Breskensche Courant
25
II) Van e^en
De strijd
eener vrouw
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
r
Raads vergaderi ng
te Aardenburg.
FEUILLETON
41ste Jaargang
Woensdag 4 Mei 1932
Nummer 3727
ABONNEMENT:
per kwartéai f 1,25
buiten Breskens 1,40.
Buitenland 6,50 per
jaar.
Zondagsblad per kwar
taal f 0,65; en builen
Breskens 0,725. Bui
tenland f 3 J50 per jaar.
Verschijnt
- iederen DINSDAG- en VRIJDAGAVOND -
Advertentiën worden aangenomen tot uite-rigk 1 uur nam.
Uitgave:
J. C. LE BLEU, Dorpsstraat 35, BRESKENS
Tel. 21 "v_ Postrekening 70179
ADVERTENTIËN:
van I 5 regels f0,75;
iedere regel meer 15 ent.
Ingez. mededeelingen 30
cent per regel.
Handelsadüertentiên bij
regelabonnement grooie
kortingTarief op aan
vraag oerkrijgbaar.
GRATIS verzekering voor de 8uHen bij koens- ir\f\ dood gld bij ver- gld bij oer-
1 abounds tegen ongelukkenen 1/(1 lange ongeschikt- f If I door j lies van een j( I
voor de volgende bedragenz hnisJ tnt «i/»rt»n #>pn nnop/nt Unnrl
gld bij ver-
door //es uan een J Ik* Can een f *IC5 van een
hcid tot werken f een ongeluk hand of voet oog duim
De risico van bovenstaande verzekering is herverzekerd bij de Ongevallcn-Verzekering-Maatschappij „Fatum" te 's-Graoenhage.
gld bij ver
lies van een
wijsvinger
x-\ gld bij verlies
anderen vinger
o
Vervolg.
II.
Nu hebt U dikwijls de goede ge
woonte, wanneer de Raad in beslo
ten zitting overgaat, om tot publiek
en pers te zeggen: „Blijf nog een
oogenblik, 't zal niet lang duren".
Dit heb dezen keer niet gedaan,
wat den schijn heeft, of dat met een
bedoeling is nagelaten.
De Voorzitter: Vooreerst moet ik
U zeggen, dat het verkeerd is, om in
een openbare vergadering zaken te
bespreken uit een besloten zitting.
En dan moet ik daarbij direct op
merken, dat er van de zijde van B.
en W. omtrent de kennis geen voor
stel gekomen is.
Dhr. Hollebrand: U hebt toch ge
zegd, dat B. en W. een voorstel
hadden omtrent de kermis?
De Voorzitter: U is onjuist. Ik
heb gezegd: de kermis heeft in de
vergadering van B. en W. een punt
van bespreking uitgemaakt, dat is
heel wat anders.
Dhr. Catsman: Nu er toch over de
besloten zitting gesproken wordt, wil
ik dit zeggen, dat er in B. en W.
gesproken is om de kermis voor dit
jaar op te schorten. Deze zaak zou
in den Raad besproken worden; men
zou dit doen in een besloten zitting,
want deed men het in een openbare
vergadering, dan zou er weer een
politiek relletje van gemaakt worden
Daarom is in de vergadering van
B. en W. ook het woord „polsen"
gebruikt. Men wilde den Raad eens
polsen.
Al spoedig bleek, dat er uit de
besloten zitting geklapt is, verkeerd
overgebracht, of uit den duim ge
zogen en men heeft in de Midd.
Courant deze zaak weer eens aan
gegrepen om met modder te gooien.
Natuurlijk was het „ingezonden" op
Aardenburgsche wijze onderteekend
met „Aardenburger". Wanneer men
met vuil wil spuiten, ga dan niet
als lafaard achter een muur staan,
maar doe het openlijk, vlak in 't
gezicht. In dat stuk wordt gesproken
van: „het mooie, nobele gebaar van
de kopstukken van den Raad". Ik
wensch daartegen te protesteeren
dat is venijn, vergif. Wat nu de zaak
betreft ik zou kunnen medegaan met
33.
