Smetten, DoorziHer, Stukloopen der Huid De iepenziekte. WKriSOXXL Looze streken van Snoekie en Bolleboks. Gewestelijk Nieuws AARDENBURG. Zondag 21 Augustus werd in den morgendienst door den consulent, Ds J. Koekebakker, als voorganger der Doopsgezinde Broederschap alhier be vestigd Ds A. Mulder uit Middelburg die des namiddags zijn intrede deed in zijn nieuwe gemeente. Na voorlezing van Math. 23 1-11 en Math. 17 1-8, sprak hij achter eenvolgens toe den consulent, het kerkbestuur en alle functionarissen bij de Broederschap, om daarna naar aanleiding van Math. 17 8b: „Zagen zij niemand dan ]ezus alleen" zich aan de Broederschap te verbinden. Er was veel belangstelling, ook van over de Schelde. tebaart, om alle weken te werken en dan tegen een geringer dagloon maar jnet een grooter totaal. Dat is echter verworpen. De f 2,50 wensch ik dus te handhaven. Dhr. VASSEUR steunt dit voor stel. VOORZITTER: Er is dit groote bezwaar aan verbonden dat we niet hooger mogen gaan dan in het vrije bedrijf. ,En dat wenschen we nu na het ondervondene in geen geval. Dhr. BRAND: Ik heb kort ge leden gehoord dat het op een paar na jnet de werkloozen zoo goed ging ,en nu zouden er ineens zoo veel slechten zijn. VOORZITTER: Het zijn er niet een paar; er zijn er heel wat meer. Dhr. BRAND: Dus ik zou liegen? VOORZITTER: Dat zeg ik nietl Ik beweer alleen, dat niet waar is wat U gehoord hebt. Maar we zullen stemmen. Het voorstel wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen: de leden Note baart, De Kruijter, Brand en Vas seur. Dhr. NOTEBAARTLinks tegen rechts. VOORZITTER: Alzoo is volgens ons voorstel besloten. Nu punt 6. Wie wil het woord? Dhr. NOTEBAART: Ik zou dit punt willen laten vervallen, want door dit voorstel wordt de prikkel tot werken juist weggenomen. Wan neer ze van iedere dag een halve dag moeten afstaan, gaan ze daar niet voor werken. VOORZITTER: Deze meening moet ik ten zeerste bestrijden. Er is in alle geval voor zoo'n gezin een halve dag meer verdiensten. Dat kan de lust niet dooden. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 8 tegen 3 stem men: de leden Brand, De Kruijter en Notebaart. VOORZITTER: Volgt punt 7. Wenscht iemand hierover iets te zeggen? Dhr. NOTEBAART: Ja! Ik zou willen voorstellen, de eerste f 3 niet in mindering te brengen en daaftia voor iedere f 2,50 een halve dag af te trekken, tot een maximum van f 18. Dhr. BRAND: Het voorstel van B. en W. zal bij de menschen geheel de lust ontnemen. Als de vrouw een handje wil helpen, om netjes door de wereld te komen, dan wordt dat afgenomen in de werkdagen van den man. Zoo slachtofferen B. en W. VOORZITTERDe menschen hebben toch meer inkomen? Dhr. ,BRAND: Ja, maar de men schen werken toch met z'n beiden om netjes door de wereld te ko men? Dhr. DE KRUIJTER: De vrouw moet thuis blijven en het huishouden op regel houden. Hier wordt de vrouw door geruïneerd. Dhr. BRAND: Het is erg, als je je jongen op school hebt gedaan om hem later flink door de wereld te kunnen helpen en op deze wijze wordt dat onmogelijk gemaakt. VOORZITTER: Zeker, maar 'u mag niet vergeten, dat dit alles veel geld kost en dat het ook komen moet uit kassen van menschen die misschien even zwak staan. Dhr. VASSEUR: Ik steun het voorstel van dhr. Notebaart, want het voorstel van B. en W. geeft een te groote teruggang op de oude regeling. Het voorstel