Breskensche Courant
25
De lamp in de woestijn
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Binnenland
FEUILLETON
Gewestelijk Nieuws
42ste Jaarsrang
Zaterdag 29 October 1932
Nummer 3777
ABONNEMENT:
per kwartóal 1,25;
buiten Breskens 1,40.
BuUenland 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal 0,65; en builen
Breskens 0,725Bui
tenland 3J50 per jaar.
Verschijnt
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND -
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU. Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
van 1 5 regels f 0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingcn 30
cent per regel.
Handelsadoertentiën bij
regelabonnemenl groole
korting. Tarief op aan
vraag verkrijgbaar.
GRATIS verzekering voor de O /I
abounds tegen ongelukken, en SI tl
mei voor dè volgende bedragen:
gulden bij levens- f j^\ x-\ gld bij dood gld bij ver- s-\ gld bij ver- j /~v gld bij ver-
lange ongeschikt- JI II f door S lies van een j( ^es 0an een dml I I lies van een
heid tot werken een ongeluk hand of voet oog duim
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te s-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
i gld bij verlies
I üan e^en
anderen vinger
Delft herdenkt haar groote
zonen.
Delft herleeft op het oogenblik
weer wat van haar ouden roem. Men
viert er n.l. op bescheiden wijze den
300-sten geboortedag van den ver
maarden Delftschen schilder Joan
nes Vermeer en van den grooten
geleerde Anthony van Leeuwenhoek.
Een igrooten geleerde mogen we
hem thans inderdaad noemen, maar
zijn toenmalige tijd- ien landgenooten
hadden .maar weinig op met dezen
man, (dien ze een ongeleerde heetten,
die niet eens latijn kende. In Enge
land vond van Leeuwenhoek meer
respect; van daaruit werden al zijn
geschriften gepubliceerd en van
daaruit ontving hij ook geld om zijn
onderzoekingen voort te zetten. Van
Leeuwenhoek is de geestelijke vader
van de bacteriologie en van de pro-
zoologie, Id.i. de leer der laagste
eencellige vormen van het dieren
rijk. Hij stelde voor het eerst een
microscoop samen, met behulp waar
van hij het microscopisch leven ont
dekte in al wat leeft en doode stof
soms lijkt. Koningen en andere groo
ten der aarde bezochten hem om
middels zijn instrument het tot dan
ongekende leven der microben te
aanschouwen, wat ze overigens meer
interessant 'en verrassend dan van
belang vonden. Maar de lijdende
menschheid ien 'de wetenschap heb
ben 'intusschen heel wat aan de vin
dingen van den „Delftschen brille-
slijper" te danken 1
De fiscus gedenkt een grooten
iandszoon.
We Jnaken ons over het algemeen
wel wat meer verdienstelijk met het
eeren yan groote dooden dan met
het steunen van verdienstelijke le
venden. iDat wondt in deze dagen
nog lal eens met nadruk geconsta
teerd, inu de fiscus het onzen emi-
nenten IWillem Mengelberg om be
lastingkwesties ,zoo moeilijk maakt.
De fiscus zou hem zelfs den toe
gang tot zijn woning hebben ont
zegd. 'Zoo erg is het intusschen nog
niet. 'Er is wel beslag gelegd op een
deel ,van zijn boedel, maar Mengel
berg [mag thuis komen, dakloos is
hij dbg niet. Overigens wordt deze
tragedie ]o.i. wel een beetje overdre
ven. Als Mengelberg ten onrechte
22.
Uit het Engelsch van
ETHEL M. DELL
door
CATH. A. DERMOUT-VISSER
o
„Maar er bestaat geen enkele re
den waarom ze dat doen zou. Ze
weet heel goed dat zij er niets mee
winnen zou. Je broer schijnt maar
een zeer vage voorstelling van de
zaak te hebben, 't Was beter dat
je hem schreef dat die Dacre dood
is. Je medeofficier hoort tot een
anderen tak van de familie. Daarmee
moet iedereen tevreden zijn en nie
mand wordt ermee te kort gedaan,
hè?"
