Breskensche Courant 200 40 25 De lamp in de woestijn Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Binnenland FEUILLETON „Zij" Cj^ême I' loralia-T entoonstelling te Aardenburg. 41ste Jaargang Woensdag 21 September 1932 Nummer 3766 ABONNEMENT: per kwartaal f 1,25 buiten Breskens 1,40. Buitenland f 6,50 per jaar. Zondagsblad per kwar taal f 0,65; en buiten Breskens f 0,72^Bui tenland 3,50 per jaar. Verschijnt - iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND - Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur nam. Uitgave: J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS Tel. 21 Postrekening 70179 ADVERTENTIËN: van 1 5 regels f 0,75; iedere regel meer 15 ent. Ingez. mededeelingen 30 cent per regel. Handelsadverlentiên bij regelabonnement groote kortingTarief op aan vraag verkrijgbaar. GRATIS verzekering voor de abonnés tegen ongelukken, en mei voor dè volgende bedragen gulden bij levens- s~\ gld bij dood w* gld bij ver- gld bij ver- lange ongeschikt- j t Jl J door j lies van een ^es van een heid tot werken een ongeluk hand of voet oog De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij gld bij ver lies van een duim Fatum" te 's-Gravenhage. gld bij ver lies van een wijsvinger I x-v gld bij verlies Mij van eiken anderen vinger Een brug over den Moerdijk aan de regeering aangeboden. Naar gemeld wordt is een con sortium van Rotterdamsche en Bra- bantsche industrieelen en financiers gevormd, die aan de regeering heb ben aangeboden, den bouw van de brug over den Moerdijk ter hand te nemen. De eenige voorwaarde is, dat het consortium het recht van tolheffing krijgt tot het moment waarop het rijkswegenfonds deze dan onder het toezicht van het departement van waterstaat gebouwde brug kan over nemen. De vrouwen verlaten Rotterdam. Op de afdeeling „Bevolking" ten stadhuize te Rotterdam heeft men met eenige verbazing geconstateerd, dat Rotterdam in het laatste jaar voor tallooze vrouwen geen-aantrek kingskracht meer schijnt te hebben. Ze verlaten de stad in veel grooter getale dan de mannen, en blijven de cijfers zich verschuiven zooals dit thans het geval is, dan komt be trekkelijk spoedig het moment, waar op de mannen te dier stede in de meerderheid zijn. Het verschil be draagt nu nog slechts enkele dui zenden ten gunste der vrouwen. jammer is het, dat men bij „Be volking" wel dit opmerkelijk feit heeft geconstateerd, doch geen tijd heeft om een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van dezen vrou wen-uittocht. Men zal er daarom slechts naar kunnen gissen'al is het niet moeilijk om te begrijpen, dat door het gebrek aan ander werk vele dienstmeisjes van buiten of uit den vreemde het veld moeten ruimen voor meisjes uit de stad zelf. Wat ook wel het geval zal wezen met ander vrouwelijk personeel, dat ech ter dan weer met de mannelijke col lega's gelijk op gaat. Daarnaast zullen vele op zichzelf staande oudere vrouwen, weduwen bijv., die haar inkomsten hebben zien kleiner worden, naar kleiner, goedkooper plaatsen zijn vertrok ken, terwijl uiteraard het overwegen van het aantal vrouwen en meisjes in de gezinnen meebrengt, dat bjj verhuizing naar de randgemeenten het aantal daardoor voor Rotterdam verloren vrouwelijke ingezetenen Ut Uit- het Engelsch van ETHEL M. DELL door CATH. A. DERM0UT-V1SSER O Maar Stella bleef stilstaan, met schitterende oogen, liet een oogen- blik haar echtgenoot los en sloeg beide armen om het vriendelijke vrouwtje, dat zoo openlijk haar par tij had durven kiezen. „Lieve mevrouw Ralston," zei ze ontroerd, ,,'t is meer dan vriendelijk van u me dat te zeggen". De tranen schoten haar in de oogen terwijl ze de doktersvrouw kuste. Die plotse linge daad van sympathie had haar terughoudendheid overwonnen en den weg gevonden tot haar hart. Toen ze aan de zijde van haar echtgenoot verder ging, had haar gelaat een veel zachtere uitdrukking en zelfs mevrouw Ermsted wist niets hatelijks te zeggen. De glimlach die om Stella's trillende lippen speelde, grooter is, dan het aantal verloren leden van het mannelijk geslacht. Met