Breskensche Courant
50
40
25
De strijd eener vrouw
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Buitenland
FEUILLETON
I Mundus I
I een prachtfietsl I OZ,DU I
Binnenland
Provinciaal Nieuws
41ste Jaargang
Zaterdag 13 Augustus 1932
Nummer 3755
ABONNEMENT:
per kwartaal 1,25;
builen Braken: 1,40.
Buitenland f 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal f 0,65en builen
Breskens f 0,725Bui
tenland f3,50 per jaar.
Verschijnt
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND -
Advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk t uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU. Dorpsstraat 35. BRESKENS
Tel. 21 Postrekening 70179
ADVERTENTIÉN:
van I 5 regels f 0,75;
iedert regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel
Handelsadvertentiin bü
regelabonnement groote
kortingTarief op aan
vraag verkrijgbaar.
GRATIS verzekering voor de /-« sr\
abonnétegen ongelukkenen JI III
mei voor de volgende bedragerv
gld bij ver
lies van een
gulden bij levens- 8^ bij dood wj gld bij ver-
lange ongeschikt- 11111 door S lies van een
heid tot werken een ongeluk hand of voet oog
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallen-Verzekering-Maatschappij „Fatum"
gld bij ver
lies van een
duim
te s-Gravenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
1 s\ gld bij verlies
III van eiken
anderen vinger
Wederom is thans een week ver
streken, overvol, niet zoozeer van
eclatante beslissingen, als wel van
gebeurtenissen, die onzes inziens
maar al te duidelijk den noodlottigen
koers, die de armzalige bark van
deze stormgesloopte wereld, reeds
geruimen tijd is ingeslagen. Overzien
wij den, geenszins overzichtelijken,
toestand vanuit ons nog betrekkelijk
rustig vaderlandsch hoekje, dan zien
wij allereerst, hoe bij onze naburen
een godsvrede bestaat, die tot een
aanfluiting van het begrip is ge
worden. Wel zelden zullen tijdens
een godsvrede zooveel aanslagen ge
pleegd, zooveel laffe moorden, aan
slagen, overvallen en andere wan
daden ten uitvoer zijn gelegd, als in
den loop der laatste dagen. Dat de
algemeene geestelijke gesteldheid bij
onze naburen daar op schrikkelijke
wijze op moet reageeren ligt maar al
te zeer voor de hand. Hoe moet
het publiek zich voelen in een. land,
waar een der meer en meer ge
bruikelijke methoden om een politiek
tegenstander te overtuigen wordt,
den man aan het venster te roepen
en dan neer te schieten? Wat kan
men verwachten van een land, waar
dergelijke methoden schering en in
slag worden Een verandering wordt
nijpend, een dergelijke toestand kan
niet duren. Welke zal deze verande
ring zijn
Kort gezegd: de nationaal socialis
ten hebben bij de verkiezingen te
weinig stemmen behaald om de al
leenheerschappij te kunnen op-
eischen. Zij zullen moeten deelen
met anderen, willen zij niet zeer' snel
aan invloed en macht over de massa
verliezen. Wat zullen zij kiezen? Zul
len de leiders in staat zijn een com
promis door hun aanhangers te
doen aanvaarden? Veronderstellen
wij zulks, dan nog zullen zij den
koers niet uitsluitend in de dan ge
vormde regeering mogen aangeven.
Daar zijn de 37 procenten van de
op hen uitgebrachte stemmen te
weinig voor. Het katholieke centrum
zal een duchtig woordje meespreken.
Zal het dan lukken de menschen,
wier zenuwen thans tot het uiterste
gespannen zijn tevreden te stellen
en rustig te houden? Allemaal vra
gen, die te klemmender worden naar
mate de reeks 'van moorden en; dood
slagen in Duitschland aangroeit.
62.
(Honor Bricht)
door
L. G. MOBERLY
met vertaling van
Mevr. De Vry ObreenBreda
Kleynenberg.
o
„De vraag was niet eerlijk," zei
Upton, met een droevig lachje, „het
is niet uw dilemma, (daar mag u
den hemel voor danken), 't is 't
mijne en ik moet 't met mezelf uit
vechten".
Weer zwegen beiden een moment
en weer was Upton de eerste, die
begon te spreken.
,,'tWas een vreeselijk iets voor u,
om deze reden bij mij te komen,
maar u hebt groot gelijk, dat u
'thebt gedaan, dat is 'teenigste, wat
ik u zeggen kan. Ik ik geloof
niet, dat er verder iets te zeggen
Valt".
Mark voc'd: o-.-.vi'Ickrurig, dal
Klemmend te meer, omdat een eco
nomisch herstel niet verwacht kan
worden wanneer een groot volk als
het Duitsche een zoo groot element
van onzekerheid, politiek, en dus
ook economisch, in de wereldcon
stellatie blijft vormen.