Notebaart wordt ver worpen met 7 tegen 4 stemmen: de leden Notebaart, De Kruijter, Brand en Vasseur, zoodat het voorstel van B. en W. aangenomen is. VOORZITTER: Hiermee is dan deze regeling vastgesteld. Dhr. NOTEBAARTVoorzitter, ik zou de heele regeling nog in stem ming gebracht willen zien. Dhr. .CARELS: Dat is een moei lijk geval, als er punten bij zijn waar ,men voor en waar men tegen heeft gestemd. VOORZITTER: Toch is het reglementair. Met 7 tegen 4, de leden Note baart, De Kruijter. Brand en Vas seur, wordt de regeling vervolgens goedgekeurd. Rondvraag. Mevr. TAZELAARM. :1e V. Naar jk meen wordt er thans ge stempeld voor de uitkeering van de werkloozenkas bij den heer Note baart. Aangezien de gemeente ook bijdraagt aan genoemde uitkeerin- gen, stel ik voor te besluiten dat ook dat stempelen voortaan zal plaats hebben op het gemeentehuis on der toezicht van een gemeente ambtenaar, zoodat wij ten allen tijde een duidelijk overzicht kunnen heb ben omtrent de uitgaven van dat gedeelte der gemeente-gelden. Dhr. NOTEBAART: Dat wil ik graag; dan ben ik van een groote VOORZITTER: Maar dat kan niet; dat moet bij dhr. Notebaart blijven. Dhr. DE KRUIJTER: Kan de vraag misschien ook slaan op de Chr. organisatie? VOORZITTER: We zullen een onderzoek instellen, maar ik geloof niet dat we er iets over te vertellen hebben. Dhr. CARELS: Als ik het goed begrijp dan is de bedoeling van Mevr. Tazelaar dat we een beter overzicht zullen krijgen, wanneer werkloozenkas en werkverschaffing in één hand zijn. Dhr. NOTEBAARTEr worden reeds geregeld overzichten van de uitkeeringen op de secretarie ge bracht, ter controle. Dhr. MONJÉ: Dus, er wordt geen arbeid gezocht, en er wordt niet den boer opgegaan? Weth. iCAMBIER: Dat -is ook in B. en W. reeds besproken, maar als de secretaris zijn werk goed wil doen, dan heeft hij daartoe geen gelegenheid. Dhr. MONJÉ: Ik zou denken dat de persoon van den ambtenaar aan het welslagen toch veel af of toe kan doen. Weth. CAMB1ER: Ja, we heb ben het pas meegemaakt, dat onze ambtenaar geen werk vindt en het den heer Melse wel gelukt. VOORZITTER: Het spreekt van zelf dat een aparte 'ambtenaar die er achterging, meer succes zal hebben. Maar dan moet die ambtenaar daar ook naar bezoldigd worden. Dhr. CARELS: Ik heb er een landbouwer een verwijt van gemaakt dat hij vreemde werkkrachten in dienst had genomen. Hij verdedigde zich echter met er op te wijzen dat men van de overzijde de ar beidskrachten zelf kwam aanbieden, terwijl men er hier zelf achter moet. Op die wijze gaat heel wat loon verloren en het gevolg is alleen grootere uitgaven voor werkver schaffing en meer armoede voor de werknemers. Dhr. DE KRUIJTER: Als U zoo tegen armoede ijvert, waarom hebt U Uw stem dan gegeven aan deze werkverschaffing, die ook armoede geeft? VOORZITTER: Het geval van dhr. Carels is al heel eigenaardig. Om enkele werkloozen aan het werk te helpen, komt een burgemeester per auto die menschen aanbieden. Als de heeren er die kosten ook voor over hebben, dan kunnen wij allicht pok meer resultaat bereiken. Overigens, ik weet zeker dat de secretaris ier geen 'bezwaar tegen zal hebben, dat een andere regeling wordt getroffen, of dat een ander aangewezen wordt, die den boer wel kan opgaan. Weth. CAMBIERIn^de wet houdersvergadering heeft onze amb tenaar reeds gezegd dat hij bedan ken zou; ik