dat al is het vertrek van duizenden vrouwen uit Rotterdam toch een merkwaardig verschijnsel. In elk geval, nu het feit op zich zelf door „Bevolking" als blijkbaar voorloopig constant is vastgesteld, kan dit voor de afdeeling statistiek ten stadhuize misschien een aanlei ding wezen eens een nader onder zoek in te stellen naar de bevolkings categorieën, waartoe de vertrekken de vrouwen behooren. Het verschijn sel is er merkwaardig genoeg voor. Gunstig kan het niet worden ge noemd in economisch opzicht, maar daar staat tegenover, dat de huwe lijkskansen voor de Rotterdamsche meisjes stijgen en de jongemannen misschien wat minder vrouwelijke concurrenten zullen ontmoeten op den duur. y werkt als een latey/warme herfstzon met haar qoudepr kleurenpracht; zij toovert een onbekend fraaie teint op Uw huid. In prijzen van 2030—45 en 75 ct. O Bij gelegenheid der 3-jaarlijksche tentoonstelling van Ooft- en Tuin bouw, gehouden in 1931, traden vele leden als lid dier Maatschappij toe, wat tengevolge had, dat er een af deeling Aardenburg opgericht werd, die in September 1931 in den strijd met haar zusterafdeelingen den 3en prijs behaalde. Dat gaf moed voor de toekomst. In het voorjaar 1932 werden aan ruim een 40-tal leden stekjes uitge deeld te weten een Pellargonium, een Gloxinia en een Asperagus met de bedoeling daarvan in den loop van het jaar een tentoonstelling te houden. Korten tijd geleden moest het be stuur der afdeeling beslissen waar de tentoonstelling zou gehouden worden: de keus liep tusschen een paar ledig staande schoollokalen en de ruimte in de voorkerk. Zoo twee of drie schoollokalen waren wel ruim genoeg maar dan was vol onwillekeurige aandoenlijk heid, die alle kritiek ontwapende. Buiten de kerk schitterde de zon. Ze drong meedoogenloos door het zonnescherm. Rondom het rijtuig had zich een nieuwsgierige menigte verzameld om den bruidstoet te zien, Stella zag alleen onbekende gezich ten. Slechts één gezicht onderscheid de zij duidelijk, het kalme gelaat van Ralp Dacre's prachtige Sikh- bediende*) die in helder wit linnen gekleed, bij het portier van het rij tuig stond en voor haar boog, ter wijl hij met uitgestrekten arm haar japon tegen het wiel beschermde. „Dat is Peter de Groote," zei Dacre op onverschilligen toon, „een zeer achtenswaardig personage en een trouwe lijfwacht". „Hoe gaat het?" vroeg Stella en stak de hand uit. Ze deed dat dood eenvoudig. want gedurende haar kort verblijf in Indië, had ze nog niet geleerd om de inlandsche be dienden uit de hoogte te behandelen en de vorstelijke houding van den man was oorzaak dat ze zich voel de, alsof ze met een vorst te doen had. Bij deze beweging richtte hij zich nog trotscher op en een ge lukkige glimlach gleed over zijn ern stig gelaat. Hij vatte de toegestoken was de tentoonstelling in 2 of 3 groepen gedeeld en... de voorkerk was zoo groot, het zou alles zoo klein zijn in die groote ruimte, maar dat stond er tegenover, als er wat belangstelling was, zou het toch veel mooier zijn en zoo viel het besluit ten gunste der wandelkerk, die daar voor bereidwillig door heeren kerk voogden afgestaan werd. Behalve de uitgedeelde planten konden de leden nog inzenden: snij bloemen, potplanten, fruit en groen ten, terwijl er nog een vrije inzen ding was voor kweekers. Een paar dagen voor de inzending ging het bestuur naar de kerk en teekende op de vloer cirkels, drie hoeken, rechthoeken en halve maan tjes, die zouden kunnen gevuld wor den. Jongen, jongen, wat zijn we begonnen in deze ruim te, werd er gedacht en gezegd. Het schip der kerk kwam lang niet vol. Geruststellend was het, dat de be kende kweeker Van de Plassche be loofd had zooveel mogelijk te zullen aanvullen. Donderdag 15 September waren reeds een drietal standen klaar en Vrijdag den geheelen dag voerden de leden planten aan; 'twas een lust de bedrijvigheid te zien. De ruimte voor den heer Van de Plas sche gereserveerd werd hoe langer hoe kleiner, tot eindelijk het geheele schip met planten der leden gevuld wasl Aan de eene zijde was een 25 M. lange