Breskensche Courant
De lamp in de woestijn
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Buitenland
FEUILLETON
Knocke.
Binnenland
41ste Jaargang
Woensdag 17 Augustus 1932
Nummer 3756
ABONNEMENT:
per kwartaal 1,25;
buiten Breskcns 1,40.
Builenland 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal 0,65; en buiten
Breskens f 0,725Bui
tenland 3JÏ0 per jaar.
Verschijnt
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk 1 uur ru
*7%Ri»
Uitgave:
J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 - Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
van I 5 regels f 0,75
iedere regel meer 5 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadvertentiên bij
regelabonnement groote
korting. Tarief op aan
vraag verkrijgbaar.
GRATIS verzekering voor de /^/-\ sr\ gulden bij levens- 1 f~\f\ 8^ bij dood w* p* gld bij ver- f 8^ ^ij ver- j gld bij ver- r" gld bij ver- 1 8^ bij verlies
mbonn&s tegen ongelukkenen Jl II I lange ongeschikt- 11 II I door S lies van een jl ^es üan een 41^cs van een J 'ICS van een I (J üan e^en
mei voor de volgende bedragenheid tot werken een ongeluk hand of voel oog duim wijsvinger anderen vinger
s Qe risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te s-Gravenhage.
Het kind van den professor
en de Chimpansé.
Prof. Kellog, hoogleeraar in de
psychologie aan de Indiana-universi-
teit, heeft kort geleden, naar wij
in de Bund lezen, een eigenaardige
proefneming gedaan om het onder
scheid van de geestelijke ontwik
keling tusschen een jong menschen-
kind en een ongeveer even ouden
aap vast te stellen. Hij koos voor
dit doel zijn eigen baby van IOV2
maand en een jongen chimpansé,
welke afkomstig was uit het proef
station van de Yale-universiteit en
drie maanden jonger was, om daar
door het verschil in ontwikkeling
te vereffenen. Een chimpansé-baby
ontwikkelt zich op dien leeftijd n.l.
sneller dan teen menschenkind.
Prof. Kellog liet gedurende 10
maanden zijn eigen kind tezamen
met den jongen aap opvoeden. De
kleine chimpansé werd precies een
der verzorgd als de baby, het dier
kreeg dezelfde kleeding, hetzelfde
eten en dezelfde spelen. Aan alle
voorwaarden was dus voldaan om
den kleinen chimpansé door opvoe
ding op een zoo hoog mogelijk men-
schelijk niveau te brengen.
Het doel van het onderzoek van
professor Kellog was te constateeren
op welke wijze de ontwikkeling bij
mensch en aap uit elkaar ging.
Daartoe nam hij van tijd tot tijd,
volgens wetenschappelijke methoden,
verstandsproeven waardoor het mo
gelijk was de ontwikkeling van het
geestelijk vermogen bij mensch en
aap na te gaan. De professor consta
teerde o.a. hoe het leervermogen zich
bij beiden langzamerhand vormde,
hoe hun geheugen zich openbaarde
en hoe hun zintuigen zich ontwik
kelden. Eerst kon als resultaat wor
den vastgesteld, dat de jonge chim
pansé "het menschenkind overtrof.
Het dier toonde over een beter leer
vermogen en een sneller begrip te
beschikken. Dit feit is echter
hoe zonderling dit op het eerste oog
ook mag schijnen voor de dier
psychologen niet bijzonder verras
send. De dieren beschikken vaak
reeds in de eerste uren na hun ge
boorte over een wonderbaarlijke
zelfstandigheid in handelen en den
ken, terwijl een zuigeling den eersten
tijd hulpeloos is en zonder de ver-
1.
Uit het Engelsch van
ETHEL M. DELL
door
CATH. A. DERMOUT-VISSER
0
HOOFDSTUK I.
De keus van een bedelaar.
Een gegons van stemmen drong
door de stilte van een Indischen
nacht. In de officiers-c:.ntine was
een door muziek begeleiden toast
uitgebracht. Tot heel in de verte
drong het opgewonden gejuich door,
want alle deuren en vensters stonden
wijd open. Ofschoon het nog pas
in 't seizoen was, was het ontzettend
warm. Markestan was bij het In
dische leger bekend als een der
warmste hoekjes van het Keizerrijk,
in meer dan één beteekenis en Kur-
rumpore, het militaire centrum, was
volstrekt niet gekozen om zijn bij
zonder aangenaam klimaat. Het
stond bij de Europeanen zelfs zóó
slecht bekend, dat niemand dan
noodgedwongen er heenging
zorging door volwassenen ellendig
zou moeten omkomen. Zoo was ook
de kleine chimpansé den eersten tijd
veel knapper dan het kind, hij! leerde
beter, was verstandiger en gebruikte
meer overleg, ja hij verstond zelfs,
wat verbazingwekkend is, meer woor
den dan het kind. De eerste maan
den kon men zich beter met den
jongen aap dan met het kind on
derhouden. Deze snelle en hooger-
staande ontwikkeling van den chim
pansé duurde echter slechts betrek
kelijk korten tijd.