heb er verder echter niets jneer van gehoord. VOORZITTER: Maar de zaak is {geheel anders dan hier voorge steld wordt. Weth. CAMBIER: Dhr. De Kruij ter heeft het toch ook ondervonden dat kie regeling niet in orde is. VOORZITTER: Maar het is al lemaal heel anders. Toe secretaris, licht |het eens toe. SECRETARIS: Op den voor grond dient te staan, dat onze arbeiders niet voor alle werk ge schikt zijn. Zoo zijn er ettelijke aan vragen geweest om tarwesnijders. Hieraan konden we met de bij ons ingeschrevenen niet steeds voldoen zoodat arbeiders van over de Schelde gehaald zijn. De heer Melse als landbouwbemiddelaar heeft daarbij in hoofdzaak op ons verzoek en op onze aanwijzing vaak goed werk ver richt. Hij is een speciale kracht voor de iandbouwbemiddeling, zoo als niet iedere arbeidsbeurs en nog minder iedere gemeente heeft. Zijn werkkring strekt zich dan ook over verschillende beurzen uit. Dat hij werk vond, waar arbeiders dit even tevoren niet gelukt was, is niet ge heel onverklaarbaar. Vermoedelijk had de werkgever tarwesnijders noo- dig pn konden de lieden die zich aangeboden hadden, dit niet. Er kunnen ook andere redenen geweest zijn, waarom deze landbouwer geen gebruik van hun diensten wenschte te jmaken. Wat betreft de ijverige burge meester die zijn menschen hier per auto heeft gebracht, deze zaak is ook .eenigszins anders. Door den dienst (der arbeidsbemiddeling zou een aantal tarwesnijders uit Zuid Beveland bij een landbouwer in deze gemeente werken. In verband met de hangende staking .trokken de werknemers zich plotseling terug en nu is de burgemeester hier zelf aan den landbouwer komen zeggen dat ze den volgenden dag zouden ko men. Jhtusschen had .onze dienst voor dit bericht reeds gezorgd. Overigens geloof ik mijn taak zoo ruim .mogelijk op te vatten als mijn ander werk in dienst der gemeente dit .toelaat. Een jaarwedde van f 100 netto f 94,- en na het besluit van vanmiddag f 91,- veroorlooft mij niet er een auto op na te houden, om arbeiders naar hun werk te brengen. Intusschen, de werkgevers moe ten ook meewerken, door zich ter secretarie te komen melden. Weth. CAMBIER: Dat is alles goed en wel, maar het is gebleken dat men dat hier niet wil. VOORZITTER: Men wil wel als het maar noodig is. Deze week rie pen een 6 a 7 werkgevers onze be middeling in. Nog iemand hierover inlichtingen qoodig? Is dhr. Monjé voldoende ingelicht? Dhr. (MONJÉ: Zeker, ik weet het nu. Dhr. BRAND: Hoever staat het met de politieverordening? VOORZITTER: Die is nog steeds niet terug. Wie nog? Mevr. TAZELAAR: Ik moet er nog eens op terugkomen dat het gewenscht zou zijn, dat vreemdelin gen niet bij de werkverschaffing kunnen komen vóór ze hier een jaar wonen. VOORZITTER: Zoon voorstel had .u daar ..straks moeten doen. Overigens, ,we hebben Van zulke gevallen geen last, al zullen we er aandacht aan blijven wijden. Nog iemand Dhr. MONJÉ: Zondagmorgen heeft men in het kerkgebouw der Vrij-Evangelische Gemeente veel last gehad van rumoer dat in de nabijheid gemaakt is. Weth. (CAPPON: Het betrof het laden van paarden en dit ging niet al te gemakkelijk. Dhr. (MONJÉ: Naar men mij mee deelde heeft men er vaak hinder van lawaai uit de buurt. VOORZITTER: We zullen dat nagaan. Nog iemand? Niet? Dan sluit jk de vergadering. erzacht en gtneesl men mei i. INLEIDING. In het jaar 1918 trad in ons land voor het