tafel geplaatst voor de uitge deelde floraliaplanten en aan de an dere zijde een even groote voor fruit, groenten en snijbloemen, maar Za terdagmorgen werd de aanvoer van snijbloemen zoo groot dat fruit en groenten verhuizen moesten langs den wand der zij beuk. Het bleek duidelijk dat de Voor zitter der afdeeling op een vergade ring waarheid gezegd had, toen hij beweerde, dat in Aardenburg veel bloemen zijn en dat er veel lief hebbers en vooral liefhebsters van bloemen en planten zijn. De bogen tusschen de pilaren werden achter de lange tafels ge vuld met sierlijke palmen van den heer Van de Plassche. Op het einde der voorkerk tegen de achterzijde van het orgel was de groote stand van den kweeker C. M. van den Broecke en in den linkerhoek sprei- de de heer Van de Plassche zijn hand, boog zich en raakte met zijn getulband voorhoofd een oogenbtik haar vingers aan. „Moge de zon u altijd beschijnen, Mem-Sahib"**) zeide hij. Later be sefte Stella dat in die daad en in die woorden de bekentenis besloten lag, dat hij haar als zijn meesteres beschouwde, wat een onderdanige trouw voor het heele leven betee- kende. Ze stapte in het rijtuig met een warm gevoel in haar hart, wat veel verschilde met de ijzige kilheid die ze had gevoeld toen ze, nauwelijks een half uur geleden, met Tommy de kerk inging. Toen ze wegreden, sloeg haar echtgenoot den arm om haar heen en drukte haar tegen zich aan. „Lieveling, wat ben je toch mooi," zei hij. „Ik voel me alsof ik een koningin heb getrouwd en je was zelfs niet eens zenuwachtig!" Ze boog het hoofd, maar keek hem niet aan. „Arme Tommy wél," zei ze. Hij glimlachte medelijdend. „Tom my is nog zoo'n jong broekje!" Ze glimlachte ook. „Hij is is toch maar een jaar jonger dan ik". Hij drukte haar nog inniger en verslond haar met de oogen. „Tij, dahlia's ten toon. Wat een bedrijvigheid om dat al les gereed te maken was dat; wat een gezellige drukte, wat een pret tige onderlinge harmonische samen werking! Eerst ijverde ieder zoo een weinig voor zich zelf, maar al heel spoedig hielp ieder den een den an der. 'tWas een genot dat alles zoo onopgemerkt gade te mogen slaan. Zoo was Zaterdagmorgen 10 uur alles klaar en wat zag men nu? Een kerk vol met bloemen en planten; aardig gerangschikt, niet op elkaar gedrongen; elke plant kwam als het ware goed uit. Allen zeiden dan ook: 'tis mooi, 'tis lief, 'tis heel aardig, 't is eigenlijk zoo mooier dan verleden jaar op de groote ten toonstelling toen alles zoo propvol was. Op de groote vijfjaarlijksche bloe mententoonstelling te Gent kan het publiek langs een vrij hooge ver hevenheid wandelen, om daardoor over 't geheel van uit de hoogte op de bloemen en planten neer te zien, hetgeen een overweldigenden indruk maakt. In Aardenburg kon dat natuurlijk niet zoo gemaakt worden, maar de enkelen die geprofiteerd hebben van den ladder, die de heer Van de Plassche noodig had om zijn planten op het luihok te plaatsen (waar bij een groote palm even verstop pertje speelde!) die hebben vandie hoogte de tentoonstelling op zijn al lermooist gezien. De jury had een lastige taak, maar na ruim 3 uren arbeid was men klaar en konden weer door anderen bij iedere bekroning de behaalde prij zen gelegd worden, zoodat alles mooi op tijd gereed was, toen te 3 uur in den namiddag het uur van opening aangebroken was. Hierbij waren tegenwoordig: het afdeelingsbestuur, B. en W. van Aardenburg, een afgevaardigde van 't Hoofdbestuur der Maatschappij, een paar besturen van zusterafdee lingen, benevens een groot aantal leden. De Voorzitter heette allen wel kom, in het bijzonder het Dagel. Best. van Aardenburg en afgevaar digden van Hoofd- en Afdeelings- besturen, benevens heeren Kerk voogden, aan wien de afdeeling grooten dank verschuldigd was voor het afstaan van dit mooie gebouw, zoo bij uitstek geschikt voor het Stella, hebt de eeuwige jeugd!" Ze lachte flauwtjes en, ofschoon ze geen weerstand bood, liet ze toch duidelijk merken dat al te groote aanhaligheid haar niet aangenaam was. „Dat is een nette manier om te zeggen dat ik