(Honor Bricht)
door
L. G. MOBERLY
met vertaling van
Mevr. De Vry ObreenBreda
Kleynenberg.
„En zal Mark's tante, ook eens
jou tante zijn?" vroeg Dorothea op
zachten, vriendelijken toon, het meis
je naar zich toetrekkend en een blos
overtoog Lettice's gezicht.
„Zoudt u me als nichtje willen
hebben? Maar, ziet u, hij wil alleen
maar weten, of hij me allerlei mag
vragen, als hij terugkomt, hij
vraagt me nu niets bepaalds dus
wat kan ik antwoorden?" vroeg ze
op schalkschen toon, „ik kan hem
niet te veel zeggen, is 't wel, dat
zou niet passen voor een jong meisjel
U zou toch niet graag willen, dat ik
me weggooide, door me op te drin
gen aan een manl"
„Houdt hem niet te veel in ge
spannen verwachting, kleine ondeu
de motie van de middenstandsver-
eeniging „De Hanze".
Er is van de zijde van B. en W.
geen voorstel gedaan. Wanneer de
Raad er tegen was, zou men de
zaak laten rusten.
Mevr. Van den Broecke: Er is wel
geen voorstel van B. en W. ge
komen, maar juist omdat het uit
ging van dat college, is wellicht
de heer Hollebrand in de meening
geweest, dat het een voorstel was.
De zaak zou principieel besproken
worden.
De Voorzitter: Juist. Er zou een
principe stemming gehouden wor
den, maar het was geen voorstel
van B. en W. Ik hoop, dat de zaak
nu voldoende is toegelicht.
Dhr. Blondeel: Ilc ben geheel met
U eens, er is geen voorstel gedaan,
maar U hebt in B. en W. gezegd:
als er maar één lid tegen is, dan is
de bespreking dadelijk uit".
De Voorzitter: Ik wil U opmer
ken, dat het van een wethouder fout
is, als hij mededeeling in den Raad
gaat doen van het gesprokene in
B. en W.
Dhr. Hollebrand: Wat de motie
van „De Hanze" betreft moet ik
opmerken, dat die menschen toch
wel ingelicht moeten zijn, om zoo'n
motie in te dienen.
De Voorzitter: De discussie moet
een einde nemen en daarom zal ik
den leden in volgorde stuk voor stuk
vragen, of zij nog iets omtrent dit
onderwerp te zeggen hebben.
Hierop vraagt alleen het woord:
Dhr. Catsman: Mijnheer de Voor
zitter, ik zou willen vragen: Laat
ons toch met ons nuchtere verstand
de zaak bekijken. Verder moet ik
aanmerkingen maken op de winsten,
die volgens de woorden van Mevr.
Van den Broecke de neringdoenden
zouden maken. Er zijn daarbij onge-
loofelijke bedragen genoemd van
winkeliers.
Wanneer dat werkelijk waar zou
zijn, (maar het kan geen waar zijn)
dan zou er uit de beurzen der bur
gerij zooveel naar de neringdoenden
gaan, dat het onverantwoordelijk zou
zijn nog kermis te houden.
Onze agenda heeft wel een eigen
aardig samentreffen: Bespreking der
kermis en daarnaast: Steun aan de
werkloozen, dat duizenden gaat vra
gen van de burgerij.
Wij leven in een tijd van bezuini
gen. Er moet gespaard worden. Na
de laatste vergadering zijn er ver
schillende tonen tot ons gekomen
gende feeks, en bevredig ten
minste zijn nieuwsgierigheid. Waar
schijnlijk besef je nauwelijks, hoe
intens verlangend ik ben te weten
of mijn lieve Mark zal krijgen, wat
hij wenscht. Mij kan je 't toch wel
vertellen, al vindt je 't dan noodig
den armen jongen zoo te kwellen".