De kwestie, welke de psychologie
bijzonder belang inboezemde, be
stond nu daarin, wanneer de su
perioriteit van het menschenkind be
gon. Aan het eind van de tiende
maand bleek nu, dat het menschen
kind zijn geheel anders geaarde
geestelijke ontwikkeling begon. Men
nam n.l. duidelijk waar, dat het
kind de gesproken woorden veel be
ter en dieper begreep dan de aap.
Hoe verder de anders gevormde
ontwikkeling van menscb en aap
voortschreed, des te sterker werd
de superioriteit van het kind merk
baar.
Op dat oogenblik werd een eind
aan de gemeenschappelijke opvoe
ding gemaakt.
Een „beroemd" man.
Arthur Schreiber. Kent men dien
naam? Neen, immers? Nu, eigen
lijk vinden wij dat een heugelijk' iets.
Die mijnheer Schreiber heeft name
lijk eens een kortstondigen tijd van
beroemdheid gekend. Hij is de man,
die zich verstopt had in het vlieg
tuig, waarmee Lotti en Lefévre nu
alweer ruim drie jaar geleden, den
Oceaan zijn overgestoken van Old
Orchard in de Ver. Staten naar San
tander in Spanje - met als einddoel
Parijs. Niet alleen stelde Schreiber
met dit verstekeling spelen zijn
eigen leven in gevaar, maar ook de
levens van de bemanning van het
vliegtuig en het welslagen van hun
tocht. Een der vliegers zei dan ook
bij aankomst te Santander, dat hij
onderweg, toen hij Schreiber ont
dekt had, grooten lust gevoeld had
hem in zee te werpen. Dat is niet
gedaan en Schreiber is zelfs weer
gratis, zij het ook per schip, terug
gezonden naar Amerika.
Waarom wij hem nu uit de ver
getelheid terugroepen. Nu, laat ons
maar zeggen omdat hij zijn leven
schijnt gebeterd te hebben. Schrei-
De wrakke, houten bungalows, die
in het kampement verspreid ston
den, waren tijdelijke woonplaatsen
en niet geschikt voor een voortdu
rend verblijf. De vrouwen dezer klei
ne gemeenschap verbleven er, even
als trekvogels, zelden meer dan vier
maanden in het jaar en ontvluchtten
dan de bijna ondragelijke hitte en
trokken naar Bhulwana, een klein
paradijs in de bergen. Dit was ech
ter een reis van vier en twintig
uur en de mannen moesten zich
tevreden stellen met er af en toe
eens met een week verlof heen te
gaan, tenzij men, zooals Tommy
Denyers het uitdrukte, het geluk had
ziek te worden, in welk geval het
verblijf in het paradijs werd ver
lengd, zeer tot genoegen der en
gelen.
Maar jn dien warmen nacht had
den de engelen hun jaarlijksche
vlucht nog niet ondernomen en in
weerwil van de hitte, zou het laatste
bal in het Clubhuis worden gegeven.
'tWas ter eere van een buitenge
wone gelegenheid, zooals wel bleek
uit de vroolijke geluiden, die uit
de officiers-cantine naar buiten dron
gen. De eene toast volgde op den
anderen en telkens werden ze met
luid Pre"t!'*h hö(rT*°e* en vcrura1-c"
ber is thans, wat men hier zou noe
men, ijsventer. Hij oefent dat beroep
uit in Philadelphia, maar zijn ver
langens gaan naar hooger uit. Hij
zou graag aan de film komeni stel
u gerust, niet als artist - doch als
technicus. Daarvoor moet hij echter
van de Oostkust, waar Philadelphia
ligt, naar de Westkust van Amerika,
waar men de groote filmbedrijven
vindt. Wat ware nu gemakkelijker
voor Schreiber dan zich op zijn be
proefde manier te verstoppen in een
vliegtuig, dat dien kant uitgaat. Of
desnoods in een trein.
Maar neen, geen denken aan, hoor.
Als Arthur naar het Westen gaat,
wil hij behoorlijk zijn reis betalen
van zijn eigen verdiensten. Vandaar
zijn venten met ijs.
Als het nu dezen zomer in Ame
rika maar lang warm wil blijven,
komt hij er misschien wel.
0—
1.