ouder ben dan ik er uitzie, maar je hebt gelijk, want het is zoo". Hij drukte haar vaster in zijn arm. „Jij bent jij," zei hij, „en je bent zoo verrukkelijk jong en mooi, dat men bij jou niet den gewonen maat staf kan aanleggen. Dat weten ze allemaal en daarom werd je niet met open armen ontvangen. Je staat ver boven en buiten die allen!" Ze trok bij die toespeling even de wenkbrauwen samen. „Ik hoop niet dat ik zoo verschrikkelijk buitenge woon ben," zei ze. „Je bent eenig!" zei hij, „je bent prachtig Uit zijn omhelzing sprak nauw be dwongen hartstocht en plotseling hui verde ze. „O, Ralph doe dat niet!" zei ze, ,,je moet me niet te veel verafgoden". Haar lippen trilden bij die woor den. maar het gevoel dat daaruit sprak, ging aan hem voorbij. Hij zag allee» haar schoonheid, die hem het bloed onstuimig door de aderen houden van een tentoonstelling als deze. Woorden van dank bracht hij verder aan allen, diè mede gewerkt hadden om deze expositie op te bouwen en aan alle inzenders en in zendsters. Naar zijne meening ge tuigde alles van goede en zeer goe de kweekwijze, zoodat er in Aarden- burg iets fijns geleverd is, hetwelk als afdeelingstentoonstelling een uit zondering is in West Zeeuwsch- Vlaanderen, waarop hij het woord gaf aan den Burgemeester van Aar denburg om de tentoonstelling te openen. Deze begon met te zeggen dat hij de uitnoodiging om deze ten toonstelling te openen met genoegen aanvaard had. Dit moest men nu niet opvatten als een gewone ge- ëikte term, die men dikwijls bij der gelijke plechtigheden gebruikt, maar hij deed dit werkelijk met groot genoegen en van ganscher harte. Van ganscher harte, omdat het werk, hier verricht, getuigt van een edele vredelievende wedstrijd tus schen ingezetenen onderling, en met groot genoegen, omdat hij tot zijn blijdschap mag constateeren, dat er in Aardenburg veel echte liefhebbers van bloemen en planten zijn. Het vorige jaar is in dit zelfde gebouw de groote tentoonstelling van Ooft- en Tuinbouw in deze streek gehouden, die heel mooi was en nu weet ik het. dat iedere verge lijking moeilijk is en wel eens mank gaat, maar voor zooveel ik hier in het korte oogenblik, dat ik hier ver toef en het vele, dat ik in dat tijd stip reeds vluchtig gezien heb, meen ik niet te veel te zeggen, als ik be weer, dat deze afdeelingstentoonstel ling een vergelijking met de drie- jaarlijksche ten volle kan doorstaan. Dit stemde tot groote blijdschap omdat God ook in de bloemen Zijn groote liefde gelegd had, die Hij de menschheid geschonken heeft. Hij feliciteerde het bestuur en de afdeeling met dit edele werk en met den wensch, dat de tentoonstelling een succes mocht worden, verklaar de hij de tentoonstelling voor ge opend. De heer Hoolhorst, algemeen secretaris van Ooft- en Tuinbouw, sprak namens het Hoofdbestuur en ook deze wenschte Aardenburg ge luk met hetgeen hier tentoongesteld werd. In een vluchtig overzicht had hij Gloxinia's opgemerkt, die hem ver baasd hadden; een kweeker zou het joeg. Hij trok haar bijna woest naar zich toe en hij merkte 't zelfs niet, dat haar lippen te zeer trilden om zijn kus te beantwoorden, of dat, uit de gelatenheid, waarmee ze zijn omhelzing verdroeg, meer een stom me lijdzaamheid, dan een gelukkige overgave sprak. Hij was als een veroveraar die stond op de grens van een nieuw veroverd koninkrijk en die juichte over de pracht en de schatten die hij nu de zijne noemen kon. Er kwam zelfs geen oogenblik twijfel in hem op, of zij wel even gelukkig was als hij. Stella was een vrouw en dus meer ingetogen, maar ze was on getwijfeld gelukkig, dat was ze stel lig! En met zelfvoldoening dacht hij eraan, hoe iedere man in het regi ment hem benijdde en hoe iedere vrouw waarschijnlijk gaarne in haar plaats ware geweest. Was hij niet een gunsteling der fortuin? Welk be ter en gelukkiger lot kon een vrouw zich wenschen dan zijn bruid te zijn. Sikh is een lid van een krijgs- haftigen stam in Britsch-Indië. Men-Sahib Mevrouw. Sahib mijnheer. 0 (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1932 | | pagina 1