Intusschen trekken zich in het
morgenland de wolken weer dichter
en donkerder samen. De kolos van
het Chineesche rijk verkeert klaar
blijkelijk in een toestand van chao
tische verdeeldheid en innerlijke
onzekere besluiteloosheid. Nu is de
regeering afgetreden, niemand weet
welke leiding dit zwaarbeproefde
land zal krijgen, waar die leiding
vandaan gehaald moet worden.
Maarschalk Tsjang Kai Sjek treedt
weer op den voorgrond, schijnt zelfs
de „leiding" geheel in handen te
hebben genomen. Maar wie is eigen
lijk Tsjang Kai Sjek? Wat is van
zijn politiek te verwachten? Was hij
het niet, die na eenige daverende
redevoeringen over strijd, dood, en
zelfmoord, de Japanners rustig
Mandsjoerije liet bezetten? Ver
klaarde hij niet dezer dagen, dat
hij een jegens Japan vreedzame po
litiek wilde voeren? Hoe moet de
ontwikkeling in dit zoo ver van ons
verwijderde deel van de wereld
gaan, nu de spanning dagelijks ver
meerdert, nu de Japanners wederom
dreigementen en waarschuwingen
richten aan China, nu de gevechten
weer steeds talrijker worden. Wat
zal het einde zijn van een militair
over het paard getild Japan, dat
de nabuur gaat worden in steeds
uitgebreider mate, van Rusland, dat
in Japan klaarblijkelijk niet zeer
gaarne is gezien? Het is voor onze
oogen daar in het Oosten een duister
een onheilspellend gebeuren, waar
van wij de acteurs vrijwiel niet zien,
waarvan wij niet weten wie eigen
lijk de regie in handen heeft, noch
of het spel een happy ending heb
ben zal. Wij betwijfelen het laatste
zeer en vreezen, dat uit deze hoek
nog wel eens erger dingen te voor
schijn kunnen komen, dan alleen
maar berichten over onwaarschijn
lijke natuurrampen.
Wat de moeilijkheden tusschen
Boliva en Paraguay betreft vol
gens enkele berichten, die echter
op geen enkele officieele basis be
rusten, lijkt het niet uitgesloten, dat
het Bolivie geenszins te doen is om
den veelomstreden Gran Chaco,
Upton op was en zonder verder iets
te zeggen, verliet hij de kamer en
'thuis, met zich meedragende inden
nacht het beeld van de onbewege
lijke figuur bij den haard, die hij
achtergelaten had, om z'n eigen ont-
zettenden strijd uit te vechten. Een
uur na thuiskomst, werd hij opge
schrikt door de telephoonbel. Hij zat
aan zijn bureau en had nog heele-
maal geen zin naar bed te gaan,
ondanks 't late uur. Dadelijk nam
hij de hoorn van den haak en met
kalme stem hoorde hij zeggen: ,,U
spreekt met Upton. Nadat u weg
was besefte ik pas dat er geen tijd
te verliezen is. U zoudt natuurlijk
niet graag zien, dat Martin weer
heelemaal van streek raakte. Ik zal
juffrouw Treverton een telegram zen
den, dat we ons engagement moeten
verbreken, 't Terrein is dus vrij".
Onmiddellijk nadat hij dit gezegd
had, belde hij af en Mark zat daar,
voor zich uit starend, terwijl hem
een paar oude, heel oude woorden
als een steeds weerkeerende echo,
in zijn gedachten schoten:
„Grooter liefde bestaat er niet,
dan dat een mensch z'n leven veil
geeft voor zijn vriend".
Deze mensch had iets gegeven,
dat hem nog dierbaarder was dan
't leven zeil.
maar om een zeehaven. De verkla
ring schijnt n.l. te zijn gegeven,
dat het geheel zou afzien van den
Gran Chaco, wanneer het een zee
haven zou kunnen krijgen. Dat ver
heldert veel en maakt veel begrij
pelijk.
Verkrijgbaar in iederen goeden rijwiel
handel.
i abrlkante
Firma Gebrs. KAAN, Middelburg.
In de eerste plaats dienen wij dit
maal gewag te maken van de over
eenkomst van Ouchy, waarvan de
tekst thans is bekend gemaakt.
Zooals men weet is dit verdrag,
waarbij ons land, België en Luxem
burg zich verbinden tot onderlinge
verlaging van invoerrechten, een der
„bijproducten" van de Conferentie
van Lausanne. Zooals elk handels
verdrag de mogelijkheid in zich sluit
om te komen tot vrijhandel, zoo is
de genoemde overeenkomst van bui
tengewone beteekenis voor de vrij
handelspolitiek in het algemeen en
voor die van Nederland in het bij
zonder. Of beter gezegd: zij kan
van groot belang worden, want blij
kens de bij het verdrag gevoegde
verklaring moet er nog veel essen
tieels worden geregeld. Maar hoe
het ook zij, de aanloop tot een vrij
handelstoestand, zij het nog niet
in volstrekten zin, is er. En dat wil
al heel wat zeggen in een tijd, dat
de meeste landen hun grenzen door
steeds hooger wordende tolmuren af
sluiten.