eerst een ziekte in de iepen of olmen op, die door haar hevigheid dadelijk de aandacht trok. Plotseling verdorden groote takken, meestal in den top van den boom en vooral jonge boomen stierven in korten tijd geheel af. Bij oudere boomen verliep de ziekte meestal niet zoo snel, maar vele van deze vertoonden ook zeer duidelijk verschijnselen van verdroging der bladeren en gingen daaraan na 43. Oei, wat zaten de twee wereldrei zigers in angst! Ze wisten gewoon niet, waar ze zich vast moesten klampen. En dat grapje duurde den heelen nacht door. Totdat de haai opeens, bij het aanbreken van den dag, over een vlot schoot, waarop een eenzame schipbreukeling zat. Blijkbaar was de man in geen drie weken op zee 'n kapper tegenge komen, want hij zag er uit om van te schrikken. Bij wijze van S.O.S.-sein had hij z'n zakdoek aan 't stokje gebonden en dat als een vlag op zijn hoogen hoed gezet. „Wacht," dacht de uitgehongerde schipbreukeling, die al weken rond dobberde en van opschieten hield, „misschien kom ik er zoo gauwer!" Hij maakte één, twee, drie, een lasso ,van het touw dat bij hem lag en een oogenblik later suisde het vlot achter de huppelende haai aan. „Kijk daar die baardaap es!" riep de lange, ,,'kwou dat ik ook maar op dat vlotje zat! Kom, Snoe kie!" besloot hij, „we gaan es bij dien snuiter op visite! Als we van 'n roeibootje op 'n motorboot kun nen springen, kunnen we 't ook wel van een haai op 'n plankje! Daar gaat-ie!" eenige jaren te gronde. Deze ver schijnselen neemc men thans nog bij vele boomen waar. In de eerste jaren werden vooral de Zuidelijke provincies en het midden van het land door de ziekte geteisterd, zoowel in de steden ais daarbuiten. Vooral in Rotterdam is de ziekte van het begin af in zeer sterke mate op getreden. Thans heerscht zij overal in ons land, óók in de Noordelijke provinciën, waar zij tot voor eenige jaren nog weinig voorkwam. Toch zijn er nog streken, waar de aantasting geringer is; daartoe behoort o. a. de kuststreek. Vrijwel tegelijk met de eerste waar nemingen in ons land is de ziekte ook in Eranknjk, België en Uuitschland met groote heftigheid opgetreden, ter wijl zij ook in Engeland en in Noord- Italië voorkomt. Door haar snelle uitbreiding en de vele slachtoffers, die zij maakt, is de iepenziekte thans bij allen, die belang hebben bij het behoud van den iep voor straat, weg- en dijkbeplantingen, zeer gevreesd. Van het eerste optreden af hebben onze plantenziektenkundigen zich bezig gehouden met het onderzoek naar de oorzaak der ziekte, de wijze, waarop zij van den eenen boom op den anderen werd overgebracht en de middelen, waardoor zij zou kunnen worden voorkomen of bestreden. Ten einde dit onderzoek zoo volledig en zoo stelselmatig mogelijk te doen uitvoeren, hebben de verschillende wetenschappelijke instellingen en rijks- en particuliere diensten in ons land, die zich met plantenziektenkundig onderzoek en met boschbouw en hout teelt bezig houden, zich vereenigd in een Comité tot bestudeering en be strijding van de ïepenziekte, kortweg Iepenziekte-Comité'' genoemd. Dit Comité heeft met behulp van gelde lijke bijdragen van rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en polders en van particulieren gedurende een tweetal jaren dit onderzoek op vrij uitgebreide schaal mogelijk gemaakt; de resultaten daarvan zijn gepubliceerd in een 