Wie de laatste dagen een kijkje
heeft genomen aan de Belgische
kust, zal hebben waargenomen dat
het mooie zomerweer duizenden naar
de zee had getrokken. Voor een
korten tijd is de achterstand van
het bezoek daardoor zoo klein ge
worden, dat men heel vaak om een
nachtverblijf van het eene hotel naar
het andere wordt gestuurd. Dit is
ook het geval te Knocke, dat „de
prinses" der Belgische badplaatsen
geworden is.
Voor ons, Zeeuwsch-Vlamingen,
die betrekkelijk vaak een bezoek aan
Knocke brengen, terwijl bovendien
verschillende vriendschappelijke be
trekkingen worden onderhouden, is
het zeker niet on-aardig iets naders
over die in zoo korten tijd gegroeide
badstad te vernemen. Allicht kan
het zelfs nog leerzame wenken op
leveren.
Het woord „Knock" of „Cnock"
beteekent: een natuurlijke verheven
heid van den grond: een hooger
gelegen land in betrekking met de
zee en de omringende streek, dus
een opgeworpen dijk misschien, aan
zee of zeearm gelegen.
Nu is het wel eigenaardig dat
het grondwoord „Knock" voorkomt
in bijna een 100-tal Iersche plaats
namen. Zelfs dragen enkele den
euvelvoudigen naam „Knock". Wei
tot heel in de verte, de nachtelijke
stilte.
Daarna volgde er een gewirwar
van stemmen; het lawaai hield op
en men hoorde slechts één enkele
stem. Die sprak gemakkelijk en
blijkbaar zeer tot genoegen der toe
hoorders, want toen ze zweeg volg
den weer hartelijke toejuichingen.
Toen gingen de Engelsche officieren
onder vroolijk gepraat en gelach uit
een. Ze kwamen in groepjes op het
bordes van de cantine en een der
eersten was Tomm Denvers, die zijn
kapitein een arm gaf, wat deze dulde,
zooals hij zich in meer dingen' schik
te, met de grootste onverschilligheid.
Niemand dan Tommy had ooit
getracht op vriendschappelijken voet
te komen met Everard Monck. Hij
was een man die nagenoeg alleen
stond, maar de slanke, blonde jonge
officier verafgoodde hem blijkbaar
en niet zonder reden, want Monck,
die zoo allervreeselijkst beslist in
zijn optreden was, had hem door de
verschrikkelijkste ziekte, die hij ooit
gehad had, heengeholpen en alleen
door zijn groote wilskracht bereikt,
wat Ralston, de dokter, door an
dere middelen niet had kunnen be
werkstelligen en hierdoor had hij den
j—gc'.cn -fri:i:r van Lel regiment
licht moet daarom zekere waarde
worden toegekend aan de legende
die E. H. Opdedrinck aanhaalt in
zijn prachtig gedocumenteerd werk
„Histoire et Souvenirs".
Deze legende luidt:
„Sinds de 6e en 9e eeuw zouden
de Iersche landverhuizers, Scots of
Scotti, hun land hebben verlaten
om meer welstand te zoeken in be
tere oorden. Onder deze gelukzoe
kers telde men vooral geleerden en
monniken, ook weieens verdachte
personen. In den loop der 8e eeuw
zouden eenige Scots, waaronder ze
kere Guthagon, monnik, op den oe
ver van het Zwin aangeland zijn
nabij het dorp Cnoc, waar hij een
stichtend leven leidde. Na zijn dood
werd hij begraven te Oostkerke. La
ter werd op zijn graf een kapel
opgericht, op de plaats waar zich
nu de oude massieve toren verheft.
Heden nog wordt de Heilige Gut
hagon vereerd te Oostkerke als één
van de patronen der kerk".
Volgens deze oude legende zou
Knocke dus zijn oorsprong vinden
in de 8e eeuw. Iersche landverhui
zers of gelukzoekers zouden daar
aangeland zijn en die plaats den
Ierschen naam Knock of Cnoc ge
geven hebben.
(Wordt vervolgd).
De goudvondst in Suriname.
De correspondent van de N. R.
Crt. te Paramaribo heeft geschreven
over de groote goudvondst in Su
riname, die alle vroegere daar ge
dane vondsten te boven gaat; een
paar eenvoudige handwerkers heb
ben een kwartsrif blootgelegd, dat
in eenige dagen een massa deed
verzamelen, waaruit een hoeveelheid
goud van 40 K.G. kon worden los
gemaakt, welke een waarde verte
genwoordigt van tegen de 50.000
gulden.
Zaterdag 2 Juli ging het gerucht
door de stad Paramaribo, dat on
derhuurders op placer De Jong een
rijke goudvondst hadden gedaan. De
directeur van het placer, de heer
Casimir, deelde mede, dat de ge
broeders Gever een rijken goudafzet
hadden ontdekt in de ravijn Char
mes. Het goud kon nog niet wor
den geëxpedieerd, daar de vinders
hun werkplaats niet wilden verlaten
voor altijd tot zijn toegenegen volge
ling gemaakt.