Het nieuwe verdrag houdt in
hoofdzaak in, dat de drie betrok
ken landen ten opzichte van elkan
der bestaande invoerrechten niet zul
len verhoogen, geen nieuwe rechten
zullen heffen en geen nieuwe han
delsbelemmeringen zullen invoeren.
Voorts zullen de bestaande invoer
rechten ten opzichte van de drie
partijen onmiddellijk worden ver
laagd met een tiende. Ieder volgend
jaar gaat er een tiende af tot na
vijf jaar de helft overblijft. Het ta
rief mag dan niet lager zijn dan
4 pCt. ad valorem voor halffabri-
HOOFDSTUK XXVI.
„De kroon op alles".
Het telegram werd Honor aan de
ontbijttafel gebracht door haar op
gewonden huisjuffrouw, voor wie de
groene enveloppe altijd slechte tij
ding beteekende.
„En ik zou zoo zeggen, dat u
er uit ziet, of u den heelen nacht
niet geslapen hebt en nou nog dit
telegram, waar zeker niets goeds
in staat die lamme dingen bren
gen altijd slecht nieuws," zei ze,
kijkend naar Honor's bleek gezicht
met de donkere kringen onder haar
oogen.
„Ik sliep niet (erg goed," glim
lachte Honor, „maar ik voel me
best". Doch zooals juffrouw Keen 't
later uitdrukte tegen haar dochter
in de keuken
„Ik had haar nog liever zien hui
len, dan haar te zien glimlachen,
zooals ze deed".
Honor maakte het telegram on
verschillig open. Waarschijnlijk was
't van Molly, ze kende die gewoonte
van haar, onnoodig telegrammen te
sturen en dit was zeker 't een of
ander vervelend bericht over één
van haar japonnen. Maar toen zei het
papier opengevouwen in haar han-
Jcr. hiJ.J, -..ïcost ,'zz Je woo:den
katen en 8 pCt. ad valorem voor
afgewerkte producten. Op dezen
grondslag verleenen de drie landen
elkander de onvoorwaardelijke meest-
begunstiging.
Uit hetgeen verder medegedeeld
is over ratificatie, opzegging enz.
blijkt wel, dat Nederland als ini
tiatief-nemer tot dit verdrag is te
beschouwen^ iets wat tot vreugde
mag stemmen. Het meest belangrijke
is wel, dat het verdrag ook de an
dere landen uitnoodigt om zich er
bij aan te sluiten, zoodat de wer
kingssfeer zich zou kunnen uitbrei
den tot een steeds grootere groep
van staten. Wij zouden dit de de
monstratieve kant van de overeen
komst willen noemen. Het valt te
betwijfelen of de groote mogendhe
den, zich aan het edele streven van
de Ouchy-groep zullen storen en
men mag zich afvragen, wat het
practische effect zal zijn op het ove
rige door economische oorlogsroes
beheerschte deel der wereld zal zijn.
De Oslo-staten hebben zich voor
alsnog niet aangesloten, hoewel zij
met de drie contracteerende landen
behooren tot hen, die het initiatief
hébben genomen tot het tarievenbe-
stand van Genève 1930. In Zwit-
sersche en Fransche handelskringen
schijnt men veel voor aansluiting
te voelen. Enkele kamers van Koop
handel hebben zich in dezen geest
uitgelaten. Zij wezen erop, dat de
wereldcrisis zich nog steeds ver
scherpt en dat de door verschil
lende regeeringen getroffen maat
regelen van beschermenden aard een
toenemende vermindering veroorza
ken van den internationalen ruil
handel, welks handhaving en ont
wikkeling een levensbelang voor alle
landen is.
Er gaan meer stemmen in die
richting op. Zoo heeft de parma-
nente commissie van het nationaal
economisch comité in Frankrijk zich
uitgesproken voor de bijeenroeping
van een internationale conferentie.
Terugkeer tot den vrijhandel is in
deze periode een dringende eisch,
hoewel de wereldcrisis in wezen er
nog niet door ,zal worden aangetast.
Maar, dat het iden weg van vrijhan
del op moet, |dat staat voor ieder
verstandig econoom wel vast.
0
Niet alleen bij de groep kleine
mogendheden te Genève en Ouchy
heeft Nederland zich geschaard om
op de bres te staan voor de vrij-
over- en nog 'eens overlezen, eer de
beteekenis ervan tot haar hersens
doordrong en dan nog kon ze ter
nauwernood het groote (gewicht van
de woorden vatten.