11-tal Mededeelingen. Voor zitter van het Comité is de Directeur van het Staatsboschbeheer, Secretaiis de Inspecteur, Hoofd van den Planten ziektenkundigen Dienst en Penning meester de Directeur van de Nederl. Heide-maatschappij. Het ligt in de bedoeling, door middel van een achttal artikeltjes die met tusschenruimten van een week zullen verschijnen onze lezers nader in te lichten over de resultaten, die dit onderzoek naar de ziekte, de wjjze waarop zij wordt overgebracht en de middelen ter voorkoming en bestrijding, heeft opgeleverd. BRESKENS. Bij de op Zaterdag 20 Augustus te Vlissingen gehouden zwemwed strijden behaalden onderstaande le den der Breskensche zwemvereeni- ging „Scheldestroom" de hier ge melde prijzen. Behalve G. Salomé zijn allen leerlingen 1932. Meisjes 1416 jaar: G. van Melle, 25 meter Schoolslag 2de prjjs, tijd 29 2/5 sec. Jongens tot 13 jaar: H. van Melle, 25 meter School slag, Ie prijs, tijd 27 sec. Jongens van 1416 jaar: H. Meeusen, 25 meter Schoolslag, le prijs, tijd 24 4/5 sec.; A. de Hullu, 25 meter Schoolslag, 2e prijs, tijd 25 sec.; Joh. Tiersen, 25 meter Schoolslag, tijd 25 sec. Jongens tot 13 jaar: G. Salomé, 50 meter Schoolslag, 2e prijs, tijd 49 sec. Bij loting tusschen Joh. Tiersen en A. de Hullu (zelfde tijd, 25 sec.) lootte A. de Hullu 2de plaats en kwam Tiersen 3de plaats. Daar er door de vereeniging „Scheldestroom" nog maar zoo kor ten 'tijd les wordt gegeven, is dit een mooie prestatie, en een schitte rend .succes voor mej. Reidsma, de instructrice der vereeniging. Een woord van lof komt haar hiervoor .zeer zeker wel toe. Zij ontving dan ook van het be stuur der Vlissingsche zwemvereeni- ging een pluimpje voor het mooie zwemmen der Bressianen. (Het programma der zwem wedstrijden, ,te houden op Zaterdag 27 Augustus a.s. in de Binnenvest alhier, luidt als volgt No. 1. 50 M. Schoolslag (14 t/m 16 jaar). No. 2. 50 M. Vrije slag (ouder dan 16 jaar). No. 3. 100 M. Schoolslag (ouder dan 16 jaar). No. 3a. 25 M. Schoolslag (t/m 13 jaar). No. 4. 50 M. Rugzwemmen (ouder dan 16 jaar). No. 5. 150 M. Estafette: 50 M. Schoolslag. 50 M. Vrije slag. 50 M. Schoolslag. No. 6. 150 M. 'Vrye slag voor Heeren boven 16 jaar (Vrije deel name ,ook voor niet-leden). No. |7. 1500 M. Vrije slag. (Vrije deelname als no. 6). No. 8. 50 M. gecostumeerd zwem men. (Prijzen voor de origineelste costumes en voor de eerst aan komenden. Vrije deelname als 6 en 7). Indien het programma niet anders vermeldt zijn de No.'s voor dames en Heeren (ieder apart). Aanvang half drie (Zomertijd). Opgeluisterd door Muziek. De prijzen bestaan uit geschenken. Donderdagmiddag werd per vliegtuig het woord „Persil" hoog in de helderblauwe lucht geschreven. Daar de reclame voor Walcheren bedoeld was, stond het woord voor ons juist verkeerd. Als men weet, dat het woord een lengte had van 7 K.M. en dat er ongeveer een millioen kubieke meter rook voor moest worden uitgestoo- ten, kan men het geweldige van een dergelijke onderneming eenigs zins omvatten. Haven Breskens. In antwoord op een desbetref fend verzoek ontving het Hoofd bestuur van „Schuttevaer" bericht, dat geen termen bestaan om over te gaan tot uitbreiding van ruimte voor de lossing van de vangst van bin nenvallende visschersschepen, dat op het niet te snel varen der

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1932 | | pagina 2