Lettice sloeg de armen om Doro
thea's hals, en drukte haar lippen
tegen haar wang. „Uw lieve Mark
moet niet verwend worden, en ik
kan er niet nu al mee beginnen,"
zei ze ondeugend, maar werd dan
opeens ernstig. „M'n lief pleegmoe
dertje," zei ze, „ik weet nog zoo
net niet of 't van Mark niet juist
is op mijn antwoord te wachten, tot
hij me terug ziet. Wat hij me wil
gaan vragen te doen, is 't grootste
wat een man een vrouw kan vragen
te doen, -en we hebben elkaar nu
meer dan een jaar niet gezien, we
kunnen veranderd zijn bij toen. Toen
hij wegging waren we gewoon vrien
den, en hoewel" al spelend
gleden haar vingers over Dorothea's
ringen „en hoewel we misschien
héél dicht waren genaderd bij 't
punt, waar vriendschap en een
grooter iets dan vriendschap tot el
kaar komen, waren we den stroom
niet over. We hadden er nog niet
Er waren er die spraken van te
leurstelling, maar er waren er ook
bij van ouders, die blijdschap te ken
nen gaven met het oog op het wel
zijn hunner kinders. Mocht het nu
toch tot de kermis komen, dan zou
ik afzonderlijk willen behandelen:
de kermis en de motie der Midden-
standsvereeniging.
De Katholieke Raadsfractie zou
ik willen toevoegen: Neem toch ken
nis van datgene wat over de kermis
soms zoo juist gezegd wordt.
Wat mijzelf betreft spreek ik hier
niet uit anti-revolutionaire belangen
of principes, maar enkel en alleen
uit economische overwegingen.
De Voorzitter: Ik zal dan eerst
in stemming brengen de motie van
„De Hanze".
Mijnheer Rijckaert: is U vóór of
tegen?
Dhr. Rijckaert: Mag er dan ge
danst worden?
De Voorzitter: U wordt gevraagd
te stemmen over de motie met vóór
of tegen.
Dhr. Hollebrand: De inzenders
dier motie hebben in hun jeugd ze
ker niet veel gedanst, of zij hebben
de zaak niet goed bekeken. Het is
toch algemeen bekend, mijnheer de
Voorzitter dat iemand, die veel
danst, weinig gebruik maakt van
alcoholische dranken. En nu zou ik
willen vragen wat is beter: een dans
je maken, of zich te buiten gaan
aan drankmisbruik.
De Backere: Als er niet gedanst
mag worden, komt er geen volk
van andere gemeenten en zijn de
verdiensten veel minder.
Loat z'ulder gat ees opgooienl
De Voorzitter: Wij kunnen de ker
mis wel weer veranderen, maar het
geeft weer moeilijkheden, want er
is reeds een advertentie geplaatst,
dat er geen tenten en kramen zouden
toegelaten worden; voor de open
bare school is naar aanleiding van
het besluit van 12 Februari het leer
plan gewijzigd, wat dus ook niet
kan blijven.
Mevr. Van den Broecke: Wij kun
nen toch een voorstel doen.
De Voorzitter: Ja zeker.
Mevr. Van den Broecke: Dan doe
ik het voorstel om het besluit van
12 Februari betreffende de kermis
in te trekken.
Dit voorstel voldoende gesteund
wordt aangenomen met 5 stemmen
vóór.
De heer Wijffels stemde blanco
en de heer Catsman tegen.
overheen gekeken, evenmin, als dat
we onze voeten al in 't water had
den gezet. Veronderstel, dat als we
elkaar terugzien, we ontdekken"
ze hield op, haar zin onuitgesproken
latende. „Het is zoo iets enorms
om te doen, vindt u niet?" vroeg
ze eenigszins verward, het aan Do
rothea overlatend, uit te maken wat
ze met „het" bedoelde.
„De grootste stap, die je in 't le
ven kunt nemen," was 't antwoord
„geen werk, geen onderneming,
niets is zóó groot als liefde. Als
liefde echt is, is ze een aanraking
der eeuwigheid. Wat ook je ant
woord aan Mark moge zijn, bedenk
ditl Behandel 't nooit als iets ge
rings. Is de liefde tusschen je beiden
echt, dan moet er op staan afge
drukt de stempel der eeuwigheid".