„Heb van Martin's terugkeer ge
hoord. Hartelijkste gelukwenschen.
Ons engagement is ten einde. Ver
trek met den vroegen trein naar
Parijs. God zij met je. Henry".
Honor zat nog vol verbazing te
staren op dit bericht, wat intusschen
al als gegrifd in haar hersens stond,
toen juffrouw Kleen binnen kwam
met een tweede groene enveloppe.
„Het schijnt wel telegrammen te
regenen van morgen, juffrouw,"
merkte ze op, „warempel net of 't
uwes trouwdag al is".
Honor scheurde 't telegram open
en vloog vlug langs de woorden
met ingehouden adem.
„Breng Martin per auto naar
Drawford. Hij denkt dat u er bent
voor een verandering. Weet verder
van niets. Mark Delaware".
Op den top van het duin was een
klein kreupelboschje van hazelaars,
waar op dezen zonnigen November
dag de leeuweriken al jubelend over
heen vlogen. Daar wachtte Honor.
Het huis waar ze logeerde, kwam
haar te ongeschikt en niet in even
redigheid met haar groot geluk voor,
handelsgedachte, ook in ander op
zicht heeft ons land zich doen hoo-
ren. Het is namelijk toegetreden tot
het z.g. Gentleman's Agreement tus
schen Engeland en Frankrijk tot
stand gekomen, eveneens '.tijdens de
conferentie van Lausanne, een twee
de bijkomend resultaat (dier confe
rentie dus. Het doel van dat „Agree
ment" is nogal vaag. Aanvankelijk
leek het erop, of hier sprake was
van meer intieme kwesties tusschen
Engeland en Frankrijk, speciaal ten
aanzien van de schuldenregeling met
Amerika. Maar deze onderlinge af
spraak om bij voorkomend geval en
in alle openhartigheid over te gaan
tot een onderlinge gedachtenwisse-
ling aangaande alle vraagstukken,
die te harer kennis komen en die
betrekking hebben op het Euro-
peesche Statenbestel, denzelfden
oorsprong hebben als die, welke
onlangs te Lausanne is geregeld,
is later ook voor andere landen
opengesteld. Wat dit alles concreet
"oeteekent is niet geheel duidelijk.
Ongetwijfeld is zich momenteel bezig
een nieuwe groepeering te voltrek
ken in de Europeesche politiek, na
het uiteenvallen van de oude vormen
van samenwerking van voor den oor
log. Herriot heeft zelfs al gespro
ken van een nieuwe „entente
cordiale". Wat ons land daarmee te
maken heeft is piet zoo goed te
begrijpen. Vooral omdat de eigen
lijke bedoeling wel verder zal strek
ken, dan de woordelijke tekst van
den overeenkomst zou doen ver
moeden. In elk geval heeft de Ne-
derlandsche regeering verstandig ge
daan, zich op die tekst te beroepen.
Zij heeft zich aangesloten „in de
meening, dat een juiste toepassing
van het in deze verklaring uitgespro
ken beginsel kan bijdragen tot een
vertrouwenwekkende samenwerking
tusschen de belanghebbende staten,
welke samenwerking Europa en der
wereld in haar geheel ten goedé kan
komen". In zooverre is de daad
van Nederland volkomen verant
woord. De toekomst zal moeten lee-
ren of het bedrogen zal uitkomen.
Een droevig ongeluk.
Woensdag was de zangvereeniging
„Ons Genoegen" uit Heinkenszand
een fietstocht naar Walcheren gaan
maken. De 23-jarige K. dp J., onge-
en nadat ze juffrouw Kleen had op
gedragen aan de bezoekers uit te
leggen, waar ze precies was heen
gegaan, wandelde ze over de
glooiende duinen naar 'thazelaars-
boschje op één der toppen, zacht-
blauw was de lucht er boven en 't
wazige duinenland was overgoten
door zonlicht't gezang der leeuwe
riken leek wel de weerklank te
zijn van 't gezang van Honor's ei
gen hart, een vreugdezang, dat al
leen gematigd werd door de ge
dachte aan den man, die tot zoo'n
ongelooflijke groote opoffering in
staat was geweest.
Maar de blijheid steeg ten top
hoe zou 'took anders kunnen?
toen ze een lange, slanke figuur
de helling op zag komen, toen 't
zonlicht Guy's gezicht bestraalde,
nog wel mager en uitgeput, maar
verheerlijkt door geluk, toen hij zijn
handen naar haar uitstrekte en haar
dicht naar zich toetrok.
„Honor," zei hij, terwijl de
leeuweriken boven hen nog uitbun
diger leken te jubelen, „eindelijk ben
ik bij je teruggekomen uit groote
moeilijkheden teruggekeerd tot 't ge
luk en jou, Honor Bright I"
Einde