De laatste woorden gingen verge
zeld van een goedmoedigen over-
redenden glimlach. Hij wist niet best
hoe hij het met zijn metgezel had,
maar 'tkwam hem voor, dat zelfs
Monck moest inzien hoe dwaas 't
zou zijn om, waar de zaken zóó
stonden, zooveel drukte van het ge
val te maken. 'tEenige wat er te
is aangeslagen, dan heeft hij onze
sympathie 'in zijn strijd tegen den fis
cus, Imaar daarmee houdt een deel
van Ide pers zich in het geheel niet
bezig. 'Men schijnt het een soort
majesteitsschennis te vinden, als op
de meubelen van een grooten
kunstenaar 'beslag wordt gelegd,
maar voor den fiscus moet een ieder
gelijk Zijn. Men acht volgens de
jongste berichten een compromis
mogelijk. Misschien dat Mengelberg
zijn belasting in natura kan voldoen.
In |dat geval zou hij met zijn Con-
certgebouw-orchest (naar het belas
tingkantoor |kunnen trekken en zijn
cijns voldoen met het brengen van
een aubade.
De bezuiniging bij de Spoor
wegen.
Omtrent Verdere bezuinigingsplan
nen van de Spoorwegen komen ge
leidelijk (wat meer berichten los.
Door pensionneering op 60-jarigen
leeftijd denkt men een deel van het
personeel |te laten afvloeien. Er zul
len look verschillende overplaatsin
gen worden verordend. Een en an
der snoet toch inderdaad voorzichtig
worden toegepast, als men de vei
ligheid van het verkeer niet wil scha
den. We wezen daar een vorigen
keer reeds op. Nabij Soest is op
Maandagmorgen nog een ernstig'
spoorwegongeluk op het nippertje
voorkomen. 'Op Baarn-Utrecht deed
altijd hetzelfde personeel dienst,
maar als gevolg van de bezuinigin
gen wordt nu niet altijd meer het
zelfde personeel voor dienst op een
bepaald vak aangewezen. Een vreem
de machinist vertrok Maandag van
Baarn Sn de richting Utrecht. In
Soest had hij op den personentrein
uit 'Utrecht moeten wachten, maar
de snan reed daar ontijdig op, met
het gevolg, dat hij een eind verder
op zijn eigen baan den personentrein
uit Utrecht ontmoette. Vlak tegen
over (elkaar kwamen de treinen tot
stand. Het publiek was zeer ge
schrokken (en gaf op felle wijze ui
ting (aan haar misnoegen.
Een dappere kleine meid.
Het (geval van het 8-jarige meisje
uit Venlo, dat op zoo kordate wijze
twee zusjes en een vriendinnetje uit
een brandend bovenhuis redde, door
de kinderen uit een raam naar be
neden 'in de handen van angstige
toeschouwers te werpen, vóór het
meisje 'zelf uit het raam sprong,
doen viel, was het stilzwijgen er over
bewaren. Hijzelf zou er natuurlijk
niet over spreken en een leugentje
om bestwil van Moncken de
zaak was in orde. Hij dacht er niet
over, dat deze laatste zou weigeren
hem dien kleinen dienst te bewijzen.
Want, zooals hij zelf even te voren
had opgemerkt, Dacre was niet de
eenige persoon waar 'tom ging.
Maar de algeheele en weinig be
lovende stilte, waarmee zijn gemak
kelijke oplossing werd begroet, ver
ontrustte hem eenigermate. Hij
haastte zich die stilte te verbreken,
begrijpende, dat, hoe langer die
duurde, hoe minder kans hij had
op een gunstige beslissing.
„Kom, kerel!" zei hij op vriende
lijken toon. „Je zult toch niet weige
ren een vriend die in 't nauw zit
te helpen. Ik zou hetzelfde voor jou
doen en meer nog ook. En denk er
aan, 't is niet alleen mijn geluk dat
gevaar loopt, maarwe moeten
ook aan Stella denken I"
Bij die woorden keek Monck hem
doordringend, bijna woest aan. Maar
toen hij sprak klonk zijn stem be
daard, bijna snijdend duidelijk.
