Het
eerste harde van den slag was al
weer voorbij. Liefde in de wildernis
kon niet altijd duren. Hij had daar
van ruim zijn deel gehad - en zeer
eigenaardig, begon hij er over te
denken dat Stella's koude schoon
heid hem toch niet lang zou heb
ben kunnen boeien. Hij moest iets
vurigers, levendigers hebben. Bui
tendien eischte zijn natuur van het
voorwerp zijner begeerte een zeke
re mate van eerbied en ontzag en dat
had hij in geenen deele gevonden.
Stella was klaarblijkelijk meer be
stemd om te ontvangen dan te geven
en er waren oogenblikken geweest,
dat dit hem in hooge mate had ge
ërgerd. Zij scheen hem volkomen
onvatbaar voor eenig dieper gevoel
en ofschoon hun verhouding daar
onder tot nu toe nog niet had ge
leden, was hij toch wel tot de over
tuiging gekomen dat dit niet altijd
blijven zou.
Daarom begreep hij al dadelijk,
dat hij elders wel troost vinden zou.
ke tijdelijke korting op de jaarwed
den der wethouders en ambtenaren
van den burgerlijken stand wordt
voor kennisgeving aangenomen. De
Raad was unaniem van oordeel, dat
deze jaarwedden niet te hoog moeten
worden geacht.
Eveneens wordt voor kennisgeving
aangenomen een verzoek van het
gemeentebestuur van St. Maartens
dijk om adhaesic-betuiging aan het
tot Ged. Staten van Zeeland gericht
adres inzake vermindering der jaar
wedden van de burgemeesters, sec
retarissen en ontvangers. Ook hier
sprak de Raad zich algemeen uit,
dat de jaarwedden dezer functiona
rissen niet te hoog moeten worden
geacht.
Aan den A.N.W.B. Toeristen
bond voor Nederland wordt met in
gang van 1 Januari 1933 en tot
wederopzeggens een jaarlijksche sub
sidie verleend van f5.-.
Naar aanleiding van een schrifte
lijk voorstel van het raadslid Naeije
wordt de verordening tot heffing van
staangelden bij gelegenheid der ker
mis en andere feestelijkheden in dien
zin gewijzigd, dat voortaan ook
van schouwburgtentcn, circussen e.d.,
welke op gemeentegrond worden ge
plaatst, niet tijdens kermis, markt-
geld zullen worden geheven.
De verordening tot heffing van
schoolgelden voor het gewoon lager
onderwijs wordt gewijzigd met dien
verstande, dat voortaan als belas
tingplichtig zullen worden beschouwd
zij, die een belastbaar inkomen heb
ben van f 700.- of meer.
Besloten wordt aan Ged. Staten
opnieuw vrijstelling te vragen van de
verplichting tot het geven van on
derwijs in lichamelijke oefening aan
de O.L. Scholen.
De Voorzitter deelt voorts mede
dat zich voor het avondonderwijs
aan de O.L. School A 18 leerlin
gen hebben aangemeld, zoodat dit
onderwijs gedurende den cursus '32/
'33 zal worden gegeven, hetgeen de
Raad ten zeerste toejuicht.
De begrooting voor het dienstjaar
1933 wordt artikelsgewijze behan
deld, waarbij de Voorzitter nadere
inlichting verstrekt. Bij -den post
„Presentiegeld aan de leden van den
Raad" stellen B. en W. voor Ged.
Staten te verzoeken het bedrag van
het presentiegeld te bepalen op f 125
per jaar in totaal te verdeelen naar
gelang van het aantal vergaderingen
door ieder raadslid in eenig jaar
Zijn hart zou niet breken, noch door
haar, noch door eenige andere vrouw
en evenmin dacht hij, dat dit bij
haar het geval zou zijn.
Inmiddels trachtte hij zoo goed
mogelijk zich te schikken in het
onvermijdelijke, 't Had nog erger
kunnen zijn. Misschien was het toch
in den grond der zaak maar veiliger,
om aan Monck's bevel te gehoor
zamen en heen te gaan.
Een publiek schandaal zou veel
erger zijn, zoowel voor hem, als voor
Stella, die maar weinig te verliezen
had en niemand wist wat er kon ge
beuren, indien hij bleef.
Hij voelde ook weinig voor een
samentreffen met de duivelin, die de
vloek van zijn leven was geweest.
tWas weliswaar zeer onwaarschijn
lijk dat dit zou gebeuren, maar de
kans bleef in ieder geval bestaan.
En daarom besloot hij wijsgeerig zijn
last maar op te nemen. Hij was
eenigszins avontuurlijk aangelegd en
koesterde de vaste overtuiging, dat
alles met hem nog best terecht zou
komen. De Fortuin was hem altijd
nog gunstig geweest en wendde zij
nu al tijdelijk het gelaat van hem af,
spoedig genoeg zou de toekomst
hem weer tegenlachen.
.(Wordt vervolgd).