0
HOOFDSTUK XIV.
Rozentijd.
Een heerlijke rozengeur kwam
John Mandover tegemoet, toen hij
na z'n auto aan 't hek te hebben
achtergelaten, 't tuinpad van 't land
huisje opwandelde. De laatste paar
maanden was 't héél dikwijls voorge
komen, dat op Zondag diezelfde wa
gen voor 't hek had gestaan en zijn
Kosten ontspanning voor
werkloozen.
De Voorzitter: Er is een verzoek
ingekomen van den R.-K. Landar-
beidersbond om f 50 subsidie te wil
len verleenen voor ontspanning, lec
tuur enz. verstrekt aan werkeloozen.
B. en W. stellen voor dit voor dezen
keer te verleenen, maar als men
later in die richting nog steun mocht
willen vragen, dan vooraf overleg
te plegen met B. en W.
Mevr. Van den Broecke: Bij de
uitgaven zie ik ook iets voor schoon
maken van het gebouw. Kunnen dat
de werkloozen zelf niet doen?
De Voorzitter: Het is de bedoeling
bij mogelijke latere aanvragen over
een en ander overleg te plegen.
Dhr. Rijckaert: Het is geen ver
zoek van den R.-K. Landarbeiders-
bond. Het is maar een commissie
uit dien bond, die dat in 't werk
gesteld heeft.
De Voorzitter: Het is toch als zoo
danig onderteekend.
De Backere: Ik begrijp niet, dat
die heeren alweer maar geld vragen.
Zoo kunnen wel alle sociëteiten of
vereenigingen subsidie vragen.
De Voorzitter: Het gaat hier om
een groot belang der werkloozen.
De bedoeling is deze zoo mogelijk
van de straat te houden. Daar zit
veel meer aan vast, dan men opper
vlakkig meenen zou. Van welke rich
ting dergelijke pogingen gedaan
worden, de overheid heeft mijns in
ziens den plicht, dat werk te steunen.
Dhr. Hollebrand: Ik sta zeer
sympathiek tegenover de aanvraag,
maar zal later ook gaarne steun
geven als er door anderen voor het
zelfde doel gevraagd wordt. Het is
in het belang van Aardenburg.
De Voorzitter: 't Is te waardeeren
dat er een begin met deze zaak
in onze gemeente gemaakt is en de
geestelijke adviseur en directeur de
zer zaak komt een woord van lof
toe voor de wijze waarop hij opge
treden is om de werkloozen ont
spanning te geven.
De subsidie wordt z.h.st. toege
staan.
Danstent in de Brouwerijstraat.
De Voorzitter: Van P. Bonamie
is een verzoek ingekomen om een
plaats te willen afstaan in de Brou
werijstraat voor het plaatsen van een
danstent bij gelegenheid der kermis.
Deze zaak is reeds meerdere malen
in den Raad behandeld en er is
veel tegen te zeggen, waarom B. en
eigenaar 't slingerpad naar 't huis
op was komen Ioopen, uitbundig
verwelkomd door Rip en eenigszins
waardiger, maar niet minder vrien
delijk door diens vrouw. Mocht er
by zulke gelegenheden in Lettice's
sprekende, idonkere oogen al een
sprankje ondeugd flikkeren, de an
deren waren hier niet van bewust
en Mandover had steeds een handige
reden klaar voor z'n komst. Op kan
toor was bijzondere tijding gekomen
van de expeditie en hij was over
tuigd, dat 't juffrouw Delaware zou
interesseeren hierover te hooren, hij
zelf was zéér benieuwd te vernemen,
wat voor berichten er daar waren
gekomen van Mark. Dit waren wel
de meest voorkomende verontschul
digingen voor zijn bezoeken. Of hij
trachtte op slinksche wijze uit te
leggen, dat 't op zoo'n schitterenden
dag eenvoudig uitgesloten was niet
te profiteeren van de gezonde lucht
in 't heuvelachtige Surrey I
„Ik geef graag toe, dat een flat
in Londen z'n bepaalde aantrekke
lijkheid heeft, en ik heb 't geluk
een flat te hebben met 't uitzicht op
de rivier u en juffrouw Carey
moeten eens bij me komen theedrin
ken".