„Ja," zeide hij „en haar eer is je
blijkbaar evenveel waard als je ei
gen. Ik denk aan haar en aan haar
alleen. En voor zoover ik zien kan
heeft overal roerende bewondering
gewekt. Gelukkig, dat de dappere
kleine [meid nog erg jong is. Ware
ze een paar jaar ouder geweest, dan
zou alle toegezwaaide wierook haar
wel 'eens bedwelmd kunnen hebben.
Het is overigens best te begrijpen,
dat (men de kleine meid vertroetelt.
Het -is alles nu goed afgeloopen,
maar (moge ieder er toch weer uit
geleerd hebben, dat het nooit ver
antwoord is om kleine kinderen al
leen [te laten.
Allerlei.
Het schijnt, dat de in Zandvoort
aangespoelde tvliegtuigonderdeelen
van een oude afgedankte Engelsche
legermachine zijn. Ook in ons land
heet (het, is het een gewoonte om
zulke [dingen in zee te werpen. Aan
bevelenswaardiger |mameren om van
oud (roest af te komen, zijn anders
óók wel te bedenken, dunkt ons.
Men behoedt dan de menschen te
vens -voor angstige gedachten.
^^Hoofd-en Kiespij^
MIJNHARDT'S POEDERS
Doos 4-5ct. Per stuk 8 ct. _J~
Bij Uw drogist
OOSTBURG.
In het café ,,'de Buitenlust" alhier
hield het bestuur van de afdeeling
Zeeland van den Bond van Bedrijfs
autohouders in Nederland de B.B.N.
j.l. Maandagavond een propaganda-
avond, die door een dertigtal auto
houders uit verschillende gemeenten
werd bijgewoond; het is wel jammer,
dat slechts zoo weinigen van de ge
legenheid gebruik maakten om eens
een goeden kijk te krijgen op het
doel en streven van dezen bond,
hetwelk een en ander op zeer duide
lijke en populaire wijze werd uiteen
gezet 'door den heer Poolman uit
Arnhem, lid van het hoofdbestuur
van den bend.
Spreker herinnerde aan de op
richting in het jaar 1918, toen de
auto nog zoo verbazend impopulair
was, dat men zei: „daar heb je weer
zoo'n stinkding" of „wat doen toch
die stinkende dingen langs den
weg?" Met een lid of 12, dertien,
had de oprichting plaats en thans
is er maar één ding te doen".
„Zoo, inderdaad!" Dacre's bijna
luchtige manier van spreken kreeg
iets brutaals. „En dat moet ik dan
zeker bewerkstelligen. Uw onderda
nige dienaar! U hebt maar te spre
ken!"
Monck strekte een gespierden
arm uit en hield hem de gebalde
vuist vlak onder den neus. „Na
tuurlijk moet je 'tdoen," zei hij,
„of ik zal je..."
Tegen wil en dank ging Dacre
een stap achteruit. „Wat bedoel je?
Je zult toch niet zoo'nploert
zijn om rpij te verraden?"
Monck maakte een verachtelijk ge
luid, dat eindigde in een lach. „Je
bent zoo'n vervloekte schoft," zeide
hij, „dat 'tme geen drommel sche
len kan of je te gronde gaat! 't
Eenige wat ik wensch is een vrouw
te beschermen, wier eer jij in gevaar
hebt durven brengen. Ik denk er
alleen over, hoe ik haar van de
openlijke schande kan vrijwaren. Dat
zal niet gemakkelijk gaan, maar 't
kan gebeuren en 't zdl gebeuren ook.
Luister" en zijn stem kreeg opeens
een metaalklank. „Wanneer dit haar
zal worden bespaarden dat
moeten dat zaldan moet
jij wegverdwijnen, voor zoo
ver het haar betreft, moet je van-
telt de bond duizenden en nog eens
duizenden leden en is hij een lichaam
geworden, waarmede men rekening
houdt. De tijd met de massa noo-
dige papieren is voorbij, toen elke
provincie -en als het ware elke ge
meente hare eischen stelde; spre
ker legt de innerlijke organisatie
uiteen, toont aan, dat men niet meer
buiten de auto kan, dat deze ge
weldig ingrijpt in het zakenleven.