Ze stonden samen een oogenblik
op de bovenste trede van het bor
des, terwijl Monck met zijn donker,
onbewegelijk en ondoorgrondelijk ge
laat een sigaar opstak.
Het was een wonderschoone nacht
met diepe, donkere schaduwen en
schitterende sterren. Ergens, heel
in de verte, hoorde men een tom
tom*) der inboorlingen, in het tempo
van een koortsachtig slaanden pols,
dan plotseling nog in snelheid toe
nemend, om eindelijk geheel weg te
sterven.
De lucht was geurloos, stil en
drukkend.
,,'tZal vervloekt warm worden,"
zei Tommy.
„Wil je rooken?" vroeg Monck,
terwijl hij hem zijn koker voor
hield.
De jongen bedankte met een vrien
delijken glimlach. „Dank je vriende
lijk, 'tis zonde om een lekkere si
gaar zoo gauw op te rooken en
ik heb Stella beloofd om dadelijk
terug te komen".
„Belofte maakt schuld," zei Monck,
„dan later maar eens en," liet hij
erop volgen „ik loop met je mee".
„Eest," zei Tommy hartelijk,
en wilden doorwerken om het laatste
gram eruit te halen. Hierdoor kon
den zij het goud, dat met een soort
conglomeraat kwartsen is vermengd
niet schoon maken.
Met de primitieve hulpmiddelen
welke ter beschikking zijn van de
gouddelvers, kunnen zij piet veel
uitrichten.
Men kan zich een voorstelling ma
ken van de vele en groote moeilijk
heden, welke zich voordoen bij eene
dergelijke ontginning, uit de vol
gende schets, die het blad De Su
rinamer ervan geeft
Men stelle zich voor een heuvel,
waaruit het goud met houweel en
schop gewonnen wordt.
Door herhaalde uitgravingen staat
de heuvelrug loodrecht. In dién rug
is een horizontaal gat gegraven on
geveer 1 M in het vierkant en 4 M.
diep.
In dat groote gat, dat wij tunnel
noemen, worden de groote stukken
kwarts (een steensoort) uitgehaald.
Bijna alle met zichtbaar goud.
Het eene stuk meer, het andere
minder.
De aarde, die daarbij losgewerkt
wordt, vermengd met vele kleine
stukjes kwarts, of om in gouddelvers-
taal te spreken, de gravel, wordt
op een afstand van eenige honderden
meters vervoerd om in de naastbij-
zijnde kreek gewasschen te worden
in een grooten houten bak, longton
geheeten.
Ingevolge verkregen inlichting
wordt daaruit verkregen per dag
afwisselend van 100 tot 900 gram
men goud.
De groote stukken kwarts moeten
alle tot gruis gestampt worden om
door een nadere bewerking, was-
schen in een kegelvormig groot ijze
ren bord (battée), het goud er uit
te halen.
De tunnel is reeds vier Meter diep
in den heuvel. Veel dieper zal men
niet kunnen gaan, voornamelijk als
het rif in de diepte gaat, zonder
groot gevaar op te leveren.
De bovenkant van de tunnel zal
behoorlijk overwelfd moeten worden
om instortingen te voorkomen. Dit
behoeft in den aanvang niet veel
te kosten, maar dat is het werk
van een deskundige, die niet aan
wezig is.
Dien geheelen heuvel weg te wer
ken, die duizenden kubieke meter
aarde te verplaatsen, zoodat het rif
bloot komt te liggen, kan alleen
machinaal geschieden.
„maar ga je niet eens in het Club
huis kijken?"
Monck gooide den brandenden lu
cifer weg en zette er zijn hiel op.
„Ik bewaar al mijn danslust voor
morgen." zei hij, „een bruidsjonker
moet het altijd genoeg doen."
Tommy.liet een somber geluid
hooren, dat veel op een zucht leek
en liep naast hem het bordes af.
Ze liepen een eind zwijgend langs
een donkeren weg. Toen barstte hij
plotseling uit: „Ik zal je eens ver
tellen, Monck, wat het is".
„Dat zou ik niet doen," zei Monck.
Tommy keek hem verbaasd en on
zeker aan.
„Hoe weet je wat ik zeggen
wilde?"
„Dat weet ik nietl"
„Ik geloof het wel," zei Tommy,
die niet overtuigd was.
Monck blies een dikke rookwolk
uit en lachte op zijn korte, eigen
aardige manier.
„Dat is knap voor een jongen
van jou leeftijd, maar overdrijf het
niet, mijn zoon. Je moet niet al te
vroolijk wordenl"
Tom-tom, tamtam, primitieve
handtrom.
(Wordt vervolgd.)