Dez opmerking werd gemaakt op
W. voorstellen afwijzend op het ver
zoek te beschikken.
Dhr. De Backere: Wordt er plaats
geld betaald voor het zetten dier
tent in de Brouwerijstraat?
De Voorzitter: Ja zeker.
Dhr. De Backere: Dan is er toch
ook wat voor te zeggen. Er komt
toch wat van in.
De Voorzitter: Ja, maar er zijn
zulke ernstige bezwaren.
Dhr. De Backere: Er zouden dan
2 tenten tegenover elkaar komen en
dat is niet onaardig op een kermis,
dan kan het volk den eenen uit- en
den anderen ingaan.
Dhr. Catsman: Mijnheer de Voor
zitter. De toon, die de heer De
Backere hier weer aanslaat is, dunkt
mij, niet geschikt om in den Raad
gehoord te worden. De zaak is daar
voor te ernstig. De omwonenden
hebben te veel last van zoo'n tent,
dat het niet kan toegestaan worden.
Aldus wordt besloten.
Kleine zaken.
De Voorzitter: Voor wij overgaan
tot het belangrijke punt der agenda:
de steunregeling vindt de Raad wel
licht goed, dat er een paar kleine
zaken medegedeeld worden:
I. Belasting betalen.
Van den Rijksontvanger te Eede
is een schrijven ingekomen, waarin
hij mededeelt, dat na 1 Mei 1932,
tengevolge van een besluit van den
Minister van financiën, in Aarden
burg geen zitdagen meer gehouden
zullen worden voor het ontvangen
eer belastingen, maar dat vanaf 1
Mei 1932 op alle postkantoren ge
legenheid is zijn belasting te betalen.
De Rijksontvanger vraagt of wij
daaraan bekendheid willen geven,
hetwelk ik bij dezen doe.
Dhr. Catsman: Ik betreur ten zeer
ste, dat een dergelijk besluit door
den Minister genomen is. Niet alleen
bestaat jiu geen gelegenheid meer
om in Aardenburg bij den ontvanger
zelf belasting te betalen, maar er
bestaat in Aardenburg ook geen ge
legenheid meer dien ambtenaar over
eventueele belastingzaken te raad
plegen of inlichtingen te bekomen,
daarvoor moet men in het vervolg
naar Eede.
Nu zal men in Den Haag, om
onze bezwaren, de zaak wel niet
ongedaan maken, maar ik zou de
Minister willen vragen den Rijksont
vanger van rijkswege een telefoon
te geven, dan is hij van uit Aarden
burg wel te bereiken.
dezen Zondagmiddag in 't hartje
van den zomer, toen de rozen in
vollen bloei stonden, ver om zich
heen een heerlijke geur versprei
dend. Met z'n drieën zaten ze in
den tuin achter 't huis, met 't gezicht
op 't prachtige uitgestrekte land
schap voor zich. Rip buitelde verge
noegd over 't grasveld, om dan weer
opeens vliegjes of gonzende bijen
na te jagen, terloops even omkee-
rende om gauw een gat te graven
hier of daar in een bloemperk. „Ik
kwam expres vandaag," vervolgde
John, z'n blik gericht op Dorothea,
„ik kwam expres vandaag om
Lettice keek hem aandachtig aan
en weer had ze dien schalkschen
blik in haar oogen, toen ze oprees
uit den lagen rieten stoel, en haat-
hand even op die van Mandover
legde.
„U kwam, om alles te hooren over
Mark's laatsten brief, is 't niet?" zei
ze en John keek even verwonderd
naar haar op en glimlachte toen op
een beetje eigenaardige aarzelende
manier.
„Ik ik zou graag over den
brief hooren," zei hij, en Lettice
knikte vol verstandhouding met 't
hoofd.
ÏWordt vervolgd.}