De bond heeft zijn raadgevers op
allerlei gebied: ingenieurs, rechts
kundigen enz. Op het platteland,
zoowel als in de steden ziet men, in
weerwil van den crisistijd een ge
weldige vooruitgang met den auto,
immers hij is een nuttig en nood
zakelijk instrument. De bond heeft
het land verdeeld in 18 districten
elk met een eigen bestuur. Spreker
wijst op verschillende verbeteringen,
ook al door den invloed van den
bond verkregen; zoo b.v. voor de we
genbelasting, die aanvankelijk werd
voorgesteld op f 10.- per 100 K.G.
De bond heeft toen onmiddellijk een
enquête gehouden onder de bedrijfs-
autohouders, met de uitkomst van
deze enquête is de bond naar den
minister gegaan en heeft toch een
vermindering van 40 pCt. verkre
gen. Voorts is verkregen het verla
gen van verschillende overzetveeren
als b.v. bij Arnhem, Nijmegen, Eek-
en Wiel, den tol op de brug te Roer
mond enz. Verder heeft de bond
aandeel gehad in de afschaffing van
diverse tollen. Een en ander is ook
gevolg van de omstandigheid, dat de
bond nooit staat tegenover de auto
riteiten, zoodat men steeds een wil
lig oor heeft. Een geschrift is uitge
geven: „De weg naar betere wegen".
De bond geeft allerlei inlichtingen
aan zijn leden door zijn ambtenaren.
Thans staan we weer voor groote
moeilijkheden n.l. het rapport Weiter
met zijn bezuinigingen, waar ook de
auto's in betrokken zullen worden
met hoogere belasting en verhoo
ging van den benzineprijs. „Denkt
nu niet," zoo zegt spreker, ,,'tzal
zoo'n vaart niet loopen en blijft niet
van verre staan, maar verzet U in
massa; de belasting is te hoog, daar
de grondslag verkeerd is". De spr.
wil nu niet langer meer stil staan
bij het werk van den bond; hij wil
enkel aansporen lid van den bond
te worden; gebleken is, dat de ter
tiaire wegen in Zeeuwsch-Vlaande
ren voor het meerendeel in zeer
slechten toestand verkeeren, omdat
nacht sterven
„Ik!" riep Dacre uit en keek hem
ongeloovig aan. „Man je bent gek!"
„Dat ben ik niet!" Scherp als een
mes kwamen die woorden over
Monck's lippen. Zijn geduld was uit
geput. Zijn gelaat stond somber, zijn
oogen schitterden hartstochtelijk en
hij was het toonbeeld van een man
die 't er op heeft gezet zijn wil door
te zetten. „Wanneer je je verbeeldt
dat haar veiligheid kan worden ver
zekerd zonder eenige opoffering, dan
vergis je je. Denk je dat ik kalm
zal toezien, hoe jij een onschuldige
vrouw meesleept in den modder
waarin jij thuis hoort. En wat denk
je wel dat zij daarvan zou zeggen?
Wat zij zou doen als zij het eens
te weten kwam? Ik geloof dat zij
de hand aan zichzelf zou slaan!"
„Maar zij behoeft het niet te we
ten. En zij zal het nooit weten!"
Dacre's antwoord klonk vrijwel wan
hopig. „Je hebt je mond maar te
houden, dan sterft het wel zijn eigen
dood. Die duivelin zal de moeite
niet nemen om mij tot hierheen te
volgen. Waarom zou ze ook. Ze
weet heel goed dat ze van mij niets
meer heeft te verwachten. Stella is
de eenige vrouw die ergens recht op
heeft!"
„Juistl" Monck keek hem woe-
er uit het wegenfonds niets aan ge
daan wordt. Gelegenheid werd daar
op gegeven tot het stellen van vra
gen, waarvan door enkelen gebruik
werd gemaakt.
De heer W. de Smidt merkte op,
dat het werkelijk met de paperassen
nog niet veel minder was en meen
de, 'dat de bond hier nog wel ver
eenvoudiging bekomen kan; ook het
rijbewijs om de 2 jaar vernieuwen,
welk nut heeft dat? Inleider deelde
mede hoe de zaak der triptieken op
het oogenblik staat; in weerwil van
de vele moeiten, die de bond in dit
opzicht zich getroost, wil de minister
dit vooralsnog niet loslaten; men
doet op 't oogenblik moeite de trip
tieken eraf te krijgen, maar dit is in
ternationaal en dus moeilijk te be
werken; wel schijnt of er van Duit-
sche zijde eenige geneigdheid tot
toegeven bestaat; mocht de econo
mische toestand wat gunstiger wor
den, dan zal dat wel gemakkelijker
gaan; de rijbewijzen worden ver
strekt omdat de regeering toch eeni
ge vastheid op dit punt moet heb
ben. Algemeen is de vergadering
van oordeel, dat het rijbewijs, zooals
dit nu geregeld is een paskwil is en
eigenlijk niets dan een geldmakerij.
Inleider is van oordeel, dat in ver
vallen van het rijbewijs toch eenig
gevaar schuilt, daar de minister dan
zeker een nieuwe doktersverklaring
zal eischen; inleider is met de ver
gadering van oordeel, dat een vol
gend rijbewijs kosteloos dient ver
strekt te worden: de bond zal zich te
dezer zake tot den minister wenden.
De heer de Smidt meent, dat, waar
vele chauffeurs zonder erg den tijd
van vernieuwing van het rijbewijs
laten voorbijgaan, de autohouders
vanwege de Provinciale griffie over
de gemeentebesturen moeten ge
waarschuwd worden, dat hun rijbe
wijs staat te vervallen. Verschillende
bezwaren werden nog naar voren
gebracht. Naar aanleiding van een
vraag van den heer Sturm over ver
hooging van benzinebelasting, zegt
inleider, dat reeds een request met
meer dan 23000 handteekeningen
hierover aan den minister is gezon
den. Op een vraag of het waar is,
dat het geld der wegenbelasting ook
voor andere doeleinden dan de we
gen gebruikt wordt, zegt de heer
Poolman, dat daarvan niets bij 't
bestuur bekend is; volgens het rap
port Weiter zou een wegenbelasting-
fonds moeten gesticht worden en in
dend aan, „ze heeft het recht om als
fatsoenlijke vrouw fatsoenlijk behan
deld te worden. En voor zoover ik
het in mijn macht heb, zal dat ge
schieden. En daarom zult ge van
nacht verdwijnen, voor goed uit haar
leven en haar in den waan brengen
dat je dood bent. Ik zal er voor zor
gen dat zij de waarheid nooit te
hooren krijgt. Ze zal veilig zijn, maar
een middenweg is er niet. Ze zal de
kans niet loopen nogeens te ervaren
hoe gemeen zij is beetgenomen.
Toen hij zweeg, scheen de maan
op beider gelaat en ze keken elkaar
aan met oogen vol doodelijken haat.
Het stilzwijgen tusschen hen beiden
was nog vreeselijker dan woorden.
Eindelijk begon Dacre op heeschen
toon: „Dat kan ik niet doen! Daar
zit veel te veel aan vast. En buiten
dien zou het geen nut hebben. Ze
zou het toch te weten komen".
„Ze zal 'tnooit weten!" Het ant
woord klonk onverbiddellijk streng
maar tevens bleek eruit, dat er niet
aan werd gedacht toe te geven.
„Ik heb in alles voorzien. En in
deze wildernis zal het niet veel moei
te kosten je spoor kwijt te raken.
En wanneer het gerucht wordt ver
spreid dat je dood bent, zal niemand
je ooit gaan zoeken".
(Wordt vervolgd).